jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Feuilleton. FRUS DEZER COURANT: Toot Dolden p#r 8 inoAndaa.. Tnnco per pent ▲fsonderi^k* Nommera UO. L40. t.05. PRUS DER ADVERTENTIÊN: Yan 16 regel* ƒ1.05. Iedere rogel meer 0.17$. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. N°. 19103. Vrijdag 27 Januari. /Sn ir-C-J r J V> O vV - Dit noinnier bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 26 Januari. Naar wy vernemen zijn, ter vervulling der beide onlangs ontstane vacatures by de gemeente-commissie der Ned.-Herv. Kerk alhier, ton gevolge van het bedanken als lid door de heoren E. Van den Brandeler en W. C. Mulder, benoemd als leden dier commissie de heeren Abr. Corts en J. B. Meynen, die zich echter de aanneming nog hebben voor behouden. In Den Haag loopt het gerucht, dat er aldaar ernstig aan wordt gedacht den Leid- schen predikant dr. J. H. Gunning JHzn. te beroepen by de Ned.-Herv. gemeente ter ver vulling van de vacature, welke by die ge meente zal ontstaan door vertrek van ds. C. B. Oorthuys naar Katwyk aan Zee. Tot klerk der posterijen 2de klasse alhier is benoemd do heer L. M. Nagel. In do eerste vergadering, dit jaar door de commissarissen van het Rykspensioenfonds voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren gehouden is tot voorzitter benoemd prof. P. Van Geer, te Leiden, tot secretaris de heer P. J. Raay makers, te Amsterdam, en tot vice-voorzittor de heer H. J. Smits, te Amsterdam. Ned.-Herv. Kerk. - Tweetal te Katwyk aan den Ryn: ds. Boersma, te Heemse, en ds. Van Druten, to Rynsburg. Gisteravond heeft H. M. de Regentes het 4de „Diligentia"-concort in het Gebouw voor Kunsten en "Wetenschappen te 's Hage bezocht. De aankondiging van dit vorstelijk bezoek had nog drukker opkomst der leden ton ge volge gehad dan gewoonlijk, zoodat reeds een geruimon tyd vóór den aanvang geen plaatsje onbezet was. H. M. verscheen evenwel eerst even vóór halfnegeri in de hofloge, nadat het orkest van Kes, onder leiding van Richard Hol, op meesterlijke wyze de derde symphonie van Mendelssohn had geëindigd. Voor de ontvangst dor Vorstin waren bij zondere versieringen aangebracht. By den over dekten ingang in den tuin trad H. M. het gebouw binnen langs de met planten ver sierde trappen. H. M. word door de leden van het bestuur van „Diligentia" ontvangen in de bestuurskamer, welke tot salon was in gericht en waarin bloemen en groen waren aangebracht, terwijl in hot raidden een spiegel tusschen candelabers stond. Ook de corridor, welke naar de hofloge leidt, was in eene allee van groen herschapen. Toen H. M. de hofloge betrad, verhioven alle aanwezigen zich, terwijl het orkest het „Wilhelmus" naar de oude toonzetting uit voerde. H. M. groette minzaam het publiek en nam daarop plaat6 op een der twee vergulde zetels, bekleed met rood fluweel en gedokt met oene kroon. De loge was behangen met rood fluweel, afgezet met gouden franje, van voren geplooid tot eene draperie, samenloopende in eene koningskroon, terwijl de borstwering van dit vak van het balkon met een rood fluweelen kleed was bedekt. Evenals in het ontvangstsalon lag in do hofloge op een guéridon oen fraaie bloemruiker. In de loge nam H. M. dozen eenige oogenblikken in handen. Tot het gevolg der Regentes behoorden de hofdames freule Rengers en jonkvrouwe Van de Poll, de kamerheer ridder Huyssen Van Kattendjjke, do adjudanten kap.-luit. ter zee Zeegors Veeckens en kolonel Spengler en de ordonn.-officier jhr. Van Suchtelen tot deHaere. Hare Majesteit droeg oen zwart kleed, aan den hals gesloten, waarop een diamanten collier, terwijl ook in het kapsel diamanten flonkerden. Daar de Vorstin eerst vóór het laatste nummer vertrok, had zy gelegenheid al de nummers aan te hooren, welke do beide solisten, Joh. Messchaert uit Amsterdam en Ysaye uit Brussel, ten gehoore brachten. Messchaert behaalde nieuwe lauweren met zijne voordracht, eerst van een Duitsch en een Italiaansch lied, en na do korte pauze van een cyclus van Schumann-liederen. Vooral het „Wanderliod" werd bijzonder schoon ge zongen en de begaafde zanger herhaaldelijk teruggeroepen. Henri Völlmar begeleidde Messchaert op de piano. Ysaye speelde Max Bruchs „Fantaisie ecoissaise", de bekende romance van Svend- son en de „Rondo Capricioso" van Saint- Saens met zooveel gloed on voordracht, dat het publiek, zelfs toen de Koningin reeds na hot laatstgenoemde nummer was vertrokken, hem nog tot tweemaal toe terugriep en dave rend toejuichte. H. M., die