Persoverzicht.
Beginnen we voor ditmaal het overzicht
eons moe de mededeeling van hetgeen we
belangryka in teekening uitgedrukt hebben
gezien
De „Neuerlandsche Spectator" stelt ons op
eene zijner platen den „belasten Nederlander"
voor en wel in de gestalte van een acrobaat
De kunst-jua-ir torst met de rechterhand een
zwaar govdcht, waarop „vermogensbelasting"
te lezen staat, en op de gesloten vuist van
die hand rust het „personeel." De andere
hand is bezig de gewichten op te heffen,
die met „bedrijf" en „beroep" zyn getee-
kond en tegeiyk is aan een der enkels
een kog< 1 te zien, met het opschrift „grond
belasting." Op de schouders drukken de ge
wichten „successie" en „accijnzen;" op 's mans
hoofd „opcenten" en van den hals hangt
een band af, die de „gemeentebelasting"
ophoudt.
Het gfdaat van den zoo belasten man ver
toont een allesbehalven prettigen trek. Hij
verricht het kunststuk, om zooveel zware
gewichten 1c torsen, blykbaar niet voor zijn
genoegen en hot lichaam gaat onder dien
last gebogen.
De „ingezeten Nederlander" werd ook op
eene dergelijke plaat voorgesteld, ingezeten
nl. in eon overstelpenden hoop van paperas
sen, afkomstig van alle mogelyke officiöele
bureaux.
In dit opzicht zullen de niouwe belastingen
den Nederlander wel niet in gunstiger con
ditiën brengon. Er zal op die bureaux nog
wol een en ander voor den belasten en inge
zeten Ned eilander geprepareerd worden 1 lezen
we in de standaard."
Wenden we nu weer de blikken van die
ondeugende platen af en gaan we na wat
aan de „Zwolsche Crt." geschreven wordt!
We lezer, in dat blad dat uit den boezem der
Tweede Kamer een voorstel kan worden ver
wacht ohi de invoering der onlangs afgekon
digde belastingwetten te verdagen.
Daarvan wordt nu reeds een balletje opge
worpen in bet voorloopig verslag over de wet
op de middelen. „Sommige" leden, die het
ondenkbaar achten, dat de bedrijfsbelasting
met 1 Moi 1893 in werking zal kunnen treden,
vragen of do minister van financiën bereid
is, het initiatief te nemen tot uitstel van de
invoering dar vermogensbelasting, enz. Zoo
niet, dan vertrouwen zij dat daartoe van de
•zijde der Kamer een voorstel zal wordon
gedaan.
Voor do oppositie bestaan, volgons den
echr., inderdaad, buiten hot opgegoven motief,
dat de bedrijfsbelasting waarschijnlijk niet zoo
spoedig zal tot stand komen, redenen te over,
om te beproeven, een dergelijk uitstel te ver
krijgen. Do nieuwe belastingwetten, in verre
weg het grootste gedeelte des lands met
ingenomenheid ontvangen, zyn by vole in
vloedrijke bezitters van groote fortuinen te
Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en vooral
in Den Haag allesbehalve populair. Voor een
voorstel tot uitstel een eerste stap tot
afstel is samenwerking niet onmogelijk tus-
schon de oppositie en de oud-liberalen, dio
tot het laatste oogenblik de wenschelykheid
van invoering der vermogensbelasting zonder
gelijktijdige invoering der bedrijfsbelasting
betwiBt hebben. Kon uitstel worden doorge
dreven, zoo zou de oppositie by do algemeene
verkiezingen, die vermoedeiyk in 1893 of in
het begin van 1894 zullen plaats hebben, er
op kunnen wyzen dat het liberale kabinet
geene enkoio ooconomische hervorming van
beteekenis had kunnen tot stand brengen.
Daardoor zoudon hare kansen om de liberalen
weder in de minderheid te brongen, ondanks
den tegenzin der katholieken om zich opnieuw
door do anti-revolutionairen op sleeptouw te
laten nomen, aanmerkelijk stygen.
