Persov«raicIit.
In alle deolen van on9 vaderland, hier in
mindere, ginds in meerdere mate, heerscht
in d"n tegen woordigen tyd werkeloos
heid. Het kan, het algemeen voorkomen van
dit vf.rschtJüsel in aanmerking nemende, dan
ook geone verwondering baren dat die heer-
schende werkeloosheid het onderwerp van
velerl-i beschouwingen is, de stof levert voor
artikelen in dag- en weekbladen.
Het Handelsblad o.a., sprekende over die
werkeloosheid en de daaruit voort-
vlooiende armoode, waarschuwt tegen aller
lei h eringon, die op sociaal gebied tot hot
verkrijgen van beterschap worden ten beste
gegeven, met namo tegen de socialistische
denkbeelden on andere stollingen betreffende
grond verdeeling of landnationalisatie, welke
voor de practijk, althans voor de dadelijke
behoefte, niet de minste waarde hebben.
Twee middelen heeft het Handelsblad ten
slotte als practisch behouden. Zy zijn vervat
in do volgende regelen
„"Wie raad wil schaffen, onthoude zich van
voorspiegelingen, die slechts teleurstelling
kunnen geven, maar brenge den werklieden
onder 't oog, dat de beste middelen om de
werkeloosheid te bestrijden in hunne eigen
mach' liggen. Die middelen zijn: aaneenslui
ting on beperking van hun aantal. Aaneen
sluit i"g om, waar hot noodig is, krachtig en
eensgezind voor hunne belangen te kunnen
optreden; beperking van het aantal, omdat
riem id het loon tegen daling kan behoeden,
als het aanbod van werkkrachten steeds blijft
toenemen."
Uit de nadero toelichting blijkt, naar het
ecbijin, zegt het Centrum omtrent dit artikel,
welk1 'i weg het Handelsblad op wil, als het
de werklieden aanspoort hun getal te beperken.
Eensdeels spreekt het wel, met een citaat van
Piers on, van het bedwingen der harts
tochten, maar het spreekt toch ook van een
strevon, „dat door velen onzedelijk en onna-
tuur.'ijk wordt genoemd." Aangezien nu het
bedwingen van de hartstochten doorniemand
tot dusverre een onzedelijk en onnatuurlijk
strevon is genoemd, houden w(j ons niet ver
van de waarheid, indion wy ook het Handels
blad bier vrij openlijk do middelen tot beperking
fier bevolking zien aanprijzen, welko door ons,
uil goddank ook nog door vele niet-Katholiekon
in ons land, onzedelijk en onnatuurlijk worden
genoemd en die wij niet nader behoeven aan
te duidbo.
Bedriegen wij ons nu, dos te beier; maar
dan mocht het. Handelsblad wel wat auidelyker
zijn. Bedriegen wij ons niet, dan zouden wy
ernstig moeten waarschuwen togen een door
het blad tot volksvrienden en tot 1 en, die ge
regeld armen bezoeken, gerichte ui'noodiging
om die leer on wat daaruit vanzelf volgt, ook
do middelen tot beperking van het gotal arbei
ders, te helpen verspreiden.
Er ijn vooral in deze dagen honderden
volksvrienden, menschen met een goed hart
en warm gevoel voor den lijdenden natuur
genoot, die de armen aan huis bezoeken. By
velen onder hen berusten levenservaring en
levensdoel niet al tyd op zuiver christelyken
grond* lag on van hen is het vaak te verwachten,
dat ij aan een artikel of eone beschouwing
van hot Handelsblad meer autoriteit zullen
toekennen dan aan de Tien Geboden on aan
de leer der christeiyke moraal, aangenomen
dat zy die al hebben loeren kennen.
Deze armbezoekers aan to sporen, het apos
tolaat van hot Nieuw Malthusianisme te aan
vaarden, achten wy verderfelijk; de liefdadig-
hold, die toch al tn haren nieuwen vorm veel
van haaroorspronkolyk karakter heeft verloren,
zou door die prodiking ook den laatsten trek
daarvan verliezen en door do Katholieken niet
langer kunnen worden gesteund.
