EIDSO DAGBLAD. U K 10102 Donderdag 26 Januari. A0.1893. feze «Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Bind. Feuilleton. M ARiE. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzond orjjjk® Nommora0.05. PRIJS DER ADYERTENTEÊN Tan 16 regel» f 1.05. Iedere regel meer f0 17 Jf. Grootere lettors naar plaatsruimte. Toor bet incaseoeren bruten de stad wordt f0.05 berekend. Persoverzicht. WD lezon in de Standaard onder het hoofdje Vi piano bet volgende Geleidelijke overgang ware by de uitbrei ding van het stemrecht ongetwijfeld hot meest wenschelQk geweest. In 1860 stonden we op pen 150,000. Sinds verliepen 30 jaren. Had men nu die dortig jaren gebruikt, om geleidelijk elke tien jaar er 150,<">00 bij te voegen, zoo zouden we nu reeds, met langzaraen tred, de 600,000 ge- passoerd en naar de 750,000 op weg zijn. Maar wat is do zaak? De Ltberalisten waren bang voor bet volk. Daarom hielden ze tot 1888 ons op den ouden prik, met onbeduidende wijzigingen. En dit nu, en niets anders is oorzaak, dat we tha; a een sprong moeten doen, die stellig ongewer scht, maar niettemin noodzakelijk is. Noodzakelijk, overmits er de eero van het Gezag en de kracht onzer politiek aan hangt. Do eere van het Gezag, w|jl de Kroon nü nog met eere geven kan, wat straks van de Regeering zou worden afgedwongen. En ovenzoo om de kracht onzer politiek. Overall's, zoo ge thans niet finaal uitbreidt, ■de nieuwe Kamer toch weer kiesrechtuitbrei- ding als punt één op haar agendum vindt, en Iieel het politieke raderwerk hierdoor ver lamd wordt. Do Tijd klaagt over socialistische propaganda in het Zuiden en zegt In Roermond worden wekelijks honderd nummers van de Volkstribuun verspreid en in het Zuiden der provincie maakt het socia lisme grooto vorderingon. Wel is de bevolking er niet zoo als in de noordelijke provinciën, maar men oordeelo niet te optimistisch. Hot blad besluit: „Is het inderdaad niet bedroevend, dat onze Nederlandsche wel geving der bevoogde autoriteit alle middelen ontnomen heeft, om de stelselmatige vergiftiging van eene tot dusver godsdienstige en eenvoudige, doch licht te verleiden bevolking te beletten cn door prevontieve middelen de verspreiding van hot socialisme in streken, welke tot Slot Max' besluit -was genomen. Haastig nam t»y de pen en schreef: „Beste Karei! „Ik heb eene gewichtige zaak te behan delen, waarin ik je bepaald moet raadplegen. Kom dus overmorgen by mjj met den trein van 3.10, maar vooral niet vroeger. Ik kan niet aan het station zijn; ga dus alleen naar mijn huis. Kom stipt op den bepaalden dag en het aangegeven uur, - anders zoudt ge myne geheele zaak bederven. „In haast! Een handdruk van je \v., 15 Apr. 188'. Max." Met zichtbare zelfvoldoening vouwde by den brief dicht en begon een tweeden te schry ven. „Geachte Juffrouw! „Daar ik U eene zeer gewichtige zaak mee te doelen heb, ons beider belangen betreffend, zoo verwacht ik U aanstaanden Vrydag met den trein van 1.45. Ik zal aan het station zijn, want ik vertrouw er vast op, dat Ge komt. Hoogachtend, steeds gaarne Uw Dv. W., 15 Apr. 188'. Max Van IVijnuekgh." Vlug schreef hy de adressen en liet de brioven aanstonds naar de bus brengen, als vreesde hii op zitn besluit te zullen terugkomen. Wel d.urde het lang eer de Vrydag kwam, dusver daarvan nagenoeg onbesmet bleven, tegen te houden?" Het Iïaagsche Dagblad maakt met instem ming gewag van een artikel, gotiteld: maatschappeiyk verweer, van der. heer Roosmale Nepveu in het Utrechtsch Daoblad en zegt o. m. „AU one huis door brandstichting wordt bedreigd, dan kunnen wy alleen bykans niets doen, doch wel als wy ons met onze buren veroenigen, om onze erven en huisgonooten gemoenschappeiyk te verdedigen. Daartoe dringend, predikt men niet een burgeroorlog; alleen, in volle werkelykheid, billyk en plicht matig verweer. Ons werd verzekerd, dat in vele plaatsen, vooral In hot Noorden des lands, de socialisten reeds geheel heerschende zouden zyn, zonder 't beveiligend optreden van do marechaussees en militairen. Men voegde er bij, dat de gezeten burger niets doet dan lydeiyk toezien en afwachten. Terecht viaagt onze berichtgever: Moot dat zoo blyvon? Ook hy uit den wensch, dat al het mogelijke zal worden gedaan om werk te ver schaffen, gebrekkige toestanden en verhoudin gen te verbeteron, allermeest door do macht van don godsdienst aan de vorniouwing van gemoed en leven te arbeiden. Doch men mag inmiddels het socialisme niet tydeiyk zien voortwoekerenmen moot overleggen, wat gedaan behoort te worden. Voor een jaar