gesloten als eerie Gideonbende, met kruik en
fakkel gewapend, stand houdt, dan vermag
het veel. Dit bleek nog onlangs by do be
handeling van het hoofdstuk marine, toen
een der voornaamste besluiten te danken was
aan de stemming van de anti-rovolutionnairo
party.
Met de vernieuwde opwekking om te biy ven
bij of terug te keeren tot Gods woord werd
de rode besloten.
Gelegenheid tot debat, wolke toegezegd was,
werd niet verleend.
De voorzittor van de kiesvereeniging zoïde
den spreker dank en sloot de byeenkomst
met dankzegging.
Op 1 Januari jl. bestond het aantal leer
lingon boven do 6 en beneden do 12 jaren
op de twee scholen te Tor-Aar (met inbegrip
van do in die gemeente thuisbehoorende, docli
elders onderwys genietende) uit 139 jongens
©n 171 meisjes. 0
Op gemeld tydstip genoten 17 jongens en
27 meisjes geon onderwys en wel8 j. en 7 m.
geb. in 1886, 4 j. on 1 m. geb. in 1885,1 m.
geb. in 1883, 2 j. en 2 m. geb. in 1S82, 3 j.
©n 16 m. gob. in 1881, te zamen 17 j. en
27 meisjes.
Het getal kinderen op 1 Januari jl. in die
gemeente woonachtig boven de 6 en beneden
de 12 jaren was 156 j. en 198 m.,totaal 354.
Persoverzicht.
De Leidsche hoogloeraar mr. H. B. Gro
ven bespreekt in het Februari-nommer van
Bc Economist den normalen arboidsdag,
met het opschrift „acht uur werk". Hy vindt
alle reden, om het verlangen van vele werk
lieden naar een kortoren werkdag, afgezien
nog van de vraag, hoe die moet worden
verkregen, mot ingenomenheid te begroeten.
Bovenmatige arbeid, het is, zogt hy, uit vele
enquêtes gebleken, is in sommige bedryven
regel, in andere goene zeldzaamheid. Verkor
ting van don werktyd zal, meent hy, bydra-
gon tot ontwikkeling van don werkman, aan
wion men thans het kiesrecht geven gaat
en by wiens ontwikkeling daarom alleen
roods allon belang hebbon. Het bezwaar, dat
er inbrouk op de vryheid van den werkman
zolven gemaakt wordt, telt de schryver niet
zwaar, nu men reeds voor volwassen vrou
wen eon vasten werktyd heeft bepaald. Niet
hot arbeiden bovondien gedurende meer dan
een zeker aantal uren zal worden verboden,
maar het in dionst zyn voor langer dan een
bepaalden werktyd. De werkman mag zyne
vryo uren besteden, zoo hy wil, ook mot
ai beid, zy hot ook niet by zyn gewonen
werkgever.
Met cjjfors tracht de hoogleoraar voorts aan
te toonen, dat van verkorting van den arboids
dag in den regel geone inkrimping van
voortbrenging en toonomendo verarming de
noodzakelyke gevolgen zullen zyn. Toch geeft
hy toe, dat het decreteeren op eonmnal van
oen achtuui'6tyd voor alle bedryven ongeryma
zou zijn. Maar overigens, al kan bewezen
wordon dat enkele industrieën er wel onder
zou Ion lijden, dan is, meent hy, daardoor
toch nog niet ioder ingrypon van den wetgever
veroordeeld, omdat het behoud van een krach-
tigen arboidonden stand zeker niet minder
zwaar moet wogen dan onmiddellyk stofleiyk
voordeol. En het gevaar van geheel verdron
gen to worden en onder to gaan, bostaat
alleon voor die bedryven, die voor do wereld
markt arbeiden. Do Leidsche hoogleoraar komt
dan ook tot de conclusie, dat het wel dogeiyk
op den weg van den Staat ligt ovorraatigon
arbeid, ook van volwassenen, te beteugelen,
indien blykt dat particuliere pogingen daartoe
onvoldoende zyn.
