n
m
nist en conducteur mode, dat zeker patronen
op de 6poren gelegd waren en toen men
daarop ging zoeken, vond men werkelijk twee
patroonhulzen. Do politie is met het feit in
kennis, doch het is haar nog niet gelukt den
dader te vinden.
Uit Opsterland 6 c h r ij f t men:
Aan tal van arbeiders in deze gemeente
wordt reeds werk verschaft. De gemeente
laat de zandwegen verbeteren, de kerkvoogden
te Terwispel hebben 30 man aan het weik
gezet op de landerqen der kerkvoogdij, te
Langezwaag zijn 2ö arbeiders voor een land
eigenaar bezig, en freule Lycklama a Ny'eholt
aal op groote schaal aanvangen met ontgin
ning van heidegronden in deze gemeente. Het
beroep op de eigenaars der landerijen om
werk te verschaffen, heeft dus goede gevolgen.
In de eergisteren gehouden
zitting van het Hof te Leeuwarden is tegen
den geschorsten commissaris van politie te
Groningen in hooger beroep gecischt eene ver
oordeeling tot 3 maanden gevangenisstraf.
De rechtbank te Middelburg heeft
den 16 jarigen jongen uit Vlissingen, die den
winkel zijns vaders in brand had gestoken,
tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld.
In April 1891 werden uit het
Museum te Rennes vier schilderijen van
Mieris, Teniers e. a. gestolen. De stad loofde
eene som gelds uit voor de ontdekking,
waarop de dief schriftelijk aanbood ze voor
1000 fr. terug te zenden, mits men hem
nimmer verraden zou. Deze koop werd ge
sloten. Later is de dief, zekere Daniel, wegens
voertien andere diefstallen In handen van het
gerecht geraakt en hot Hof van Ille-et-Vilaine
heeft hem nu tot 10 jaren dwangarbeid en
daaropvolgende deportatie veroordeeld.
Eene depoche uit "Wasmes (België)
meldt dat op 300 meter afstand van dit
station weer eene poging tot ontsporing heefc
plaats gehad. Drie zware blokken hout waren
door eene misdadige hand op de rails gelegd
ei veroorzaakten aan een voorbijrijdenden
trein een hevigen schok, welke echter zonder
gevolgen bleef.
De Londen sche politie schijnt
in het jongste voorval in Whiteciiapel geene
zaak van beteekenis te zien en heeft, zegt
men, van verdere nasporingen afgezien.
Te Marcenollo heeft oen jongen
van 15 jaren gepoogd zich dood te schieten,
omdat hq met zijn Engelsch opstel aan het
Athenaeum te Charleroi ongelukkig was ge
weest. De kogel bleef in zijn schouder zitten.
To Llanfrynach, in Brecknock-
shire, is eene dame, Anne Williams, over
leden, die den leeftijd van 103 jaren bereikte.
Zij las en breide nog zonder bril.
Do familie Rothschild heeft
100,000 fr. gegeven voor de armen teParffs,
die hunne huishuur niet kunnen betalen.
Vendetta. Een neef van de
gebroeders Versalone, te Castronuovo, in
Palermo, was vermoord door diio mannen,
voor wio zekere Provenzano, ock een land
man, voor het gerecht verzachtende omstan
digheden poogde te verwerven. Toen deze
laatste den 16den dezer met zijne vrienden
in eene herberg zat, kwamen de Versalones,
met geweren gewapend, binnen en deden
vier schoten. Provenzano viel dood neer en
zijne vrienden werden zwaar gekwetst.
Persoverzicht.
Evenals andere menschen gevoelen ook
socialisten wel eens aanvechting om hunne
vroolijkheid door luid gezang langs de
straton te uiten. Vooral deAmsterdamsche
socialisten zingen gaarne op dergelijke wijze
en of dat gezang nu altijd eene simpele op-
gowoktheidsuiting is, zie, dat is moeilijk te
beoordeelen, daarover zullen we hier onze
meening niet te kennen geven en daaromtrent
schijnt wel twijfel te bestaan. Hoe hetzij, de
burgemeester van Amsterdam wil aan dat
zingen oen eind maken, hq heeft het vorboden.
