IPerso verzicht. Hebben zeer velen in deze korte winter dagen welke gelukkig door hun ys en sneeuw menigeen nog een stukske brood ver schaffen te klagen over te weinig arbeid of totaal gemis van werk, de heoren jour nalisten, in gewonen of buitengewonen dienst van de Koningin der Aarde, leveren er ook in dit seizoen talrijke bewyzen van, dat wer keloosheid hun lot of deel niet is. Die arti kelen- en artikeltjes-schrijvende hoeren zorgen er steeds voor dat wij voor ons overzicht overvloed van stof hebben, welke ons wel eens verleid méér te geven dan strikt genomen met het oog op onze plaatsruimte mag. Ten einde nu mot al onze lozors goede vrienden te blijven, zullen we de groote arti kelen zooveel mogelijk bekorten en ookel dat gene or uit modedeelen, waar het vooral op aankomt. Verblijdend is hetgeen een ingezonden stuk, waarvoor „men" plaatsing verzocht aan de Haagsche Crt., to lezen geeft omtrent het krankzinnigengesticht in de re sidentie. Leest het daarom met aandacht 1 Het krankzinnigengesticht alhier heeft in den laatsten tyd zoovele aanvallen te verduren gehad, dat hot zeker niet overbodig is, er nu ook eons iets goeds van te zeggen. Helaas was ik genoodzaakt mot die inrichting kennis te maken, doordat myne geliefde moe der, sinds jaren lydendo, er in behandeling is genomen moeten worden. Eenige dagen geleden is zjj er rustig en kalm overleden. Herhaalde malen in de gelegenheid gesteld om liaar te bezoeken, werden ik en de mynen telkens getroffen door do netheid en reinheid, welke overal zijn waar te nemen, de uitste kende inrichting der lokalen, ^de voorkomend heid van het personeel, de zorgen, aan do lijdende besteedin dén woord, alios, wat ik zag en ondervond, tot zelfs de netheid der behandeling van het stoffelijk overschot, doen mij met volle overtuiging zeggenik weet, dat mijne moedor hot de laatste dagen van haar leven goed hoeft gehad; en ik voeg daar met volle overtuiging by, dat de onge- lukkigen, die in het gesticht verpleegd wor den, or thans voortreffeiyk wordon verpleegd. Te meer trof my dit alles, omdat die liefde volle behandeling aan myne moeder kosteloos werd verstrekt. Daarvoor, ook namens de mijnen, een woord van dank aan diroctio en per.^oneol Do Haagsche Crt. nam bovenstaand schryven mot buitengewoon voel genoegen op, „omdat or uit blij Kt, hoo krachtig het nieuwe be stuur de hervorming heeft doorgezet." „D redactie van de Nieutoe Roti rd. Crt. heeft ongetwyfeld met genoegen pla .ts inge- luim i voor oen tweetal uitvoerige artikelen van prof. Spruyt, te Amsterdam, over den politieken toestand van het oogonblik," zoo luidt het in do Prov. Oocrijs Isclic en Zwolschc Crt. „Prof S. toch komt geheel in 't schuitje van de rodactie wat betreft het oordeel over de kiesrechtont werp en en voegt zich dus by de meerderheid dor loden van do kiesvoreeniging „Vooruitgang," die den heer A. Plate (nu reeds gekozen) als can- didaat voor do Tweede Kamer proclameerde, met het oog op den meer behoudenden zin ter zako van de kiesrechtuitbreiding." Onze lezers moeten zich maar tevreden stellen met het slot dor artikelen; geest en strekking zya or voldoendo uit te onder- konnon: De aanneming van de ontwerpen zal, tenzy be- langryko wyzigingen worden aangebracht, ons vaderland brengen in een dergelyken toestand van verwarring en ellende, als onze overgroot vaders na 1795 beleefd hebben. De invloedryke volksopruiers zouden ook thans volmaakt onge schikte regeerders zyn, omdat men ongeveer de tegengestelde hoedanigheden noodig heeftom succes te hebben in oene volksvergadering en om een bekwaam staatsman te wezen. Maar anders dan vóór honderd jaren brengt de eigenaardige toostand van ons land thans mede, dat de volksopruiers waarschyniyk niet dadoiyk geroepen zouden worden proeven van hunne onbekwaamheid als regeerders te geven Zy zouden dus blijven, wat zy thans zyn: pdikers va de kwade boodschap der ontovr- mheid, v; ^iftigers van het volks gomoe Maar z\i zoudon waarschyniyk hun werk nTzetten »nder eeno rogeering, die de kr;- ur. en hot .