J. REGEUR, Oude Vest 59, VDLREGDLEER-KACHELS, Stoomtram HAARLEM-LEIDEN. N°. 10042. Woensdag 16 November. A°. 1892. feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Haarlemmerstraat 149 PV* Groenhazengracht 4. Echte A.merikaansche der Coöperatieve Foiindri Co., Rochester, iï.-Y. M. LANGEZAAL ZOON. Fabrieksprijzen. Levering met garantie. Encre IVlathieu Plessy. Verkooping bij E. J. BRILL, te Leiden. Woensdag 16 November 1892, LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lolden per 8 mundeof 1.10. Tr&noo per poet1.40. Afzonderlijk® Nommera.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Ven 16 regelt f 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters neer plaetsmimto. Voor het incasseeron buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. jnisbaudetlDg; In het Haagsche krank zinnigengesticht. Een der gevolgen van de bekende brochure van mevrouw Stuten was, dat gisteren voor de rechtbank te 's-Hage (gelijk wy reeds meldden) terechtstond: W. K., voormalig op passer in het gesticht aldaar, gegageerd ad judant-onderofficier, beklaagd van in 1889 een krankzinnigen patiënt moedwillig in de zijde geschopt en in 1891 een anderen patiënt met een sleutelbos op het hoofd geslagen te heb ben, waardoor eene bloedende wonde ontstond. Een werkman in de beddenmakerij der firma Iserief verklaarde laatstbedoeld feit gezien te hebben. Op eene vraag van den voorzitter antwoordde deze getuige, dat hij in de negen jaren, dat hij in de werkplaats van den heer I. arbeidt, meermalen heeft opgemerkt, dat de patiënten ruw behandeld werden. Vooral bekl. was zeer ruw, zoowel in uitdrukkingen als handelingen. Hij heeft hem o. a. meermalen hooren zeg gen: „hou je moei" en „slaat hem op zijn donder", en heeft ook zeer dikwijls patiënten zien mishandelen; o. a. heeft hij eens waar genomen dat men twee patiënten, die aan 't vechten waren, zoodanig met een bezemstok sloeg, dat deze in stukken brak. Wanneer de dokter aanwezig was, ging alles kalm. Ook heeft getuige nooit gezien, dat de di recteur by die mishandelingen tegenwoor dig was. Bekl. deed opmerken, dat het laatstbedoelde geval, waarvoor hij terechtstond, niet in 1891, maar in 1890 is voorgevallen. De patiënt was lastig en is in den tuin op hem afgekomen. Toen was er eene worsteling ontstaan, waarbij de patiënt was gevallen en een bloedenden neus had gekregen. Bekl. ontkende bepaald, met sleutels te hebben geslagen. Getuige blijft echter bij zijne verklaring, dat hij bekl. met een sleutelbos den patiënt op het hoofd heeft zien slaan. De tweede getuige, mede werkzaam bij den heer I., bevestigde in hoofdzaak de verkla ringen van zijn kameraad. Ook hij heeft meer malen gehoord en gezien, dat bekl. ruw tegen de patiënten was. Zoo heeft hij o. a. gezien, dat in 1889 een jongmensch, terwijl oppas sers hem vasthielden, door bekl. in de zijde werd geschopt, en heeft bekl. met een sleu telbos zien slaan. Den directeur had get. zeer zelden gezien, wanneer de patiënten in den tuin liepen. Bekl. ontkende weer bepaald, den patiënt geschopt te hebben. De derde getuige, eveneens werkzaam bij de firma I., bevestigde de verklaringen der vorige getuigen en heeft meermalen patiënten zien mishandelen, niet door bekl. of niet in diens tegenwoordigheid. Bekl. houdt vol, dat hier schrikkelijk wordt overdreven. Wanneer hij werkelijk had ge zegd: „sla ze maar op hun donder," dan zou er, by het personeel, waarover het Haagsche gesticht beschikt, heel wat anders zijn gebeurd. Een gewezen oppasser, die een half jaar in het gesticht is werkzaam geweest, verklaarde, dat als de patiënten moeilijk waren, bekl. wel eens driftig was; maar hij was volstrekt niet altijd ruw, en nooit heeft get. door hem een patiënt zien slaan. Jhr. T. is wel eens geslagen, maar alleen tot afwering, daar hy bijzonder lastig en kwaadaardig was. Het O. M. merkte op, dat deze verklaring belangrijk