DAGBLAD.
K3. 10057.
Zaterda»; 3 I>ecenil>ei*.
ft8. 1852.
feze «Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Leiden, 2 December.
Feuilleton.
(ïeld alleen maakt niet gelnkkig.
LEIDSCH
PKIJB DEZER COURANT:
Voor Leiden per 9 meendenf 1.10.
Fr&nco per poet1.40.
AfiODdtrlflk» Kommer»0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
1—regel» f 1.0». Iedere regel meer f 0.171.
Grootere letten neer pleetsrnirote. Toor bet
buiUa de eted wordt ƒ0.05 berekend.
OfAoiëele Hennisgevingen.
Borgemeeater en Wothoadere der gemeente Leiden
brengen ter algemeene kennis dat de paeaage in de
j<le OroeDeateeg, wegenu het vernieuwen van een
ftmeente-riool ln de straat, van 5 tot 16 Decem
ber a. voor r rj - en voertuigen zal
i)D afgesloten.
Borgemeeater en "Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, BurgemeeBter.
2 Dcc. 1892. E. EI8T, Secretarie.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
E. Jannink Bzn., geboren te Enschedee, be
vorderd tot doctor in de rechtswetenschap, na
verdediging van een academisch proefschrift,
getiteld: „Het woord „Acte" in artikel 1933,
EurgerlUk Wetboek."
- Door de alhier zitting houdende genees
kundige Staatscommissie werden heden tot
arts bevorderd de heeren J. M. W. Scheltema
en J. L. C. G. A. Le Rütte, terwy) werd.
toegelaten voor het eerste gedeelte van het
.irie-examen de heer C. Mulié.
- Ds. M. J. Van der Hoogt, van Katwyk
aan den Rijn, zal Donderdag 8 December, des
avonds halfzeven, in de Gereformeerde kerk te
Rjjnsburg eene rede houden in 't belang van
het onderwijs.
- Aan het groot-directeurs-examen der pos
terijen namen deel 4 candidaten en slaagden,
oehoudens nog af te leggen examen in natuur
en wiskundedo klerk der posterijen J. Dijk-
ttra, te Amsterdam; de assistent J. H. Mes
ters, te 's Graven hageen de klerk der pos
terijen J. "VV. Rutten, te 's-Gravenhage.
Aan het klein-directeurs examen namen deel
12 candidaten en slaagden: de klerk der pos
terijen A. C. Hennequin, te Amsterdam; de
assistent L. G. De Graaf, te Amsterdam; de
geagr. klerk mej. B. C. Duintjer, te Wilder,
vank; de klerk der posterijen mej. C. R.
Rademaker, te Briellede klerk der posterijen
W. Nuver, te Koevorden; de geagr. klerk
H. Van Gent, te Zwtfndrecht; de klerk der
posterijen B. H. Millenaar, te Heusdenen de
klerk bij het hoofdbestuur der posterijen
Jhr. A. Van Spengler, te 'b Gravenhageals
mede voorwaardelijk de assistent J. Meier, te
Leiden, en J. F. W. Beudeker, te Deutichem.
- Voor den heer A. H. Van Thiel, hoofd
inspecteur van de telegraphic, te 's-Hage, was
't gisteren een hoogst gedenkwaardige dag.
Zooals men weet, was het 40 jaar geleden,
dat de heer Van Thiel bij de telegraphie in
functie trad. 't Spreekt vanzelf, dat die dag
niet onopgemerkt zou voorbijgaan.
De ambtenaren, van de hoog6ten tot de
laagsten in rang, hadden zich dan ook beijverd
dezen eersten Decemberdag voor den jubilaris
onvergetelijk te doen blijven.
Nadat de heer Van Thiel, vergezeld van zijne
dochter, gisterochtend in zijne afdeeling in het
gebouw van het Ministerie aan de Parkstraat
kwam, werd hfi door den hoofddirecteur der
posterijen en telegraphie, den heer J. P. Hof
stede, en het personeel der afdeeling telegra
phie ontvangen en naar zijne kamer geleid.
Dit vertrek was als het ware in een bloe
mentuin herschapen. Van onder tot boven
waren langs de wanden de fraaiste planteü,
chrysanthemums, rozen en palmen aangebracht
terwijl het portret vari den jubilaris omlijst
was door rozen en ook op de tafel eenige
fraaie bloemstukken waren geplaatst.