-rozag zou misson, om de noodig' hervormingen tot stand to brongen, terwyi dit ministerie daartoe wol in staat is. Toenemende partytwist, zwakheid van de regeering, wantrouwen in ieder politiek man, dat zyn de toestancen, die do aanneming van Taks kieswot, in hoofdzaak ongewyzigd, ons brengon zoudie men voorkomen kan, als door gomeen overleg de ontwerpen aannemelijk gemaakt worden voor don rechtervleugel der liberale party. Waartoe zulke toestanden oon volk kunnen voeren, leert ons Frankryk dezer dagen voor de zooveelste maal. Men ziet er verlangend uit naar een nieuwen redder der maatschappy; naar iemand, die alléén de zorg voor de staate- zaken op zich neemt en aan de rustige burgers vergunt zich uitsluitend met hunne eigen aan gelegenheden te bemoeien! Men is er zoover gokomen, dat men den „ontydigen" dood be- tic-urt van generaal Bonlanger! Moge de wyshoid van regeering en volks- v: i tegenwoordiging Nederland voor zulk eene ellende bewaren! In een artikel, door het Vaderland gewyd aan de (nu reeds plaats gehad hebbende, bovenbedoelde) verkiezing te Rotterdam, wyst het blad er op dat ook de overgroote meer derheid der liberalen de ongewyzigde aanne ming der kioswetontwerpen niet wil. Woet men eene formule, waardoor betere waarborgen worden gevonden, dat de eisch „in oigen onderhoud voorzien" tot eene wer- koiykheid wordt gemaakt, dan wordt die zekor aangenomen. Maar is het te doen om de milde bedoeling der kiesrechtontwerpen to wyzigen, dan zou de liberale party daartoe zeker niet medewerken. De ontstemming, waarvan het manifest van mr. Van Gilse de duideiyko sporen draagt, is, aldus besluit het Vaderland, na al 't ge beurd o verklaarbaar en vergeefiyk. Toch zul len vele liberalen het betreuron, dat h(j de Rotterdamsche liberalen, dio gewichtige dien sten aan het land hebben bewezen, die ver lichte en talentvolle mannen als do hh. Van dor Loeff, Moes, Norman hebben afgevaardigd, heeft uitgemaakt voor eene „conservatieve kliek". Wat hen dryft is geen voorkeur voor conservatieve politiek, maar juist bezorgdheid, dat de liborale beginselen in 't gedrang zul len raken. Wy staan op hun standpunt niet, maar scharen ons aan do zyde van den minister van financiën, die juist uit conser vatief beginsel de radicale hervorming wil. Voor ons is dan ook niet het algemeen stem recht een liberaal schibboleth geworden. Voor ons is en biyft het stemrecht niet meer dan een middel, om to bereiken, wat wy in het volksbelang wenscheiyk achten, en ons hebbon da toekenen der tyden geleerd, dat thans eene zoo ruim mogeiyko uitbreiding van kiesbevoegdheid volksbelang is. Wy verkette ren niet wie er anders over denken, maar wy houden hen voor kortzichtig en zien in wie spreken als de minister van financiën, do ware conservatieven. Veel wordt tegenwoordig gesproken over de verantwoordeiykheid van lien, die het kiesrecht-Tak voor ons volk in dezen tyd durven aanbevelen; maar zouden zy, die dat kiesrecht niet willen, ook wel niet eens donken over de verantwoordeiykheid, die zy op zich laden, als zy do kiesrochthervorming doen mislukken? De Rotterdamsche kiezers wasschen hunne handen in onschuld, de gekozenen niet. Zy, die zich verheugen in den moreolen steun, dien de verkiezing van den heer Plate hun heet to brongen, weten wel, dat zy 't aan hun liberaal verleden ver plicht zyn moreolen steun te schonken aan een kabinet, dat, uit hun midden geboren, in eensgezinde overtuiging het programma uit voert, waarop de overwinning der liberale party is bevochten. En daarom, meonen wy, behoeven de hervormingsgezinden zich over de verkiezing van den heer Plate niet over dreven ongerust te maken. De Tijd zag in de houding der Nieuwe Rolterd. Crt., tor zake van de Karaer-candi- datuur te Rotterdam, het bewijs, dat de meerderheid der Rotterdamsche liberale fractie den minister Tak oponiyk den oorlog heeft verklaard en van de nieuwe kieswet niets wil weten. Het is, zei het blad, te voorzien, dat den heer Tak nog een harde stryd wacht. Wo liobbon in ons overzicht en ook reeds in de rubriek „gemengd nieuws," waar daartoe geroode aanleiding bestond, het een en ander vermeld van hetgeen de bladen te zoggen hadden betreffende do woelingen in l) Schibboleth: Volgens Richtoren 12: 6 (O T.) herkenningswoord, lierkenningsteeken. eenige streken van ons land. Heden wenschen we hierop nog een vervolg to geven. De Haagsche correspondent