of vier schryft men ons van bedoelden kant waren wy na de werk stakingen in de groote vonen van Oost Drente; daar vernamen wy hoe vele duizenden Drentsche en andere veenarbeiders zich had den laten overhoorschen en overrompelen door enkoio honderden Friescbe socialisten. En zoo is het in 't algemeen! Men vreest, eindigt het bewuste scliryven maar doet niels om zich aan te sluiten en do overheid in 't handhaven van orde, gezag en veiligheid te steunen. Voorzeker, in dozo opmerkingen wordt de vinger golegd op eene wondeplok in onze samenleving. Gezucht en geklaagd wordt er veel, gehan deld, in goede richting, beirekkolyk weinig." In geiyken geest als 'ooven laat zich ook mr. A. H. Koning, notaris te Finsterwold, in het Oldambt, in de Pro». Gron. Crt. uit. wet verhief zich in zyn ha^t vaak de twoe- stryd weer maar eindeiyk stond hy toch aan het station en ja, Mario stapte uit den trein! „Welaan!" zéido hij lachend, „mag ik u myn arm aanbieden?" „Natuuriyk", antwoordde Marie, „maar zeg my oorst eens wat ik hooren zal! Ge weet: wy, vrouwen, zyn nieuwsgierig, en vooral ik ben het." „Nu", zei Max spottend, „weet ge wel, dat ik eene kleine revanche nemen mag? Toen ik by u als gast was, zoudt ge my eerst op onze wandeling vertellen, waarom go onder een pseudoniem schreeft! Welnu, zoo wil ik ook doen trouwens, eerder kan ik het ook niot." „Plager", antwoordde Marie, „ge maakt rao zoo nieuwsgierig, dat ik. „Nu ja, oefen dan uw geduld", zeido Max schertsend, „anders weet ik er niets op." Zóó jokkend en koutend kwamen zy thuis. Marie onbewust van, maar Terlangerid naar hetgeen haar te wachten stond, Max met het zalig gevoel van twoo harten gelukkig te maken. „Ik zal een beroop op uwe emancipatie dienen te doen", zei Max, „want ik kan u slechts in myne studeerkamer ontvangen. „O", hernam Marie lachend, „zooveel te beter; ik houd van boeken en geleerdheid, als ze maar niet te droog is." Zy had heel wat te zien en to vragen over allerlei dingen, welke zy op Max' studeer- Iiy schryft„Eene goed georganiseerde en vast aaneengesloten party van orde, op den voorgrond stellende de party der wanorde met alle wettige middelen te willen bestryden en dus hen, die zich daarby aansloten, als vyanden der maatschappij niet onder hun dak duldende, zou de doodsteek zyn voor do sociaal democratie mits zy niet enkel, op zelfbe houd en eigen voordeel betracht, repressieve maatregelen tracht te nemen, maar in de eorsto plaats ernstig on met de hand op het hart zichzelve afvrage: wat kan, wat moet er gedaan worden om de werkelyke grieven van velen, die toch ook recht op een mensch- waardig bestaan hebben, uit den weg te ruimen? Noch vrees, noch goldelgk nadeel mag een welgezind staatsburger weerhouden zich by do party van de orde aan te sluiten. Het bolachelyk intimidatie systoem, helaas! reeds veel te lang door hen, die tot de sociaal democratie behooren of die enkel afpersing beoogon, in praktyk gebracht, moet ophouden eenigen indruk te maken. De in Recht voor Allen, do Arbeider en de verschillende rede voeringen van Luitjes en anderen opeenge- Btapoldo leugens moeten, myns inziens, zelfs hun, die tot de rarty behooren, tegen de borst stuiten. 't Ligt niot op myn weg voor de organi satie van zoodanige party hier do middelen te bespreken. Ik behoor, helaas, niet tot hen, die hier onder de werkgevers kunnen worden gesteld, en door hen zou ik gaarne do zoo eervollo taak zien in handen genomen, om esne party te vormen, die grieven wegnam en orde handhaafde, ook nadat do politio en huzaren naar hunne standplaatsen zullen zyn teruggekeerd. Want laten we ons geeno illusion maken over de positie! Wordt er niets gedaan, dan zullen dozelfdo toestanden, misschien verer gerd, terugkomen, zoodra de laatste soldaat ons den rug toekeert, 't Zal weer bc-ginnen als te voren, met gebrul en lawaai van kwa jongens, en het einde...? CsreiDtConsules! hebben we geroepen, en de Staat hoeft het zyne gedaan. Laat ons zorgon, dat die hulp niet weer noodig blykeWy kunnen onszelvcn helpen, indien we willen." De Boodschapper schryft, met Hot gezag der Kroon er boven kamer zag, en juist had zy een kop koffie gebruikt en was zy van plan aan haren gastheer to vragen of hy over eene wan deling begon te denken, toen de schel met een hardon ruk overgehaald werd. Max hy had gedurig op de klok gezien zeide nu „O, daar komt zeker mynheer Do Waal, een specialen vriend van me; hy heeft waar- schyniyk eenig nieuws opgeloopen; lang kan hy anders niet blyven, want we moeten nog op do wandeling. Ik