Nadat allen in het vertrek waren binnen
getreden, hield de heer Hofstede eene korte
toespraak tot den heer Van Thiel, wenschte
hem geluk met den dag van heden en wees
op het vele, dat door ztfn toedoen in die reeks
van 40 jaren was tot stand gekomen. Hy
wees er op, dat in een der bladen met recht
de uitdrukking is gebezigd: „Nederland mag
roem dragen op zyne telegraaf', maar dat dan
ook den heer Van Thiel de grootste eer van
de degelyke organisatie van dezen gewichti-
gen tak van dienst toekomt. Hy bracht voorts
eenige feiten uit die eervolle loopbaan gedu-
jende 40 jaren in herinnering en uitte ten
slotte den wensch, dat de heer Van Tbul
nog jaren lang zyne krachten mocht blijven
wijden aan de telegraphie, dezen gewichtigen
tak van dienst.
De heer Van Thiel betuigde daarna zyn
dank aan allen, van wie hy op dezen dag
zooveel blyken van sympathie had mogen
ontvangen. Wat zyne 40 jarigo loopbaan betrof
bracht hy dank aan hen, met wie hij gedu
rende die vele jaren een aangenamen omgang
had gehad, hetgeen zoozeer ten goede was
gekomen aan den dienst der telegraphie.
"Voornamelijk was hy dank verschuldigd aan
allen, die hem steeds trouw ter zyde hadden
gestaan in het verrichten van den vaak
moeilyken arbeid. Het verheugde hem ten
zeerste, dat van den hoogst© tot den laagste
in de afdeeling telegraphie zoo goede harmonie
heerschte.
Uit alle oorden des lands ontving de heer
Van Thiel gelukwenschen. Ook de oud-minister
Havelaar deed van zyne belangstelling blyken.
Te halftwee maakte eene deputatie van de
hoofdkantoren der Telegraphie te Amsterdam
en Rotterdam, zoomede eene commissie, be
staande uit alle inspecteurs en directeuren
der groote kantoren in het Ryk, hunne op
wachting by den jubilaris.
Ook de minister van waterstaat, de heer
Lely, en de secretaris-generaal van genoemd
departement, de heer De Bosch Kemper,
kwamen des middags persooniyk den heer
Van Thiel gelukwenschen.
Door mr. H. F. T. Van Schaeck, raads
heer in het gerechtehof te 's-Hertogenbosch,
is wegens ziekte eervol ontslag aangevraagd.
Aan allen, die ter gelegenheid van het
tachtigste jaarfeest van „Jonathan" zich verr
eenigden om zyne beeltenis te laten vervaar
digen, ten behoeve van het Ryksmuseum,
zond ds. J. P. Hasebroek de volgende dicht
regelen „ter dankzegging":
Deed tacht'g jaar het hoofd des onden roane niet buigeD,
't Zinkt onder 't wicht van 't meer dan tachtig-
til [voudig goed,
Dat God en meneoh hem schonk, waarvan die jaren
[tuigen.
Hoe blinkt de lange weg, beuchenen door dien gloed
Ook uw Gedenken a«,n mijn jnbel noopt tot danken,
En wekt in 't hart een stroom van zoete erkentnit-
[klanken.
Hen zegenend, wier hand aldne mijn grijsheid tooit
Met Alpenrozen, op haar wintersneeuw gestrooid."
Gisteren hebben eenige leden van de
Tweede Kamer tot verschillende staatspartyen
behoorende, een gastmaal aangeboden aan
hun ambtgenoot den heer Van Kerkwyk.
Het diner werd gegeven in den restaurant
van den heer Van der Pyl, op de Plaats
te 's Hage.
Uit Indië is het bericht ontvangen dat
tot assistent-resident te Kotta-Radja is be
noemd de controleur Kroesen, uit Beneden
Langkat.
Naar men verneemt, is de heer De Neve,
de gunstig bekende hoofdadministrateur van
de Billiton-maatschappy, plotseling overleden.
Volgens het antwoord van den minister
Tak van Poortvliet aan de Tweede Kamer
blyft hy de meening toegedaan, dat eene ver
betering der Armenwet door den wetgever
zal moeten worden ter hand genomen.