De minister van financiën zal zich onge-
twyfeld met alle kracht tegen uitstel van de
invoering zyner belastingwetten verzetten. Hy
heeft daarby een machtig wapen in de perae-
quatie der grondbelasting, die in 't bijzonder
voor Limburg on Noord-Brabant voordeeligis
en in die provinciën vurig gewenscht wordt,
maar by uitstel der andere belastingwetten
eveneens op de tinge baan zal moeten worden
geschoven. Immers, die maatregel kost, vol
gens het aanhangig wetsontwerp, aan de
schatkist een millioen per jaar, en het bedrag
kan door wijzigingen ln het ontwerp allicht
nog grooter worden. Zonder de vermogens
belasting kan het Ryk die vermindering van in
komsten echter moeilyk lyden en bestaat voor
verlaging der grondbelasting ook geene reden, i
Moge de critiek op minister Piersons b e -
dryfsbelasting-ontwerp niet alge
meen gunstig zyn, die van den heer Leopold
Haffmans, het Limburgscho Kamerlid, kan
den minister in goede stemming brengen.
Behalve een paar kleine bedenkingen heeft
dit Kamerlid (de „Standaard" noemt hem nu
eens guitig, dan weer blymoedig) een juich
kreet voor do wet over, om de vrystelling
van den landbouw. Hoor maar!
Leest en verheugt u!
O, land-, tuin- en boschbouw, veeteelt en
veendery hier te lande, met inbegrip der
daaraan hier te lande gewoonlijk samengaande
bereidingen van het voortgebrachte voor eigen
of gezamenlyke rekening der voortbrengers,
worden voor de toepassing dezer wet geacht
goene hoogere winst op te leveren dan 4 per
cent van het in die ondernemingen aangowend
kapitaal. Deze bepaling is echter niet van
roepassing op winsten uit de bedryven van
bloem- en bloembollenkweeker, van aanlegger
van tuinen of buitenplaatsen of van tuinier,
voor byzondere personen arbeidende.
Niot rechtstreeks, neen, langs een omweg;
niet uitdrukkeiyk, neen ingewikkeld wordt
hot landbouwbedrijf van de bedrijfsbelasting
vrijgesteld. En dan nog maar onder de tegen
woordige tijdsomstandigheden en door middel
oener welwillende veronderstelling, namelyk
dat de landbouwbedry ven geene hoogere winst
opleveren dan 4 pCt. van het daarby aange
wend kapitaal.
Mot de waro reden der vrijstelling van den
landbouw durft men niot voor den dag komen.
Deze is: dat de landbouw, in don vorm van
grondbelasting, reeds eene zware bedrijfs
belasting betaalt. Maar dit mag niet gezegd
worden, daar de zuivere leer dor onfeilbare
wetenschap zulks niet wil toegeven.
De vorm der vrystelling is niet prettig. Maar
daarom niet getreurd! De landbouwer krijgt
wat hem toekomt. Dat is de hoofdzaak.
Het Katholieke blad de „Grensbode" komt
tegen de bedryfsbelasting op in een
artikel met het opschrift: „De kelder in
Ziehier hoe het blad deze voorspelling reoht-
vaardigt. "Wyzende op de origineele manier,
waarop Yon Münchbausen een beer ving,
zegt het blad, dat ook geen voorstander van
de vermogensbelasting is:
We spelen zoowat do rol van den beer.
Maar wat by Von Müncbhausen eone fabel
was, zal voor ons eene treurige workelljkbeid
worden. We hebben de met honig bekleede
wet (op de vermogensbelasting) geslikt, en
als nu de bedrijfsbelasting in de „Staats
courant" staat, zitten wy er aan vast als
Von Münchhausens beer aan don disselboom.
Men zal ons nu wel komen vertollen dat
het patont wordt afgeschaft; maar, lieve
hemelhet patent is een douceurtje, verge
leken by hetgeen door de bedryfs belasting
van de neringdoenden en de bedryven zal
worden gevraagd, en in plaats dat het belas
tingstelsel van den hoer Pierson den middel
stand verlicht, doet het dien onder veel zwaar
dere lasten gebukt gaan. Iemand, die in zyn
zaakje 1000 guldon winst maakt, betaalt/" 12
belasting; wie 2000 gulden winst maakt f 32,
enzoovoorts, zoodat de last voor velen, die
met een klein patentje hunne zaken konden
dryven, nu veel zwaarder zal worden.
Natuuriyk heeft de wet ook hare licht-
zijden. Het zou ook al te gek zyn, als er
niet iets in voorkwam, waarmede men niet
alleen vrede kan hebben, maar dat men zelfs
moet toejuichen. Zoo b. v. zal een ieder met
voldoening zien, dat buitenlandsche huizen,
die bier in 't land aan particulieren leveren,
de beurs zullen moeten losmaken. De „Prin-
tomps", „Bon Marché", „Louvre" en andere
Parysche magazynen, en die uit Brussel, Luik
enz., welke jaariyks voor millioenen aan par
ticulieren leveren, tot groot nadeel der eigen
burgers, zullen nu moeten betalen. Hetzelfde
zal ook met andore bedryven, maatschappyon,
enz. het geval zyn. Wy vinden het zelfs een
zeer verblydend verschijnsel, dat de Regee
ring langs dezen omweg haar beginsel van
vrijhandel laat varen en zoo al niet direct de
industrie, dan toch het bedryf en den klein
handel bescherming verleent.
