DAGBLAD. N°. 10070. Maandag IQ December. A®. 18S2. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat nit YEEB Bladen. Kikeriki. Leiden, 17 December. Feuilleton. De organist van den Dom. LEIDSOÏÏ PRIJ8 DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 m»&ndenf 1.10. fnoco per poet1.40. Afeooderlgke Noraroers0.05. PBIJS DUB ADTEBTENTrÈN: Têa 1—regel* f 1.01. Iedere regel meer f9.17|. Orooiere letters neer pleetsrnimte. Teor tot ipre—eereo bul tee de sted wordt /0.05 berekeed. Eerste Blad. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit oommer verzonden No. 13 van Kikeriki. Aan de universiteit alhier is door den beer j, Acquoy met goed gevolg afgelegd het doctoraal examen in de rechtswetenschap. - De „Yereeniging van Leeraren in het Boekhouden te Amsterdam" heeft de akte van bekwaamheid voor de praktyk in Boekhouden kannen verleenen aan onzen stadgenoot den keer A. H. Van den Oever. Voor de leden der afdeeling Leiden van den Nedeilandschen Protestantenbond en hunne dames trad gisteravond dr. L. Knappert, van Dokkum, als spreker op. Na er met nadruk op gewezen te hebben, dat de werkzaamheid ran den Bond hoofdzakelijk zich bepalen moet tot de bevordering van de vrije ontwikkeling ran het godsdienstig leven, maar dat dan ook bet godsdienstig karakter van den Bond, zoowel voor de leden als tegenover de tegen standera ter rechter- en linkerzijde telkens ,p den voorgrond gesteld worden moet, wilde hu eenige denkbeelden ontwikkelen over dat samenstel van gezindheden en ervaringen, 100 diep en onafscheidbaar met ons gods dienstig leven samengegroeid: het gebed. Op den voorgrond staat: geene vroomheid ■zonder gebed. Als velen mot 't gebed geen weg meer weten, dan ligt dat hieraan, dat men er eene caricatuur van gemaakt heeft, en dan zegt dat i6 het gebed. Evenals 't lyk van Hector, onkenbaar geworden als Achilles het, aan zijn strijdwagen vastgebonden, eenige malen heeft meegesleept en daardoor verminkt, maar dat Hector niet meer is, zoo heeft meer dan één het gebed ontheiligd. De verkeerde voorstellingen, welke men zich van het gebed heeft gevormd, zyn vooreerst: dat bidden vragen zou zijn, vragen om te ont vangen, vragen zelfs wel met daarbij gevoegde dwangmiddelen om te ontvangen. Zoo by hei denen en by de wilde volken, zoo ook wel in 0. en N. T. en nog onder de Christenen. Maar zulk bidden maakt den mensch onge lukkig, komt de heiligheid van God te na. Hier heerscht geen toeval, is niets aan het noodlot onderworpen, hier heerschen vaste wet ten, is alles onderworpen aan den onverbidde- lijken wil van God, maar daarmee vervalt dan ook het bidden als vragen. En dat is een zegen, want waar zou het been, als de mensch aan God de wet zou mogen stellen, terwijl 'tnu rust geeft: wy moeten, maar wy kunnen het ook overlaten aan God. Bidden is ook geen opzeggen van uit het hoofd geleerde gebeden, waardoor ten slotte het gebed een sleur wordt; de mensch bidt, zonder dat zyn hart er by is en daardoor het gebed wordt ontheiligd. Wie het bidden naar zyne waarachtige natuur wil leeren kennen, zie op Jezus, en leere van Hem, dat bidden voor Hem was omgaan, spreken met God, en dat het gebed niets anders dan dit kan zyn voor ieder van zyne volgelingen. De omschryving van het gebed is als 't ware de omschryving van het godsdienstig leven in zyn geheel; bidden isaanbiddon,het op onze knieön neervallen, met diepen eerbied, voor den Koning der Koningen; het is uit spreken van onze dankbaarheid, b. v. toen by Leidens Ontzet de burgers als één man optrokken naar de Pieterskerk en als uit één mond langs de gewelven weergalmde het: „Wy loven o God! Wy pry zen uwen naam!" Onze vreugde wordt eerst waarachtige vreugde, als wy er God voor danken. Het gebed is in dagen van stryd en rouw een aanroepen van God uit de innige begeerte naar moed en overgave. Bidden is schuldbelyden, omgaan met God; voortdurend met God wandelen. Ook de vaste uren des gebeds kunnen een zegen zyn, waar ze ons telkens herinneren aan onzen plicht om God te zoeken. Waar moeten wy bidden? Aan elke plaats, maar niet op de hoeken der straten; doch even misdadig is veler schroom om er iets van te openbaren, dat men bidt. Ook het gebed in huiseiyken kring, in de kerk, in de eenzaam heid wordt verdedigd of aanbevolen. De zegen van het gebed is, dat wy daardoor ryker vreugde, grooter kracht erlangen en tot stiller overgave geraken. Het gebed ver heft ons tot de heeriykheid van Gods ge meenschap, waarvan geen begrip zich kan