Omtrent dat verbod van het hoofd der Am
sterdamsche politie, misschien niet onbelang
rijk voor onze lezers, daar de L9idenaars ook
nogal liefhebberij in straatgezang aan den dag
leggen, lozen we in do „Amsterdamsche Crt."
het volgende:
Het zingen op straat te verbiedon, anders
dan als „nachtgerucht", dus na twaalf uren
's nachts, zegt het „Dagbl. v. Nederland", is
moeilijk te verdedigen mot een beroep op de
Alg. Politieverordening; tenzij men dit wan
delend zingen als eene muziekuitvoering of
als een optocht wil qualiticeeren, wat toch
zeker niet gaat zonder don zin van de woor
den der verordening geweld aan te doen. Mis
schien beschouwt de burgemeester e^n groep
of troep zingende lieden als eene samen
scholing" of „volksverzameling", en volgens
art. 39 zijn deze verplicht onmiddellijk „uit
een te gaan", wanneer de politie het haar gelast.
Hoe dit zij, indien de burgemeester ant
woordt op de vraag: met welk recht verbiedt
gij ons het zingen op straat? zou het toch
wenschelqk zijn, dat hij de artikelen noemde
in wet of verordening, waaraan hq dat recht
meent te kunnen ontleenen. Nu heeft, het den
schqn, alsof hij zeggen wilde: gijlieden hebt
te gelooven, dat als ik iets doe, dit ook recht
zal zijn. En zulk een eisch van gelooven op
gezag prikkelt in onzen tijd eer tot verzet,
dan tot gehoorzaamheid.
Zonderlinge rodeneering van het radicale dag
blad, dat anders met critiek niet verlegen zit
Het heeft blijkbaar te veel vertrouwen in
den burgemeester, dan dat het durft onder
stellen dat hij zijn boekje te buiten zou gaan.
En nu speelt het op zien komen, dat de
burgemeester zich bloot zal geven als ware
hij op critiek belust en gratis-leverancier van
de stof daartoe voor het „Dagbl. v. Nederl."
De cordaatheid, waarmee de burgemeester
we geven toe wat laat— nu is opgetreden
tegenover de zingende socialisten, prikkelt
niet tot verzet, doch dwingt tot gehoorzaam
heid en mag tevens als waarschuwing gelden
voor hen, die. quasi onder het vaandel van
het recht varende, voortdurend het gezag
helpen ondermijnen, en, zooals het „D. v. N."
in bovenstaand stukje weder door het recht,
waarmee de burgemeester hier optreedt in
twijfel te trekken, tot verzet prikkelen.
Als voor het „D. v. N." de hoogste vrijheid
voor de socialisten gerekend wordt het zingen
op straat, niet als opwelling van het oogen-
blik, doch geregeld met opzet als propaganda
middel, dan behoort het toch niet al te een
zijdig te zijn en ook de vrijheid van anderen
te eerbiedigen. Of zou hot blad denken, dat
de groote meerderheid der Amsterdammers
op dio betoogingen op straat van het handjevol
sociaal-democraten gesteld is? Dan moet het
den winkelstand vooral in dezen tqd maar
eens raadplegen.
Wat ten slotte de waarschuwing betreft,
niet bijwijze van eene boodschap, doch officieel
door den commissaris uit do sectie werd het
bestuur der afdeeling gewaarschuwd, zoodat
de redactie van „Recht v. Allen" niet ontkent,
dat ieder socialist wist dat het zingen ver
boden was en onder het ingezonden stukje
van een zekeren Kat niets beter wist te
zetten, dan een uit zqn verband genomen
zin van mr. Yan Houten, met eene raadgeving,
die de domste proletariër niet misvatten kan
„Indertijd zei de heer Van Houten in de
Tweede Kamer: „als ik leefde onder omstan
digheden, waarin ik gevoelde mijne veiligheid
te moeten versterken meer dan door een
gewonen stok, ik zou mij ondanks allo wetten
met eene revolver wapenen."
