DAGBLAD.
U\ 10099.
J^üaanda.o' 23 Januari.
A0.1893.
Qeze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit noiumer bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
Kiizerilzi.
Leiden, 21 Januari.
Fei Till eton.
MARIE.
PRIJfl DEZER COURANT»
Voor Leideu p»r I auAndeaf 1.10.
Fraaco por poot1.40.
Afsooderiyk* Nomcaers0.05.
PRIJS Dia ADVERTENTIÊN:
Tab 1I rtg«U f 1.05. lodere rog el m**r /0.1T|.
GrooWr* letUr* baat plaats roimU». Voor bot
tri run» won bolton Ao oud wordt ƒ0.05 borokood.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 18 van KOceriki.
In eene talrijk bezochte vergadering
der afdeeling Leiden yan den Nederlandschen
Protestantenbond, gisteravond in het Nuts-
gebouw alhier gehouden, besprak prof. dr.
W. C. Yan Manende waarde van den Bybel.
Zyne bevspreking, als eene inleiding tot een
debat, bepaalde zich tot een viertal stellingen,
welke achtereenvolgens werden verklaard,
uiteengezet en verdedigd.
Allereerst: „de vraag naar do waarde van
den Bybel is eene noodzakelijke vraag," wat
met 't oog op de sinds een 30-tal jaren al
scherper gevoerde bybelcritiek nader aange
toond werd.
Daarna werd uiteengezet dat „de waarde
van den Bijbel voor ons niet dezelfde is als
voor onze vaderen"voor dezen was de Bijbel
Gods woord, een handboek als 't ware voor
natuurkunde en sterrenkunde enz., een zegel
voor geloot en leven, het boek van den gods
dienst, terwijl wij, zei spr., in hun zin den Bijbel
niet meer Gods woord noemenmeenen, dat de
wetenschap ons tot andere resultaten gebracht
heelt, dan die in den Bijbel worden gehuldigd
dat niet alles wat in den Bybel voorkomt,
richtsnoer voor geloof en leven kan zijn,
terwijl ook uit andere geschriften de geest
van den godsdienst tot ons spreekt.
„Toch heeft de Bijbel groote waarde voor
ons," zoo luidde do 3de stelling en dat wel
uit historisch, aesthetisch en religieus oog
punt; wij leoren er uit, wat de historie be
treft, wat wij van elders niet kunnen ver
nemen en de geschiedenis van den Bijbel
heeft ook voor ons vormende kracht; uit
aesthetisch oogpunt bevat de Bijbel stukken,
zóó schoon, dat wij elders tevergeefs naar
producten van uitnemender waarde omzien,
terwijl de literatuur telkens weer bij den
Bijbel ter markt gaat, om met zijno schoonste
gedachten hare voortbrengselen te verrijken
uit religieus oogpunt, waar wJJ In den Bybd
vinden, wat tot onze stichting kan dienen, wat
ons zedelijk gevoel in ons aankweeken en
versterken kan, wat als eeuwige waarheid
blijft spreken tot elk menschengemoed.
Eindelijk lichtte de spreker de 4destelling:
„de Bybel heeft die waarde voor allen zonder
onderscheid, maar niet voor allen in dozelfde
mate," nader toe, met te zeggen, dat, terwijl
in den Bijbel stof tot vertroosting, opbouwing,
enz., voor ieder aanwezig is, die stof te rijker
wordt en te zuiverder, naarmate de mensch
meer vatbaar is om zo daarin te vinden en
er van te genieten.
Bij het daarop gevolgd debat, of liever bij
de opmerkingen, welke verschillende sprekers
aan het gesprokene toevoegden, gelijk ook
uit het woord van den referent zeiven, bleek
ten slotte dat allen eenstemmig waren in
den lof, welke aan den Bijbel was toegekend,
en in de waardeering van dat book van den
godsdienst bij uitnemendheid, waarbij de
wensch werd gevoegd dat allen zoo veel moge
lijk mochten doen om dien Bijbel beter te
doen kennen en waardeeren.
Na eenige jaren afwezigheid zal de heer
L. J. Yeltman in den schouwburg alhier
Maandag a. s. weer voor het voetlicht treden.