vormen, wie niet bidt. De zegen van het ge bed is het gebed zelf. «u. Laat ons daarom onszelven oefenen'in het gebed Do gemeenteraad van 's-Hertogenbosch heeft gisteravond den heer M. J. Ogier, van '9 Gravenhage, benoemd tot kapelmeester van het muziekcorps der dd. schuttery. In de heden door de Tweede Kamer gehouden zitting zyn na een scherp debat tusschen den heer Guyot en den minister van marine, die de verantwoordelijkheid betreffende niet-voorziening in de behoeften der marine op de Kamer overbracht de amendemen ten om den aanbouw van nieuwe schepen te schrappen, verworpen met 46 tegen 44 stemmen en is de Marine-begrooting aange nomen mot 56 tegen 35 stemmen. Ook werd aangenomen het hoofdstuk Nati onale Schuld. By het hoofdstuk Financiën drong de heer Dobbelman aan op herziening van het tarief in beschermenden zin. De heer De Meyeir wilde spoedige herziening van de personeele belasting. Do heeren Van Alphen en VanKame- beek wenschten uitstel van de behandeling der Vermogensbelasting, wat de heer Veegens bestreed. De heer Kerdyk drong aan op Staats pensioenen voor weduwen en weezen van onderwijzers. Het stoffeiyk overschot van dr. B.Careten, inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht in de provincie Zuid-Holland, die in Wies- baden overleden is, zal Maandag ochtend a. s. circa te negen uren aldaar worden ter aarde besteld. Het stoomschip „Menelaus," van Batavia via Singapore naar Amsterdam, passeerde 16 Dec. St.-Catherine's Point; do „Prins Alexander," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 17 Dec. van Padang; de „Schiedam" vertrok 16 Dec. van Baltimore naar Rotterdam. Gemengd Nleuwm. De werkzaamheden aan het nieuwe Archiefgebouw alhier tegenover don Witten Singel, zyn thans zooverre gevorderd dat heden de schutting verdwenen en de passage langs de Boisot-kade, waar zich het front bevindt, weer vry is. De scheepmaker M. v.B., aan den Hoogen RyndUk te Zoeterwoude, had van een ander een geslacht varken om te rooken ont vangen. In den nacht van Donderdag 15 op Vrydag 16 dezer is dit uit zyne schuur ont vreemd. Gisteravond begaf zich een onder- inspecteur van politie te Rotterdam naar eene smedery in de Warmoeziersstraat, ten einde een smid aan te manen zich voortaan rustig tegenover zyne buren te gedragen. In de smedery gekomen, bedreigde de smid hem met eene groote scherpe vyl, zoodat de politie man genoodzaakt was tot zelfverdediging zyne sabel te trekken en daarvan gebruik te maken. Ten gevolge van eene worsteling, welke daarna- tusschen beiden ontstond, verloor de onder- inspbctour zyne sabel, doch had het geluk den'smid onder te krygen en de vyl machtig te worden, welke hy ook. wist te behouden, ondanks de pogingen van den smid om haar uit zyne handen te rukken, waarby die or.der- inspecteur door de scherpe kanten daarvan zich de hand verwondde. Inmiddels had een burger, op het geroep om hulp van den onder- inspecteur opmerkzaam gemaakt, een paar agenten gewaarschuwd, die de deur van de smedery intrapten en hun chef bevrydden. De weerbarstige smid werd daarna aan het bureau in de Meermansstraat in bewaring gesteld. Samenscholingen van meer dan drie personen zyn in de gemeente Finster- wold verboden. Te Oostwold en Midwolde is de politie ver sterkt met 6 marechaussees en 5 ryksveld- wachters, te Finsterwold met 4 marechaussees en 5 ryksveldwachters. Te Winschoten hebben ongeregeldheden plaats gehad, waarby de marechaussees ge bruik moesten maken van de blanke sabel. Te Scheemda begaven zich Donderdag een 50-tal arbeiders naar het gemeentebestuur, met verzoek om werk. De burgemeester be loofde dat pogingen zullen worden aange wend om aan het verzoek te voldoen. De postbode van Zoutkamp op Winsum is gisternacht aangerand en van zy ne pakketten bereofd. Uit Tilburg wordt aan de „N. R. C." van 16 dezer gemeld: Den 23sten November werd zekere v. E., hoefsmid alhier, door twee personen, die met een rijtuigje op weg waren naar Hilvarenbeek, op zyn verzoek opgeladen. Zy spraken af dat zy ook samen zouden terugryden en dat v. E. zich op een bepaalden tyd daarvoor in de herberg zou bevinden, waar zy uitspanden. Hy was op tyd daar, doch toen de anderen wat langer uitbleven, begaf hy zich met hun wagentje op de terugreis. Zy haalden hem echter spoedig in en ranselden hem zóó af, dat hy eenigen tyd op den weg bleef liggen. Hedenmorgen is v. E. ten gevolge van de toen ontvangen slagen en van den schrik overleden, terwyl gisteren de zaak te Breda by de justitie in behandeling kwam. Sedert 11 dezer zyn te Hamburg weder vyf choleragevallen voorgekomen. Woensdag werd weder één doodeiyk geval gemeld. 