DAG-BLAD. I 10128. Zaterdag 25 Februari. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Een nieuw kwartaal Leiden, 24 Februari. Feuilleton. CEEN VERTROUWEN. M". IOOO. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Toor Leidaa per S meenden.fl.lt. Franco per post1.40. Afzonderlgke Nomtners#.06. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: T*n 1regels 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Qrootore letters naar plaatsraimte. Toor het Inc&seeeren bniten de stad wordt ƒ0.10 berekend. van het Leidsch Dagblad begint met 1 Maart a. s. Zij, die zich nu reeds •abonneeren, ontvangen de tot dien •datum verschijnende nummers gratis. Meden is aan de universiteit alhier de heer A- Pronk, geboren te Rotterdam, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, na ver dediging van een academisch proefschrift, getiteld„De handhaving van het meerder- heidsstolsel on de voorgestelde uitsluitingen van het kiesrecht." De hoer T. Yan den Hoorn, arts alhier, js benoemd tot geneesheer van hot krank zinnigengesticht „Ederoord" te Ede, b\j Wage- ningcn. Heden werd alhier door de geneeskun dige staatscommissie toegelaten voor het eerste gedeelte van het arts-examen de heer D. M. Genyn Bij de vanwege het departement van koloniön te Amsterdam gehouden aanbesteding waren o. a. minste inschrijversde Leidsche Katoenmaatschappy voor de levering van zwart katoen en hoofddoeken ad f 806.41, voor hoofd doeken on sarongs ad ƒ533.13, voor 5460 meter pootslappenkatoen ad 677.04 do firma Van Hartrop Zn., te Leiden, voor de levering van kardoessaai ad f 949do firma Sanders Co., te Leiden, voor 2000 kilogram witte zeep ad ƒ352. Tot custos aan het Ryks Museum van Oudheden alhier is benoemd do heer E. L. De Bock. Bij de posteryen wordt verplaatst met 1 April de commies 3de kl. *\V. G. A. Feltzer -van Leiden naar 's Hertogenbosch. Benoemd is tot adjunct-inspecteur van politie te Haarlem de hoer A. C. F. Fundtor, te Leiden. Voor het examen fraaie handwerken is geslaagd naej. M. J. Neeb, van Zoeterwoude. De Rijksbijdrage in de jaarwedden der onderwijzers over het jaar 1891 voor do ge meen, e Zoeterwoude bedraagt f 950. Uit Indio is te Amsterdam by de familie liet treurig bericht ontvangen van het over lijden van den adelborst 1ste kl. J. Zur Mühlen, die geplaatst was by het eskader in de wateren van Aijeh. Do overledene, een bekwaam en zeer ge acht officier, was sedert 2 Aug. 1889 adelborst lsto kl. en zou in de velgende maand tot luitenant ter zee 2do kl. worden bevorderd. Hy bereikte den leeftyd van 25 jaar. Prof. G. A. Van Hamel, te Amsterdam, is benoemd tot commandeur in de Christus- orde van Portugal. Het eerstvolgende diner van den minister van buitenlandsche zaken aan de leden van het corps diplomatique zal plaats hebben op 7 Maart. Blijkens by het dep. van marine ont vangen bericht, i6 Hr. Ms. schroefstoomschip lste kl. „Joban Willem Friso", onder bevel van den kapt. ter zee J. C. Joekes, in den voormiddag van den 23sten dezer Prawle- Point (Engelsch Kanaal) gepasseerd. By koninklijk besluit is aan den luit.- generaal, commandant van het leger en chef van hot departement van oorlog in Ned.-Indié, Th. J. A. Van Zyll de Jong, op zyn verzoek, eervol ontslag uit 'a lands dienst, met behoud van aanspraak op pensioen, verleend, onder dankbetuiging voor de langdurige diensten door hem aan den lande bewezen. Aan mr. H. J. Wunder, met ingang van 1 April a. s., op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Wage mogen. Met 1 April a. s., aan B. P. W. Verweyde, inspecteur der posteryen in do prov. Zuid- Holland, te 's Gravenhage, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de langdurige diensten, door hem aan den lande bewezen. Jhr. J. IJ. G. Dommer van Poldersveldt benoemd tot burgemeester der gemeente Ub- bergen. Met 1 Moi a. s., benoemd tot directeur van het postkantoor te Hoorn, jhr. A. H. J. Bowier, thans commies der posteryen van de lsto kl. Aan den heer J. C. Tasch, laatstelijk presi dent van den wees- en boedelkamer te Soerabaia, thans met verlof in Europa, op zyn verzoek, wegens physieko ongeschiktheid, met ingang van 1 Maart a. s., eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met toekonning van pensioen. De heer C. J. H Biegon von Czudnochowski, laatstelyk referendaris by het departement der burgerlyke openbare werken in Ned.