N°, 10064. Maandag 13 December. A9. 18S2. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van tgon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. BOEREN-CRITIEK. Leiden, 10 December. Feuilleton. De orgnuist van den Dom. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S meinden.f 1.10. ?rioco per poet1.40. AizoDderlfike Notnmer*0.05. PRIJS DJBB ADTERTENTIÊN: Te» 1—1 regel* ƒ1.05. Iedere regel caeer 0.17J. GrooUre letUr* neer pieeternixate. Toor het iDCAMeerefi btdU» 4e ttad wordt ƒ0.05 berekend. OfBoiëel» Kennie^eringen. DRiNhWfcT. Bnrgomeoster en Wethouders van L?i(len brengen ter algemeeue kermis, da- door HU-'ERTUS VAN ES. ilhier woonach ig, een verzoekschrift is ingediend om rerunning voor don kleinhandel in sterken drank iu Let perceel lurfmarkt No. 5. Burgemeester en Wethondera voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 9 Dec. 18'J2. E. EI8T, Secretaris. III. Met opzet bleef ik by Luns vandaan. Waarom? zal men vragen. Ja, ik wist niet, of h\j het gunstig zou opnemen, dat ik ons gesprek had medegedeeld en daar ik dacht, als h\j niet boos is, zal hy m\J wel opzoeken en kan ik heui wel eone con ventioneele leugen, als drukte, op de mouw spelden, besloot ik alles stilletjes aan den tyd over te laten. Niets gebeurde daarvan en ik was reeds bevreesd de vriendschap te hebben verspeeld, wat rau gespeten zou hebben, wyi ik toch het goede met hem en zyne lotgenooten voor heb, maar toen Boeren-critiek II geplaatst was, liet hy door zyn zoontje verzoeken, of ik eens by hem kwam praten. Na woder- zydsche begroeting en plaatsneming van m\Jne 2'ljde, begreep ik al terstond, wat hem op het hart lag, daar hy zei: „Ik heb verleden Zondag alles in de krant gelezen en had je al wat eorder verwacht, maar ik heb gemerkt, dat ik met u voorzichtig moet zyn, want je hangt alles maar aan de groote klok. Donk )i soms, dat ze zich aan je zullen storen?" Ik trachtte hem aan hot verstand te bren gen, dat ik niet zoo verwaand was zulks te ^elooven, want dan zou het eene zeer ge makkelijke taak zyn, alles naar onzon zin te regelen, maar al haddon we maar bereikt, dat eon 4- of 5-tal landheeren er door bekeerd ;eworden waren, zouden wy reeds iets ge vorderd zyn. „Den vorigen koer heb je my iets mede gedeeld, waarover ik nog iets in het midden wensch te brengen. Je hebt. me toen verzekerd, dat je aan de goedo bedoeling van do regeering niet twijfelt, maar al hare maatregelen niet kunt goedkeuren. Is dat werkelijk hot geval, zoo komt het my noodig voor, dat wij bekend maken, wat de boer het geschiktst voor zich houdt, en daar jelui niet altijd door verstan dige incnschen schijnt begrepen te worden, onze gedachten vry mededeelen. Gij vindt bijv. dat het zenden van soldaten naar be smette hoeven, waar mond- en klauwzeer heeracht, oncoodig is en geen doel treft. "Welnu, waarom zet je dan je denkbeelden niet duidelijk uiteen, want je kunt er zeker van zyn, dat de regeering de groote kosten zal sparen, als het toch niet helpt. Dat ze jelui helpen wil, is slechts haar eigenbelang. Het eigenbelang dient door ons rfjk, onze provincie, onze gemeente en elk individu in acht genomen, willen de zaken goed mar- cheeren. Heeft ons land er werkelijk belang by? zul je denken. Immers ja! Hoovelen win nen door den landbouw niet hun brood. Jelui produceert meer boter en kaas, dan we in ons land gebruiken en daarom worden die artikelen buitenslands ter markt gebracht. Door