De vraag: moeten allen by de stem
bus g e 1 y k v. y n maakt het onderwerp
uit eener beschouwing inde Tijd. Deschryver
komt tot eene ontkennende conclusie. Wol
wil hy het kiesrecht zoo ver mogeiyk uit
breiden, maar niet aan alle kiezers evenveel
invloed toekennen. Een boerenarbeider, die
in zjjne jeugd school heeft gegaan, niet be
deeld wordt, nooit wegens ernstige vergrijpen
met de justitie had te doen, zou ééne stem
uitbrengen. Eon w <elior, die een goed patent
betaa ten koopman, die flink
zaken d<»et on eigen huis bewoont, lid
van de» van het armbestuur van
zyukCik.. itsch 5 stemmen oen burge-
moes ridder der Militaire
WiUemsordigrondbezitter, directeur oener
industriële enden>*jiing, lid der Provinciale
Staten, tevens lid van den gemeenteraad,
7 stemmen. Kortom, in verhouding tot
verschillende aanspraken zouden de kiezers
meer stemmen uitbrongon, grooter invloed
uitoefenen. Verloren zy eene of meer van
die betrekkingen, dan zouden zy toch hun
getal stemmen behouden op grond, dat zy
zich vroeger door de vervulling daarvan
verdionstoiyk hadden gemaakt jegens het land.
Men kan de Katholieke party beschouwen
als verkeerende in eene soort overgangspe
riode, zoo blykt uit hot slot-artikel „In eigen
kring" hot Centrum te moonen.
„Een groot deel der onzen, zoo heet het
daarin, hangt nog aan oude, vorouderdo
begrippen, waarin men de essentie der Katho-
li politiek meent te zien. En nu zal men
ougetwyfeld wel tot frisschere, tot meer in
b t. kader van onzen tyd passende denkbeel-
d n komon, maar daartoe is oenige tyd noodig.
A's overal moet ook hier de geleidolyke weg
worden gevolgd.
FTet meeningsverschil tusschen de Katho
lieken onderling bepaalt zich dan ook geenszins
tot ons land alléén. Het openbaart zich in
B-lgiö, in Frankryk, in Oostonryk, j i, ook
in Duitschland. In Frankryk ziet men zelfs
een aantal Katholieken, of althans lieden,
die zich Katholiek noemen, op indirecte wyze
srrijdvoeren tegen de bekende onderrichtingen
dos Pausen in zake don regoeringsvorin. Die
lidden zijn blijkbaar do meening toogedaaD,
dat. de gedragsiyn, door Loo XIII voorge
schreven, niet strookt met de traditioneel©
politiek der Katholieken, meer nog, niet is
overeen te brengen met de Katholieke be
ginselen. Zy blijven op hopelooze wyze han
gen aan wat definitief tot het verleden behoort,
en treurende over wat verloren is, verzuimen
doze laudator es temporis acti de
middelen aan te grijpen, welke hot heden
hun biedt, om de goede zaak te dienen, om
do beginselen te doen zegevieren, d.e, hoe
oud ook, altyd nieuw blyven, altyd de grond
slag moeten zyn van het openbare leven.
En dan verbaast men er zich nog over,
dat do party, waartoe deze lieden behooren,
geen succes heeft, dat zy geen invloed uit
oefent by do massa!"
En nu eon grooten sprong gemaakt
naar Atjeh!
De Telegraaf dringt aan op verster
king van het leger in Indiö, opuat
in Atjeh met meer kracht moge worden op
getreden, zoodra de omstandigheden, zooals
hot blad verwacht, dat noodig zullen maken.
