Zaterdag 11 Februari. A°. 1893. Tweede Blad. <§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. jpeuilleton. GEEN VERTROUWEN. fi'. 10116. LEIDSCII DAOBLAI). PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden,7 f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlek» Nommersn 0.06. G csnengd Nieuws. Men schryft uit Kudelstaart: Met de werkzaamheden ziet het er hier ook niet rooskleurig uit. De oorzaak hiervan is voornamelijk de weinige omzet, welke er in de turf plaats had en heeft. Er is den ge- lieelen winter dóór belangrijk minder turf verkocht dan verleden jaar en een der grootste veners alhier zal dan ook nu niet met 5 ploegen venen, zooals gewoonlijk, maar met 1 a 2. De pr\js der turf is van 2.50 gedaald tot 2 per duizend. In de gemeente Wassenaar komen verscheidene gevallen van mazelen voor. Don löden Maart a. s., hettijd- stip, waarop de Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen den dienst op de lijn Voor schotenWassenaar zal staken, zal een omni bus-dienst worden geopend tusschen Wasse naar en het station der Hollandsche Spoor weg-Maatschappij, te Voorschoten, waaraan verbonden is eene jaarlijksche subsidie van ƒ800 van de gemeente Wassenaar. Toon gisteravond omstreeks kwart vóór zessen in den kruidenierswinkel van mej. Schermer, Berenstraat 30, te Amster dam, het licht werd aangestoken, viel do nog brandende lucifer op een groot blik petroleum. Hoe zal wel onbekend blijven, maar zeker is het, dat de inhoud van het blik terstond ont plofte en eene vlammenzee zich door den winkel verspreidde en door deur en venster een uitweg zocht. Op straat bracht de met kracht door de openingen zich wringende vlam groote ont steltenis teweeg, en daarvoor was reden. De door den wind zijwaarts gebogen vlam deolde zich bijna terstond aan den aangren- zenden schoenenwinkel, No. 28, mede, en be dreigde ook de huizen aan de overzijde. Ge lukkig was door bijna alle brandschellen in de buurt alarm gemaakt, zoodat spoedig eene aanzienlijke macht der brandweer op het terrein was. Hoe dreigend de brand zich by de komst der spuiten ook liet aanzien, nog vóór de stoomspuiten gereed konden zijn om te helpen, was het vuur met drie Vechtkranen gebluscht. Het perceel, waarin de kruideniers winkel gevestigd was, een huisje van twee verdiepingen met zolder, is geheel uitgebrand het aangrenzende gebouw heeft alleen maar brandschade in den winkel, benevens water schade in de andere vertrekken. Persooniyke ongelukken hadden niet plaats. Te negen uren werd de brandweer geroe pen voor een brand, welke nog dreigender was. Aan boord van de mailboot „Koningin Emma", liggende in hei Koninginnedok, was j brand ontdekt in hot magazyn van de machinekamer. Terstond word de drijvende j stoomspuit „Jan Van der Heyde" afgezonden, maar door de uitstekende bediening der eigen bluschmiddelen was men het vuur reeds meester. De schade is gering. (Hbl.) Een brutale diefstal heeft dezer dagen te Amsterdam plaats gehad in de Van-Swinden-straat, No. 9. Een manspersoon schelde daar aan en werd te woord gestaan door eene dienstbode van de bewoners der tweede verdieping. Hy vroeg of er ook bri- quetten noodig waren en toen er een ont kennend antwoord volgde, scheen hy weer heen te gaan. Dit is echter niet het geval ge bleken. Hy is de trap opgegaan en heeft op de eerste verdieping zyn slag geslagen, waar hy uit eene kast verschillende voorwerpen van waarde ontvreemdde, o. a. een gouden horloge, diamanten