arbeid, verbonden met scheikundige pro cessen, waarin moeder natuur ons krachtig helpt, zyn grondstoffen omgezet, waar de oudste bewoners geen raad mee wisten, en in het buitenland tegen klinkende munt geruild. Word* onze nationale rijkdom daardoor niet elk jaar vermeerderd? Wanneer nu de boeren hun eigenbelang- kenden en dat van ons land, zoo zouden zy er zich op.toeleggen uitslui tend eerste qualiteit te maken. Men zy niet bevreesd, dat znlks door den tyd alleen eon voordeel zou zyn voor de verbruikers. De werold toch is groot genoog onze kaas gaat zelfs naar Zuid-Amerika en de fijne boter en kaas zouden ten gevolge hebben, wanneer ze haren alouden roem tegenover buitenlandsche concurrentie konden handhaven, dat de vraag er steeds gretig naar blyft, hetgeen aan den landbouwer, landheer en allen, die tot het boerenbedryf in betrekking staan, ten goede zou komen. Do prys van boter en kaas, wanneer ons land door een Chineeschen muur was omringd, zou alleen afhangen van vraag en aanbod, maar vooral van het laatste. Dan zou eer. boer, als hy een middel bezat, dat zijne producten begoe- renswaardiger maakte dan die van anderen, gelyk hebben, wanneer hy zoo iets geheim hield. Wyi de wereldmarkt openstaat en de vraag naar producten, welke door hunne qua liteit uitmunten, altyd groot is en het aanbod daarentegen altyd gering blyft, met betrek king tot al de verbruikers, zoo leveren zy natuurlyk buitengewone pryzen op. Waarom Is diamant zoo duur? Alleen door zyne schoonheid, vereenigd met zyne zeld zaamheid! Weg daarom met alle knoeiery in zake boter en kaas en weg met een surro gaat, dat soms voor een kwartje of dertig cents by den winkelier te krygen is, voor boter doorgaat en in vele gevallen niet dan scbadc- lyk voor de gezondheid kan zyn ('t goede niet te na gesproken). Liever een krapje min der op het brood of gesmolten varkensreuzel met zout; dan weet men wat men eet! Ge lukkig dat zulk vet tegenwoordig, dank zy de Regeering, slechts onder den naam van margarine mag verkocht worden en niet onder de schoono vaan van den beroemden Oud Hollandschen naam. Zulk een boterhandel geeft schade aan ons gewin en is niet in 's lands voordeel. Het buitenland moet ver zekerd zyn, door ons niet bedrogen te worden. Je begrypt nu toch wel, dunkt me, dat hot in jelui belang is, niet dat een enkele boer zyne medebroeders, maar dat jelui allen tegen over de buitenlanders een flink figuur maakt en je weer gerust hun kunt toeroepende Hollandsche boter en kaas zyn buiten mode- dinging. Dan mag er echter geen slakkengang gegaan worden, want ze weten buitenslands ook van werken. Aan slachtvee voeren we jaariyks uit voor byna 15 mill, gld., aan boter voor ruim 20 mill, en aan kaas voor 10 mill, gulden, te zamon voor het aanzienlyke bedrag van 45 mill, gulden. Dit is eene opgave van eenige jaren geleden. (In 1882 bedroeg de uitvoer 58 mill., d. i. nogal aanzienlyk meer). Dat zyn we dus elk jaar ryker geworden ten koste van het buitonland. Die cyfers te vor- hoogen is in het belang van de boeren en ook van de Regooring, want daardoor is onze draagkracht in zako do belasting grooter en gevoelen wy den druk minder. Dit kan niet anders gevonden worden dan door verbetering van den bodem, den veestapel en de produc ten. Natuurlyk dat do ontwikkeling van den landbouwer in het voorgaande eeno groote rol speelt." Luns scheen overtuigd, want hy keek pein zend voor zich, iets wat hy altyd doet, als