S. Kohier, Denver; naar DuitschlandMau- werits, Duisburg; Santé Modena Co., Keulen. In de nalatenschap van barones Van der Goltz, onlangs te 's-Gravenhage over leden, bevindt zich, naar de „Haagsche Crt." vernoemt, de gouden boker, welke na den tocht naar Chatham aan Michiel Adr. De Ruyter word vereerd. Welke bestemming de eigenares aan dat kostbare stuk gegeven heeft, is nog onbekend Beroepen is bij de Remonstrantsche gom. te Gouda dr. B. Tideman Jz., te Haarlem. Naar men verneemt, hebben,-wegens het door de officieren ingediend ontslag, ook de onderofficieren van de artillerie schutterij te 's-Gravenhage, voor zoover zy -.niet meer schutterplichtig zijn, besloten hun ontslag te- nemen. De inspecteur van financiën by het loods wezen, de heer F. C. Haaneboek, zal naar het flütr. Dol." verneemt wegens lichaams gebreken, den dienst met pensioen verlaten. De minister van binnenl. zaken heeft, het houden van markten van herkauwende (lieren en varkens in de gemeente Gorkurn yoorloopig verboden. Naar men verneemt, zyn de heeren Sabron, adjudant van den minister van oorlog, Van Hasselt, administrateur van dbHollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij, Cluysenaer, directeur-generaal van de Maatschappij tot Exploitatie der Staatsspoorwegen en Engeringh, hoofd van den dienst van laatstgenoemde maatschappij, benoemd tot ridder van het Legioen van Eer. Naar het „Utr. Dagblad" verneemt, heeft de directeur-generaal der „Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen" een rond schrijven gericht aan het personeel, waarin allen, hoofdambtenaren, ambtenaren 011 min deren, worden aangespoord, de grootste zuinig heid te betrachten, die met eene goede uit oefening van den dienst bestaanbaar is. Wanneer het personeel zich daarvan doordrongen toont, dan. zal door den .directeur-generaal worden overwogen, of met 1 Juli a.s. tot verhooging van bezoldiging kan worden overgegaan. De omvang van dezen, ook door den direc teur-generaal zeer gewenschten, maatregel zal afhangen van de toewijding van het per soneel. Gemen IV leuws. Onze vroegere stadgenoot dc heer Godefroy, de bokonde Afrika-reiziger, nu sedert eonigen tyd als sigarenhandelaar te Amsterdam gevestigd, is aangezocht dooi de commissie van do Wereld-Tentoonstelling ie Chicago, om met een door hem bijeen te brengen gezelschap inboorlingen van Afrika de bedoelde tentoonstelling te bezoeken en aldaar voorstellingen te geven. Aan de te Hoofddorp gehouden hardrijderij op schaatsen door heeren boven de 1,8 jaren, namen er 36 deel. De 1ste prijs, een gouden remontoir-horloge, werd behaald door J. N. Lemmerzaal, te Kage; de 2de prys, een zilveren remontoir horloge, door G. Willemse, te Haarlemmer meer; do 3de prijs, een wekker, door J. P. Smit, te Haarlemmermeer. Een woord van lof mag niet onthouden worden aan het bestuur der IJsclub „Haar lemmermeer", voor de goede zorgen, aan de ijsbanen besteed, en aan commissarissen voor de handhaving der goede orde. De wedstrijd werd door een talrijk publiek bijgewoond. Een bfj veleHagenaars bekend type is dezer dagen van het woreldtooneel verdwenen. De gebrekkige man toch, die sinds 50 jaren op den Ryswykschen Weg, naby de uitspanning „Het Witte Paard," in zijn rolwagentje zat te bedelen, is overleden. Hij was 63 jaren oud. Voor het gerechtshof te 's-Gra venhage werd ih hooger beroep behandeld de zaak van den 51-jarigen arbeider W. In 't V., te Schenkeldijk, door de rechtbank te Dor drecht tot 18 maanden gevangenisstraf ver oordeeld, wegens het opzettelijk toebrengen van een messteek aan zijn schoonvader, die, naar hij beweerde, zjjne dochter mishandelde, en die op 17 September overleed. De eisch was thans 4 jaren, terwijl het O. M. te Dor drecht 3 jaren had geöischt. Mensohelyke ellende. In de Boerensteeg te Amsterdam een armoedig steegje van den Kloveniersburgwal, de Hoog straat en Bethaniönstraat woonde op eene kamer eene vrouw, die met hare zeven kin deren door haren man, die als schuitenvoerder zonder werk was, hulpeloos was achtergelaten. Doof de buren werd deze vrouw in hare wo ning aangetroffen in den erbarmelijk sten toe stand, waarin koude en gebrek een gezin brengen kunnen. In het overigens van alle