van de Zutfen- 8che Crt. schryft naar aanleiding van die wanordelykliedenHet aantal gemeenten, waar militairen worden ingekwartierd om do orde to handhaven, wordt steeds grooter. Gelukkig plaatst het ministerie zich niet op het stand punt, onlangs door den minister van justitie ingenomen, toen hy verklaarde, dat er van regeeringswoge geene roden was om tusschen- beide to komen, zoolang de burgemeesters het niet noodig achtten hulp in te roepen. Te Sappemeer by voorbeeld, vanwaar het eerste verzet is uitgegaan, is nu ook militaire macht gekomen, ofschoon de burgemeester daar nog biykbaar etoeds aan lydeiyk afwachten de voorkeur gaf. Ondertusschon zal men, als het zoo voortgaat, aan het Departement van Oorlog in verlegenheid geraken. Reeds in November is men begonnon op groote schaal verlof te geven aan de miliciens, en dienten gevolge hoeft men nu over veel minder man schappen te beschikken dan anders het geval zou zyn. De plaatsen, waar het voorloopig rustig biyff, wordon langzamerhand van troe pen ontbloot, en het scbynt wel dat de onruststokers daarop speculeeren om in dio plaatsen, van waar troepen zijn weggezonden, standjes en straatgevechten uit te lokken. En waarschyniyk zal hot nog geruimen tijd duren voordat in het Noorden het platteland de militairen weer zal zien vertrekken, want men vreest algemeen dat de ongeregeldheden weer terstond zullen beginnen, zoodra de go- wapende rustbewaarders heengaan Daar komt by, dat er verwarring heerscht in do gelederen dor politie, omdat de bevoegdheid van ryks- eri gemeente-politie zoo weinig is afgebakend. Nog zelden is dat duidelijker aan het licht gekomen dan hier in Den Haag naar aan leiding van de eerst gewoigorde en daarna toegestane kieswetmeeting in do open lucht. Aan de Nieuwe Rotterd. Crt. wordt uit het Noorden geschreven: Op de vraag naar de eigeniyke oorzaken van de socialistische woelingen in het Old- ambt van Groningen werd niet alt yd het zelfde antwoord gegeven. Van algemeene be kendheid is de hoogst afkeuringswaardige ver houding tusschon den boer en zyn dienst volk, en ik ken ingezetenen dier streken, die ten volle instemmen met hetgeen dezer dagen de Pckelder Crt. waarop wy reeds wezen zoide „Vele landbouwers, de besten niet te na gesproken, oogsten wat ze zaaiden Was in die stroken de orde en tucht in de laatste 25 jaren onder het vaste dienstpersoneel op de boerderij en door iederen huisheer gehand haafd, do toestand zou er niet zóó zyn, geiyk die nu is. Het zooveel mogoiyk binnenshuis houden van het dienstpersoneel, en dit te bevorderen door het beschikbaar stellen van een voegzaam vertrek, volgens de eischen der zedelykheid, en verlicht en verwarmd, met wat afleiding, hetzij door eenige boeken of wel door andere gepaste middelen, dat alles, of liever dat weinige, behoorde tot de vrome wenschen; de stookhut, het kisthok of de koegang waren na volbrachten arbeid voor het gezellig samenzyn der leden, niet zelden van het sterke en zwakke geslacht beide, do aangewezen plaatsen, en verschei- don registers van den burgerlijken stand bevatton de onwraakbare getuigenissen van de uit die orde van zaken voortgesproten gevolgen". Maar dit is niet de eenige reden, dat het arbeidende volk hier zoo geraakkeiyk door de socialistische leiders wordt bewerkt Men moet scherp onderscheiden tusschen de oor zaak der woelingen van de socialisten in het fabrieksplaatsje Oude-Pekela on die van de boerendorpjes in den omtrek. En dan zet de correspondent vorder uit een, dat in do fabrieken inderdaad het loon dos winters met 20 of 80 c.ts. daags werd verlaagd, maar dat dit eigeniyk anders moet worden beschouwd, want dat de fabrikanten des zomers, door de concurrentie van den veldarbeid daartoe gedwongen, bovenbedoeld bedrag meer betalen dan hetaanvankelyk tien jaren geleden - bepaalde dagloon van f 1, waaraan zy zich in den winter, als er geene concurrentie is, nu wilden houden. „Hiertegen nu agiteerden de socialisten. Met een schyn van recht komen zy op tegen het verminderen van het loon in don winter, zonder zich te bekommeren over of rekening te houden met de voorafgaande omstandig heden. Zy eischten behoud van de f 1.30. Eerst weigerden de fabrikanten, maar thans zijn zy