hy iets begrypt. „En nu, Luns, zullen we eens nagaan, wat je zoudt noodig achten in het belang der boeren, wanneer we vaststel len, dat de regeling der pacht door de Regee ring is gedaan, zóó, dat de landbouwer zelf do vruchten kan plukken van zyn arbeid." „Nu," zei Luns, „er zou ons een zwaar pak van hot hart zyn." Men merkt dat hy dit al genoeg voor zich acht; toch wenschte ik te weten, hoo hy over inmenging van anderen op zyn bedryf dacht, waarom ik be sloot hem eenige vragen te stellen, doch dat zal ik een volgenden keer mededeelen. By de behandeling van de gemeentebe groting voor 1893 werd ter sprake gebracht eene verhooging van de jaarwedde van den eersten beambte ten kantore van den Gemeente- Ontvanger, terwyi in de Memorie van Ant woord werd medegedeeld dat deze beambte eene toelage geniet van ƒ300 voor hulpver leend by de bewerking van de Kohieren der Plaatsolyke Directe Belasting. In de Raadszitting van 28 October werd een voorstel om de jaarwedde van genoemden ambtenaar, thans 1200 bedragende, met ƒ300 te verhoogen, verworpen. Inmiddels achten B. en Ws. het billykdat de bovenbedoelde toelage ook voor de bereke ning van een eventueel te verleenen pensioen in aanmerking worde genomen, waartoe art. 3r tweede lid van de Verordening betreffende het verleenen van pensioen en wachtgeld aan gemeente-ambtenaren en bedienden (Gem.- blad No. 5 van 1884) alleszins aanleiding geeft. Op grond van die bepalingen geven B. en "Ws. thans in overweging voor den grondslag van het pensioen van den eersten beambte ten kantore van don Gemeente Ontvanger, den hoer P. De Vries, een gemiddeld inkomen vast te stellen van ƒ1500, als ƒ1200 jaar wedde en ƒ300 toelage. Onder overlegging van het gunstig advies dor commissie van financiën, geven B. en Ws. in overweging te besluiten tot aanvaarding van het door wylen den heer P. Du RieuJr. aan do gemeente Leiden vermaakt legaat van f 5000 in contanten, om uit de renten daar van de collectiön van het Leidsch Museum in de Lakenhal aan te vullen en voor hetzelfde Museum het zilveren blazoen van do Kempener- beurs. B. en Ws. stellen op hoogen prijs de warme belangstelling van den overledene in den bloei van liet Stedelyk Museum, ter bovordering waarvan hy, zoolang zfin gezondheidstoestand zulks toeliet, steeds met yver en toewijding- is werkzaam geweest. Tevens stellen zy don Raad voor om, nadut het besluit tot aanvaarding door Gedeputeerd» Staten zal zyn goedgekeurd, bedoeld bedrag van f 5000 te doen inschryven op een. der Grootboeken der Nat. Werkelyke Schuldi ten name van de gemeente Leiden, ten behoeve van het Stedelijk Museum in de Lakenhal. Tot tweeden ambtenaar ter gemeente secretarie te Oudshoorn is benoemd do heer P. Van Egmond, reeds eenigen tijd» aldaar werkzaam. 5.) Beate wist niet waaio.u hare pleegmoeder haar by het afscheid gekust had. In iodor geval, het was erg rustig, nu ze weg was. Haar vader was naar de boomkweekery go- gaan. Reeds begon bot donker te worden en nog was hare moeder niet terug. Beate deed haar boek dicht; ze kon niet meer zien te lezer.; ze keek door het raam. Zou haro moeder willen, dat ze het avond eten klaarzette? Eigenlyk had zij or niets va; gezegd. D.iar ging de dour open en do ingenieur trad- binnen. Hij heette Flits Kordes, maar zoo noemde zy hem niet, want eigenlyk kende niemand hem by dien naam. Beate schrikte hevig; ze kon nauwelyks ademhalen, alles scheen dof en donker voor haro