N°. 10038. Vrijdag 11 November. A". 1892. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. Bit nouunèr Bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. De Verloting 154 727 904 1763 ïrsi 2295 8 nikkelen Remontoir-Horloges met ketting Leiden. 10 November. i LEIDSCÏÏ FBIJ8 DEZEB COTJBANT: Toor Lolden per 8 moAndoo.1.10. Tnnoo per post1.40. Afzonderlek# Nommera.0.06. PRIJS DEB ADVEHTENTIËN: Von 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasaeeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. heeft plaats gevonden. Wij hebben echter gemeend dit niet persoonlijk te moeten doen en wij noodigden daarom twee abonnés uit, nl. de heeren H. F. Hoosemans en A. D. Sala, om uit de bus zes nummers te trekken, die de gelukkige winners zouden zijn. Beide heeren hebben welwillend aan ons verzoek voldaan en weldra kwamen te voorschijn de volgende nummers: die alzoo worden opgeroepen om de in ontvangst te nemen. DE UITGEVER. Hedenmorgen werd op de begraafplaats naby de voormalige Marepoort ter aarde bo- steld het stoffelijk overschot van den dezer dagen in den ouderdom van ruim 85 jaren overleden bekenden Henri Jean Wuillemin, den man, door ieder, die hem kende, hoog geacht. Op den doodenakkor hadden zich velen ver- eenigd om van zijne uitvaart getuigen te zijn, onder wie o. a. werden opgemerkt bestuur- deren van „Musis Sacrum" en den Leidschen Schouwburg, terwijl ook de majoor jbr. A. W. Van der Wyck, commandant van het depot-eskadron van het derde regiment huza- ron alhier, aanwezig was. Toen de kist in de groevo was neergelaten, trad laatstgenoemde naar voren en legde hij getuigenis af van hetgeen hy voor den over ledene gevoelde. Voorzeker, zoo zeide Iry ongeveer, zou men ongaarne zier. dat deze plechtigheid eindigde zonder dat er een woord bij het graf van onzen braven Wuillemin gesproken werd. Daarom zij het rny vergund iets te zeggen om uiting to geven aan de gevoelens van achting en eerbied, die ons allen voor zijne sympathieke figuur bezielen. 't Is geheel onnoodig, aldus vervolgde spr., u in breede trekken eene schets van zijn lang en welbesteed leven te geven, want de wel versneden pen van een begaafd stadgenoot heeft die taak reeds op talentvolle wijze vervuld. Toch nooaig ik u uit met mij in gedachten een goede 40 jaar terug te gaan en u te ver plaatsen in Amersfoort, waar op dat oogenblik de wachtmeester Wuillemin de function van hoofdschermmeester by het regiment rijdende artillerie waarnam. H\j was toen do ziel van alles, wat in ver band stond met sport en niet slechts de leer meester, maar ook de vriend zijner talrijke óluves. Ook by de officieren van het regiment, waaronder mijn vader, stond hij hoog aan geschreven. nooit heb ik een onderofficier gekend, die zóózeer het onbeperkte vertrouwen bezat en m zekeren zin de vriend was zijner meer- doren als onze eerbiedwaardige doode. -riots kon er gebeuren, waarbij oen ver I trouwd en handig persoon noodig was, of Wuillemins hulp word ingeroepen. Nooit was hem iets te veel; integendeel, hy voelde zich gelukkig, wanneer hij anderen een genoegen kon doen. Voeg daarbij eene onverstoorbare opge ruimdheid, vroolyke scherts on grappige in vallen, en dan laat zich de groote populariteit verklaren, welke hy in die dagen in Amers foort genoot. Dat hy die populariteit overal en altyd is blyven bezitten, bewüst ten eerste dat de goede eigenschappen van Wuillemin met de jaren niet zyn verminderd, en ten tweede dat er zulk eene harmonische overeenstem ming bestond tusschen al zyne deugden, dat zy een aantrekkeiyk geheel vormden, zoodat een ieder begeerig was ze ook deelachtig te worden. Den invloed ten goede van zulk een per soon moet men niet gering schatten. Immers, hoeveel lauwe karakters en tragen van goest heeft hy niet door zyn voorbeeld en ondeugende scherts wakker geschud en tot bruikbare leden der maatschappy gevormd? Wie zal 't berekenen? Toen ik Wuillemin in 1889 voor het eerst sedert myne kinderjaren weder hier ter stede terugzag, herkende ik aanvankeiyk in dien eerbiedwaardigen grysaard niet den jongen man myner kinderjaren, maar toen ik een oogenblik met hem sprak, bemerkte ik ras dat, al had de tand des tyds aan het lichaam geknaagd, het vuur zyner jeugd nog helder brandde. Hier te Leiden heb ik Wuillemin leeren kennen als een heldhaftig stryder voor het bestaan en als een liefderyk vader. Hoe menigmaal heb ik dien ouden man gezien als hy, dood vermoeid en half ziek, van „Musis" of „Zomerzorg" komende, in de tram de oogen sloot. De meesten zouden dan den stryd hebben opgegeven, vooral wanneer zy wisten, zooals hy, dat men wel voor hem en de zynen zou zorgen, maar onze brave Wuillemin was daarvoor te fier en te énergiek. Hy wilde van geen wyken weten, maar verkoos te sneuvelen op den post, welko hem was toe vertrouwd. En zoo is het geschied I Hy is gevallen! maar met eere, na eene wanhopige verdediging. Want die laatste stryd was zwaarI zoowel moreel als physiek. Moreel, omdat hy niet zonder angst dacht aan zyne kinderen, die hy gedeeltelyk onverzorgd achterliet Physiek, wyl hy, door lichaamssmarten uitgeput, naar het oogenblik verlangde, waarop aan die kwel- lingon een einde zou komen. En als hy dan lag te kermen van de pyn en zyne dochters in zyne armen vlogen, om te trachten den geliefden vader door liefkoozingen het lyden te verzachten, dan moest men sterke zenuwen hebben, om dit aangrijpend tooneel met droge oogen aan te zien. Doch er waren in die soi&bere dagen ook lichtpunten! 't Was, wanneer hij zag hoo trouw zyne naaste buren de moeilyke taak zijner jonge dochters ondersteunden en als by dan aan zyne legerstede belangstellende vrienden zag uit alle standen der maatschappy, dan kwam er een glimlach op zyn vriendeiyk gelaat en zag hy ongetwyfeld het licht der toekomst, dat hem met hope vervulde. En zoo is hy ten slotte heengegaan, kalm en gerustgesteld. Zou hy zich bedrogen heb ben? Neon! driewerf neen! oude eerbied waardige, merkwaardige figuur. De herinnering aan u zal ook na uw dood nog geruimen tyd blyven voortleven! Ik heb gezegd. Na dit militair saluut, gevoelde de heer J. J. Van Masyk Huyser van Reenen, pre sident van het bestuur van „Musis Sacrum", behoefte eveneens eenige woorden te spreken, nu wy aldus zeide by ongeveer aan de geopende groeve gereed staan om voor immer afscheid te nemen van den ouden Wuillemin. Ik acht het my een voorrecht, nog een woord aan zyne nagedachtenis te wyden. Met Wuillemin zien wy een flink figuur, een waar type ten grave dalen, zooals wy er in onze jeugd velen hebben gekend, maar die, helaas, langzamerhand meer en meer uitsterven. In den nazomer van het beruchte jaar 1870, toen de vereeniging „Musis Sacrum" werd opgericht, werd Wuillemin tot bode aan gesteld en tot aan zyn dood heeft hy die be trekking met de grootste nauwgezetheid en plichtsbetrachting waargenomen, en wanneer wy hem by de muziekuitvoeringen aan den ingang zagen staan, konden wy niet ontkennen dat hy aan het geheel een goed cachet gaf. Wuillomin heeft zyne opvoeding genoten als soldaat en daar zyn voordeel mede ge daan tot aan zyn dood. Zonder slaafsche onderdanigheid wist hy steeds de plaats, waar hy staan moest; hy was beleefd en op zyn woord kon men vertrouwen; daarby was hy een goed vaderlander, innig gehecht aan het Huis van Oranje, een vreedzaam burger in onze stad. Eene fiere onafhankelykheid, gepaard aan groote arbeidzaamheid, tot zelfs in den laten avond zyns levens, kenmerkten zyn karakter. Daarby bezat hy eene groote mate van tevredenheid en was steeds voor de kleinste attentie dankbaar. Treffend waren de laatste oogenblikken, welke ik aan zyn bed doorbracht; en onder al zyne pyn en smart, sprak hy: „Mynheer, ik ga myn post verlatenik zal worden afgelost I" en met warmte drukte by my de hand en voegde my toe: „Bedank al de heerenzo zijn zoo goed voor my geweest." Die woorden, in zyne stervensure geuit, wel den op uit een edel en braaf gemoed. En nu nog, aldus eindigde spreker, eene laatste hulde! „Wuillemin was inzynnederi- gen werkkring een nobel figuur en als zoodanig zal hy in onze gedachte blyven voortleven." Na deze beide treffende toespraken zeide een familielid van den overledene, de heer Franchimont, ook namens de verdere naast- bestaanden, zoowel beiden sprekers als allen aanwezigen voor hunne tegenwoordigheid dank voor de laatste eer, aan zyn beminden doode bewezen, en de plechtigheid, welke een diepen indruk maakte, was volbracht. Het aantal Leidsche Yoreenigingen is weer met eene verraeerdord, nl. met de Tooneel- en Muziokclub „A.d.v.o.n.d.o." (van welken naam de letters worden gevormd door de eerste letters der woorden van de zin spreuk: „Aangenaam door vriendschap en nuttig door oefening". Deze Vereeniging gaf gisteravond in de groots zaal van „Zomerlust", aan den Stations weg, hare eerste uitvoering. De opkomst der genoodigien was zeer groot, zoodat de geheele zaal gevuld was. Het