ook nog de uitvoering door het orkest van het Vorspiel uit „Parsifal" had aangehoord, scheen blijkbaar zeer met het spel der executanten ingenomen en vertolkte bij het heengaan aan de leden van het be stuur hare voldoening over het genotene. Reeds lang voordat de rouwstoet, welke het stoffelijk overschot van den heer Pander te '8-Hage grafwaarts bracht, het kerkhof Eijk-en-Duinen bereikt had, waren daar tal van vrienden, oud-bedienden en belangstel lenden, van heinde en ver samengestroomd, vereenigd, om den overledene de laatste eer te bewijzen. Toen de lijkwagen daar van de kransen, waaronder een van bijzondere af meting van hot personeel, ontdaan was, zette de stoet zich in beweging, voorafgegaan door de bedienaren der begrafenis, die de vele kransen droegen, welke, op de lijkkist onder bloemen bedolven, geene plaats konden vin den, en gevolgd door de meesten van hen, die bü de aankomst reeds op het kerkhof aanwezig waren. Het tegenwoordige perso neel, een 300 man, dat den stoet voorafging, had zich bij aankomst in dubbele ryen om het graf geschaard. Aan de geopende groeve werd het eerst het woord gevoerd door den heer H. P. De Swart, die in korte woorden herdacht wat Pander als industrieel geweest was en hoe zijn heengaan door velen zou betreurd worden. Daarna sprak de heer G. J. De Swart een hartelijk afscheidswoord namens do talrijke vrienden, die de heer Pander zich had ver worven en die zijn heengaan diep betreurden. Namens het oud-college van collectanten maakte de heer Erdman zich tot aller tolk, waar hy sprak van de weemoedige gedachte, die allen vervulde nu zy hun vriend ten grave brachten. Mr. Maas Geesteranus herdacht den mede oprichter van „Armenzorg," die, bewogen met het lot vaa minder bedeelde natuurge- nooten, steeds een warm hart had getoond voor de goede zaak, welke hij voorstond. Ten slotte sprak de heer Huet, als oud- bediende, die ruim 25 jaren met zijn patroon had samengewerkt, een gevoelvollen afscheids groet. Nadat nog een kleinzoon de kist met bloomen bestrooid had, dankte de oudste zoon, diep bewogen, namens zijne moeder en verdere familieleden, allen, doch vooral het personeel, voor de laatste eer, zijn onvergeteiyken vader bewezen, die een welbesteed leven achter zich had. De uitslag van do te Amsterdam ge houden herstemming voor de Provinciale Staten van Noord Holland is, dat van de 5847 uitgebrachte geldige stemmon er 3005 worden uitgebracht op den heer Van Eeghen (a.-r.), die dus gekozen werd. De heer Looff (libhad er 2842. Eerste Kamer. By de algemeene beraad slagingen der Staatsbegrooting op heden ver klaarde de heer Lobman, dat, waar de wil der kiezers gebleken was tot uitbreiding van het kiesrecht en deze Regeering daartoe het voorstel had gedaan, deze Kamer haar niet kon tegenhouden. Do heer Van Royen spoorde aan tot ge matigdheid in de kiesrecht-quaestie. De heer Yan Lijnden bestreed sterk de democratische uitbreiding en de heer Six hoopte dat even- tueele verwerping niet zou leiden tot eene Kabinetscrisis. De hoer Pijnappel had vole grieven tegen het ministerie. De heer Wertheim drong by de Regeering aan om in do kiesrechtzaak rustig voort te werken. De minister van buitenl. zaken verklaarde dat de Regeering homogeen is omtrent het kiesrecht en de defensie en andere voor stellen te willen behandelen in het tydperk tusschen de aanneming en invoering van de kieswet. De heer A. C. A. baron Van Dedem, te Wageningen, heeft thans de benoeming tot gemeente-ontvanger aangenomen. Tot lid van den gemeenteraad van Lee»- warden is gekozen mr. I. Wolff (lib.) Het stoomschip „Anckises", van Java via Singapore naar Amsterdam, passeerde 25 Jan. Prawlepoint; de „Drente", van Rot terdam naar Java, passeerde 24 Jan. Perim; de „Jason", van Amsterdam via Liverpool naar Java, arriveerde 23 Jan. te Singapore; do „Menelau8", van Amsterdam via Liver pool naar Java, arriveerde 21 Jan. te Algiers; de rConrad", van Amstordam naar Batavia, arriveerde 25 JaD. te Genua. Aan den telegraphist der 2de kl. by de Rykstelegraaf, S. S. Du Saar, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's Ryks dienst. Aan jhr. mr. H. N. Teding van Berkhout, op zyn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over de gevangenissen te Amsterdam en Nieuwer-Amstel, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten. Gemengd Nieuws* Reeds gistermorgen had onze stadgenoot L. er bewyzen van gegeven, dat hy zyn verstand eenige oogenblikken kwyt washy wilde zich toen met alle gewold van het leven berooven en kwam daardoor in Het theeservies van Chelsea. 