De toepassing van het Elberfelder 6telsel
voor zooveel zy by onze wetgeving mogelyk
is, juicht hy gaarne toe. Waar de Regeering
haar in de hand kan werken, zal zy zulks
niet nalaten. Hy kan daarover reeds mede^
deelen dat zyn ambtgenoot van waterstaat,
handel en nyverheid overweegt in hoeverre
zulks door het toestaan van faciliteiten by de
postverzending mogelyk is. Eene aanbeveling
der Regeering aan de armbesturen om to
toepassing van het stelsel over te gaan. schynt
hem echter niet noodzakelijk, noch wenschelyk.
Ter bevordering eener tijdige en onge
schonden overkomst der by het a. s. St.-
Nicolaasfeest per post te verzenden pakketten
wordt door den minister van w., h. en n.
aanbevolen om: lo. voor eene stevige en
doelmatige verpakking dier pakketten zorg
te dragen, in dier voege, dat de inhoud op
voldoende wyze voor breken of beschadigen
gevrywaard zy2o. de adressen, zoo mogelyk
op het omslag der pakketten zelf te schry ven
en waar dit niet kan geschieden, de beves
tiging van het adres door opplakking of aan
hechting, in ieder geval zóó te doen plaats
hebben, dat het tyden6 de verzending niet
kan verloren gaan.
Ten gevolge van eene mededeeling van B.
en Ws. van Amsterdam aan den Raaa. dat zy
niet voornemens zyn een nieuwen gewonen
hoogloeraar in kerkgeschiedenis aan de uni
versiteit voor te stellen, en het desbetreffend
raadsbesluit, is aan curatoren der gemeente
lijke universiteit aldaar voorgesteld tot buiten
gewone hoogleeraren op het gewone trakte
ment van f 1000 aan te stellen
1°. voor de Protestant6che kerkgeschiedenis
prof. F. L. Rutgers of "W. Geesink, hoogleer
aar aan de Vrye Universiteit;
2°. VoordeRoomsch-Katholiekekerkgeschie
denis: pastoor Van Schyndel of Van Nispen;
3°. voor de Israëlietische kerkgeschiedenis en
't Talmudisme: dr. Dünner, rector aan het
Israólietisch seminarium.
Door de arr.-rechtbank te Rotterdam is,
ter vervulling der vacature van rechter in
dat college, opgemaakt de.navolgende alpha-
betiscbe lyst van aanbeveling: mr. J. F. Van
der Lek de Clercq; jhr. mr. R. O. Van
Holthe tot Echten, en mr. J. H. VanMeurs;
subst.-griffiers by de arrond.-rechtbanken te
Rotterdam, Assen en 's-Hertogenbosch.
Het stoomschip „Admiral", van Hamburg
naar Oost-Afrika, passeerde 29 Nov. Suezde
„Dubbeldam" vertrok 30 Nov. van Nieuw-York
naar Amsterdam; do „Edam", van Rotterdam
naar Baltimore via Nieuw-York, passeerde 1
Dec. Grisnez; de „Manica", van Amsterdam
via Londen naar Kaapstad, vertrok 30 Nov.
van Londen; de „Prins Hendrik", van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 1 Dec. Gibraltar;
de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 1 Dec. van Genua; de „Me-
nelaus", van Batavia en Singapore naar Am
sterdam, passeerde 1 Dec. Suez; de „Obdam"
arriveerde 1 Dec. van Rotterdam te Nieuw-York.
214.)
Weken en maanden waren aldus op dezelfde
«»omge, vervelende wijze voorbijgegaan.
Von Wangen vervulde zyne plichten, hjj be
heerde zijne goederen met denzelfden ijver
en nauwkeurigheid als voorheen, maar ver
maak vond hy daarin niet meer; elk uur,
hat hy zich aan den arbeid, zonder daaraan
te kort te doen, kon onttrekken, bracht hij
droomende door in het heerenpri&el.
Klara gaf zich de grootste moeite haren
broeder op te vroolyken, maar zy slaagde
oaarin niet; zy leefdo slechts voor Hugo,
ieder zyner wenschen trachtte zy als het
ware uit diens oogen te lezen. Zy praatte,
ofschoon haarzelve ook zooveel op het harte
opgeruimd met haren broeder gedurende
he maaltijden, den eenigen tyd, in welken
2(j hem zag; maar hoe lief en voorkomend
rij zich tegenover hem gedroeg, zy slaagde
er toch niet in de droefgeestigheid te ver
haven, welke zich van Hugo had meester
Cemaakt. Hy was tegenover haar zóó vrien-
holyk, zóó vol liefde, als hy steeds geweest
was, maar hardnekkig weerstond hij den
invloed, welken Klara op hem trachtte uit
te oefenen. Zy smeekte hem dikwerf en
dringend de eenzaamheid, waarin by leefde,
op te geven, maar hy antwoordde haar dan
alleen met een droefgeestig hoofdknikken.