Overdreven verwachtingen maakt men zich
echter, meont hy, van den invloed eoner
beperking van den arbeidstyd op de werk
loosheid.
Hy geeft o. a. de redenen aan, waarom hy
niet gelooft dat de invloed der beperking
van den werktyd op de werkloosheid zoo
groot zou zyn als de voorstanders beweren.
Vooreerst omdat, geiyk do voorstanders zeiven
zoggen, in een korteren werkdag dikwyls meer
verricht wordt dan in een langoren; omdat
in een aantal gevallen nieuwe of betere werk
tuigen verraeordering van personeel onnoodig
zullen makenen ook, omdat, als do kosten
van den arbeid door do verkorting der werk
uren stygen, do prys lrooger en liet debiet
minder worden zal.
In de tweede plaats acht hy do vcrwacli
ringen dor voorstanders ten dezen overdreven,
omdat zy zich voorstellen dat by beperking
>an den werktyd er plaats zou zyn voorueo
z >ovoel grootor aantal arbeiders, als het
quotiënt bedraagt Yan do vryvallende uren on
het als normaal aangenomen aantal uren.
Deze redeneering gaat alleen dim op, zegt
de scliryver, wanneer do aard van het werk
toelaat, het volkomen regelmatig over de ge-
lieele periode te verdeelen.
En voorts geloofc do schryvor, dat in plaats
van vermindering der werkloosheid,,er veeleer
reden is om, als govolg van den voorgesteldcn
maatregel, toeneming er van te vroozen.
Door in drukken tyd een zeker aantal uren
boven het gewone cyfer te arbeiden, ontheffen,
7.oo redeneert hy, de werklieden den onder
nemer van do noodzakeiykhcid, van meer
personeel aan te stellen. Maar gaat hy tot
het aanstellen van meor personeel over, zoo
worden ten gevolge daarvan velen verleid dat
uedryf te kiezen en brekon daarna do slappe
jaren aan, dan bedorven de ontslagen arbeiders
voor de overigen spoedig de markt en za!
•Jaarna het aantal werkloozen grooter zyn
dan wanneer overwerken geoorloofd ware ge
weest.
Op grond van deze laatste overweging
hebben de oudero Engelsche Vakveroenigingen
tot nu toe geweigerd, zich by do boweging
ten gunste van den wettelyken werkdag aan
te sluiten.
Prof. Groven is dan ook var. oordeel, dat
zy, die van eene beperking van den werktyd
hot geheel verdwijnen der werkloosheid ver
wachten, veel te optimistisch zijn.
De schryver betoogt verdor o. a., dat liet
bezwaarlijk aangaat, wettelyk togolyk arbeids
duur en loon te regelen. De Staat zal, zegt
hy, Of het maximum van werktijd kunnen
vaststellen, maar dan de regeling der loonen
aan de vrye overeenkomst moeten overlaten,
of een minimum-loon voorschry ven, maar dan
moeten afwachten, in hoeveel uren de arbei
ders in staat zyn het te verdienen.
De hoogleeraar zegt voo?ts o. a.
„Yan eeno Staatsbemoeiing met den arbeids
duur op groote schaal sehynen my de be
zwaren ten onzent vooralsnog overwegend;
toch zou ik niet durven beweren, dat er niet
thans roods gevallen voorkomen, waarin de
tusschenkomst des wetgevers aan alle be
trokken partyen, en aan de gemeenschap niet
minder, ten zogen zou strokkou. Wanneer
naar aller oordeel do arbeidsduur iu een vak
bovenmatig is, zoodat met groote waarschyn-
lykheid mag worden verwacht, dat in werk
kracht meer zal worden gewonnen dan in
werktyd wordt verloren, dan is er alle reden
de proef te wagon, wat de wetgever ten
deze vermag."