-Indiö,thans met verlof in Europa, met ingang van 1 Maart a. s., op zyn verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. I De adjudant der Koningin in b. d. A. R. W. Gey van Pittius, gen.-majoor by het leger in Ned.-Indié, benoemd tot luit.-gen. en tot commandant van het leger en chef van het dep. van oorlog aldaar. Aan mej. A. M. Smulders, laatstelyk hulp- onderwyzeres by het openbaar lager onder- wys voor Europeanen en met dezen geiyk- gestelden in Ned.-Indiö, thans met verlof hier te lande, op baar verzoek, wegens physieke ongeschiktheid, met 1 Maart, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met toekenning van pensioen. De nieuwe Kunstbeschouwing. Dit is zeker: de heeren Verster, Larape en IJtsma hebben voldoening van hun werk. Even zeer als indertijd de expositie in de Kunstzaal, is deze Kunstbeschouwing voor onze stad eene gebeurtenis. Van kunst in het algemeen, van hare nieuwe opvattingen in het bijzonder krijgt men hier zoo uiterst zelden iets te zien. En Toorop's kunst is inderdaad zeer eigen. Zyn „Nouvelle génération" blijft, ook by herhaald zien, een heel vreemd schilder stuk. De voorstelling en hare kleuren te be schrijven kan niet anders dan een onjuiston indruk doen ontstaan. Ook leent zulk een stuk zich by uitstek tot parodièeren. Doch men zy voorzichtig. Het nieuwe schyntaltyd vreemdmen denke b. v. aan den strijd eerst over de kunst der Marissen gevoerd. Een artist als Toorop, die, getuige hier zijn aquarel met de Japanscho figuur, ook meer gewone wogen met zokorheid weet te gaan, wykt niet zonder ernstige bedoeling zoover af van hetgeen tot nog toe voor kunst geldt. Of wy hier echtor te doen hebben met „do kunst" by uitnemendhoid, zooals vurige bewonderaars van deze richting willen doen gelooven, mag betwijfeld worden. Symboliek blyft in de schilderkunst bijzaak en de diepzinnigste gedachten in do diepzinnigste vormen alléén, wegen in deze kunst niet op tegen de kleur, den gloed, de penseeling van een eenvoudig portretstuk als de „Staal meesters". Behalve de veel bekeken cn besproken kunst van Toorop waren er: een teer, wazig landschap van Corot; een deftig stilleven (visschen) van Vollon; (Corot en Vollon in Leiden 1) een heele mooie J. Maris, scliitte rende wolkenlucht met stad in toon, ach teruit even gelichtplekt, een stuk dat reeds lang in eene collectie moest zyn opgenomen een naar buiten starend vrouwtje van Israels; een mooi stuk met figuren van Alb. Neuhuys; breed en kleurvol fruit van Kamerlingh Onnes en twee schilderytjes van G. J. Bos. Een aantal onzer kunstenaars waren ver tegenwoordigd door aquarellen, waarby heele mooie, o. m. van v. d. Weele, ossen voor den ploeg; W. Maris, polder; J. Maris, molen; Thoten, wandelend paar by avond, eene frissche teokening, gemakkeiyk gedaan en van een sterk, mooi effect; Witsen, stads gezicht (Camdentown), eene, ondanks de zoo eenvoudige wykende lijnen, zeer fraaie, sug gestieve teekening. Van De Bock waren er een paar door werkte studies in zwart en gekleurd kryt; van Bauer etsen; eene zwartkrytteokoning van Daubigny en beeldhouwwerk (visschers- figuren) van Odé. Van de aquarellen, etsen en het beeld houwwerk werd, naar ik vernam, aangekocht. Hieruit en uit het drukke bezoek blijkt het succes dezer eerste, met zooveel zorg geor ganiseerde kunstbeschouwing. Moge dit kort overzicht nog menigeon op wekken van de door de drie genoemde heeren aangeboden gelegenheid tot kunstgenot ge bruik to maken I v. D. Gomougd IV1 oiiw De Ambachtsschool te Leiden heeft weder de inschryving voor nieuwe leer lingen geopend. Op die school bestaat do gelegenheid om jongelieden op te leiden tot bekwame timmer lieden, meubelmakers, smeden en huisschil ders, en voor aanstaande steenhouwers om het teekenondorwijs te volgen, in hoofd zaak het ornament- en het lettcrtoekenen. Teekenbehoeften, gereedschappen, materia len en een model-werkt iel worden don leer lingen kosteloos verstrekt. De cursus duurt 3 jaren. Do nieuwe school aan den Haag weg is be reids in gebruik genomen. Hier tor stede is aangehouden een persoon, die heeft opgegeven genaamd te zyn Gerrit Maaswinkel. Hy was in het bezit der volgende timmermansgereedschappen eene handzaag, ongemerkt, langs de tanden eene lengte hebbende van 66 cM. een yzeren hamer met esschenhouten steel, aan de slagzyde ontbreekt een stukje uit het ijzer, eveneens ongemerkt; eene kuikenboor met twee kuikens ;'in een der kuikens bevindt zich eon oret, in liet ander een gewoon booryzertje, eveneens on gemerkt; eono