oorbellen, enz. De dienstbode kan weinig inlichtingen geven, daar zy van den man, die onder aan de trap stond, niet veel kon onderscheiden. De commissie te Beots (Pr.), welke een werkhuis heeft gesticht, waarin doel matige en nuttige arbeid wordt verricht, heeft nu in overleg met hot burgerlijk armbestuur zich in contact gesteld met een leermeester in het fabriceeren van cocosmatten, vloer- kloeden, borstelwerk, enz., zoodat het werk huis op industrieel gebied eene belangryke uitbreiding zal ondergaan. Daar de onder vinding heeft geleerd, dat een verdiend dub beltje meer op prys wordt gesteld dan een gegeven dubbeltje van 't armbestuur, beyvert de commissie zich, om door werkverschaffing de bedeeling zooveel mogelijk te verminderen, en ook het vragen om aalmoezen tegen te gaan. Cholera. De politie te Hamburg heeft het vertrek van de stoombooten „Echo" en „Australië", voor West-Indié en West- Afrika bestemd, verboden, op grond dat zich aan boord gevallen van cholera hebben voor gedaan. Te Altona waren Woensdag 5 gevallen, 1 met doodelyken afloop. De gezondheidsraad te Marseille zal zich heden verklaren aangaande het karakter der ziekte, welke nochtans geen epidemisch karakter aanneemt. De toestand verbetert er. De epidemie schijnt overdreven te zyn voor gesteld. Sedert Woensdag-avond geene nieuwe gevallen en maar 2 dooden. In den ministerraad te Madrid deelde Sagasta mede, dat in verband met de verdachte sterf gevallen te Marseille, van Spaansche zyde op de grenzen voorzorgsmaatregelen zyn ge nomen. Schipbreuk. De Engelsche stoom boot „Trinacria" is Woensdagochtend om- streoks 6 uren vergaan by kaap Vilano (be noorden kaap Finisterre). Door den dichten mist waren de vuren der kaap onzichtbaar. Het schip liep op eene klip en er ontstond een groot lek. Alle opvarenden, ten getale van 37, wierpen zich te water en poogden tevergeefs zich te redden, zoodat 34 hunner in de golven om kwamen. Slechts 3 bereikten het land, waar zy uitgeput van vermoeienis door de bewoners werden opgenomen. Zy hadden alle kleeding stukken weggeworpen. Twee hunner waren gewond. De „Trinacria" zit op de klippen vast; het is onmogelijk iets te redden. Ook de echtgenoot van Mme. Blot, te Parys, die, door een papegaai besmet, onlangs overleed, is Maandag-ochtend aan dezelfde ziekte overleden. De ongelukkige Bernaud, die te Saint-Etienne-le-Molard met petroleum of ter- pentyn begoten en in brand gestoken werd, was iets beter. De voornaamste aanlegger dezer gruwelyke baldadigheid, zekere Forain, is in hechtenis en ook tegen zyne mede plichtigen was bevel tot gevangenneming uitgevaardigd. Het Hof van het Fransche depar tement Calvados heeft zekere Ruffin ter dood en zyne vrouw tot altoosdurenden dwang arbeid veroordeeld, die te Gonneville-sur- Honfleur eene Lefebvre, landbouwer, en zijne tachtigjarige moeder hadden vergeven. Ruffin was als kind van zeven jaar door de Lefebvres aangenomen en eenige jaren geleden met eene nicht zyner weldoeners getrouwd In overleg met zyne vrouw gaf hy eerst de grootmoeder koffie met vitriool te drinken. Later deden zy by eene ziekte van Lefebvre dezen door zyne eigen blinde vrouw medi cijn reiken, waarin rattonkruid door hen ge mengd was. Hun plan was om dan de blinde te nopen hun haar geheele vermogen (de man had een inkomen van 500 fr. van zyne vermoorde moeder geërfd) te vermaken. Een geval van droevig bygeloof is te Spatta, in Hongarye, voorgekomen. Eene boerin, die by haar leven de