meubels ontblooto vertrek zat op den eenig overgebleven stoel de arm© vrouw, verkleumd en uitgehongerd ter neer, bijna geen klèeren aan het lijf; het jongste kind, 8 maanden oud, geheel naakt in hare armen, omdat ze het nog zooveel mogelijk tegen de koude be schutten wou! De vier an'dören, waarvan de oudste elf jaren, was zoo dicht mogelijk tegen de moeder aangekropen. De honger en de ontbering van allerlei aard hadden reeds zoozeer hun invloed doen geiden, dat het eenige moeite kostte om de arme uit den staat van verdooring, waarin zij verkeerde, te wekken. Er werd dadelijk naar do politie gezonden, en de commissaris der eerste sectie liet niet lang op zich wachten. Spoedig'was er wal voedsel aanwezig, een kacheltje werd neer gezet en terstond aangelegd. Ook liet de com missaris de noodige kleedingstukken kóopen. Onder de gemeente Moer bok e, nabij bet gehucht Pereboom, heeft eene poging tot moord plaats gehad. Van twee vrienden, die oneenigheid kregen, heeft de een den ander met revolverschoten doodelijk gewond. Één kogel trof don verslagene onder den arm, één in het been en een derde ging door den kiel. Te H a u1e (Ooster) in Friesland was 't hardrijderij. Een 13-jarige knaap reed in snelio vaart tegen den telegraafdraad, welke tot afschutting diende van de hardrydersbaan. I-iy viel achterover en kreeg eene hersen schudding, welke den dood ten gevolge had. Het gorechtel Ij k onderzoek naar aanleiding van hot overlijden des heeren Per- zina, in leven stalmeester in den „Circus Carré", te Amsterdam, schijnt nog niet go- eindigd. In do laatste dagen althans zijn enkele personen, betrokken bij het bekende voorval tijdens eene uitvoering in den circus, dooi den rechter van instructie in verhoor genomen. K. N ij land, van Hauler w \j k, is door de Heerenvoensche rechtbank veroor deeld tot eene maand gevangenisstraf wegens boleediging der Koningin. Hij had, gelijk men weet, in eene openbare vergadering de Koningin eon „smoarig famke" genoemd. Uit 's- Hor togen bosch meldt men aan „De Tfjd", dat in een lokaal, waar Zater dagavond de beau mondö bijoen was, een officier beleedigd werd en dat een duel op .die beleediging volgen zal. Onder Hoogwoud heeft een 2-jarig kind uit een pot met kokende koffie gedron ken en is, na hevig lijden, gestorven. In Friesland werden Donderdag jl. 28 wedstrijden op 't ijs gehouden Herinnering aan Koning "Wil lem III. In buitenlandsche bladen wordt de volgende aardige anekdote over wylen Z. M. Willem III medegedeeld:" Van uit het chalet in het Soerensche bosch was de Koning gewoon het kamp te Mill in gen, dat een uur van daar verwijderd is, met zijn kijker waar te nemen. Het chalet is een van de hoogste punten; de Koning kon de troopenbewegingen volgen en verscheen soms op het alleronverwachts in. het kamp. Ik diende toen, in 18S2, als milicien bij het 4de regiment, dat te Millinger. gekam peerd lag. Het regende dien zomer byna iederen dag; de heide stond vol plassen, welke het zand niet verzwelgen kon. De compagniestraten waren slooten geworden; als de cavalerie manoeuvreerde, spatte het water bij eiken hoefatap omhoog. Tegen zulke barbaarsche regens is het linnen der tenten niet bestand, maar gaat doorlekken; boven dien raakt de bodem doorweekt en al spoe dig deelt de nattigheid zich mede aan het ligstroo. Voeg daarbij, dat de regens het zoo wel overdag als 's nachts knap koud maak ten en dat de arme soldaatjes, slechts door ééne deken bedekt, op hun vochtig stroo lagen. Het was een hondenleven. Op zekeren dag kwam Z. M. onverwachts in het kamp en inspecteerde de tenten. Daar had men het leven gaande! Er werden harde noten te kraken gegeven en de kwade bui van Z. M. verbeterde er niet op, toon by het exereeeren niet alles naar wensch ging. In onze compagniestraat stonden wij in het gelid, toon opeens de commando'sgeeft acht, schoudert 't geweer! presenteert 'tge weer! elkander opvolgden.Daar was het! Eene zware figuur in eene van goud en orde- teekenen schitterende uniform kwam tusschen de rijen tenten doorgereden en naderde. "Wy stonden oei loos efi Tiaüdeu liet hart niet, ter zijde te wyken. Ik zag ook niets, dan den vorm van een paard, wat blauw, veel goud, eene