blokschaaf (dubbele) met dunne zool, aan den kop vermoedeiyk gemerkt met de letters W. E. V. D. een 1 V,-duims steekbeitel, het handvat bij den koperen band een weinig gespleten, ove rigens ongemerkt; 36.) Hot gansche slot was in alarm en de ont stelde bedienden konden bet ongeluk niet omvatten en begrijpen, dat slag op slag hunne meesters trof. Hot was een geloop, een jjlen, eene ontsteltenis, niemand wist wat to doen, wat te laten, wat te beginnen. Paula stond troosteloos en handenwringend aan het venster. Eindeiyk werd op den breeden kiezelweg de groep van mannen zichtbaar, die de baar, mot een witten doek overdekt, droegon. Alexander en do dokter volgden. Zij kwamen nader en bewogen zich langzaam naar den kant van het slot. Toen was Paula niet meer te houden, zy vloog de trappen af, over den wog en het gras, en de manner, zetten de baar neer en weken eerbiedig uit elkander. ,Mjjn vader, mijn vader!" riep de jonge vrouw op harlversclieurendeD toon, „is liet eau de afgiyselyko waarheid?" En zy trok den doek weg cn bedekte den bleeken, aprskoloozon mcr.d met kussen. De dokter trad nader, voerde h. ar met zacht geweld weg en leidde haar aan hot hart van haren man, als wilde hy haar too- nen, wat haar ovorgebleven was en waar zy rust zoude vinden. En aan deze geliefde plaats stroomden hare tranen ook zachter, en zij merkte het niet, hoe hy veranderd was, dat zyne lippen stom bleven, dat zijne armen haar niet omklemden. Zy wist slechts dat niemand het verlies zoo diep met haar voeldo als hyzy giste niet, dat eene veel geweldigor smart hem aangegrepen had dan om den gestorvene. Hy beschouwde haar als de zondige sticht6ier van dit onbeschryflyk ongeluk; zyne bitterheid was grooter dan zyn medelyden. „Blyf by haar, troost haar, ik kan het niot!" bad by den dokter. Doze zag bevreemd op; maar hy deed toch wat hy verlangde en Alexander voerde het lyk van den graaf in zyne vertrekken, terwyl Paula beneden bleef. Wel verlangde zy drin gend r.aar haren man, maar de oude Wagner zeide baar, dat hij by den doode bezig was, dat zij nu niet naar hem kon gaan, en zoo bleef zy alleen met hare tranen en smachtte naar zyn terugkeer. De graaf werd op zyn leger gelegdAlexan- j der zat nog alleen naast hemde anderen had- I den zich langzamerhand slilcn beklemd ver- wydord. De baron zag somber voor zich heen. Wat nu te doenwat zoude er gebeuren met hem, met Paula? O, haar toestand was verschrikkeiyk; zy- zelve moest zich toch aanklagen als do oor zaak van haars vaders dood. En hoe groot moest hare schuld zyn, wanneer de graaf die op dezo wyze had moeten boeten 1 En hy, do edele, hooghartige man, moest het offer zyn. „Ware ik in uwe plaats!" zuchtte hy, „nu zyn uwe oogen geslotenvoor de schande uwer dochter, do vrouw van uw hart, wier wandel door geen onrein vlekje besmet werd, zyt gy spoedig in het graf gevolgdgy stierft een snellen, schoonen dood. En ik leef tot eeuwige kwelling, de gemaal eener onteerde vrouw, die myne liefde smadeiyk verra den heeft." Hij was opgestaan, ging onrustig op en neder en stond plotseling in de huiskamer van den graaf. Daar viel zyn blik op de papieren op den grond, verscheurd en ver kreukeld; hy stiet ze met den voet wog. Doch aan het yzer van den haard, waar hem een hoopje ascb tegenstaardo, was een papier blyvon hangen, half verkoold, maar nog ten deele leesbaar, en duidelyker dan alles é.-n I woord, dat hy als betooverd aanstaarde. Daar stor.d met grootc letters; „Kielsky." Hy trad nader en trok het blad weg: een deel viel in asch, maar tón stuk hield hy in do hand, genoeg, om over zyno toekomst te beslissen. Het was een blad van een brief en Alexanders schemerende blikken door liepen de volgende regels: en ik heb my niet geheel van u afgewend; ik kan slechts geene tranen en overvloedig berouw verdragen. Wy, mannen, beminnen anders dan gy, en waar ons ge voel niet toereikend is, daar moet gy u ver zadigen met do liefdo uwer kinderen. Maar ik zal hedenavond komen, om u en onzen jongen te zien, en ik hoop dat gy my met de opgeruimdheid te gemoet zult gaan, welke uwo grootste bokoorlykheid was. Ik weet waar ik u moet vinden. Vaarwel! Nog ben ik Uw Kielsky." Alexander staarde het blaadje aar.by las en herlas het on zyn verstao'', wildo niet begrypen wat zyne lippen za^'nt uitspraken. Het kon immers niet z''jn het was toeli zyn kind, dat by in de armen gedragen had! Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1