Groote. belangrijke, finale Uitverkoop van Mode-ArtikelenP LMaandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag 24,25,26 en 27 October 1892, van 's voormiddags 10 tot 's namiddags 6 uren: door de Directie der Mode-Magazijnen DE CONCURRENT, te Rotterdam, "te ïaEIDEÜN, Steenstraat 89, Café Hunneltens. Moffen, Boa's en Stuartkragen, Barets met Plnlm, 21 Ceuts. TRICOT-TAILLES Halfwol gewerkte Stof, 9/4 breed, 50 Cents. Spoedt U naar de Steenstraat 39, Café HTJJ>TJSJJZH1EJSS, Groote Zaal. Donderdag-avoncl te 6 uren wordt de verkoop bepaald gesloten. Vorig jaar waren wij hier ier slede m Hotel „De Toelast" uitgepakt. F^ersoverziclit. Dezen keer zullen we nu eens niet het zou anders te eentonig worden beginnen met de kieswet ontwerpen, hoewel de bespre kingen daarover nog niet als geëindigd mogen worden beschouwd. Letten wy allereerst eens op hetgeen het „Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage", dat wjj kortweg altyd maar het „Haagsche Dagblad" zullen bleven noemen, geschreven beeft over de koffieplannen van onzen minister van koloniën. In een artikel over „de Indische Begroo ting voor 1893" stelt dit blad minister Van Dedem voor als een man van proefnemingen en een zeer weifolachtig man; hij redeneert „in en uit." Het blad acht dit verschijnsel politiek-zielkundig zeer goed te verklaren: in het departement van koloniën gaat thans voor den liberalen theoreticus het licht der conser vatieve practyk voor het eerst op. Des ministers koffieplannen zijn daar, om het gevoelen van het blad te staven. Lees! men zyn koffiebotoog in de Memorie van Toel. in zyn geheel, dan treft, zegt het, zyn gemis van alle vastheid van inzichten. ,,'t Eene oogenblik meent men, dat de min. het ten vollo oens is met de voorstanders van 't behoud der gedwongen koffiecultuur, en dan buigt hy zich weder tot de andere partij over." De af hankelykheid van het Indisch budget van de opbrengst der gedwongen koffiecultuur wordt door mr. Van Dedem betreurd, en „in middels" meent hy, dat men wel niet anders doen kan dan voor dat feit te bukken. Des ministers tactiek is een meesterstuk op zich zelf. Hij wil door het opperen van bezwaren tegon de bezwaren, door het verzwakken der p o 8 i t i e v o beteekonis van do Indische ad viezen ovor het rapport der bekende Koffio- commissie komen waar hy wil't nemen van proeven. „Zoo tracht de minister het stand punt van de politiek der vrije hand in te nemon en dus een wapenstilstand met zyno eigen politieke vrienden te sluiten." Indien nog op geen der gedane voorstellen kan worden ingegaan, moet dan alles maar weer by het oude blijven? vraagt do minister. By het oudo blijven nu is verschnkkelyk voor een liberaal-koloniaal. Hij moet iets doen. Wat wil hy dan doen? lo. Weinig loonende aanplantingen meer loonend maken deor hot toestaan van bijslag voor aanplant en eerste onderhoud. 2o. Eene proef nomen met het loslaten dor verplichte levering, daar, waar de Gouverne- ments-cultuur niet bestaat of wordt opge dreven. 3o. Eon hoofd inspect. en eon adjunct- inspect. worden benoemd. Het „Haagsche Dagbl." keurt van zijn con servatief standpunt dit weinige goed. De min. moet voor zijne vrienden toch wat doen. Hij zy echter voorzichtig met de luslating der verplichte levering! Liever had het blad een stelsel van maat regelen gezien tot bevestiging, zoo mogelijk uitbreiding, der gedwongen koffiecultuur. Maar nu de min. eenmaal is die hij is, zou het blad verzet tegen zijne koffieplannen onoor deelkundig rekenen. Nu wy toch aan do begrootingen bozig zijn, is de sprong tot de marine-begrooting zoo heel groot niet; we zullen nog wel eens grootore sprongen te maken hebben. De toe lichting dier begrooting noemt „Noderland" een zeldzaam leerrijk staatsstuk. In oen artikel zet dit blad die toelichting nader uiteen, waarin het o. m. heet, na eene opsomming der schepen onzer oorlogsvloot gegeven te hebben Varen kunnen we dus wel, reizen ook, doch overigens niets of zoo goed als niets. Ja toch, we kunnen ook de „vlag" gaan „ver- toonen" in landen, waar men desverkiezendo door de officiüele inlichtingen van de regeering weet, dat we toch eigenlijk tot niets anders dan vertoon in staat zijn, en speciaal niet in staat zjjn om te vechten. Oefenon kunnen wy de manschappen, maar voor don dienst op vaartuigen, waar mede niet gevochten kan worden. Toch is er nog één lichtpunt, waarop de Begeering kan wyzen te midden van zooveel duisternis: wy zyn het wordt althans be weerd sterk genoeg voorde bescher ming van en het politietoezicht op do vis- schery in de Noordzee! Er is 't mag niot verzwegen worden eenige verbetering op til. Een ramschip, de „Reinier Claeszen", in 1890 op stapel gezet, kan eerlang in dienst worden gesteld. En in 1893 of 1894 zal men voor den dienst in do Koloniën kunnen beschikken over het pantserdektorenschip „Koningin "Wilhelmina dor Nederlanden," in 1891 op stapel gezet. Twee redelfjk groote schepen, geschikt om mede to vechten, zal