groote- witte pluim en een breed, rond gelaat. Ik had spoedig gelegenheid beter te zien De Koning liet zyn paard een paar stappen voorwaarts doen en stond nu recht voor myne plichtmatig voorwaarts gerichte oogen. Ik moet er op dat oogenblik allerakeligst hebben uit gezien, want opeens hoorde ik uit den konink lijken mond: „Do laatste man uit het gelid" dat was ik! „zietor beroercl uit! Krijg je niet génóeg te eten Deugt de ménage niet?" - Ik stamelde, dat do voeding goed was. „Zyn de dekking en het ligstroo voldoende?" Ik herinnerde ray de ongelukkige nachten van koude en vochtigheid en antwoordde, dat wij des nachts kou leden en een tweede deken ons zoer welkom zou zyn. Toen ik tot klaai !>esef van myne stoutheid gekomen was, was Z. M. verdwenen en horden wy "hem achter de aangrenzende tenten. Maar den volgenden dag kregen wij nieuw ligstroo en een tweede deken. Bovendien word ons bekend' gemaakt,' dat het Z. M. behaagd had ons een oxtra-mdaltyd aan te bioden, bestaande uit 'erwtensoep met spek. Wy' lieten ons do soep èn het spek smaken, kropen des avonds heeriyk in ons droog stroo en trokken ons de twee dekens over de oor'en. Van dit laatste genot eigende ik my natuur lijk de eer toe. „Ja, meneer," zeide my een jaar geleden een arbeider, een oud man, dien ik in de Soerensche bosschen ontmoette, „zoo was hij goed voor den minderen man en best voor de soldaten, maar de officieren kon hij wel eens negeren. Die hadden het niet op 'cm." De groote Parysche gevangenis, waar de beklaagden tydons de instructie hunner zaak gedetineerd worden, heet, gelijk men weet„Mazas." Hoe komt het gebouw aan dien naam? Een dapper soldaat van de 1ste republiek en het 1ste koizerryk heetó Mazas. Aan 20 gevechten, 3 geregelde veldslagen en 1 beleg nam hy deel en sneuvelde als kolonel op het vermaarde slagveld van Ansterlitz, waar Napoleons ster haar hoogtepunt bereikte. Om zijn heldenmoed had de keizef hem eens „le Brave" genoemd en by een decreet van Decem ber 1806 werd om zyne nagedachtenis to eeren een der pleinen van Parys naar hem genoemd. Het is eene droevige ironie van 't lot, dat de gevangenis aldaar in den volksmond den naam kreeg, oorspronkeiyk aan het plein ge schonken. „Hy verdient Mazas" of „hy is Mazas waardig" luidt tegenwoordig als eene leelljke beschimping, terwijl hot toch de naam van een dapper vaderlander is, die aldus wordt misbruikt. In Colorado kwamen door eene mynontploffing 27 mynwerkers om. By opgravingen in Egypte heeft de hertog van Dino do overblyfselen van de heilige stad Holiopolis aan het licht gebracht. Tan den wal In de sloot. Voor de rechtbank te Utrecht hebben deze week terechtgestaan J. K. en J. v. N., wonende te Nieuw veen en Zevenhoven, be klaagd van mishandeling van oen ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening zyner bediening, te Zevenhoven op 9 Nov. jl. ge pleegd. De toedracht dezer zaak, door verhoor van een groot aantal getuigen charge en a décharge, alsmede door de pleidooien van O. M. en verdediger van zeer langen duur, kwam volgens den eersten getuige, den „mis handelden" veldwachter De Bruin, hierop neer, dat hy beido bekl., in een rytuig (karretje) op veeren gezeten, bekeurd bad wegens het in stryd met de politie-verordening ryden zon der lichtgevende lantaarn by avond. Hy stond naast 't paard, maar den indruk krijgende, dat de 1ste bekl., die de teugels in handen ge nomen had, hem in de nabyzynde sloot wilde ryden, was hy ter zyde gegaan, waarop het paard (een hit), door de teugels achteruitge trokken, met rytuig en daarin zittende perso nen te water geraakte. Beide bekl. waren er echter spoedig uit, waarna de 1ste bekl. op hem toekwam, hem wilde noodzaken het rytuig uit 't water te halen en hem daarby aangreep, schopte en sloeg, na korten tyd daarna byge- staan door don 2den bekl. Op hulpgeroep waren menschen komen toeschieten, en toen een dezer hem gewaarschuwd had om weg te gaan, had hy, onder den indruk, dat hy wel eens klappen zou kunnen krygen, het op een loopen gezet. Yéér hy zijne getuigenis aflegde, haa de veld wachter aan de rechtbank, blijkbaar tot dezer eigen verbazing, een geschrift overhandigd, door hom opgestold, en het verzoek inhou dende, dat