De raad is niot door ons gegeven, dan zou
hq waarschijnlijk strafbaar zqn, want we
zqn immers gel(jk voor de wet! maar door
het „geachte" en zelfs door „Handelsblad"
en dergelijke bladen tegenwoordig hoogst-
fatsoenlijk gerokende Kamerlid mr. S. Yan
Houten."
Onze koloniën zijn dezer dagen weer het
onderwerp van veel gedebatteer en geschrijf.
Omtrent het gebeurde bij Kaloet,
waaromtrent wij zijn ingelicht door de Indische
bladen, welke er vol van waren, vindt men
in de „Standaard" het volgende:
Het jongste treurspel, dat in Atjoh is af
gespeeld, trekt, meer dan men denkt, de
aandacht.
Het is nu bqna twintig jaar, dat Atjeh
ons heet toe te behooren, en dat wie zich
in Atjeh togen ons verzet, ingedeeld wordt
bij het corps „kwaadwilligen".
Atjeh is, naar het heet, niet een ander
land, waarmee wij oorlog voeren. Het maakt
deel van ons rqk uit. En wie zich in Atjeh
tegen ons teweerstelt, is een man in opstand.
En toch is het nu, na twintig jaar ver
spillens van veel menschenbloed en veel
millioenen, dat wij nog altoos niet verder zijn,
dan dat we een smal strookje van dat land
bezitten; met enkele kuststaatjeszeerdubbel-
z nnige vriendschapsverhoudingen aanknoop
ten en de kust blokkeeren met schepen,
die tegenover elk snelstoomend vaartuig mach
teloos zijn.
En zio, te midden van die uiterst haclilqke
positie, blijkt nu almeer, dat deze „kwaad
willigen" nog altoos zulk eene geduchte
militaire macht vormen, dat ze o n s
gaan belegeren, waar wij ons aanstelden
alsof wij hen in toom hielden.
Kaloet is een dorp vlak bij ons rayon, en
bi) dat Kaloet heeft die bende „kwaadwilligen"
een fort of benting opgeworpen, dat zoo
sterk blijft, dat het Nederlandsche leger nu
reeds ten derden male met bebloede koppen
van voor dat Kaloet is teruggekomen.
Dit nu baart onrust in tweeërlei opzicht..
Vooreerst omdat er uit blijkt, dat ons stel
sel van operatie niet deugt, en wel verre
van den vijand af to matten en tot overgaaf
te dwingen, hem overmoedig maakt op het
brutale af.
Maar ook ten anderen blijkt er uit, dat het
legerbeheer in Atjeh niet berekend is voor
zijne moeilijke taak.
Al geeft men toch niet toe, dat het opwer
pen van zulk eene benting onmogelijk moest
zijn gemaakt, dit vat en verstaat ieder toch,
dat, als ge afgaat op do verovering van zulk
eene benting, uwe maatregelen zoo behooren
genomen te worden, dat ge slaagt.
Niet aanvallen, eer ge weet hoe sterk die
benting is, en zoo ge aanvalt, dien aanval
met de noodigo macht ondernemen, geldt
dan als vaste regel.
Thans echter heeft men in strijd hiermee
de dubbele fout begaan, van aan to vallen
eer men wist wat men aanviel; en wat niet
het minst onvergeeflijk is, van den aanval te
wagen met veel to kleine macht.
Erger nog.
Men heeft dit niet eens, maar tweemaal,
ja driemaal gedaan. En zelfs ten derden male
handelde men even ondoordacht en onvoor
zichtig.
En nu hebben onze officieren en soldaten
wel dapper gevechten; maar wat baat u per
soonlijke dapperheid, als ze opgeofferd wordt
voor een stelsel, dat geen doel heeft, en voor
een aanval, die door het legerbestuur op zoo
roekeloozo wjjzo gewaagd is?