De schryver spreekt daarna nog over do
moeiiykheid van de regeling der quaestie
van het overweik, dat in vele gevallen toch
niet verboden kan worden.
Al wint, zegt de geachte schryver ver
der, langzamerhand de overtuiging veld,
dat de arbeidstyd een gewettigd onderwerp
van Staatszorg zyn kan en misschien eerlang
in toenemende mate zal wordon, zyn toch de
mooilykheden der practyk vele, zoodat de
Rykswetgever nog wel geruimon tyd alleen
in die gevallon zal optreden, waarin hy door
in het oog vallende misstanden en door de
openbare meening er toe genoodzaakt wordt.
Maar daarom doet de schryver ten slotte
uitkomen, dat, ook buiten de medewerking
des wetgevers, door particulieren, door onder
nemers en door overheid in dezo richting nog
veel to doen valt.
Hot Haagsche Adres oftewel het
„adres der Haagsche oudo heeron" zooals
hot in de Pers ook al heet behoeft, merkt
de Haagsche Courant op, geen voorstander
van de kiesrechtuitbreiding meer te bekom-
moren. Voor zoover er eenige levenskracht
in zat, hebben de heoren zelvon gezorgd, die
vonk uit te blusschen. Het adres heeft nl.,
wat de getalstorkto betreft der onderteeke
naars, waarmede het naar de Kamer zal
worden gedragen, alle beteekenis totaal ver
loren door de wyze, waarop die handteeke-
ningon wordon gecollecteerd. Het Vaderland
geeft daarvan do volgonde beschaving naar
't leven:
Een deftig heer treedt een winkel binnen,
mot een adres en eene lijst mot namen in
de hand.
„Juffrouw, uw man is toch geen socialist!"
„Gut neen, myuheer!"
„Wel, dan moet uw man dit stuk eons tee
kenen; het is togen do socialisten."
„Myn man is niet thuis, mynhoer."
„Nu, dat is minder; dan teekent u maar."
„Dat doe ik liever niet, mynheer; ik heb
daar zoo geen verstand van."
„Kom, kom! hiernaast was de man ook
niet thuis en heeft de juffrouw ook wel ge-
toekond. Iedereen, die niet wil hebben dat do
socialisten de baas worden, teekent moe. Het
is eene goede zaak."
„Nu, als u dat verzekert, dan zal ik maar
teekenen, al doe ik zulke dingen liever niet."
De juffrouw teokent en do deftigo heer
gaat verder en treedt de volgende woning
binnen.
Alzoo geschiedde Donderdag in de residentie
met hot adres der groote Haagsche heeren
tegen de Kieswet.
Zouden do hoeren er maar niet mee eindi
gen Het adres hcoft nu toch geene waarde
meer!"
Zooals men weet (nu is het woord weer
aan do Haagsche Crt.), is eon der schrik
beelden, waarmee de consorvatieven geregelc
tankomoii, ten einde een uitgebreid kiesrecht
'O hestrydon, dat die nieuwe kiezers zoo
omkoopbaar zouden zyn.
We hebben ons maar tovergeefs - meer
malen afgevraagd, waar do heeren toch 't
idéé vandaan halen, dat de kleine man zoo
weinig eergevoel zou bezitten, dat hy voor
een paar kwartjes zyne stem zou verkoopen.
Maar nu hebben we de oplossing gekregen.
Met naam en woonplaats - voor belang
stellenden by de redactie te vernemen meldt
iemand, die cr van op de hoogte is, ons nl.,
dat dezer dagen door vier personen wordt
gecolporteerd methet „adres der Haagsche
hoeren" en dat die personen voor elke hand-
teekening eon cent krygen!
t Heeft er inderdaad wel iets vaD, alsof
do Haagscho heeren wilden bewyzon, hoe
treurj&d0 tegenwoordige toestand is,
waarin men zich niet schaamt om dergeiyke
middelen te gebruiken.