dorpelingen door eene soort van betoovering van allerlei kwa PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 1t regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incasaeeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. len afhielp, werd 's nachts door de menigte uit haar graf gehaald en 't lyk aan stukken gesneden, omdat de domme menschen meen den, dat zy 's nachts nog in het dorp rond ging en de oorzaak was van de ziekten, welke zich onder de kalveren en varkens voordeden. Er is een gerechteiyk onderzoek ingesteld en verscheidene boeren zyn al ge arresteerd. Te Constantino (Algeriö) werden voor eenigen tyd een Europeaan, Rambert, vroeger bankier, en een Arabier ter dood veroordeeld. De eerste had bekend door den laatste een zyner medeburgers, dien hy haatte, te hebben doen vermoorden. De Arabier erkende de daad, waartoe hy behalve door Rambert, ook door een bloedverwant van den verslagene, een Camillieri, zeide aan gezet te z»jn. Camillieri werd echter door de gezworenen onschuldig verklaard. Hierom en wegens sommige duistere bijzonderheden, werd den veroordeelden gratie verleend. Thans meldt men, dat een gewezen raads lid en journalist, Charles Mollet, in hechtenis is genomen, beschuldigd van getuigen in het proces te hebben omgekocht. Het geval baart veel opzien, omdat Mollet tot de aan- zieniykste familie van Constantino behoort. Men verwacht nog andere inhechtenisne mingen. Burgerlijke Stand. LEIDERDORP. Bevallen: C. De Bolster geb. Doovo, D. F. F. Meyer geb. Wegers, D. E. J. Korewag<n geb. Van der Steen, Z. W. C. Bavc- laar geb. Faeaeur, D. Overleden: P. Van den Heuvel, wednr. van A. J. Dingjan, 68 j. W. I'. Veracbragen, z. 13 j. Gehuwd: G. Bolt, wednr. van J. F. Krir-at, 33 j. en C. J. DykmaD, 33 j. NIEUWKOOP. B o v a 11 o n O. Vorduyn gob. Van Zwieten, D. A. M. Bote geb. Smit, D. G. Wan- einok gob. Heyman, levenl. kind. Overleden: A. Fianen, eohtg. van H. Vereteeg, 72 J. Anth. Bongenaar, echtgon. van B. A. Imfeld, 89 jaar. OUDBHOORN. Bevallen: S. Van Nicuwland geb. Van Willigen, Z. A. Figeo geb. Stolwyk, Z. J. v. d. Boech geb. Van Dam, Z. levenl. Ovorloden: E. Van Soest, wed. A. Mulder, 81 jaar. RBEUWIJK. Bevallen: J. M. KraayonbriDk geb. Budding, Z. A. Schouten j,eb. Van Ee, Z. C. Van Leouwon geb. V<rwoerd, D. E. Joogeeeol geb. Schouten, Z. Overleden: K. Anker, 10 m. O Van der Pouw, 79 j. A. Van Oe, 8 j. J. Anker, 2 j. Gehuwd: W. Van Wijk en A. Metaal TER-AAR. Bevallen: E. Van der Hoorn geb Klcijo, Z. Overleden: A. Van Leeuwen, echtg. van H. Van Schelle, 78 j. C. Den Dubbelden, echtg. van M. Lek, 51 j. C. J. Van Kinte, d. 2 in. WOUBRUGGE. Ovorloden: G. Stigter, echtg. van G. Van Varik, 70 j. ZWAMMERDAM. Ovorloden: P. Scheen, wedr. van N. Van der Sloot, f-3 J. 9) „Ik geloof het te kunnen zyn en daar mede, myne genadige gravin", voegde hy er spottend by, „zoudt gy aanspraken op een achting en eerbied verkrygon, die zonder twyfel groot genoeg zouden zyn, om my, niettegenstaande uwe bekoorlykheid, op be hoorleken afstand te Louden. Eene schoon moeder is een persoon, wie wy, mannen, onzen eerbied niet zoo licht ontzeggen." Marie wilde antwoorden, toen zich de deur opende en Paula het hoofd naar binnen stak. „Wilt gy my iu het Park begeleiden, graaf Kielsky Het is heerlyk buiten", zeide zy, „ik kan niet in huis blyven. De blauwe hemel moet mijn dak zyn en de vogels moet ik hooren zingen en de bloemen zien en gouden zonnescbyn, wanneer ik vroolyk zal