N#. 10105. Maandag 30 Januari. A«. 1893. feze {jourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. MEST. Leiden, 2S Januari. Feuilleton. CONCURRENTIE. LEIDSCH I)A(rBLAT). FRU8 DEZER COURANT: fw Leiden pw t a»nd—1.10. fnnoo per portc 1.40. AlaonderLtfke Nommert,m 9.06. FBUB DEE ADVERTENTIÊN Tan 16 regele f 1.06. Ieder® regel meer/'O.lT^, Grootere letters nur plaatsruimte. Voor h*4 incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. 11. De mesthoop moet aangolegd worden op en hoogen, ondoordringbaren bodem en be- fechut zyn tegen de uitdrogondo werking van (zon en wind. Zyn plaats is dus aan de hoordzyde van den stal, waar hy 6f overkapt lóf met hoog opgaand hout (populieren) om- [ringd wordt. Dakwater moet by niet kunnen [ontvangen. De bodem, waarop hy staat, moet paar twee zyden hellen, ten einde het uit spelende vocht geheel te kunnen opvangen een opzettelyk daarvoor gemaakten ver gaarbak. Dat vocht, benevens de overtollige gier uit den stal, moet steeds weer op den nesthoop gebracht worden. Als men den mest pregrydt moet men hem in reepon afsteken, fc>mdat men alleen in dat geval een gelyk- natigo vermenging van verschen en gerotten nest bekomt. Op het land spreidt men hem onmiddellyk Lit, of als dat, orn de eene of andere reden, piet kan, dan zet m6n hem aan één of meer hoopen, die men direct met aarde bedekt. Blyven do hoopen ongedekt, dan werkt men, poor een grootero oppervlakte van den mest an do lucht bloot te stellen, niet alleen den poortgang dor verrotting en do vervluchtiging ammoniak in de hand, maar worden lok do plaatsen, waarop de hoopen staan, Boor uitlooging van don mest van te veel fclantenvoedsel voorzien en ontstaan do zoo genaamde geilplekken. Door den mest uit spreiden, belet men zyn verdore ontbin- ling en komon zyn plantenvoedende bestand- leelen door den regen in den grond. De |pgelosto stoffen komen op die wyze geiyk- natiger in den grond dan door het onderploegen |an den mest. Versche en gerotte mest hebben niet den- ielfden invloed op de natuurkundige gesteld- van den grond. Omdat gerotte mest Leid |eel minder organische stof bevat dan versche zijn physische werking in den grond rain- |er dan die van dezen. Versche mest maakt Ben grond humusryker, losser, warmer en roger dan hy was. Hy past dus op zware, amenhangende, vochtige gronden, in tegen- [telling met gerotten mest, die thuis behoort een zandbodem. Hoe stork men bemesten oet, hangt af van den staat der vruchtbaar- leid van don grond. De bemesting is matig, Bewoon, sterk en zeer sterk alnaarmate men van 15,000 tot 20,000, van 20,000 tot 30,000, van 30,000 tot 40,000, van 40,000 tot 60,000 Kg. mest op de HA. brengt. In een zwaren grond komt de mest niet zoo gauw tot ontbinding als in een lichten en werkt om die reden daar langer (van 4 tot 5 jaar) dan hier (van 2 tot 3 jaar). Wat de verdeeling der werking van den mest over de enkele jaren betreft, neemt men aan dat in 't 1ste, 2de, 3de en 4de jaar resp. 50, 25, 10 en 5 pCt. van hem verteerd wordt. By elke boerenwoning moesten minstens 1 a 2 composthoopen worden aangetroflen, omdat zy een uitstekenden mest leveren voor grasland. Compostmest bestaat uit allen mogelyken afval uit huis, schuur en erf. Hy bevat dierlijke, plantaardige en minoralische stoffen en is doorgaans zeer werkzaam, om dat hy de belangrijkste plantenvoedende stoffen stikstof, phosphorzuur, kali in opneembaren vorm (by doelmatige behandeling