Hij was, evenals elders, ook hier steeds een
gevierd acteur. Toen hij onlangs to Amster
dam zijn 70-jarig jubileum herdacht, vielen hem
tal van huldebewijzen ten deel. Zijn portret
werd zelfs in het Rijks Museum geplaatst!
De Amsterdamsche bladen wijdden uitvoerige
artikelen aan hem. Te Haarlem ontving hij
vervolgens eveneens warme blijken van waar-
deoring. Hier tor stede zal deze grijze priester
der kunst de rol vervullen van Quilp in „Nelly",
van Dickens.
Gelijk reeds gemeld werd, heeft de heer
Arnoldi de Nederlandsche Opera als bas-solist
verlaten en zich om gezondheidsredenen bui
tenslands begeven. Sedert heeft naar wy
vernemen de heer J. G. De Groot, diroc-
tenr, den heer Johan Schmier, den vroegeren
bas solist van denzelfden troep, thans te
Parys verblijvende, uitgenoodigd om de open-
gekomen plaats weer te vervullen. De heer
Schmier was daartoe besloten, doch men
schijnt het ten slotte niet eens te hebben
kunnen worden wat zyn voorwaarden betreft,
waardoor van het wederoptroden des heeren
Schmier niets is gekomen. Thans is de heer
Galesloot geëngageerd.
VSrü vestigen de bijzondere aandacht op
eeno advertentie, welke in dit nummer van
ons blad reeds voor de tweede maal prijkt:
zij behelst het bericht, dat de Leidsche afdee
ling der Maatschappij tot Bevordering der
Toonkunst Vrijdag-avond, 27 Januari a. s.,
zal uitvoeren de „Missa solemnis" van L Van
Beethoven, zonder eenigen twijfel het meest
verheven, het imposantste koorwerk, dat ooit
geschreven werd. In een onzer volgende
nummers hopen wy uitvoeriger over dit werk
te zijn. Wy wilden nu 6lechts tijdig eene
waarschuwing plaatsen, opdat niemand,die
oenigszins voor ware kunst iets gevoelt, den
avond van Vrijdag a. s. voor iets anders
bezet houde dan voor het concert van
Toonkunst.
Morgen zal in de R.-K. Kerk van O. L. V.
Hemelvaart (Haarlemmerstraat, bij de Haven)
onder de plechtige Hoogmis, te halfelf, hot
nieuwe orgel in gebruik worden genomen.
Prof. dr. C. P. Tiele te Leiden heeft uit
Amerika eene uitnoodiging ontvangen tot het
houden van een cursus van lezingen over
godsdienstwetenschap in verschillende steden
van Noord-Amerika, om daarmede eene reeks
van zulke cursussen te openen, welke men
zich voorstelt jaarlijks te doen volgen. Om
der wille van zijn Rectoraat heeft hij gemeend
zich althans voorloopig hiervoor niet beschik
baar te kunnen stellen. Minerva
H. M. de Koningin-Regentes werd gister
avond by Hare aankomst in den Haagschen
Koninklijken schouwburg, alwaar zy de voor
stelling van „Het Nederlandsch Tooneel"
met Hare tegenwoordigheid vereerde, ont
vangen door de heeren L. Wicher, lid van
den raad van beheer, en K. F. Van Byle-
velt, administrateur der Koninklijke Vereeni-
ging to 's-Gravenhage.
Na eenige oogenblikken in het met prach
tige bloemgroepen gevulde hofsalon te hebben
vertoefd, trad M. te 9 uren de Koninklijke
loge binnen, onder de tonen van het Wilhelmus,
naar de oude toonzetting door het orkest
aangeheven, welke hymne de hooge bezoekster
staande voor de balustrade der loge aan
hoorde. Het talrijke publiek was by de entrée
van H. M. van zijne plaatsen opgerezen.
Het eerste bedrijf was juist afgespeeld en
dadelijk nadat de Regentes had plaats ge
nomen, ging het scherm omhoog voor het
tweede bedrijf van Erkmann-Cbatrians too
neelspel „Vriend Fritz."