Wat het praeadvies van het be
stuur der „Liberale Unie" betref-
fonde de kiesrecht-ontwerpen aangaat, is het
„Vad." van oordeel, dat men tevreden kan
zijn over de ontvangst er van. Vrij algemeen
blijkt, 4^t de kiesvereenigingen bezield„zijn
door dezelfde overtuiging, die blijkbaar het
bestuur dreef, namelijk dat het landsbelang
vordert, dat door do samenwerking van alle
liberale krachten eene vrijzinnige uitbreiding
van het kiesrecht tot stand komt, zoover
de Grondwet maar eenigszins toelaat. Ook
zy, die met Taks voorstellen lang niet dwepen
en voor de gevaren eener plolsffinge zeer
ver gaande uitbreiding niet blind zqn, koes
teren blijkbaar het besef, dat een tegenhouden
van den drang op dit oogenblik nog gevaar
lijker is, vooral bij gebleken onmogelijkheid
om eene vele ongeschikten uitsluitende grens
lijn te trekken, die zich vrijhoudt van wille
keur en niet bij de minste critiek bezwijkt.
Het „Vad.," dat het thans niet op zijn
weg acht te liggen, het praeadvies te ver
dedigen, waarschuwt echter tegen misvat
tingen, waartoe men hier en daar schijnt te
vervallen ten opzichte van de bedoeling van
dit stuk.
Tegenover de meermalen geuite klachten
of zij gegrond waren, blqve hier in't midden
gelaten over het optreden der „Liberale
Unie," die beschuldigd werd een voorparlement
te willen vormen, heeft het bestuur gemeend
dit mogelijk verwijt uitdrukkelijk van zich
af te moeten werpen. Juist, omdat do „L.
U." geen voorparlement wenscht te zijn,
heeft het bestuur in z\Jn praeadvies verschil
lende zaken terzijde gelaten, die zeer zeker
in eene grondige critischo beschouwing van
de ontwerpen in hun geheel niet mochten'
ontbreken. Tot de groote lijnen heeft het
zich bepaald, dëtail-quaesties ter zijde latende.
Enkele bescheiden wenken gevende, in welke
lichting het gowenscht schijnt verbeteringen
aan te brengen, heeft het zich gewacht,
amendementen te formuleeren of der liberale
partq bepaalde veranderingen als eisch dei-
liberalen in den lande voor te schrijven. De
zeer belangrijke vraagstukken, rijzende uit de
interpretatie der Grondwet, heeft het zoo
weinig mogeiyk aangeraakt, overtuigd, dat
do juristen in de Kamer er volkomen voor
berekend zyn, dien strijd uit te vochten,
dat daarentegen eene vergadering, als die der
„Liberale Unie," ten «enenmale de bevoegd
heid mist, daarover een beslissend oordeel
uit te spreken.
Uiting slechts heeft het willen geven aan
de overtuiging, dat de Regeering een in
hoofdzaak goed werk heeft verricht door aan
de kiesrecht-quaestie eene oplossing te geven,
die, zoo zij al niet aan alle beroering een j
eind zal maken, «en zeer uitgebreiden kring j
van ontevredenen bevredigen zal en vele thans j
in kiesrechtagitatio opgaande krachten eenl
veld zal aanbieden voor vruchtbaarder strydl
En uiting hoopt het, dat de algemeeno verl
gadering zal geven aan diezelfde overtuiging!
niet om dwang uit te oefenen op de KamenT
maar om aan Kamers en Regeering b
zekerheid te verschaffen, dat de steun en del
sympathie van het liberale land is met henl
die in deze richting werkzaam zyn. Dij
schqnt geheel te liggen op den weg dei
„Liberale Unie."