althans) bevat. In den composthoop kunnen voorkomen van dierlijken oorsprong: bloed, boonderen, haar, oneetbaar vleesch, kippenmest, stalmest, menschelyko uitwerpselen enz.; van plant- aardigen oorsprong: onkruidplauten (de mot zaad voorziene eerst, met heet water over gieten), afval uit de schuur, aardappelloof, afval uit den kelder, boombladeren enz mineralischo stoffenaarde, modder, kalk, puin, asch enz. Kalk bevordert de omzetting en om deze regelmatig te doen plaats hebben, be- vochtige men den hoop vaak mot gier. Van tyd tot t[jd zet men hem om, om zyn ver schillende substanties gelijkmatig verspreid te krygen. Zoodra hy éón murwe massa vormt, kan men hem gebruiken als overbe mesting op grasland cn voedergewassen. Stalmest alleen kan op den duur de vrucht baarheid van den grond niet onderhouden kunstmest moet hem steunen, mag hem echter niet vervangen. Stalmest is een absolute (volkomen) meststof, kunstmest slechts een relatieve (betrekkelijke.) De eerste bevat al de plantenvoedende stoflen, de laatste slechts 2 a 3; gene ver betert ook de natuurkundige gesteldheid van den grond, deze doet dat niet. Kunstmest koope men van oen handelshuis, dat onder contrOle van een proefstation staat. Als alle plantenvoedonde stoffen in voldoende mate j in oplosbaren toestand in den grond voor- komen, stelt kunstmest teleur, tenzy men al het plantenvoedsel in gelijke verhouding ver meerdert. Als een bepaalde voedselstof in verhouding tot do andere stoffen niet genoeg zaam in den grond voorkomt, dan herstelt men het verbroken evenwicht onmiddellyk door de ontbrekende stof in den vorm van kunstmest aan te brengen. In dat geval komen de overige stoffen ook voldoende in omloop. Door den verkoop van koren wordt veel phosphorzuur en kali van den grond ont trokken. Door een flinke hooivoedering komt er met den stalmest weer kali op het land, maar tegenover deze en de stikstof blyft het phosphorzuur in de minderheid en daarom zal het noodig wezen om b. v. beendermeel of Thomas phosphaat op het land te brengen, wyl anders de oogst zeer te wenschen zal overlaten. Stalmest kan het tekort van éón of twee stoffen niet dekken en wil men het beprceve:-, dan past men een zoogenaamde luxe bemesting toe. De werking van kunstmest hangt overigens af van de gesteldheid van den bodem, van het weer en ook zooals reeds gezegd is van de behoefte, die een plant aan een be paalde voedselstof heeft. Chili-salpeter op klaver en ook op gras is niet rentabel. Het best werkt kunstmest op een grond, die tusschen klei en zand instaat; vochtig weer, met het oog op het waterhoudend ver mogen van don grond, bevordert zyn werking droogte, gepaard aan te groote warmte, ver traagt deze, ja, kan haar tot nul reduceeren. De werking van den kunstmest hangt ook nog af van zyn gelyke verdeeling over het veld en vau zyn innige vermenging met den grond. Hoe fijoer, hoe m«er poedervormig de mest is, hoe gelijkmatiger hij in den grond kan gebracht worden en hoe inniger hy zich met den bodem kan vereenigen. Kluiten of kluitjes mag men nooit uitstrooien. Omdat de plantenvoedende stoffen, die zeer spaar zaam in den grond voorkomen kali, ammo niak en phosphorzuur door den grond wor den geabsorbeerd (vastgehouden) voor zooverre ze niet direct door de planten worden opge nomen, behoeft men niet te vreezen dat de opgeloste stoflen van den kunstmost in den ondergrond wegzakken (Chili-salpeter kan een uitzondering maken.) Kudelstaart. G. Dros. Heden geschiedt door Burgemeester en Wethouders afkondiging van het by koninklyk besluit goedgekeurde Raadsbesluit, regelende de heffing van schoolgeld voor de leerlingen der Gemeentelijke Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen to Leiden. Ter tegemoetkoming in dc kosten dier school wordt een schoolgeld geheven voor iederen leerling, die aan deze inrichting onderwys geniet.