oogen. Zo zag als in eene schemering ziji.o gestalte: een krassend geluid deed zich 1 >ren, alsof hy den sleutel in het slot om- dra.iido. Snel vluchtte zij naar het open venster en hield zich aan het kozijn vast. pZoo, zoo, myn duifje, vind ik u eindelijk se.ro alleen; men moet toch erkennen dat den moedigen het tooval ter lnilpe komt! Ru, dat is goed, we zullen hot wel vinden met elkaar; zoo'n nufje als gy maakt als er menschen by zyn allerlei fratsen en uit vluchten; nu, ik begryp wel waarom!" Hy was haar met snelle schreden genaderd on wilde zyne armen om haar heen slaan en haar naar zich toe trekken. Maar zy bleef zoo wit als marmer staan. „Waag het niet, my aan te raken t" zeide ze, met eene van toorn heesche stem. „Eén sprong uit het venster redt my van ui" Hy lachte. „Kleine comediante, hebt ge in een of andeicn roman van dergelyke scènes gelezen Uwe moeder is inkoopen gaan doen, om met een keurig avondeten onze verloving te vieren. Hebben rayne lippen u slechts éénmaal ge kust, dan zyt go de myne, zoo zeker als tweemaal twee vier is. Ik ken do vrouwen; dat verzeker ik u „Moeder!" riep Beate op snijdenden, diep gekrenkten toon. „Moeder!" De uitroc-p van smart en getart eergevoel klonk door den kleinen tuin. Do wind droeg op zyne vleugelen üe klacht ver over den oceaan. Frits Kordes liad zijne grooto handen uit gestoken cn do wederstrevende gepakt. „Kloino heksl" riep hij; „wilt g\j toe schouwers roepen?" Doch zy was sterker dan hy gedacht had eer hy het voorzien had, had zy zich losge rukt, op hetzelfde oogenblik zat ze op de vensterbank en pylsnel gleed zy naar beneden. Verschrikt keek hy haar na. „Wat drommel! Is dat meisje gek?" Van zulk eene hoogte naar beneden te springen, was geene kleinigheid. Maar jawel, daar lag zy op tien grond;, een zacht steunen doed zich hoeren. „Zou zy zich bezeerd hebben?" Hy wilde haar naspringen, dech daar stosd zy op en vlug als eene hiïïde maakte zy zich uit de voeten. Maar toch was hy haar nagesprongen dat opgewonden ding bracht iemand het hoofd op holhy schudde het stof van zyne pantalon, hy was op zyne knieschijf gevallen en had zich geducht zeer gedaan. Nu beet hy zich op de lippen en in zijn hart ver- wenschto by do vluchtelinge, om wier wille hy den sprong had gewaagd. Juist kwam baas Sievcrs tl uis van den ai'oeid; by meende den nihoep van ang^t geboord te hebben, welke Boat© was ontsnapt. „Nu, wat is er gebeurd?" vroeg hij knorrig enkeek mc-t 'Vitgestrekto hals in deleegekair.er, „Och, Beate en ik hebben met elkaar ge stoeid", zeide de ingenieur grynzond, „en n-m is ze weggoloopen." De oude keek hem scherp ia het gelaat. „Wat is er dan eigenlyk voorgevallen vroeg hij barsch. „Neem u in acht, myphoer",. voer hy voort, torwyi zyne kleine oogeiii onder zijne borstelinge wenkbrauwen, fon kelden, „ik laat veel onopgemorki om de wille van den lieven vrede, doch als go hek waagt Beate tegen haren -wil. aan te rs>kenv dan laat ik u niet goedschiks uib myn huis vertrekken en sluit in lyrb vervolg de deur voor uw neus toe. Beate De oude haalde diep» adem. De ingenieur zetto eene hooge bosst op en viel hem in de rede: „Ho, bo! Beate, uwe dochter, is toch geer.o prinses, mynheer .Sieversl Ha, ha, dat is om to lachen; ha, Doch do tui&suan liet hem den tyd niet, méér te zegge»; had don lagen kerel H\ den arm gepikt fch duwde hem voort, na?.* het tuinheks (Wordt vW/objd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 9