Wy lezen in de Boodschapper:
De heer Donuer, lid der Tweede Kamer,
wenscht dat do oefeningen der schut-
torUon niet op Zondag plaats heb
ben. Eene wyziging m dien geest van de
schuttor(j-wet werd daarom door hem inge
diend.
Het Vaderland kan zich - om tal van
redenon, te veel om hior to noemen - met
dat voorstel niet vereenigen.
Met die redenon zullen we ons thans maar
met bezighouden. Alleen moeten wy onze
verbazing er over te kennen goven dat een
blad als het Vaderland het vreemd vindt,
dat de heer D o n n o r, „zoolang het chris
telijk Kabinet de macht had en de meordor-
nooit °P do wegneming van dozen
onehristeljjken steen des aanstoots heeft
aangedrongen."
Nieuw is die uitval niet. We herinneren
ons toch, dat eenige maanden geleden onge
veer hetzelfde door een liberaal Zeeuwsch
blaadjo, slochts een beetje grover, werd ge
zegd De Prol. Nd.-Brab., toch geen onbekend
blad aan het bureau van hot Vaderland naar
we moenen, vroog of de redacteur van dat
blaadje „in den dommel" was en schreef
vervolgens:
„Het blaadje heeft er blykbaar nooit iots
van vernomen, dat hot vorig Kabinet de in
trekking van geheel de schuttery:wet heelt
voorgedragen, en weet dus ook niet dat do
indiening van het voorstel-Dor.ner eerst door
de intrekking van het voorstel-Bergansius
noodig is geworden.
„Misschien ook dommelt zyn redacteur een
weinig. Maar een mensch, die dommelt, moest
zich dan ton minste van schelden onthouden.
Hy maakt anders licht een gek figuur."
Bodriogen wy ons niet, dan is deze af
straffing door vele bladen overgenomen, o. a.
ook door de Standaard en door ons. Desniet
temin komt het Vaderland nog met hetzelfde
verwijt, zy het dan op fatsoenlyker wyze
dan de redacteur van het liberalo Zeeuwscho
blaadje.
Het Vaderland vindt hot voorts ook vreemd,
dat de heer Donnor geen geduld heeft gehad
tot eone nadere regoliDg van ons defensie-
wozon wordt voorgesteld.
Het blad schynt dus nog niet te wanhopen
aan eene dergelyke regeling. Hoo het echter
den raad kan geven zoolang maar te wachten,
vorklaren wy niet te begrijpen.
Of zou bót Vaderland nu inderdaad meenen,
dat qo schuttery-wet ten doodo is opgeschreven,
zoolang mannen als Tak en Van Houten aan
het hoofd staan?
Do Haagsche briefschrijver van do B. Qron.
Crt. vangt zyne jongste kroniek aan als volgt
»Nu staat het vast: de Tweede Kamer
komt den 28sten weder byeen. Het
zal eene korte en weinig beteekonencio sessie
worden, grootendeols aan afdeelings-onderzoek
gewyd en aan de afdoening van kleine en
epoedeiscliende zaken; dat hot faillietrechtin
openbaro behandeling zal komen, is zeer on
zeker, en de pu'olieko discussie over de mail-
contracten is zelfs nog niet uitgemaakt, daar
de rapporteurs - en speciaal één hunner
het opmaken van hot verslag zoozeer ver
tragen, dat misschien zelfs daarvoor do tyd
nog te kort zal blyken. Dat is zeker te be
treuren, daar onze twee grooto Stoomvaart-
ondernemingen op Indio er liet grootste be
lang by hebben om, wordt het nieuwe contract
aangenomen, zoo spoedig inogolyk hare voor
bereidende maatregelen te nemen om er nog
in het volgend jaar uitvoering aan te kunnen
geven. Naar ik hoor, zou daartoe eone uit
breiding van de vlooten der maatschappijen
„Nederland" en „Rotterdamche" Lloyd" noodig
zijn en het ligt voor de hand, dat men
geeno mailschepen te voorschyn brengt gelyk
wetsontwerpen of verslagen."