- Dit schoolgeld, .dat is verschuldigd door de leerlingen of wanneer deze minderjarig zyn door de ouders of voogden, bedraagt in ver band met de linantiéelo omstandigheden van do leerlingen of hunne ouders per kwartaal /15, S, 6 of 4. Voor het by wonen van enkele lessen be draagt het schoolgeld per vak ƒ5, ƒ2.75, ƒ2 en 1.25 per kwartaal tot een maximum van het voor de leerlingen vastgesteld bedrag. Het schoolgeld bedraagt per kwartaal 15 en 5 por vak voor de leerlingen, ingezetenen der gemeente Leiden, die of wier ouders in de plaatselijke directe belasting zijn aange slagen naar een inkomen van boven ƒ3000; 8 on 2.75 per vak voor de leerlingen, ingezetenen der gemeente Leiden, die of wier ouders zyn aangeslagen naar een inkomen van ƒ2000 tot f 3000; ƒ6 en 2 per vak voor de leerlingen, ingezetenen der gemeente Leiden, die of wier ouders z\jn aangeslagen naar een inkomen van ƒ1000 tot ƒ2000; 4 en ƒ1.25 per vak voor do leerlingen, ingezetenen der gemeente Leiden, die of wier ouders zyn aangeslagen naar oen inkomen van 600 tot 1000. Voor leerlingen, inge zetenen der gemeente Leiden, die of wier ouders zyn aangeslagen naar een inkomen van minder dan 600 of niet zyn aangeslagen, wordt geen schoolgeld gevorderd. Voor leerlingen, ingezetenen der gemeente Leiden, uit een gezin bestaande uit meer kinderen, wordt het schoolgeld voor elk kind beneden de IS jaren met twee percent ver minderd. Voor elk ingetreden kwartaal is het vol ledige schoolgeld verschuldigd. Het bewij6 van betaald schoolgeld strekt tot toelating. Aan personen, niet wonende in de gemeento Leiden, kan door den Gemeenteraad na daar toe gedane aanvrago geheele of gedeeltelyke vrystelling van betaling van schoolgeld worden verleend. Geen schoolgeld is verschuldigd door hen, die de akte volgens art. 56a of b der wet op het lager onderwys bezitten, voor zooverre zy aan de openbare of byzondere scholen in deze gemeente werkzaam zyn. Van de aspirant-kweekelingen, die op de scholen der 2de klasse geplaatst zyn, wordt buiten het voor die scholen verschuldigde schoolgeld, geen schoolgeld geheven. Door Burgemeester en Wethouders kan aan hen, ingeval van onvermogen, geheele ontheffing I) I Eén ding wilden zy echter volstrekt iet laten, hoe het hun ook verboden lerd, namelyk het schieten op do wilde Janzen, welke des avonds over de daken Bogen; de wet verbood in de stiaten een Jeweer af te schieten, maar over het dak, dat las wat anders! „Als het een heel onbedui- fcnd plaatsje was, ging het nog", had de heriff nog wel gezegd, „maar hier in do loofdstad: pif! paf! pif! paf! dat kon l>ch niet! De burgers haalden by dit oordeel van jen burgemeester de schouders op en ant woordden „Oh! Yes!" I Maar als by het vallen van den avond de Janzen zich weer in lange, bonte ryen be logen en naar de richting der zee heen vlogen, l^gat ieder zijne belofte; men greep de trabyn en dan hoorde men weer: pif! paf! .pf! paf! »Het spreekt vanzelf dat de politie de huldigen voor den rechter kon brengen, aar hoe moest het dan