afwykt van die in de instructie, waar get. gezegd heeft, dat bekl. wèl ruw was en patiënten mishandelde. Ondervraagd naar aanleiding van het trappen van een patiënt in de cel, antwoordde get., dat dit niet zoo erg was geweest en alleen geschied om den zeer kwaadaardigen patiënt in de cel te krijgen. Do directeur was ook daar niet by; men zag hem slechts zelden, alleen na het eten, terwijl de dokter alleen 's morgens tusschen 10 en 11 kwam. Yoor de rest bekommerden directeur en dokter zich niet veel om de patiënten en was alles overgelaten aan de oppassers. Nu en dan werd zelfs wel oen patiënt in cel of dwang buis gestopt zonder machtiging van den directeur. Ook dit ontkende bekl. Wanneer er tijd voor was, heeft by steeds de machtiging van den directeur gevraagd om een patiënt in dwangbuis of cel te doen brengen; maar in plotselinge gevallen moest dikwijls zonder dralen gehandeld worden. Steeds werd even wel aan den directeur kennis gegeven en kwam deze zich overtuigen. Getuige ontkent dit. Een volgende getuige, een gewezen oppasser, die vier jaren in het gesticht is geweest, verklaart dat de behandeling van de patiënten over 't algemeen zacht was; soms moest er echter wel eens krachtig worden opgetreden, en dan was bekl. wel eens ruw en driftig. Ook plaagde bekl. enkele patiënten wel eens, o. a. lijders aan godsdienstwaanzin. Dokter De Rotte verklaarde, bekl. wel ge schikt te achten om met patiënten om te gaan: hjj verklaarde verder, niet te weten of het in de verplichtingen van de oppassers staat om den geneesheer kennis te geven van de toepassing van dwangmiddelen. Dr. Reeling Brouwer legde daaromtrent eene verklaring af, die bewijs gaf dat hij op de hoogte is van de wettelijke voorschriften, maar voegde er by, dat by niet altijd opgave kreeg van de personen in de cellen of van hen, die in het dwangbuis hadden gezeten. Veel gebruik werd, voor zoover hem bekend, niet van de cellen gemaakt. Wel is het eens gebeurd dat iemand in de cel zat, waarvan hy geen kennis droeg; daarover heeft by zyne ontevredenheid wel. eens te kennen ge geven, wanneer die gevallen hem later ter ooren kwamen. Wat den bekl. betreft, deze deed goed zyn plicht, maar was wel eens wat ruw. Klachten kwamen daarover wel eens by get. in, maar in een krankzinnigen gesticht kan men daar niet altijd notitie van nemen. Hy moet echter erkennen, dat hem wel eens was opgevallen, dat de patiënten soms wat zachter konden behandeld worden. Den directeur zag get. by zyn bezoek van het gesticht bijna nooit. Dat jhr. T. door eene beroerte was getroffen, had men hem niet dadelijk medegedeeld; eerst daags daarna kreeg hy er kennis van, en niet van den directeur. Get. besloot zyne verklaring met te zeggen, dat bekl. K. een van de weinige personen was (misschien de eenige, zeide hy aanvan kelijk), die niet loog. Subst.-officier mr. Pleyte deed in zyn re quisitoir uitkomen, dat by de instructie ge bleken was, dat er sterk overdreven was. Toch is duidelijk gebleken het gebrek aan toezicht in het gesticht, te meer te betreuren, omdat het gehalte van het personeel dubbel toezicht eischtedat oppassers 's avonds beschonken binnenkwamen, dat jenever In het gesticht werd binnengebracht en de op passeressen 's avonds soms dronken in de gang zyn neergevallen. De ten laste gelegde feiten achtte het O. M. wettig en overtuigend bewezen en vorderde veroordeeling van bekl. tot 7 maanden ge vangenis. Als verdediger trad op mr. D. Simons, van Amsterdam, die begon met te betoogen dat uit het onderzoek ter terechtzitting was ge bleken, dat de personen, die voor de afkeurens waardige toestanden in het gesticht aan sprak eiyk zyn, niet voor den rechter zyn gebracht en dat de zedelyke verantwoorde- lykheid niet op bekl. valt, zelfs al mocht hij schuldig bevonden worden aan de ten laste gelegde feiten. Aansprakeiyk is de directeur, die ongeschikt personeel