2.) Deze theepot, suikerpot, deze vier kopjes en schoteltjes waren zóó schoon, dat iedereen ze bewonderde; zy waren de eerste voor werpen van myne verzameling, ieder be- nydde my deze fraaie voorwerpen. Myne reputatie als kunstliefhebber lokte eens Mr. Wharton, een koopman in curiositeiten, uit my te bezoekenhy was toen reeds eene vermaardheid in Londen, deelde my veel van zyn reisje in de omstreken mee en van de fraaie dingen, welke hy daar ontdekt had. Ik maakte van deze gelegenheid gebruik myn chelsea te toonen. Plotseling riep hy uit: „Heel kort goloden heb ik de overige stukken van dit servies gezien!" „Waar dan?" vroeg ik. „By Miss Crofton, in Berger." Het is onnoodig te zeggen dat dit servies niet te koop was, want anders zou Wharton my niet op den weg hebbon geholpen. Hy had de bezitster reeds een hoogen prys aan geboden, maar tevergeefs, het was voor goud noch zilver te bekomen. Zy hechtte aan haren schat als ik aan den mynen, en haar rykdom stolde haar in staat ieder aanbod van j de hand te wyzen. Yan dit oogenblik af werd het by my oen „idéé fixe" myn servies van chelsea geheel compleet te hebben. Het eerste, wat ik deed, was te onderzooken of al hetgeen Wharton gezegd had waar was en ik vereorde dus Miss Crofton met een be zoek ik houd het er voor dat kunstliefhebbers broeders zyr. en dat er tusschen hen eone soort van bloedverwantschap bestaat. Nau- weiyks had ik aan Miss Crofton het doel van myn bezoek medegedeeld, of zy liet my hare stukken chelsea zien. Ja, Wharton bad waarheid gesprokende melkkan en de acht kopjes behoorden werkelyk by myn servies. O, hoe guarne zou ik deze stukjes gehad hebben, welke zoo duideiyk een gedeelte van myn servies bleken uit te makenhoe gaarne zou ik de gescheiden familieleden van myne porseleinen huisgenooten vereenigd hebben Van dezen dag af bezocht ik Miss Crofton trouw en altoos viel het gesprek op het kostbaar servies, maar hoe ik ook myn best deed my een goed diplomaat te betoonen, Miss Crofton bleef doof voor myn smeeken, totdat ik eindeiyk besloot haar ronduit te vragen my haar chelsea te verkoopen. Maar, zooals Wharton gezegd had, de goede dame had nergens ooren naar. Wat nu ge daan? Wel, ik moest zien by Miss Crofton j een wit voetje te krygen of haar een dienst te bewyzen, en dan, ja dan zou zy, om my te beloonen, my haar kostbaar chelsea cadeau geven. Hoe tevreden zy ook over myne bezoeken mocht wezen, wy vorderden niet hard met ons chelsea; zy liet zich niet vangen en gaf my meer dan eens duidelyk to kennen, dat wy, wat het servies betrof, het nimmer eens zouden worden. Ik begon byna den moed te verliezende acht kopjes en schoteltjes, de suikerpot en de melkkan dansten onophou- deiyk voor myne oogen. Ik droomde er des nachts van, ja, ik droomde dat ik er de hand naar uitstrekte, de stukken stal en ze in alle mogeiyke hoeken verstopte, maar daar bleven ze liet; ze kwamen weer te voorschyn, dansten de kamer rond, huppelden en spron gen, zoodat ik de grootste moeite van de wereld had hen wetr by elkaar te krijgen. „Nu zullen zy my nooit weer ontsnappen I" riep ik uit. Eene andere maal droomde ik dat ik Mi6s Crofton wilde doodsteken; de agenten van politie waren my echter spoedig op de hielen, ik liep groot gevaar alles op den grond te laten vallen en te breken, een onheil, dat my grooter toescheen dan naar het schavot te worden gebracht. ZoogiDghet steeds voortwakend en droomend dacht ik aan het porselein. Het is ormoodig, hield Miss Crofton vol, er aan te denkennooit en nimmer sta ik myn chelsea af! „Wees zoo goed en kom eens by my myn servies bewonderen", waagde ik eens in het midden te brengen. Zy deed het en verscheen den volgenden dag. Ik had een overheeriyken lunch laten klaarmaken en nam zoo goed ik maar kon de honneurs waarvan myn klein museum kreeg zy na onzen lunch alles te zien. Niet eene der glazen kasten was onzichtbaar, behalve ééne, waarover ik met opzet een stuk zwart crêpe had gehangen. Onder dit voorhangsel bevond zich myn theepot, myn suikerpot, de kopjes, en de ledige plaatsen er tusschen gaven aan hot geheel een verlaten en mistroostig aanzien Miss Crofton bekeek het servies en riep half verwytend: „O, mynheer Headloy, gy denkt waar- schynlijk dat ik om u voor u overheeriyken lunch te beloonen u myn kopjes schenken zal!" „O, doe het, doe hot, edele vrouw!" riep ik. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 1