2.) Felix Borkfeldt, de jeugdige attaché, was de uitverkoren bruidegom voor Beate. Hy was van aanzieniyke familie, had eene glan zende carrière voor zich en juist omdat hy geen vermogen bezat, was het in dit geval des te beter, want een weinig kritiek bleef de zaak altoos. Wei is waar stond hy bekend als een man, wiens inzichten overspannen en vreemd waren, maar hy was slim genoeg, om zyn voordeel, san de zaak verbonden, in te zien en te behartigen. Daarenboven was hy juist de persoon om Beates hart in vuur en vlam te zetten. Nog nooit had eene vrouw hem weer stand kunnen bieden. Beate begreep van al deze plannen niets. Zii wist niet dat de gravin nog een byzonder doel op het oog had. De vader van Felix, die op een landgoed in Silezië woonde, was, ofschoon haar zwager, toch haar bitterste ^ijand. De landraad Von Borkfeldt was een landedelman van den ouden stempeluit zyn luweiyk met Bertha Riebeisen was een zoon geboren, Felix, een schoon jongeling, op wien zy niet weinig trotsch was. Dezen man had men nu voor Beate bestemd. In Beates brieven aan Jobst kwamen al I deze menschen voor, maar zy kende hen niet en begreep hen geen van allen. Het was eene bonte schildering, welke zich in Beates brieven ontrolde, over het geheel eene onduidelyke, onklare voorstellingalleen haar welgevallen, het gencegen, dat zy in al het haar omringende vond, blonk duideiyk tusschen de regels door. Zy kon zichzelve nauwelyks rekenschap geven van de stem ming, in welke zy deze brieven schreef. Een pijnigend, kwellend verlangen naar Jobst dreef haar tot schryven, dan bleef hare pen steken en zy ondervond met bittere teleur stelling, dat zy niet durfde zeggen wat zy elgeniyk had willen vertellen. Dikwyis klop ten hare slapen koortsachtig by de ge dachten: hy verwacht dat gy terug zultkee- ren; hy vraagt wanneer dat uur zal slaan, en kon zy zich dan nu opeens losmaken uit de betrekkingen welke zy had aangeknoopt? Haar vader, hare grootmoeder, allen dach ten, dat zy langer blyven zou. Zy hadden toch ook een recht op haar, want door ge boorte behoorde zy toch aan hen. En dan, hare opvoeding was ook nog niet voltooid, daartoe was eene langere tydsruimto noodig. Alles, wat haar omgaf, droeg er toe by, haar in een maalstroom vaa vermaken en belang wekkende nieuwigheden te doen voortleven. Nog nooit had zy eene opera gehoordde muziek van Wagner werkte betooverend. Onder de leiding van Jobst had zy zich meest op kerk muziek toegelegd. De oratoriën van Handel, Bach en Haydn waren haar allen zeer be kend; zy kende ze haast van buiten; ook de stukken van Beethoven en Mozart had zy gespeeld maar Wagner.maakte haar muzikaal gehoor dronken van verrukking. Gedurende eene voorstelling van „Lohen grin" had Felix Borkfeldt in hare loge ge zeten. „De herinnering aan dien avond zou haar heur gansche leven byblyven," 6chreef zy aan Jobst. „Mynheer Borkfeldt had lederen toon gekendhy componeerde zelf en in eene der voorstellingen zou een stuk van hem opgevoerd worden, het heette „de wereld in Griekenland" maar niet onder zyn naam. Zyn vader had het niet goed gevon den. dat hy uitsluitend de muziek beoefenen zou, en nu was de muziek een afgod ge worden. dien hy heimelyk diende. Hy bad haar dat verteld, toen z$ dien morgen na de voorstelling van „Lohengrin" te zamen op de heerlyke vleugelpiano speeldenzy hadden de geheele opera nog eens doorgespeeld er schoen maar geen eind aan te kunnen komen. O, Jobst! Als ge daar eens by had kunnen zyn; dat was heeriyk!" Nu bleef hare pen weer steken. Was dat waar? Zou het zoo heeriyk geweest zynrals Jobst er by geweest was? Weer kwam dat vreemde gevoel van angst over haar, waarvan zy zich geen rekenschap kon geven. Jobst in deze omgeving, of. zy weer thuis in de omgeving van Jobst. het kwam haar aoo vreemd, zoo onmo gelijk voor. Jobst las deze brieven wel twintig keer. Wat schreef zy trouw en regelmatig, dat kind, dat lieve, gezegende kindOch, was ze maar altoos een, kind voor hem gebleven Ware hy toch nimmer voor de verzoeking bezwekenH\j begreep alleshy las het onbewuste, onduidelyke, onverklaarbare tus schen de regels door; hy gevoelde d?.t er voor hem geene hoop meer bestond. Waarom overkwam hem dan nu dat gevoel van eer zaamheid, dat hem vó6r een paar jaar i.og zoo dieah&ac geweest vas?- Wordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1