Ilot blad heeft geen bezwaar tegen de in-
vooring van oeno scheepvaartregeling, maar
waarschuwt loch tegen te hoog gespannen
verwachtingen. Want al zijn de gevolgen
voorshands gewenscht en de houding der
bevolking vriendeiyk, men moet niet uit het
oog verliezen, zegt het blad, dat liet hebben
van eene vaste bezetting voor een kuststaatje
eon voordeel is, ten gevolge van do verdien
sten, welke de bovolking or door geniot.
De moeilykheid, ja, wellicht de onmogelyk-
heid ora voor het vermeesteren van Kaloet
de noodige strydkrachten byeen te brengen
en do waarschyniykbeid, dat, na Kaloet,
spoedig weder eene andere sterke stelling
door den vyand, in de onmiddellyke naby-
heid onzer linie, zal worden opgeworpen
stellen, meent het blad, duideiyk de moei
lykheid en het gemis aan kracht van onze
tegenwoordige positie in Groot-Atjeh in het
licht. Het zal, gelooft de Telegraafniet lang
duren of de bevelhebber te Atjeh en ook de
Regeering achten zich verplicht, om aan te
dringen of op het vermeerderen van het
aantal troepen te Atjeh, óf anders op het
bezetten van eene minder uitgestrekte stel
ling, met andere woorden op eene nieuwe,
veel engere concentratie.
Eone herhaling dus van hetgeen in 1884
te beslissen viel. En hoe treurig en ontmoe
digend dit moge zijn, die engere concentratie
1384 heeft, meent do Telegraaf, dit voldoende
geleerd - vordert tydeiyk in ieder geval al
weder aanzienlyko rermoerdering van do stryd
krachten op Atjeh.
Door de Indische Regeering is in overeen-
stomming met het legerbestuur en niet zon
der grond, aangedrongen op vermeerdering
van de sterkte der infanterie met twee batal
jons. Het opperbestuur heeft die voorstellen
ter ztjde gelegd en op eigen hand een plan
ontworpen, dat, by de laatste begrooting, de
goedkeuring van de Volksvertegenwoordiging
heeft verworven, en dat zich werkelyk be
paalt tot het opnemen in de normale sterkte
van het Indische leger van de sedert jaren
roeas boven de formatie gevoerde uitbreiding.
De sterkte van de veldbataljons wordt
hierby op het papier niet onbeduidond ver
hoogd, maar de sterkte, noch van die afdee
lingen noch van het legor, met een enkelen
validen soldaat vermeerderd.
Do Telegraaf vindt dat eene verkeerde poli
tiek en vreest dat de minister, ten opzichte
van de behoeften van het Indische leger, de
adviezen heeft gevolgd van niet geschikte
adviseurs.
Wy moeten terloops nog mededeelen dat
dr. Kuyper en jhr. Rochussen in de Standaard
met elkaar in eene levendige polemiek zyn
ge wikkeld over het vraagstuk dor democratie.
Eerstgenoemde verdedigt daarby de stelling,
dat mon veilig van christeiyk en van anti-
revolutionnair standpunt in democratische
richting mag sturen, indien men daarby niets
anders op het oog heeft dan de samenstelling
der Vertegenwoordiging en men aan den
goüdolyken oorsprong van het gezag niet tornt
door het binnensmokkelen van de volks
soevereiniteit.
De ander bestrijdt alle democratie, met
welk stemrecht dan ook, omdat in ons land
de Vertegenwoordiging de regeermacht mede
uitoefent; maar hij hecht er aan, dat, hoe
beperkter het stemrecht is, er des te minder
gevaar bestaat voor de practische toepassing
der revolutie-beginselen.
Het is de bedoeling niot onze lezers dien
strijd te doen volgenwy komen, om een
eenigszins begrypelyk resumé te geven, ruimte
to kort; te meer nu het blykt, dat beide
heeren, zoo verschillend van standpunt, den
stryd nogal uitgebreid voeren.