tooneel was ter zyden met groen versierd. De president, de heer D. M. Keulemans, opende de samenkomst met een kort wel komstwoord, herinnerde er aan hoe nu juist een jaar geleden acht personen het initiatief namen tot oprichting der club en hoe, dank zy ook de welwillende leiding van den heer C. J. Noest, stafmuzikant, nu reeds een vry uitgebreid programma kon worden aange boden. Hy sprak den wensch uit, dat het veel genoegen zou verschaffen. Die wensch is volkomen vervuld geworden. Zoowc-l de verschillende nommers voorstryk- orkest als de solo's voor viool en fluit vol deden zeer goed, hetgeen niet milder het geval was met het blyspel„Het spreekuur van den dokter", en de „revue artisticjue", waarin eenige te dezer stede bekende personen en I zaken (w. o. ook hier de Sparjjaardsbrug en j de Stadszaal) weer werden behandeld op eene i wijze, dat de algemeene hilariteit werdopge- i wekt, alsmede met de afzonderlyke voor drachten. Alles getuigde van goeden wil en yver en had veel succes. Volgens deze uitvoering bezit de club, welke zich beoefening èn van de muziek èn der tooneelspeelkunst ten doel stelt, veel levensvatbaarheid. De heer Noest mocht op ondubbelzinnige wyze reeds de blyken van dankbaarheid voor zyne toewyding aan de Vereeniging ontvangen. Nadat hem den vorigen avond op de groote repetitie eene keurige muziekkast was vereerd, werd hem gisteravond nog een fraaie krans aangeboden, waarby door den president de hoop werd uitgesproken, dat hy nog vele jaren de club met zyne bekwaamheid moge steunen, waarop de heer Noest verzekerde dat dit hem niet anders dan aangenaam zou zyn en tevens zyne erkenteiykheid betuigde. Een eigeniyk bal was met aangekondigd, maar toch werd er gelegenheid tot dansen gegeven, waarvan, onder eene opgewekte stem ming, een zeer druk gebruik word gemaakt. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Dubbeldam," van Am sterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiteriyk Vrydag- avond om 10.10 (stadstyd 10.30) bezorgd zyn. Do wyze van verzending behoort duideiyk op hot adres vermeld te worden. Het „Vaderland" van heden schryft het volgende: Ook in de catalogi neemt de weelde toe. Inzonderheid is dit het geval tegen St. Nicolaas. Dit list voor de hand. Als voorbeeld diene de „Geïllustreerde Catalogus van feestge schenken", uitgegeven door A. "W. Sythoff, to Leidon. Deze catalogus geeft tevens iets nieuws; behalve tal van illustraties uit de by dezen uitgever verschenen werken een ryk fonds zyn er in opgenomen de portret ten van de schryvers, voor zoover wij kunnen oordeelon, alle keurig uitgevoerd. Men ziet er Van Lennep, Rochussen, David Bles, De Famar Testas, Unger, Vosmaer, mevr. Ronner, Beets, Israels, Ten Kate, Ter Haar, Da Costa, Jan Ten Brink, Gerard Keller, Perelaer, Cremer, Kneppelhout, Van der Meulen, Goevorneur, Gerdos, Koopmans van Boekeren, Johan Gram, Louwerse, Andriessen, enz. Zich op deze wyze gedrukt te zien, zal zeker voor vele schryvers eene aardige verrassing zyn. Op de Roomsch Katholieke begraafplaats te Hoogmade, gemeente Woubruggo, werd Dinsdag 11. ter aarde besteld het stoffelyk overschot van wyien don heer W. Van Eg- mond, gedurende tal van jaren lid van den Raad en in zyne laatste levensjaren tevens wethouder dier gemeente, van wiens over- ïyden wy onlangs melding maakten. Naar den doodenakker hadden zich onder meer begeven de leden van het gemeentebestuur en de gemeente-secretaris, om van de uit vaart van den 73-jarigen man getuigen te zyn. In het koffiehuis „de Gouden Leeuw" van M. Poot, te Zoetermeer, had Dinsdag avond de tweede vergadering in dit seizoen plaats van de vereeniging „Onderling Ge noegen", aldaar. De heer Geerligs, president, hield de lezing. Verschillende dames en heeren leverden muzikale en andere bijdragen. Tot ongeveer twaalf uren was men zeer genoegiyk byeen. De heer E. C. Houbolt, van Benthuizen, onderwyzer aan eene byzondere school voor meer uitgebreid lager onderwys te Rotterdam, is benoomd tot hoofd der openbare lagere school te Zevenhoven. Van het bestuur der te Scheveningen gehouden Internationale Sport- en Visscherij- tentoonstelling zyn door den heer G. S. Van der Spruyt, op „Oranjelust", te Oegstgeest, ontvangen een herinneringsdiploma en eene I bronzen medaille voor zyne inzending platen betreffende valkenjacht. De bisschop van Haarlem heeft benoemd tot doken van Noordwyk en pastoor to War-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1