Von Wangen had iederen omgang met zyne
buren afgebroken; hy bracht noch ontving
bezoekenzoodra eene équipage voor het
heerenhuis stilhield, trok hy zich terug;Klara
moest de bezoekers ontvangen, hyzelf liet
zich niet zien. Zelfs voor hen, die het vurigst
wenschten Von Wangen in eene andere ge
moedsgesteldheid te brengen, Egon Von Ernau
en zyne vrouw, maakte hy geene uitzondering.
Egons eerste bezoek, nadat hy van zyne
reis was gekomen, had den ongelukkigon
vriend gegolden, maar hy trof dezen niet aan.
Klara ontving Von Ernau en vertelde hem,
onder het storten van tranen, dat Von
Wangen was uitgereden, om het bezoek te
ontgaan. Zonder Von Wangen gezien te heb
ben, moest Egon naar Plügnitz terugkeeren;
by herhaalde zyn bezoek, maar met hetzelfde
ongelukkige gevolg; hij schreef een harte-
lyken brief aan Von Wangen, doch ontving
daarop geen antwoord.
Drie maanden later voerde Egon de jonge,
schoone meesteresse van Plignitz in hare
nieuwe woning.
Mevrouw Von Osternau vergezelde hare
geliefde dochter. Egon had voor de door hem
zoo hoog vereerde vrouw eenige kamers in
het huis Jaten inrichten en was ten hoogste
verheugd, wanneer hy zag hoe dat eerbied
waardige gelaat van de beminde schoon
moeder van vreugde schitterde, toen zy door
haren schoonzoon geleid werd door de voor
haar bestemde en zoo gemakkelyk mogelyk
ingerichte kamers. Ieder meubelstuk, dat
zich daarin bevond, legde getuigenis af van
de liefde, welke Egon voor mevrouw Von
Osternau koesterde.
Hoe gelukkig voelde Egon zich thansHy
had een hem aangenamen werkkring gevon
den. Het beheer van Plagnitz, dat hy door
aankoop van naburige landgoederen nog zeer
had uitgebreid, vorderderde al zyne werk.
zaamheid, ofschoon hy daarby door Storting
krachtig werd ter zyde gestaan. Egon wilde
niet alleen zyne eigendommen tot model
bezittingen maken, haar ten hoogste rente-
gevend doen zyn, neen, by beoogde nog iets
anders. Hij gevoelde de op hem rustende
verplichting, de nog op een lagen trap van
I beschaving staande landelyke bevolking, de
knechts en de meiden, do daglooners en de
dienstbolen meer de zegeningen der bescha
ving dee achtig te doen worden.
Dit was voorwaar geene gemakkelyke taak,
die nog zwaarder gemaakt werd door de lieden,
die van nieuwigheden niets wilden weten.
Maar Egon liet zich door geen weerstand
afschrikkenhy had de macht van den vroe
ger zoozeer door hem verachten rykdom
leeren kennen en was tot het bewustzyn
gekomen, dat die rykdom hem den plicht
oplegde niet alleen voor zichzelven, maar ook
te zorgen voor het welzyn van al degenen,
wier lot in zyr.e hand lag. Hy deed dit met
rusteloozen yver en zyne goede engel stond
hem daarby trouw ter zyde. Lize arbeidde
met baren echtgenoot; zy deelde in zyne
werkzaamheden en vreugde. Met haar over
legde hy het eerst zyn grootseh plan en
voerde dit met krachtige handuitalszyne vrouw
daaraan hare goedkeuring geschonken had.
Door dezen zegenryken arbeid had de een
maal zoo levenszatte den vollen levenslust en
levensvreugde weder terugbekomennooit
verscheen meer om zyne lippen het bittere,
spottende lachje, dat zich daarom vroeger
zoo dikwyU vertoond hadhy zag de toe
komst niot rneer somber in, maar wel zoo
vol hoop, als mogelyk was, en toen na verloop
van een jaar zyne geliefde vrouw hem een
zoontje schonk,kende zyn geluk geenegrenzen.
[Wordt vervolgd.)