Ten slotte het volgende:
De beweerde ongrondwettigheid
van do kiesrecht-ontwerpen is reeds
herhaaldelyk weersproken. Men weet dat in
do laatste weken do quaostie in don boezem
der anti-re vol utionnaire party by zonder do
aandacht heeft getrokken naar aanleiding der
oppositie van den heer De Savornin Lobman
in de Prot. Noord-Brabanler tegen de Stan
daard en dr. Kuyper. In do rede, door ds.
H. Pierson te Amsterdam gehouden, kwam
het punt mede aan do orde en hy bleek aan
den kant van den heer Lohman to staan,
eene plaats, waar zich niemand anders uit
de vergadering der voreeniging „Groen van
Prinsterer" by hen voegde.
De Standaard besprak de vraag nog eens
in een hoofdartikel.
Na er op te hebben gewezen dat de
o n grondwettigheid der ontwerpen allerminst
een axioma is, zooals de heer Lohman be
weert, daar dan toch do minister zelf, de
Raai van State, ja, de Regentes vermoedelyk
bedenkingen zouden hebben geopperd, dat
het eene quaestie is van ja en neen,
waaromtrent de pers veilig deed met eerst
af te wachten wat de voorloopigo behandeling
tusschen Kamer en minister voor licht bren
gen zou, geeft het blad eenlge reden aan,
waarom het zich tegen het donkbeeld der
ongrondwettigheid verklaren moet.
Hot gaat daarom in 't kort den loop der
beraadslagingen na, vestigt de aandacht op
't feit, dat dezelfde grondwetgever, die ge
schiktheid en maatechappelyken welstand
stelde als eisch, In do additioneele artikelen
zich o. a. tevreden stelde met het betalen
van f 10 in de grondbelasting, on komt tot
de conclusie, dat het gronddenkbeeld by
de vaststelling van het bewuste grondwets
artikel art. 80 was: de toekomstige
wetgever kan er alles van maken.
Het speelde de rol van een artikel van caout
chouc, dat men rekken kon naar willekeur.
Wel is het volkomen waar, dat de minister
ten einde toe bleef volhouden, dat het alge
meen stemrecht er door werd uitgesloten;
maar, nader gepolst, bleek hy dan algemeen
stemrecht weer zóó op te vatten, dat volgens
art. 80 grosso modo hetzelfde aantal
kiezers kon geteeld worden, als een ander
door algemeen stemrecht zou willen bejagon.
Taks ontwerp nu sluit „algemeen kiesrecht"
in den door Heemskerk destyds bedoelden zin
stellig uit; reeds door zijn eisch van
geschiktheid.
Heemskerk zelf heeft zeor pertinent ver
klaard, dat de welstand ook in de geschiktheid
kon liggen, zoodat het woordeke e n niet
disjunctief mocht genomen worden.
„Kortom" aldus vat hot blad zyn oor
deel te zamen „wio met eonige aandacht
al de destyds gegeven verklaringen nagaat,
kan moeilyk tot eeDe andere slotsom komen,
dan dat men destyds, om zich uit de klem
te redden, een artikel slikte, waarin men zelf
geen afgeronden zin legde, maar waarvan de
toekomstige wetgever den zin eerst zou heb
ben vast te stellen."
De heer De Savornin Lohman heeft dit artikel
van de Standaard ovor de ongrondwettig
heid van do kiesrechtontwerpen beant
woord. Hy gaat den loop der zaken na in do
zittingen der Tweede Kamer, toen art. 80 aan
de orde was, en herinnert, dat het amendement-
Van Houten, waarin alles aan den gewonen
wetgever werd overgelaten, werd afgestemd.
Daaruit bleek z. i. dat de Kamer zich niet
veroenigde met do zienswyze, dat alles uit
art. 80 kon gehaald worden, en dus wel
dogeiyk waarde hechtte aan de verklaring
van den minister, dat het grondwetsartikel
bijv. verbood als eisch alleen te stellen lezen
en schryven.