zyn." „Maar, kind", zeide de gravin, „wanneer gy zooveel en zoo mooi gezelschap hebt, dan behoeft gy graaf Kielsky eigenlyk niet meer, die, zooals ikzelf gezien heb, reeds vroeg buiten was, en nu misschien liever in de kamer verkiest te blyven." Paula 2ag verwonderd, dograaf bestraffend haar aan. Marie voelde zelve, hoe onvol doende en zonderling haar voorwendsel was, maar de wensch, een samenzyn tusschen die beiden te verhinderen, tot zy den graaf mede gedeeld had dat Paula slechts een zeer klein vermogen bezat, om op deze wyze misschien eene verklaring van zyn kant te voorkomen, bewoog Marie het te beproeven Kielsky terug te houden. Doch Paula liet zich niet uit het veld slaan. „Maar ik heb hem nu juist heden noodig", zeide zy. „Kielsky moet by my zyn, om my aan de werkelykheid to herinneren, wanneer myn overig poStisch gezelschap my er aan ontrukken wil. Gy moet weten dat ik eigen lyk zeer geneigd ben tot droomen, en ik mag niet droomen; ik moet waken, waken!" „Droom maar door", zeide hy„ik zal over u waken; dat is eeneschoone, benydens- waardige taak." En hy bood haar den arm en voerde haar naar buiten. Marie zag hen aan het venster lang na, tot zy achter de donkere boomgroepen van het Park verdwenen. Zou zy hen onder het een of ander voor wendsel volgen? Zy was besluiteloos wit te doen. Daar werd de deur snel geopend, de lakei diende „baron Schlettendorf" aan en in het volgend oogen- bhk trad een schoon, ryzig man binnen. Hy was slank en krachtig gebouwdblond haar, licht gekruld, omspeelde oen hoog, blank voorhoofd, waarin geest en wilskracht sche nen te wonen, en daaronder straalden den beschouwer een paar blauwe oogen zóu eer- lyk en vriendelyk tegen, dat men dadeiyk verlrouwen in hom moest stellen. Hy yide naar Marie toe en bracht in tee- dere vereering de blanke hand, die zy hem reikte, aan zyne lippen. „Goeden morgen, myne dierbare, geliefde tante I" riep de jonge man. „Ik hoop niet dat ik te vroeg kom, dat ik u in uwe rust sloor; Martin, die de poort voor my opende, heefc my in alle haast verteld, dat gy gis teren ongesteld waart." „Ja, maar dat is voorby", zeide de gravin en noodigde hem door eene handbeweging uit plaats te nemen; „ik ben weder geheel hersteld en uw bezoek is my een recht feest. Myn man en Paula zyn eerst gisteren teruggekeerd." „Ik weet het", viel de jonge man haar in de rede, „ik bleef den nacht in Heidelberg over en een van myne kennissen, dien ik in het hotel aantrof, vertelde my, dat 's mid dags myn oom met Paula en graaf Kielsky voorbygereden waren." „Het is ook zoo", bovestigde Marie. „Gustaaf maakte met hem in Baden kennis en de beide mannen hebben spoedig vriend schap gesloten." „Alleen do mannen?" vroeg Alexander driftig. „Men was daar van meening, dat Paula de derdo in den bond was en dat zy de bewondering van den Pool nu juist niet met ongunstige oogen aanzag." „Ik weet het niet", zeide de gravin, „ik zie ben eerst sinds gisteren te zamen en kan er dus nog niet over oordeeien. Overigens schynt hy my toe, een aangenaam, geestig man te zyn, en Paula is, zooals ge weet, vriendelyk Jegens iedereen.'' „Jegens my niet al te zeer", zeide de jonge man byna somber. De gravin scheen het niet te hooren. „Myn man meent dat Kielsky u wel be vallen zal. Hy is met Paula in het Park en misschien vinden wy Gustaaf daar ook; zoo gy het goed vindt, gaan wy te zamen naar beneden en zoeken hen op." iVcrvolg ommezüde\.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5