Geraongd IV ion wh
De „Nederlandsche Bakkers-
courant" bevat eenige beschouwingen over de
broodpryzen te Leioen, waar de zotting dier
pry zen, zegt zy, wordt geregeld door com
missarissen van de Leidscho Broodfabriek in
overleg mot den directeur dezer instelling,
welke, met uitsluiting van alle andere bakkers,
ook aan het meerondeel der godshuizen en
instellingen van liefdadigheid levert en daar
door protectie geniet.
Door een en ander, meent de „Bakkers
courant", waren do bakkers, wilden zy hun
debiet niet zien verloopen, wel genoodzaakt
lager te gaan verkoopen dan de zetting,
welke door commissarissen voornoemd wordt
bepaald.
Bedenkt men nu dat de solide bakkers
(gonoerad blad zondert hier de venters en
marktschreeuwers uit) van hunne reeds zoo
schamele broodpryzen nog provisie moeten
afstaan aan slyters en depothouders, waar
door velen slechts 5 cents per half kilo ge
build brood maken, dan moet het voor ieder
vakman duidolyk zyn dat, willen de bakkers-
patroons hunne positie handhaven, maat
regelen tot zelfbehoud niet kunnen uitblijven.
Do „Bakkers-courant" zegt dat het inder
daad te betreuren zou zyn als sommigen het
arbeidsloon verlaagden of er toe overgingen
met een minder aantal werkkrachten hetzelfde
werk te doen. Het blad hoopt dat do vrees
dienaangaande niet worde bewaarheid.
Men kan hieruit Jeeren dat do toestand der
Leidsche bakkers allesbehalve rooskleurig is,
aldus besluit do „Bakkers-courant".
Maar o. i. moet men deze quaestie ook eens
van eene andoFe zy de beschouwen. "Wio toch
profiteert van dezo concurrentie Immers de
burgery! En zou nu de L. Broodfabriek bare
pryzen moeten gaan vorhoogen om de andere
bakkers te kunnen doen concurreeren Dat
strydt toch ongetwijfeld mot hot belang van
het groote publiek!
De voortvluchtig© Arton wordt
beschreven als iemand van 45 jaar oud,
tameiyk zwaarlyvig, met kastanjebruin haar,
dikken knevel, vry grooten neus, breed in de
schouders, loopt waggelend en mot den buik
vooruit, draagt eon lorgnet en hooft de ge
woonte daaronder te zion, wanneer hy met
iemand spreekt.
Twee politie-beambtou uit Parys zyn naar
Rotterdam gekomen, om m*t den inspecteur
van de recherche aldaar een onderzoek naar
Arton in te stellen.
Er schynen dus redenen to bestaan om te
vermoeden, dat Arton zich daar tor stede
bevindt of er komen zal, met het doel om
met een of ander vaartuig naar een ander
werelddeel te ontkomen.
Als het echter waar is, wat men in buiten
lands che bladen verhaald heeft, dat Arton de
kunst van vermommen uitmuntend verstaat,
dan zal het niet gemakkelyk vallen hem te
vinden. Zoo zal hy byvoorbeeld wel zorg ge
dragen hebben, zicli to ontdoen van den
zwaren knevel, weikon hy volgens het signa
lement draagt, en ook geen gebruik maken
van hot lorgnet, dat als een der teekenen,
waaraan men hem herkennen kan, aan d9
politie is opgegeven.
In verband met eene door de
Regcering aan te leggen stoomtram van
Amsterdam naar IJmuiden is door den vice-
almiraal N. Mac Leod inspectie gehouden
op het terrein van het schietkatoen-magazijn
in den grooten IJ polder, om te onderzoeten
of dezo stoomtram ook gevaar zou kunnen
opleveren voor genoemd magazyn.