10058.
(Dszc Courant wordt dagelijks, rr.ei uitzondering
van (gpn- en feestdagen, uitgegeven.
BOERE&-CR8TIEK.
Feuilleton.
field alleen waakt niet gelukkig,
Maaudag 5 £>eceinl>ei*
A
n ~">1
t <w W fcU
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. Af 1.10.
Frani-o per post1.40.
Afzunderlijhe NommorsO.OB.
PRIJS DER ADVERTi
ilENï
Van 16 rebels 1.03. Iedere repo' u-^urfO 171.
flrootere letters naar plaatsrnini:-Voor liet
ineasseeren buiten de stad wordt /"U.ü.» berekend.
Derde Blad.
ii.
.Apropos. Daar valt my iets in. De Rogeo-
wg wil den landbouwer vrijstellen van be
drijfsbelasting. Me dunkt, daar hebt ge toch
pker voordeel van?"
,Ik weet het niet en geloof hot niet. Tot
5-,g toe behoefden we geen patent te betalen
o ik beschouw deze wet, met betrekking
ons, meer om ons er aan te herinneron
lat wo niet behoeven te betalen, hetgeen ik
ciet in ons belang acht. Integendeel vind ik
wij wel bedrijfsbelasting moesten betalen,
mdere burgers moeten dat ook doen, en zyn
tii wij geen burgers? En in ons belang is
ttf, ik zeg het u nog eens, met hoe goede
Woelingen do wetgever ook ten onzen op-
clite gezind is, niet. Laat ik het u maar
is duidelijk maken, voor zóóverre een boer
kan.
Waarom worden er geen beschermende
echten geheven Immers aanvankelijk wordt
landbouw er door gebaat, de pry's der
oiucion wordt kunstmatg in de hoogto
gebracht, maar do landheer verhoogt de pacht
wij zijn er niet beter aan toe. Het volk
duur brood tot groot voordeel van den
liUdheer. Voor eigenaars is er voordeel, maar
breede schaar pachters zoude or voor
ukele jaren iets by winnen. De vrijdom van
hiryfbbelasting zou alleen ton gevolge hebben
men riep: „Wat hobben de boeren het
\hbost: geen belasting!" en een mededoogen-
fooze landheer zou denken: „ik kan ze wul
wat meer laten betalen." Beneden /G00 is
men vry. Hoevele pachters zouden er niot
ijn, die gerust met do hand op het hart
urmen vorklaren: ik heb ze niet verdiend.
dunkt, wanneer men den landbouw wil
oen bloeien, moet men geen to groote pacht
effen, zoodat do landbouwer vooruit kan
omen, en moest iedere landheer op do vol
enti© manior te werk gaan
Als eono woning van hem openkwam,
moest hy zo voor minstens tien jaar ver
huren en door twee deskundigen de huur
waarde van het land laten bepalen. Dezen
moesten een pry6 vaststellen, zóó dat by een
gewonon prijs van zuivelproducten en by een
fcnvoudigo lovenswys van den boer, hy door
r.oesto vlyt 2-, 3 4- a 500 guldon jaarlyks
ton overleggoti. Was hot jaar ongunstig voor
|SI5.)
Slechts één wenscli bleef hem nog over,
war do vervulling waarvan hy zoo hartelyk
verlangde, maar waaraan niet voldaan scheen
to kunnen wordon, nl. om Von Wangen met
z;jn lot to verzoenen, by hem de somboro
droefgeestigheid te verdryven, die zich van
d'-il ouden vriend had meester gemaakt. Het
vtroorzaakto Egon telkeDS diepe smart, vran-
'mer Klara, die vaak hare beminde Lize op
tgnüz bezocht, van haren broeder verhaalde
i onder het storten van tranen bevestigde,
al hare moeiten, om Von Wangen zyn
- aar leed te doen vergeten, vruchteloos waren.
Kiara klaagde .bitter, dat Von Wangen mot
>ren dag lusteloozer, droefgeestiger en meer
•-■leven moede werd. Hy had met niemand
neer omgang dan met den rechter Herder
Êr» oom Gast row, in Berlijn, met wien hij
oeno levendige brief wisseling stond Door
i ontving hij voortdurend nauwkeurige
ütingen omtrent Bertha, en hoo treuriger
luidden, des te onaangenamer werd Von
V'dfigens stemming.