De „N. R. Ct." is omtrent deze zaakeend
andere meening toegedaan, hetgeen op zichJ
zelf zeker geene bevreemding wekt, als merj
zich herinnert hoe weinig ingenomen zy waf
met het kiesrechtontwerp zelf. Het blad doe
opmerken, dat het advies zich meer do<
warmte van overtuiging, dan door krachl
van betoog onderscheidt, en zegt: „WaaT
liet zich beroept op de „degelijkheid van hej
Nederlandsche volk," die „de verwachtini
wettigt, dat het roepen van een grooter aan}
tal staatsburgers tot medewerking aan dl
samenstelling onzer volksvertegomvoordiginj
bevorderlqk zal zqn aan het welzqn der gJ
heele natie"; waar het herinnert, dat „del
betrekking van den burger tot den staat hieF
te lande voor zeer velen niet voldoende tot]
haar recht is gekomen," en dat „telangreedf
zeer velen zqn uitgesloten van eenet
heid, welke de rechtvaardigheid en het landd
belang eischen, niet dan in de hoogstl
noodzakeiykheid aan den staatsburger
onthouden," verkondigt het onbetwistbarJ
waarheden, maar die aan bedenkingen tegen
de aan do orde zqnde ontwerpen wel niol
het zwqgen zullen opleggen. Of hetkiesreci
moet worden uitgebreid, is, althans ond|
liberalen, de vraag niet; uitbreiding wil
allen; dat de kiesbevoegdheid „niet dan il
de hoogste noodzakeiykheid den staatsburgj
mag worden onthouden," betwist nieraanl
Het punt van verschil is alleen, hoe ver ij
politieke ontwikkeling van ons volk
te gaan, en vooral welke grenzen de grond
wet voor die uitbreiding heeft gesteld en
deze opzichten .schiet het betoog te kort.
Ten slotte nog iets omtrent de Haarlenj
sche zaak-Balabréga, ontleend aan de „Staf
daard", welke boven dit artikeltje „dwang
voorstellingen" plaatst.
De rechtbank te Haarlem heeft den mai
die een jong kind in de wieg had go worg]
van rechtsvervolging ontslagen, en aangi
wezen om in een krankzinnigengesticht gl
plaatst te worden, op grond dat de moor
het gevolg was van eene „dwangvoorstelling]
waartegen de moordenaar zich niet kon vefl
zetten.
Dit vonnis is gestreken op grond van t
medisch advies.
Dit doet de vraag rqzenMag dit? Is
juist gezien?
Schuldig of niet schuldig is tegenover I
strafwet eene juridische; en psychisch ea
ethische quaestie. En gaat het dan aan, del
ethische quaestie te laten uitmaken doormedf
die als zoodanig niets aan ethica doen,j
tot wier domein de ethica doorniemaij
gerekend wordt?
Ook is het standpunt, waarop de recht ba j
zich plaatste, in hooge mate bedenkeiyk.
Op dit standpunt toch moest men een i«
die eenigszins vreemd deed, door psychiatri
laten onderzoeken, eer het tot eei(
misdaad kwam.
Voorts zou men dan allen, die aboorraa]
bleken, moeten opsluiten in eeD gesticht
ze de uitvoering van hunne „dwangv.orstj
lingen" te beletten.
En eindelijk ware hiermede een uitnemJ
middel gevonden, om menig hinderlijk tI
soon uit de maatschappij te vorwijderen.
Wie toch geeft u van „dwangvoorstelling!
een goed beljjnd begrip en eene afgeroi
definitie?
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aam de Gas'tm
x Geia.ü
Aantal. i sui<q
14
November
5.7.15
7
15
5.7.15
8
16
5.715
7
17
5.7.-
8
18
5.7.15
7
19
5.7.15
8
20
5.7.15
8
I6.8|
iO 3 1
K 6 I
16 8 I
16 SI
16 dl
16 Sl
Dit bctc-okont: Wanneer men 5 cubic feet - I
liters per unr van zulk gas verbrandt iu «a j
London-Argand-Bt-andaril burner No. 1, tact 2 g'j
wordt een licht verkregen, dit in sterkte gc-.r n
met 1C.8, 16.9 enz. Sfcandsardkaarson, **JFTfcBL
k&Hxt 20 grains 7.8 grammen Spormaoeti
verbrandk