Ik zal my overigens", aldus besloot de
he- r Lohman, „nu niet verdiepen in de quaestie,
wat art. 80 der grondwet beduidt. Doch „nu
ik i och aan het woord ben", eene enkele vraag
Mag de Kamer alles doon wat zy kan?
Elk jaar wordt haar eene begrooting van do
rentebetaling dor Noderlandsche schuld voor-
gi kgd. Zy kan die afstemmen. Mag zy dit ook?
Indien de Grondwet zoide: alle zwartharige
rr.enschen zyn kiezers; de wet bepaalt wat
voor zwartharig te houden zy: mag dan
do wetgever bepalenvoor zwart haar wordt
gehouden alle haar, dat niet spier wit is?
Als de Grondwet zegt: de wet bepaalt de
kei.teekenon van „wolstand", mogen dan
zulke teekenen worden aangenomen, die ook
p.'.&sen op gevallen, waarin Diemand, die Hol-
landsch verstaat, van „welstand" spreken zal?"
De vraag omtrent witte en zwarte haren
beantwoordt de Arnh. Grt. als volgt:
„Wy zouden zeggenja zeker. Als mén
blykbaar van de onderstelling uitgaat, dat de
Grondwetgever krankzinnig was, toen hy eene
bepaling vaststelde, dan mag de wetgever do
gevolgen van deze daad van krankzinnigheid,
zoover in zjjne macht is, zoo onschadelijk
mogelijk maken."
Gemengd Nieuws.
By eone Donderdag te Cambridge
gehouden hardrydery op schaatsen heeft de
Nederlandscho amateur-wereldkampioen Eden
woder een eersten prys behaald; een andere
Haarlemmer, de heer Houtman, verwierf den
derden prys; de tweede werd behaald dooi
den Engelschman Aveling. Er werd gereden
op eene baan van */4 Engelsche myl.
Hoden (Zaterdag) wordt de Prins-van-Oranje-
cup vorreden. (Hacfl. Crt.)
By het station Nymegen heeft
gisterochtend eene botsing plaats gehad tus
schen twee goederentreinen, waarvan de een
stilstond. Persooniyko ongelukken kwamen
niet voor, doordien de machinist en de stoker
van den rijdenden trein bytyds van de machine
sprongen en ongodeerd terechtkwamen.
De andere trein editor werd over eene draai-
schyf gedrongen, welke een weinig schuin
gedraaid was, zoodat de rails niet aansloten
en de locomotief omviel. Een goederenwaggon
werd door den schok op de locomotief ge
worpen en geraakte in brand. De wagen ver
brandde.
Do „Zutph. Ct." bevat het vol
gende verhaaltje. Indien 't niet waar mocht
zyn, dan is het althans aardig gevonden.
Tooneel: Station Utrecht.
De trein van 5.20 naar Nymegen staat op
het punt van vertrekken.
Tweo heeren willen in oen lste-klasse coupé
instijgen.
A. Na u, mynheer!
B. Pardon, na u.
A. Neen, u eerst.
Conducteur: Klaar, uit den weg daar!
De trein rydt plotseling weg en de beide
heeren staan hem op het perron na te kyken.
A. De duivel halo u, mynheer! Door uw
vervloekte overdroven beleefdheid heb ik den
trein gemist.
B. Voor geen honderd gulden zou ik den
trein willen missen, en nu gaat u mo nog
beloedigen op den koop toe. Je bent een ge-
meeno vent!
A. Jy bent een lomperd!
B. Ezelskop!
Stationschef: Heerenals u ruzie wilt maken,
dan moet u naar buiten gaan.
De beide heeren kyken elkaar woedend aan,
enwachten op don volgenden trein.
De arr.-rechtbank te Zwolle deed
uitspraak in do zaak contra den heer Boele,
te Kampen. Deze is veroordeeld tot f 25
boete of 14 dagen hechtenis.