Bertha was, van Linau uit, neef Aibrecbt
hem door lago pryzen van zuivelproducten,
verlies van vee, enz., zoo zou hy zich met
de winst van vroegere jaren zelf kunnen
redden. De landheer moest ook door ver
trouwde menschen inlichtingen inwinnen
omtrent zyne arbeidzaamheid, kennis van
landbouw, zyn vermogen, enz., en hem tevens
op het hart drukken, als hy zyn pachter
wordt, dat hy stoeds goed voor het land dient
te zorgen on het steeds goed moet bemesten.
Daarvan alleen zou zyn biy ven op de woning
afhangen. In dat geval zouden do landheer
en zyn pachter er wel by varen. Na 10jaren,
wanneer hy steeds aan zyne verplichtingen
goed had voldaan, moest de landheor het
land weder laten taxeeren en zou hy dan zeker-
lyk meer pacht kunnon eischen, waartegen
de pachter niets kon hebben. Deze kon op
zoo'n manier wel do vruchten van zyn arbeid
plukken. Hoo gaat het er tegenwoordig nog
voel toe? Wyl er te veel lieden zyn voor
eene woning, zoo worden de pachten al steeds
hooger en hooger opgevoerd. Die eenig geld
bezit, verliest het op zoo'n manior en de j
hals heeft zichzelven nog wys willen maken I
dat hy er wel kon komen, hoewel zyn ver- I
stand hem waarschuwde. Anderen, die geen 1
geld bezitten, gaan als het betaaldag is
naar hun landheer of diens rentmeester on
onder het zingen van de klaagliederen van
Jeremia brengen zy een gedeelte van de ver
schuldigde pacht en beloven een volgenden
keer de rest er wel by te zullen brongen.
Jaar in jaar uit steunen en kermen zy, trach
ten geld van anderen los te krygen, wannoor
hunne landheeren niet meelydend zyn, en
moeten ten slotte, al hebben zy het er niet
beter van genomen dan oen daglooner, van
de woning af. Dat het land daardoor veel
lyden moet, behoeft geen betoog, wyl men
voortdurend in vrees verkeerde er af to moeten
en anderen do voordeelen van zyn arbeid
zouden plukken. Is de landheer zoo barm
hartig er niot veel van to zeggen als hy de
pacht niet krygt, zoo komt do pachter lang
zaam in don zaligen dommel van onverschil
ligheid, dat op hem en zyn gezin zeker een
slechten invloed moet hebben.
Waar de welvaart vordwynt, vliedt ook een
menigte persooniyke deugden, en de energie,
die in het landbouwbedryf noodzakelyk is,
gaat geheel verloren. Heeft de landheer dan
niet tegen zyn oigon belang gehandeld?
Immers wat de landheer aan pacht mocht
gewonnen hebben wanneer althans de pach
ter wat geld bezat of anderen hem hadden
gsloend heeft hij zeker aan kapitaal verloren
Zou men willen gelooven, dat in Nederland
toestanden bestaan, welke byna aan de Iersche
deen denken? En dat by zulke hooge kaas-
en boterpryzen Een welsprekend bewys voor
den achteruitgang zou de dorpslager u kunnen
leveren. Hy, die vroeger gewoon was voor
een flink boeren-huishouden een pinkstier
(voorslacht), twee varkens en een vette koe
te slachten, komt er alleen, om een varken,
zeer vaak een zeug, te kelen en wanneer
liet een koe is, dan is het er gewoonlyk
een, die uit nood geslacht moest worden, voor
wolk vleesch vroeger zou bedankt zyn.
Waar moet het op die manier met den
landbouw naar toe?
Zou er geen rykszaak van gemaakt kunnen
worden, zoodat do Regeering zich verplichtte
met too te zion, dat er geen te groote pacht
door ons moest betaald worden? Ik geloof
dat allen er wèl by zouden varen. De eisch
is groot, maar hy is rechtvaardig. „Do grootste
vryheid,zei Karei Y, „is geen vryheid to
bezitten." Met betrekking tot de pacht is
dit zeker niet misplaatst. Goen achturige werk
dag, neen, de gebeele week zwoegen, maar
dan ook iets kunnen oversparen voor den
ouden dag. Do welvaart van ons dorp zou er
zeker wel door stygen. Veel dat er opge
knapt moest worden, blyft nu zitten tot een
volgend jaar om dan nog eens uitgesteld te
worden.