In Hr. Ms. loge was aan hare linkerzijde
in eene Japansche vaas een met oranjelinten
gegarneerde bouquet met geurige bloemen
geplaatst.
In de loge op den eersten rang, onmiddel
lijk grenzende aan die voor do Vorstelijke
personen, werden opgemerkt mevrouw de
baronesse Van Hardenbroek, grootmeeste-
resse; luit.-genoraal graaf Dumonceau, chef
van het Militaire Huis, en de dienst van
H. M. bij dit bezoek: adjndant-majoor Van
Grovestinsde kamerheer H. "W. J. E. baron
Taets van Amerongen en de ordonnance-
officier, luit Boreal.
H. M. droeg een zwart kanten kloed, waarop
diamanten tooisels schitterden.
Het programma der voorstelling werd Haar
in eene fraai gebonden portefeuille aangeboden.
De geheele verdere voorstelling van „Vriend
Fritz" en ook hot drama in één bedrijf in
verzen „Hot Paternoster", van Francois Cop-
pée, vertaald door mr. H. Cos man, werd door
H. M. bijgewoond.
Te 11'/» uren was de voorstelling afgeloo-
pen en verliet do Regentes, onder het spelen
van het Wilhelmus, wederom in oude toon
zetting uitgevoerd, den Schouwburg.
In de gisteren te OegsJgeest gehouden
openbare zitting van den gemeenteraad werd
de nieuwbenoemde secretaris, de heer A.
Blankestijn, beëedigd en geïnstalleerd. De
voorzitter wonschte hem van harte geluk
met deze onderscheiding en meende do tolk
te zyn èn van het college van B. en Ws. èn
van den Raad, als hy beweerde dat de nieuwe
titularis hier de rechte man op de rechte
plaats was en dit dan ook met daden zou
toonen, waaruit zou blijken dat de Raad van
Oegstgeest eene goode keuze had gedaan;
waarop de hoer Blankestijn zijn hartelljken
dank betuigde.
Tot predikant bij de Ned.-Herv. gemeente
van Woubrugge is beroepen ds. J. M. Conradi,
pred. by dezelfde gemeente te De Lier.
Door de afdeeling Bodegrave en Omftre
ken der Hollandsche Maatschappij van Land
bouw is een adres van adhaesie met het
schrijven van de afd. Alfen-Oudshoom-Aar-
landerveen derzelfde Maatschappij, in zake
mond- en klauwzeer, gezonden aan den minister
van binnenlandsche zaken.
Bedankt is voor Baarland door ds. M.
Buchli Fest, te Hillegom.
Door de Koningin-Regentes is f 300
geschonken aan de commissie te Urk voor
de behoeftige typhuslijders en hunne huisge
zinnen aldaar.
Aan de universiteit te Amsterdam is
bevorderd cum laude tot doctor in de rechts
wetenschap, de heer G. v. Tienhoven Jr.,
geb. te 's-Gravenhage, op proefschrift: „Wet
telijk totaal-verlies van beschadigde schepen."
De heer Geertsema, laatstelijk Commis
saris der Koningin in Overijsel, heeft thans
zijne woonplaats te 's-Hage gevestigd.
De kapitein intendant C. F. Ouwerling
is aangewezen om op te treden als loeraar
aan de Hoogere Krijgsschool.
16.)
„Dat zal wel gaan", begon Max haastig.
„WO komen."
„Nu, neem het dan voor lief', zeide de
gastheer tot zijn vriend, toen de hos
pita vertrokken was; „je kwam zoo onver
wachts, dat je tot je straf weinig te eton
zult krygen."
„Tot myne straf? Nu, dan was ik liever
weggebleven!" lachte Karei.
„Nu, voor je loon dan", zei Max spottend,
„en tot je straf zal ik eene fiesch champagne
opentrekken om te drinken op onze vriend
schap en de kunst."
„En op Willem Van der Lee, je aanstaan
den compagnon", vulde Karei aan.
VI.
Op een mooien Aprildag verliet Max Van
Wynbergh de stad zijner inwoning om zyn
medewerker op te gaan zoeken. De reis was
vry vervelend; wel had hy nu en dan een
treffend gezicht op een Goldersch dorpje,
maai' voor het overige snoof de trein door
vrij eentonige streken.