aanstelde. PI. betoogde verder, dat alle getuigen, die charge zijn gehoord, ook h décharge hebben verklaard. De geneesheeren hebben voorts nopens bekl. gunstig verklaard; bekl. was de eenige in het gesticht, die voor alles eerlyk uitkwam. Pleiters conclusie was, dat by de rechtbank de moreele overtuiging niet kan gevestigd zyn van bekl.'s schuld. Het wettig bewys kan als geleverd beschouwd worden, maar wanneer de getuigenverklaringen gewikt en gewogen worden, in hoever ze betrouwbaar zyn, dan moet, meent pl., de rechter tot de slotsom komen, dat het overtuigend bewys niet is geleverd. Mr. Simons vroeg dus met vertrou wen vryspraak, in elk geval eene lichte straf. By de behandeling der zaak tegen den ge wezen ziekenoppasser J. P. F. G., in hetzelfde gesticht, trokken de getuigen de meest be zwarende verklaringen, by instructie afgelegd, terug, zoodat het openbaar ministerie vry spraak moest vragen van de aanklacht wegens mishandeling van den overleden patiënt jhr. T. Eene derde vervolging gold den gewezen oppasser P. C. v. G., beklaagd in Mei 1889 herhaaldelyk patiënten in het krankzinnigen gesticht te hebben mishandeld, door hen op verschillende dagen, zoowel in den zomer als in den winter, naakt op de plaats met emmers koud water over het lichaam te hebben gegooid. De eerste getuige herriep al zyne verklarin gen, in de instructie afgelegd, en verklaarde niets gezien te hebben. De beklaagde echter bekende dat hy patiën ten, wanneer zy zich bevuild hadden, op bovengenoemde manier behandeld heeft, daar toe aangezet door den oppasser B., thans overleden die er het land aan had patiënten in het bad te reinigen. Een metselaar, die wel eens in het gesticht had gewerkt, bevestigde die bekentenis. Hy- zelf had gezien dat een oppasser een patiënt, geheel ontkleed, op de open plaats met em mers koud water overgoot, omdat deze zich bevuild had, waarby de patiënt erg gilde. Een ontslagen verpleegde bevestigde die verklaring. De behandeling, door hem gezien, was verricht door den bekl. in de maand Juli 1889, op een dag, dat het erg warm was. Het O. M. vorderde wegens de „ruwe en beestachtige" wyze, waarop bekl. de patiënten behandelde, voor dezen 2 maanden gevange nisstraf. Uitspraak ook over acht dagen. Vervolg der Advertentiën. Gevraagd tegen Januari: een BENEDENHUIS,liefst met Tuintje, omtrek Plantsoen of voorm. Koepoort. Huurprys f 150 a ƒ200. Brie ven aan het Bureel van dit Blad onder No. 6980. 7 Yerlmisd Hoof'l-Agent der Zuid-Holi. Bierbr., Den Haag, van de 6976 20 naar de NABIJ DE HARE, waar tevens bestellingen worden aangenomen voor het Kantoor en de Bottelarij Telophoonnummer 163. Agenten voor Leiden en Omstreken: 6380 22 Zeer laag tarief voor Bestelgoederen. Onverschillig over welk gedeelte van den Tramweg het vervoer plaats heeft: Per zending van 5 Kilogram of minder gewicht IO Cents. Van elke 25 Kilogram of onderdeel daarboven wordt per zending berekendCents. Zendingen tot een gewicht van 200 Kilogram worden als bestelgoed aangenomen. Lichte goederen van grooten omvang, zooals Meubelen en dergelijken, worden berekend naar het dubbele gewicht. 5940 32 1.,.','(7Dlo iets te vorderen heb- ben van of verschuldigd zijn aan de onder het voor recht van boedelbeschrijving aanvaarde nala tenschap van C 11 X' IE H A CECILU STRAATHOF, Weduwe van NICOLAAS VAN DER MEER, gewoond hebbende to Roelofarendsveen, Gemeente Alkemade, en aldaar den 22sten October 1892 overleden, worden verzocht daarvan ten spoedigste opgave of betaling to doen ten kantore van den Notaris VAN GREUNINGEN, te Oude-Wetering. 0977 18 Eenlgste IX KT, die altijd goed blijft en immer zwart. Zoowel voor gewoon als voor kopieerschrift. Inlichtingen etc. bi) den Sub- Agent A. J. tlROEN P.Jzo., Haarlem, nierstraat. 3205 7 des avonds te halfzeven. Geneeskundige Wetenschappen Nos. 1 382. 6972 6

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5