Dan zou geen onzer in liand6n behoeven te
vallen van kooplieden, die door kwasie-welge
meende goodhartigheid ons geld leenen zonder
intrest, waardoor wy genoodzaakt zyn veel
met hen te handelen en wij wis en zeker aan
het einde van ons bestaan komen.
U zal myn nu toch wel willen toestemmen,
dat voor een groot gedeelte de welvaart en hare
zegeningen in handen van onze landheeren
zyn en als zy den boer uit willen mergelen, zy
daardoor zichzelven het meest benadoelen.
Zou de eisch wel te groot zyn als deRegee-
ring dwong, dat zy in hun eigen belang gingen
handelen? Niemand zou dat in de Regeering
kunnen mispvyzen. De landheeren en ze
zyn geon witte raven die reeds zoo ver
standig handelen, benevens do pachters zouden
dien maatregel mot ingenomenheid begroeten.
Wel kunnon landbouwartikelen, wandelleer
aars en landbouwonderwys het hunne bydra-
gen óm ons vooruit te helpen, maar in de
eerste plaats een matige pacht."
„Nu weet ge," zei myn gastheer ten slotte,
„waar ons de schoen wringt. Maar wat moeten
wy daaraan doen?"
Ik wist het ook niet, maar dacht, dat alge-
meene bekendheid van den tosjs'nnd daartoe
kon medewerken. Vandaar ik hot den
lezers van het Leidsch Dage' ededeol.
Gemengd Ni 'invs.
De commissaris va .i p 1 itie der
centrale afd. te 's Gravenha;. v.- tigt de aan
dacht op een man, klein van postuur, met
dik grys haar, glad aangezich 'eine oogen
en neus en mond, die zich .der valscho
voorgevens en valschenamen Mi verschillende
lieden, by voorkeur by Zeeuwsche families,
aanmeldt en reisgeld vraagt. Ilp noemde zich
Blaas, gaf voor, zyn zieker - te hebben
bezocht en geon geld te hehóen om huis
waarts te koeren. Hy heeft een Middelburgsch
accent.
De Vereeniging „Rei) lasting",,
welke haren hoofdzetel te Uti.<ht heeft, ont
ving dit jaar do som van f 2? 2, waarvoor
zy 71 personen in de gelegen: 1 stelde voor
kortoren of langoren tyd de nluebt te ge
nieten.
Hot kantongerecht te Wage-
ningen heeft Willi. M. J. I nek en Chr.
Aug. Van der Leeuw, bei- n uit Arnhem,
veroordeeld tot eene geldboc". n ƒ40 ieder
of 40 dagen hechtenis, wegen het op eene
openbare verkoopplaats voorh hebben van
surrogaat van boter, terwyl he. oord „Surro
gaat" of „Margarine" daaro] voorkwam,
evenmin als op de verpakkir,
Eene vreoseiyke ontdekking is
te Weikersdorf in Neder OosL.ryk gedaan.
Men vond er nl. een 42 jarige vroi w, die sedert
3Vi jaar door hare stiefmoeder opgesloten
werd gehouden in een aan de v. irig grenzend
varkenshok niet van !y'goed, ligging
of wat anders ook, dan een do- oen© kleine
opening toegeduwd schamel dage ,ksch voedsel
was voorzien. De toestand vm 'r halfverwil-
derd mensch was onbescln :.,flijk. De stief
moeder is gevangengenomei
Te Parys vond men 's morgens
in de rue Vivienne eene '.oor schoone en
goed gekleedo vrouw bewusteloos op het
trottoir, naast haar oen bebl dolk. Byge-
braclit, verklaarde zy uit Bor or. ox naar Parijs-
te zyn gekomen, met het plan ich van kant
te maken, omdat haar bemi' haar had ver
laten. En die beminde was ians by zyn
vader, een koopman die in de rue Vivienne
woont.