Max zegende dan ook het oogenblik, toen
hy omstreeks elf uren het station van W.
bereikt had, de stad, waar de heer Van der
Lee woonde.
Reeds vroeger ofschoon lang geleden
was hy ook eens in dit nette stadje geweest,
zoodat hij zich door zijne vage herinnering
van toen liet leiden, om de Hoofdstraat te
vinden, het doel zyner reis.
Zijne memorie speelde hem echter leelyke
partenhy was genoodzaakt toch naar don
weg te vragen, en dat wel, zooals bleek, toen
hy een grooten afstand te veel had afgelegd
en dus het langverbeide oogenblik, waarop hy
zyn medewerker zou ontmoeten, onnoodig
verschoven had.
Eindelyk bereikte hy de Hoofdstraat en
zocht nu met groote oplettendheid naar het
huisnommer, dat de heer Van der Lee hem
opgegeven had, daar deze, naar hij geschre
ven had, door eene hevige rheumatiek sinds
eenigen tijd niet kon loopen, zoodat de heer
Van Wijnbergh zelf maar het huis moest
opzoeken, waar hy ten allen tyde welkom
zou zyn. Weldra vond hy het opgegeven
nummer, een net huis, al was het niet van
de grootste. Met een fikschen ruk haalde Max
de schel over, daar zyne begeerte om zyn
medewerker te zien, lelkens grooter werd.
De deur werd geopend eene schoone
dame van omstreeks twintig jaren stond vóór
hem. Max was overbluft.
„Is", zoo begon hy min of meer blozend,
„is mynheer te spreken, juffrouw?"
„Wien mag ik zeggen, dat er is?" vroeg
het meisje hem openhartig, terwyi hare oogen
tot in zyne ziel doordrongen.
Haastig reikte Max zyn kaartje over.
„Ah!" zeide het meisje, „de redacteur van
„Lucifer." O, kom u binnen, pa heeft u al
eerder verwacht."
„Pa", herhaalde Max in zichzelven, toen hy
de deur intrad; „wat eene vreemde verras
sing", dacht hy er by.
„Wil u hier plaats nemen, mynheer", zeide
het meisje weer, toen zy eene kamer opende,
biykbaar hot studeervertrek van haren ouden
heer, „ik zal even aan pa vragen wanneer
hij komt; want het gaat niet gauw, weet u!"
En meteen verdween de liefiyke gestalte
weer door de deur.
Max bleef nog lang dien kant uitstaren
hy dacht om zyn heelen medewerker niet
meer, het schoone meisje had eensklaps zyn
gansche denken ingenomenalleen naar
haar verlangde by weer. ^Velk een zalig ge
voel hier te wonen: by zulk een aanvallig
wezen moest men dich'.er worden, of men
wilde of niet. Vreemd! Nog nooit had een
vrouwelyk wezen zoo'n indruk op hem ge
maakt; het was hem of hy ineens een nooit
gekend geluk ontmoet had. Welk eeno slanke
leest, hoe fijn die mond, hoe schalks die
oogen, hoe vol gratie iedere beweging! Myn
heer Van der Lee, ik had u al lang eerder
bezocht moeten hebben.
Eene zondige gedachte sloop Max in het
hart. Hy hoopte dat do rheumatiek zóó ver
ergerd mocht zyn, dat zyn medewerker voor
loopig nog niet kon komen natuuriyk moest,
dan diens dochter zoolang de honneurs waar
nemen en
De deur werd geopend.
„Pa vraagt nog een kleinen tyd om excuus,
mynheer! U hebt er toch niets op tegen,dat
ik u zoolang gezelschap boud?"
„O volstrekt niet, integendeel, het zaV'
my hoogst aangenaam zyn."
„Nu, dan zal ik plaats nemen", hernam
het meisje, terwyl zy zich aan de overzyde
der tafel neerzette.
Max scheen een oogenblik verstomd: wat
lief gelaat, hoe fijne lynen, al lag er ook
een sentimenteel trekje op, dat een vreemd
contrast met do opgewektheid der schoone
vormde.
(Wordt vervolgd.)