Ton slotte voor dezen keer de conclusie
uit een tweetal uitvoerige artikelen in de
„Tydspiegel", de sociale quaestiebehandelende:
Wy moeten trachten het onszelven en
andoren zoo gezellig en aangenaam te maken
als mogelyk is. Onze maatschappy heeft tegen
woordig wel wat veel dokters, de kwakzalvers
nog daargelaten. Veel honden zyn den haas
zyn dood. Als men eens rondziet, dan hebben
de menschen het over 't geheel nog zoo
kwaad niet, niet slechter zeker dan vroeger.
En wy vinden 't ook zoo kwaad niet Het
kwaadspreken van het leven 'is meer eene
onhebbelykheid, die bovenop ligt en die men
niet zoo ernstig moet opnemen.
Do wet van oorzaak en gevolg kan niemand
opheffen. Er zyn zondagskinderen en er zyn
stiefkinderen in de wereld. Vraag niet waarom,
want ge krijgt geen antwoord, 't Ligt het
meest aan de geboorte. Maar daarom ook,
wanneer gy ziet, dat de strijd om het leven
voor iemand zwaar is, veel zwaarder dan
voor u, maak 't hem niet nog moeilyker;
indien gy kunt, help een weinig en wees
vriendelyk, niet hard, waar het leven toch
al hard is. Bedenk, dat het alleen het toeval
dor geboorte is, dat gy niet op zyne plaats
zyt. Daaraan godachtig, zult go nimmer ruw
zyn tegenover uwe minderen, en ook niet
kruiperig voor uwe meerderen, en daarmee
meer mensch in den goeden zin. En laat dan
do sociale quaestie rusten. Er zyn dingen,
waar men niet vorder mee komt. Met do
quadratuur van den cirkel en met do vierde
dimensie is het ook zoo.
P. S. Het Novembernummer van de „Vragen
des Tyds" bevat een opstel van mr. Van
Houten over de Staatsbogrooting voor 1893,
dat niet malsch klinkt voor het Kabinet. De
heer Van Houten keurt het in scherpe be
woordingen af, dat de Regeering stan de Tweede
Kamer thans eene zoo hoog opgevoerde
Staatsbegrooting hoeft voorgelegd. Zeer ont
sticht vooral is do heer v. H. over do begroo
ting van marine, on z. i. waagt deze minister
zich aan eene zwaro nederlaag, zoo hy by zyne
eischen volhardt. Naar zyne meening is het
de plicht der Kamer te doen wat in den
boezem van het Kabinet had moeten geschie
den, nl. besnoeien.
KOLONIËN.
BATAVIA, 1 7 October.
Aan de „Atjehsche Courant" van 21 Sep
tember ontleenen wy de volgende berichten:
Gisteren rukte een klein detachement uit
van Lamreng met eenige werklieden om de
loopgraven van den vyand in het voorterrein
te slechten, dat vry'wel was gelukt, doch
toen het detachement zich verder bewoog en
de alang-alang in brand stak, kwam de vyand
opdagen, die een goed geweervuur op onze
soldaten opende.
Zonder eenig verlies werd de benting bereikt.
Van Lamdjamoe is naar den vyand gedrost
een dwangarbeider, die voor zyn afmarsch eene
kist van een der soldaten had opengebroken
en daaruit 25 medenam.
Hy bevindt zich thans by de garde van
Tengkoe Mat Amin, die met zyn volk tegen
over Lamdjamoe zyn bivak heett opgeslagen,
om dien post te verrassen.
Door de aanhoudende regens in de laatste
dagen zyn de loopgraven van den vyand geheel
vol water. De Atjehers zijn verder terugge
trokken; vandaar dat de poaten en werkers
aan de ceintuurbaan minder werden beschoten.
Hedenmorgen werden de werkers (open-
kappen van het voorterrein) by Lambaroe
door den vyand beschoten; verliezen hebben
wy daarby niet gehad.