het der rechtbank behagen mocht nadat aan eene vroegere zaak betreffende deze bekl. geen gevolg was gegeven deze zaak r.n eens krachtig aan to vatten, wijzende hy in 't belang daarvan op bekl.'s weinig goede eigenschappen op het gevaar, dat hy (getuige, hoofd van een talrijk gezin) steeds in zyne gemeente liep, in welken indruk van vrees hy nog onlangs bevestigd was door de ver klaring van een mede-ingezetene, en op meer nog. Volgens do verklaring der beklaagden had do zaak zich heel anders toegedragen. De veldwachter had hen terecht bekeurd, en dat inziende hadden' zy dan ooit dadeiyk aange boden om" die zaak door betaling van f 3 af re doen. Daarvan wilde hij echter niet weten, maar had het paard by den kop gegrepen, waardoor dit, ten spijt van dés vqenpans „vort, hit!" achteruitgelopen was; gevolg hiervan was, dat alles te water gefaakte. De 1st© bekl.,er uit gekomen, had dan ook den veld wachter, de oorzaak van 'c ongeval, gesom meerd om er don boel nu ook uit te halen, aan welke sommatie hij eenige kracht had bygezet door hem by den kraag te nemen en hemzoo naai- de plaats des onheiis te brengenaan die sommatie had ook de 2de bekl. meegedaan, maar van schoppen en slaan was geen sprako geweest. Integendeel, «ie veldwachter had den lsten bekl. met zyn stok geslagen. Volgens den veldwachter was dit uit tegen weer geweest by een tweeden aanval. Nadat de vele getuigen a charge en a décharge deze verschillende verklaringen be vestigd hadden, achtte de off. van justitie uit het verhoor bewezen, dat van schoppen door den lsten bekl. niet was gebleken, en ook niet van slaan door den 2den. Bleef dus over aangrypen en slaan door den eersten, aan grijpen alleen door den tweeden bekl., en wel van een ambtenaar gedurende de recht matige uitoefening zyner bediening. Tot deze qua'lificatie kwam spr. na eene breed e uiteenzetting der zaak, waaraan by nog toe voegde, dat het te water geraken van't rytuig de bevestiging was van 't spreekwoord van 't graven van een kuil voor een ander'; ver volgens wees hy op enkele door getuigen ge hoorde uitdrukkingen, die bekl.'s'schuld be vestigden, zoodat hy ten slotte beider schul digverklaring eischte, benevens gevangenis straf: van eene maand voor J. K. en rab veertien dagen voor J. v. N. Als verdediger voor bekl. trad mr. Vogel sang op. Deze ving zyn pleidooi aan met het uitspreken zyner Verbazing over de merk waardigheid, werkelyk eene noviteit, dat een getuige, een veldwachter, zyn proces-verbaal, zyne getuigenis nog meent te moeten ver sterken door indiening van een geschreven stuk, waarin hy, met een beroep op't slecht gedrag der bekl., op zijn eigen levensgevaar, op zyne vrouw en kinderen, op zyn moed, enz., enz., der rechtbank verzoekt, deze zaak toch eens flink ter hand te nemen. Na hier over lang uitgeweid te hebben, zeer twyfelend aan don moed van den veldwachter, die onutr den indruk van klappen te zullen krygen het op een loopen heeft gezet, alsmede aan ci6:i ernst en de waardigheid van dien ambtenaar, die herhaaldelijk blyken gaf van slechts onder indrukken te handelen, oestreed pleiter ue meening van het O. M., dat hier schuld zo a aanwezig zyn. De bekl. erkenden't recht van den ambtenaar om hen te bekeurenzy wilden na eene vergeefsche poging om de zaak da- deiyk af te maken, doorryden, doch raakten door de houding of handeling van den amb tenaar in de sloot, en nu was 't zeker niet goed, maar toch verklaarbaar, dat de lste bekl. hem wilde meehebben naar den kant van 't wat-er om daar 't boeltje eens aan te zien. 't Komt er nu maar alleen op aan, hoe dit gebeurd is. Er op wyzende, dat van den lsten bek!, daaromtrent maar weinig, van den 2den in 't geheel niets misdadigs was gebleken, niets bewezen was van een gewelddadig aangrypen, vertrouwde pl., dat de rechtbank zou komen tot vrijspraak voor J. v. N. en, waar niets gebleken is van in vereeniging te hebben gehandeld, tot eene kleine straf, eene zeer geringe geldboete voor J. K., ook met 't oog daarop, dat er toch reeds veel schade is aan paard en rijtuig, en beklaagden zelf gewelddadig bejegend zyn. De uitspraak werd bepaald cp Maandag 16 dezer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 10