genoodzaakt geworden, toe to geven. Intu8schon is een dor grootste belhamels voorgood van de fabrieken weggezonden en nu door zyno partygenooten tot hun voor zitter gekozen. Door de aanwezigheid der huzaren is het in Pukola rustig voor het niterlyke; maar de toestand is zoer gespan non, de geest bitter, wat ter. gevolge van de botsing tusschen do gewapende macht en de ontevredenen er niet beter op is geworden," eindigt de corres pondent. In het Sociaal Weekblad schreef de heer J. T. Westdyk over de betrekking tusschon de boeren en de aïbei- ders in de noordelyke provinciën, bepaaldeiyk in Groningen. Er is, zegt hy, een tijd geweest, dat Gro ningen op sociaal gebied uitmuntte in Neder land. Hot had een landbouwstand als geene der andere provinciën. Dank zy het beklem recht, waren hare landbouwers byna allen eigengeërfden, wel is waar niet ryk, maar ook met weinig schuld. Eenvoudig van leofwyzo, verkeerde 's daags in het veld en 's avonds by don haard de boer met zyne knechts. Aan denzolfden disch zaten allen by den maaltyd, dio ernstig met gebed werd geopend en gesloten. „Zoo was het een menschenleeftyd geleden maar zoo is het niet meer. Yan 1850 tot'70 a '80 won de boer veel geld. De beklemhuur werd niet verhoogd, zooals elders do losso i buren. De beklemdo meier werd betrekkelyk ryk. De weelde kwam. Do kinderen op de kostschool. De oudo woonhuizen, met één „binhoes" (vertrek), vervangen door halve paleizen. Vooral de vrouwen en dochters wilden niets moer weten van 't bedryf, dat nu aan de meiden werd overgelaten." Thans, gaat hy voort, worden de in dienst by de boeren vorkeerendo arbeiders aan zich- zelven overgelaten, en wat daarvan in allerlei opzichten de treurige gevolgen zyn voor de moraliteit der arbeiders en hunne botrekking tot hunno meesters, doot de schryver uitkomen. Hoe ryker de boerenstand, zegt hy, des te vyandiger verhouding tusschen meester en knecht, hot dienstpersoneel des te lager ge zonken. Daarby is sedert 1880 een nieuw bederf gekomen. Dat is de s!oom-dorschmachine. De middelen tot verbetering worden door hem in dezer voego aangewezen: „De werkeloosheid by winterdag kan weg, j althans grootendeels weg, als de boeren maar doen, wat in 't Bildt zal geschieden. De I losse arbeiders zooveel mogeiyk weer ver- vangen door vaste en het stoomdorschen door paardenmachines en dorschblokken. I Schado zal daarvan voor den boer niet komen, dat is myne overtuiging. Ik breng het met sommige anderen sinds jaren in praktijk en bevind er my volkomen wöl by. I Ook is er in het veld byna altyd wel iets te doen, wraarmee nu juist niet veel wordt ver diend, maar waarin toch licht oene daghuur zit. In den winter kunnen de arbeiders het met weinig stellen, omdat ze meestal in den herfst zich voorzien Yan turf, aardappelen, enz. Zo kunnen in den zomer onmogeiyk zóóveel oversparen, dat ze in den winter kunnen rentenieren. „Ook wat aardappelland „om de helft" kan uit een sociaal oogpunt niet genoeg worden aanbevolen. Boter oen laag, maar gelykmatig loon met winterprovisie, dan een hoog zomer-, loon, met werkeloosheid in don winter. En mocht het nu blyken, dat de landbouwers toch eenige schade zouden krygen, dan, zou ik zeggen, was het nog alleszins aan te be velen, om deze verbeteringen in te voeren, desnoods dan maar ten koste van eigen weelde. Wil men bezuinigen ik leer uit myn eigen bedryf voldoendo, hoe gebiedend noodzakeiyk dit voor de meesten moet zyn uitstekendmaar men beginne van dat end af." Voorts wenscht hy, dat het dienstpersoneel beter en anders behandeld worde. O.-I. JIAILDIEVOTEY. Dagen van verzending uit Leiden. Via Amsterdam (Ned. Zeepost) 13 en 27 Jan.; laatste lichting aan het postk. 's nachts 12 u. Via Rotterdam (Ned. Zeepost) 6 en 20 Jan.; laatste lichting aan het postk. 's av. 10.10. Via Genua (Ned. Mail) 10 en 24 Januari; laatste lichting aan het postk. 's av. 5.40 Via Marseille (Ned. Mail) 3, 17 en 31 Januari laatste lichting aan het postk. 's av. 5.40 Via Marseille (Fransche Mail) 7 en 21 Jan laatste lichting aan het postk.'s morg. 7.30 Via Brindisi (Engelsche Mail) 18 en 27 Jan laatste lichting aan het postk. 's nam. 12.45

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1893 | | pagina 2