Van Edi kwamen hier aan 7 Atjehers, die
van daar een pas medenamen als te huis
behoorende in het door ons bezet gebied in
Groot-Atjeh.
Hier werden zy echter herkend als lieden,
die hier niet thuis behooren, waarom zy weder
naar Edi zyn overgebracht.
Gisteren kwam hier ter reede Oleh leh de
stoomer „Graaf Van Bylandt" var» Padangen
kustplaatsen.
Niettegenstaande eenige lieden aan boord
de pokken hadden, werd de quarantaine-vlag
eerst geheschen, toen er reeds passagiers
ontscheept waren.
Eerst om 10 uren in den nasvond van dien
dag is die stoomer naar Penang en Singapore
vertrokken met den 2den luitenant Diemont
als passagier, die per Fransche mail naar
patria gaat.
Aan de „Atjehsche Crt." van 24 Sept. is
het volgende ontleend:
Op Edi moet het rustig zyn, Nja Makam
bevindt zich thans te Simpang Olim. Toen hy
van Tamiang terugkwam, werd hy op de
grens van Simpang Olim ingehaald door de
beide zoons van den Radja, Toekoe Oesoep
alias Lamreng en Tookoe Mohamad Nafia.
Voor zyn vertrek naar Sumatra's Oostkust
werd Nja Makam door de Radja's van Atjeh's
Oostkust eene som van 5000 dollars aangeboden
onder voorwaarde, dat hy met zyne volgelingen
naar Groot-Atjeh zal gaan. Nja Makam echter
eischte 15000 dollars en toen hy die som
niet kreeg, trok hy naar Sumatra's Oostkust,
om door rooven en plunderen..«je.Radjas te
noodzaken hom de geèischte som uit te betalen.
Door de krachtige maatregelen van het
bestuur aldaar, moest Makam zyn verder
doordringen staken, waarom hy den terugtocht
naar Atjeh's Oostkust ondernam en thans te
Simpang Olim zal verblyven, tot hem de
beloofde 5000 dollars zal zijn uitbetaald.
In de laatste dagon Worden de tram en
bentengs slechts nu en dan beschoten.
Op den 22ston dezer, des avonds omstreeks
10 uren, hebben een 40-tal Atjehers Bookit
Karang zwaar beschoten; een paar granaten
en geweersalvo's deden den vyand het vuur
staken en afmarcheeren.
Gisteren kreeg Lamreng eene beurt en wel
van uit Kaloet; ook dat vuur word spoedig
tot zwygen gebracht.
De resident Scherer, van Batavia hier aan
gekomen, vertrok onmiddellijk naar deK.-en
O.-kust tot verdere regeling van de schoep-
vaart op die kust.
Door den gouverneur-generaal van Nod.-Ind{g zjJ
do volgende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Onthoven: Op verzak
eervol van zijne «ydolijke indienststelling als maehiDiii
bij de mijnen op Banka, W. A. Van Dijk.
Benoemd: Tot onderwijzer 2do kl. kl. n. Van
Goor, ambt. op non-act., laatstelijk die betrekkiai
bekleed hebbende.
Overgeplaatst: Van do op. 1. ach. te Blxtaj
(Kediri) naar de op. Isle lag. ach. te Kotta-Radji
(Atjeh en Ondorh ala hoofdonderwijzer, de Würn
ond. 1ste kl. A. Noijaink.
O e p 1 a a t a tAan do op. 1. ecb. te Blitar (Kediri)
fcl.i 1ste hulponderwijzer, do herben, ond. 2de k
H. Van Goor.
Ontel&gen: Op verzoek, eorvol wegeD8 zieku
a'a leto klerk by don assistent-resident van Baweao'
tevens fungecrond griffier by den landraad aldaar
J. F. Lelieveld.
Benoemd: Tot lsten klerk bij den ass -ren. vai
Eawean, tevens fang, griffier by den lanrlraa
aldaar, A. C. Tijl, klork op hot rcsidentie-Lauloo
aldaar. Tot laten klerk op bot ree.-kantoor aldaar
de klerken H. Van den Heuvel, A. H. De la Ram
beljo en C. J. L. Braun. Tot eersten klerk-expedi
tcur op het res.-kantoor, de klerk J. W. V»i
Middelkoop.
Verplaatst: Van de res. 8emarang near d
ren. Besoeki de coDtr. 2de kl. G. F. Van Wijk
vau de res. Bagelen naar do res. Tegal de eontr
'2de kl. J. B. G. Van 81ingerlandt; van de ret
Madioeu naar do ros. Semarang de benoemdo cootr
2de kl. W. J. H. Van Byok.