zal hem u even voorstellen." Mario wendde haar gelaat naar de deuren stelde zich in postuur om naar de regels der wellevendheid den binnenkomende op te wachten. Nauwelyks was echtor de deur opengedaan, of zy stortte met don kreet van „Karei" den binnenkomende te gemoet. Ook Karei her kende zyne goliefde aanstonds en onder lachen en tranen violen ze in elkanders armen. De beide gelieven hadden elkander dus wedorgevonden, zonder ook maar eeriigszins te beseffen welk een offer Max daarvoor gebracht, welk een strijd by gostreden had. Hy zocht troost in de kunst, weldra zal er een bundel gedichten van hem ver- scbynen, waarin hy zyn lyden, dat zelfs zyn beste vriend niot „ahnt", in de schoone vor men der poc-zie zal teruggeven. De critiek moge zyne levensbeschouwing misschion zwartgallig vinden, den lezer zal de pessimistische trek van Max' gedichten verklaarbaar voorkomen. „Herhaalde malen is in ons blad er op gewezen hoe noodig hot is de besprekingen en overleggingen tusschen de Kroon en hare dienaren, in casu tusschen de Koningin-Regen tes en de ministers, niet openbaar te maken. Noodig, omdat, geiyk door ons meormalen werd betoogd, de wezenlyke invloed en macht van de Koningin zich allengs door de aan matiging van het parlementarisme byna uit sluitend tot die besprekingen is gaan beperken. Wordt nu het overleg tusschen do Koningin- Regentes en de Ministers opor.baar gemaakt en alzoo onder het oordeel van het publiek gebracht, dan wordt vanzelf óf party getrok ken voor de Regentes öf hare konlnkiyko beslissing veroordeeld. En dit nu is aller- vorderfelykst voor het gozag der Kroon. De zoogenaamde onthullingen, welke door Haagscho correspondenten aan de Amster dammer of andere bladen werden gezonden over het overleg tusschen de Koningin- Regentes en den minister Seyffardt, ver- dienon dan ook door ieder voorstander van het hoog houden van het konlnkiyk gezag ten strengste te worden afgekeurd. De z. g. onthulling, welke het eorsto blad- deze week wist te geven, spant echter van alle vorige de kroon. Eon Haagsch correspondent schryft nl. iii do militaire kringen van onze residentie stad hoerscht weer groote verontwaardigii g over den gang van zaken in het leger. „„Het geval, dat thans weer veel besproken wordt, moet het volgende zyndo kapitein der grenadiers Buys wordt bevorderd tot majoor en geplaatst by het 3de bataljon van hot 1ste regiment te Groningen. De heer Buys had echtor geen zin om naar Groningen te gaan, maar wonschte liever te Breda in. garnizoen te komen. AVat doot by nu? Fluks schrijft onze gronadier een verzoekschrift aan de Koningin Rogentes. „„De Regentes laat den minister Seyffardt by zich koinen en spreekt haar verlangen uit, dat aan den wensch van den heer Buys worde voldaan. De heer Seyffardt meent dat dit niet kan, omdat er geene plaats is by 't 6de regiment, in garnizoen te Breda De Koningin- Regentes blyft echter aandringon, waarop Seyffardt zegt, dat het onrechtvaardig zoiv zyn, ecu van de andere heoron, dio in Breda wenschte te blyven, over to plaatsen ton pleiziore van den heer Buys. De Regentes, zoo beweert men, herhaalt dat zy verlangt, dat Buys geplaatst wordt te Breda on dat, als er geene plaats is, de minister van oorlog een ander hoofdofficier moet overplaatsen. „„Dit verlangen, aldus uitgesproken, be schouwt de heer Seyffardt als een koninklyk bevel; hij voldoet aan don wensch der Re gentes." De vraag doet zich al dadelyk voorh o e komt die correspondent toch aan dergelijke mededeelingen? Eén van beideof de minister Seyffardt moet het aan dien correspondent hebben medo- gedoeld, maar dit schynt ons onmogeiyk toe; uf de correspondent zuigt dergelyke dingen uit zyn duim. Maar hoe komt de Amsterdammer er dan toch toe daarvoor plaats in te ruimen?" Ook maakt dezelfde correspondent nog gewag van de plotselinge pensionneering van den luit.-kolonel Scheltus van IJseldijk, wien men tot op het laatst toe in den waan heeft gehouden, dat hy kolonel zou worden- Doch op 't onverwachtst kreeg deze als zeer kundig te boek staande hoofd-officier zon der eenlge kennisgeving zyne pensionnee ring in de dagbladen to lezen. En in de militaire kringen schrijft men die handelwyze hieraan toe, dat do hoer Scheltus zich altyd een man toonde van groote onafhankelykheid van karakter; en deswege do ongenade op zich laadde „van het Hang- sche militaire clubje, dat men spottonder- wyze heeft genoemdde Maatschappy tot exploitatie der gelden voor hoofdstuk VIII."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 5