Te Reich holdsgrür: n a b y Bay*
reuth, zyn 14 huizen en da !>y behoorende
schuren, sta len enz. afgebrrd.
naar het kasteel Von Osternau gevolgd en
van daaruit stelde zy eene vordering tot
echtscheiding in, waartegen Von Wangen zich
niet verzotte en welke scheiding dan ook,
zoo snel als de wetten maar eenigszins toe
lieten, volgde. Reeds eer de band, die haar
nog aan Von Wangen gekluisterd hield, ver
broken was, had Berlha zich vrij gevoeld en
zich, zonder acht te geven op don naam, dien
zy alsnog droeg, aan een ongebonden leven
overgegeven. Zjj wilde eindelyk het leven
genieten, zich schadeloosstellen voor de vier
jaren, welke zij in de grootste verveling aan
de zijde van een man, dien zy niet beminde,
had doorgebracht.
Gedurende den winter vertoefde zy te Ber-
lyn. Albrecht bad voor'haar eene woning
prachtig doen inrichtenhy was de slaaf
geworden van de schoone vrouw, wier ge
ringst en wcnech hy vervuilen moest. Hy
verspeelde de ïyke inkomsten van het kas
teel Von Osternau, om Bertha in alle pracht
en praal te doen loven; maar niettegenstaande
zyne giocte welwillendheid, was hij toch niet
in staat haar het geluk te vorschaffen, waar-
naai' zij sireefdo.
Bertha had gehoopt in de eerste kringen
der residentie eene schil teren de rol te zullen
speler, door hare schoonheid de harten der
mannen te zullen veroveren, de gevierde
koningin van de beste gezelschappen te wor
den. Maar bitter had zy zich bedrogen 1 Do
aristocratische gezelschappen, tot welke zy,
\olgens haar naam en geboorte, behoorde,
bleven voor haar gesloten.
Toen zy, onmiddeliyk na hare aankomst te
Berjy'n, by tante Gastrow een bezoek bracht,
verklaarde deze waardige dame kalm en be
slist haar ieder verder bezoek te verbieden.
Mevrouw Von Wangen had door hare schan
dölijke vlucht uit Linau en door hare onge
paste verhouding tegenover den heer Albrecht
Von Osternau de aanspraak verbeurd als
familielid in do gezelschapskringen van
mevrouw Von Gastrow te worden opgeno
men, daar deze niet verlangde om te gaan
met eene dame van twijfelachtige reputatie.
Geene betere ontvangst viel haar ten deel
by de overige talryke familieleden en de be
kenden uit vroegeren tyd. In de meeste hui
zen, waar zy bezoeken wilde brengen, werd
dit bezoek niet ontvangen; in enkele werd
zij toegelaten, maar dan zóó buitengewoon
koel ontvangen, dat z(j moest gevoelen hoe
i onwelkom z\j was, terwyl haar geen enkel
i tegenbezoek gebracht werd.
Zy bekiaagdo zich daarover bitter by haren
vader, matü Werner Von M assen burg ver
klaarde haar schouderophal- id, dat hy haar
niet kon helpenharo reputatie was voor
immer verloren gegaanmi- :cMon zou men
voor Bertha den toegang to gezelschap
pen niet gesloten hebben, o. dnt zy, zonder
eenigen grond daartoe te Lebben, zich van
haren echtgenoot liet sche het ergste
was, dat zy juist den he- Albrecht Von
Osternau, op wiens naam ee. smet kloefdo,
tot haren beschermer gekoze <1, en zy zulks
gedaan had, alvorens haar e ht door de wet
ontbonden was. Dat toch zo m haar nim
mer kunnen vergeven. HjjzeU v^o verklaarde
Werner Von Massenburg, or.d vond in zyne
gezelschappen al het onaang- me der hande
lingen van zijne dochter; h uocht er niet
aan donken al zijne relatie 1 vernietigen,
door haar in beschorming nemen, die
thar.s ten prooi was aan d-. leene ver
achting.
Uitgesloten van dogczelec! tot welke
zij door hare geboorte behoor m est Bertha
afdalen tot lagere standen. was haar
p.iet voldoende schouwburg. 1 r concerten
te bezoeken; van dergelijks troentgen
had zy spoedig genoeg.
jCi.)