B o p a a 1 d dat geplaatst blyftin do re
Pioanger-Begentsch. do ben. adsp.-contr. J. L. Kal
iu de res. Bagoleo do ben. contr. 2de kk W. R. r,
Hekmeyeren de ben. adap.-coatr. H. G. Onland.
V erleend: Een binnonl. verlof wegens ziekt
naar Soekawono (Boeoeki) en Lawang (Pasoeroein
voor drie maanden aan den secr. der res. Bedoel
J. Hofland.
Machtiging verleend: Tot uitreiking aia
J. H. F. Kühlbrügge van oeno akte van toelati-
tot uitoefening van do heel-, genees- en verloHkuodjg
practyk in N.-I.
On tslagen: Eervol uit 'e lands dienst do ontru
ger der in- en uitvoerrechten en accijnzen, tevens fd.
havenmeester te Tandjong Pandan, N. Van derMej
Verleend: F.on 2-jarig verlol" naar Enrop» wegetii
ziekto aan don ondorwijzer lsto kl. «T. A. J. Vordennat
Belast: Mot de waarneming dor betrekking ra
ouderwijzer lsto kl. bij het op. 1. ond. de ocd.2dok
A. Nnijsink.
Benoemd: Tot officier van justitie bij den R v. J.
te Semarang do voorz. van den landraad aldaar mr!
A. Viötor Sibinga; tot voorz. van den landraad I
Semarang de voorz. van de landraden te Banjocml
en Tjilajap mr P. Lugt; tot Ing. 3de LI. brj dl
dienst va* het mynwezen in Nod.-Indió C. J. W. Wei
htim, daartoe gesteld tor beschikking van den 0 -0.
Benoemd: Tot notaris, tevens vendumeester^
Modjokerto, (Soerabaia) de notaris te M&dioen, I
Van P.yckevorsoltot advocaat en procureur by H.G.H
van Ned.-Indiü mr. A. Maclaino Pont.
V erleend: Een 2-jarig verlof naar Earopa, 1
ziekt*, aan den iDgonieur lsto kl. bij den Waterstu
on 's lands B. O. W., J. L. Pierson; aan denood<|
wijzer 2de kl. bij het oponb. lager ouderwijs n
Schuit.
Ontslagen: Eorvol uit 'slands dienst de g|
zagvoerdcr van bet vaartuig voor den dienst dor j
en nitvoerr. en acc. te 8ooiabaia, J. Lauweren». I
Benoemd: Tot pakhuismeester te Makauaer di
ambtenaar op wachtgeld C. J. Peltzer; tot ondef
wijzer 2de kl. bij het openb. lager oad. de ond. 3ll
kl. 8. Do Ruijter.
Benoemd: Tot lsten commies op het dep. rd
B. B., A. W. Van Bunren, thans met do waarnemu^
dier botrekking belast.
Verleend: Een 2-jarlg verlof naar Earoptj
wegens meer dan 12-Jarigen onafgebroken dienat m
Ned.-Indiö aan den contr. late kl. bij tof B. B. opj
Java en Madoora, J. H, Van der Zweep: wegen»
ziekte aan de onderwijzeres 2de kl. by het openbJ
lager ocderwys voor Europ. en geiykgesteldeo Lj
Homb'urg.
Ontslagene Op verzoek eervol uit 'alandl
dienst do hulponderwijzeres B. W. C. Gerlinga. 1
Benoemd: Tot notaris te Soerabaia de nolinl
te Djokdjakarta O. J. De Haart.
Verleend: Eene maand verlof wrgens famili
aangelegonbeden naar Batavia, aan den myn-opzien
te Mnutok O. H. A. Engel.
Benoemd: Tot resident van Benko«deo
ase.-res. van TibLg Tinggi (Palembang) J. F t
Schultz.
Ingetrokken: Do terbeschikkingstelling *a
den klerk op het ass.-rea. kantoor te Djombi
(Soerabaia) X. E. R. Calbo van don buiteDgewon
voorzitter van den landraad aldaar, om te word
belast met griffierswerkzaamheden bij gemel
rechtbank.
Gesteld: Ter beschikking van den buiten|
wonen voorzitter van dea landraad teDjombangJ
amde to worden belast met grifflerawerkz4»nih«
bij die rechtbank, J. A. Ham, tbana terbeechikld
van den voorzitter van den landraad te Amoen
fWeeterafd. v. Bornee).