gaan, als zy eens schoenen noodig hadden? Do eene hand moost toch de andere wasschen. Kon men dan zoo spoedig zyn naaste veroordeolen De dokter dacht er ook zoo over; „als de schuldigen ziek worden", zeide hy, „moetik ze toch behandelen; het zyn dan myne patiënten." De kalmte was nu in Struck-oil-city her steld, tot er een twist uitbrak tusschen den kruidenier en zyne buurvrouw, die ook zulk eene zaak had. Hier moet men evenwel in het oog houden, dat er vroeger slechts één kruidenierswinkel in Struck oil-city was. De Amerikanen noemen zulk een wiDkel, waar men zoo van alles verkoopt, „Grocery." De Franschen zeggen „êpicerie." Men vindt er: meel, hoeden, sigaren, bezems, knoopen, ryst, chemises, spek, gort, blouses, lampe glazen, byien, beschuitjes, schotels en borden, valsche papieren kragen, droge visch, in éen woord alles, wat men zou kunnen noodig hebben. Zooals wy reeds zeiden, bestond er eerst maar één „grocery" in Struck-oil-city, welke gehouden werd door oen Duitscher, Hans Kasche. Het was een doodbedaard man uit Pruisen, van omtrent vyf en dertig jaar; nooit was hy anders dan in zyne hemds mouwen en nimmer lei hy zijne pijp uit den mond. Hij kende jui8t Engelsch genoeg om in den winkel do lieden te woord te staan, maar buiten dat geen enkel woord. Hy be hartigde echter zyne zaak terdege, zoodat hy op hot eind van het jaar reods eenige duizenden dollars over had. Daar wilde het ongeluk, dat er opeens nog een kruideniers winkel verrees, en wel gehouden door eene Duitsche juffrouwwie weet, fluisterde men Kunegunde und Eduard, Eduard und Kune- gunde. Onmiddellyk was de oorlog tusschen deze twee vorklaard, en de oorzaak er van lag in een lunch, welken mej. Neumann ge geven had. By hare aankomst geen tyd hebbende haar meel uit te pakken, had zy by Hans wat gekocht en er koekjes van gebakken; deze smaakten echter naar soda en aluin. Kon zy zich nu in de oogen van het publiek ver lagen door ieder in de meening te brengen, dat zy zelve zulk slecht meel had? Neon, het was Hans, die uit haat haar die slechte waar in handen had gestoptHet kon niet anders dan eene droevige wending nemen; de inwoners van Struck-oil-city be merkten met 6chrik dat de vrede van de kleine plaats op het punt stond door deze twee grocery's verstoord te worden; wat meer zegt: er ontstonden twee partyen, de Han8isten en de Neumanni6ten, die elkaar scheel aanzagen. Mynheer Davis, staatkundig man als hy was, wilde het kwaad in den wortel uitroeion. Het gebeurde wel eens dat hy in het midden der straat stilstond er. hun, in Duitsch aansprekend, zeide: „Waarom zyt ge zoo boos op elkaar? Koopt gy uwe schoenen niet by denzelfdon schoen maker? Ik keb op het oogonblik zulke goede in myn winkel, dat men zelfs in San-Fran cisco geene mooiere zou kunnen vinden." „Het is totaal onnoodig schoenen aan te pryzen aan hen, die weldra barrevoets zullen gaan", antwoordde mej. Neumann op by ten- den toon. Mon vergete niet dat mej. Neumann inder daad zeer fraaie voetjes had. Het duurde niet lang, of Hans begon te bemerken, dat zyn winkel veel minder dan anders opbracht. Mej. Neumann deed even min schitterende zaken de vrouwen waren op den kant van Hans; het beviel haar in het geheel niet dat hunne echtgenooton zoo dikwyi8 een bezoek aan de mooie Duitsche winkeljuffrouw brachten, dat ze juist daar altoos kochten en dat het inkoopen daar zoo erg lang duurde. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 9