men dan hebben men mag het althans hopen maar opvallend is hot, dat de minister van marine wèl ten aan zien van do „Koningin Wilholmina" verzekert, dat „goede verwachtingen worden gekoesterd," doch zich onthoudt van dergelijke verklaring ten opzichte van do „Reinier Claeszen." Is misschien in dat stilzwijgen de voorbe reiding te zien tot bodroovende onthullingen Waar de toestand als zóó treurig wordt geschetst en zelfs een in 1886 te water go- laten groot schip wordt beschreven als „stad waarde" missende, moet men zich op het ergste voorbereid houden. In de Haagsche correspondentie der „Zutphen- sche Crt." wordt over do begrootingen van oorlog en marine gezegd: Oorlog wil nu met kracht doorwerken aan het vestingstelsel en meer in het bijzonder aan de linie Amsterdam, waarvoor ook in volgende jaren nog tientallen van millioenen noodig zullon zyn. Over de doelmatigheid en noodzakelijkheid van die werken kan ik niet oordeelen, maar het is toch wol vreemd, dat men nu weer miet datgene begint, wat men v\jf jaren geleden meende te moeten uitstellen totdat de levende strijdkrachten hervormd en in beteren toestand waren gebracht. De ver betering der doode weermiddelen zoo rede neerde men toén baat toch niet, zoolang wij niet do zekerheid hebben over een goed leger te kunnen beschikken. Nuechter do betere regeling der levende strijdkrachten is verongelukt, treedt de hervorming van het leger weer op den achtergrond en gaat men weer meer millioenen vragen voor vestingen, forten en kanonnen. Met marine staat men op. een ander stand punt. Dat ondanks de millioenen, dio jaarlijks voor de zeemacht zyn uitgegeven, do Neder- landsche marine in een allertreurig6ten toe stand verkeert, by na in geen enkel opzicht moer beantwoordt aan de eischen van den tf-genwoordigen t\jd, en meer en meer eene bespotting wordt, daarover zijn de deskundigen hot tegenwoordig allen eens. Schepen, nog voor korten tyd gebouwd, blijken nu roeds geheel onvoldoende, ja, schier waardeloos te zijn. Vier jaren geleden is er dan ook reeds eene staatscommissie benoemd, om na te gaan wat er gedaan moet worden om de marine uit haar verval op te heffen, en al is het rap port van die commissie nooit gepubliceerd, het publiek zegt, dat do commissie den aanbouw van nieuwe schepen voor een bedrag van circa 60 millioen dringend noodig acht. Tot een zoo hoog cyfer komt de tegenwoordige minister van marine niet, maar hfi heeft aan de Kamer medegedeeld, dat het zyn plan is gedurende de eerste 10 jaren voor 36 millioen schepen op stapel te zetten, en de eerste drie millioen om daarmede een aanvang te maken is op de begrooting voor 1893 uitgetrokken. De minister zegt dat h\j zich dan tot het aller- noodigste beperkt, en dat hy b. v. van den aanbouw van schepen, om onze handelsvloot in tyd van oorlog tegen den vyand te be schermen, maar voorgoed heeft afgezien, want dat er dan meer geld zou noodig zijn dan Noderland kan betalen. „De Nederlander," wekelijks te Vlaardingen verschijnende, bespreekt wat we wel waard vinden, hier te herhalen met groote inge nomenheid verschillende op de begrooting voorkomende posten, strekkende tot bevorde ring van de ambachtsnijverheid en den land bouw. Zoo juicht het blad zeer toe het plan der Regeering om een tweetal winterscholen voor landbouwonderwijs op te richten, eene in Groningen en eene in Zeeland, terwyl op dit oogenblik nog overleg wordt gepleegd over eene school te Maastricht. Deze winterscholeneenvoudige inrichtingen waar gedurende één of twee somesters onder wijs wordt gegeven tot aanvulling van de practyk, zooals (ie in hot bedrijf zelf wordt geleerd, zfin in Duitschland, met name in Ryn Pruisen, Westfalen, Saksen en Silezië, zeer populair. Als eisch stolt men daar, dat de leerlingen de lagere school met goed ge- olg hebben afgeloopen en een zekeren leef tijd, by sommigen op 14, bij anderen op 16 jaren gesteld, bereikt hebben. Het leerplan omvat op do Pruisische wintorscholen do Duitsche taal, schrijven, rekenen, landmeten, teekenen, geschiedenis, aardrijkskunde, natuur kunde, scheikunde, aard plant- en dierkunde den teelt van gewasson on dieren, de leer van het bedrijf en de landbouwkunde, boi houden, hoefbeslag en gezondheidsleer. Ongetwijfeld, zegt het weekblad, gaat dit leerplan voor een zoo korten cursus aan het gebrek van overlading mank. Het is dan ook wen6chelljk, dat in dit opzicht het voorbeeld van onze naburen niet door ons wordt ge. vplgd, Dit schijnt ook trouwens niet in liet plan der Regeering te liggen, als men af- gaat op hare mededeelingen omtrent het aan de winterscholen aan te stellen personeoi. Aan het hoofd der school zal de ryksland- bouwleeraar staan, die, b\j het geven van onderwijs, zal wordon bijgestaan door een hoofdonderwijzer met de akte voor landbouw- kunde, en door een rijksveearts, terwijl voor de school in Groningen nog een afzonderlyko leeraar voor de scheikunde zal optreden. Goed gezien acht „De Nederlander" het ook van de Rogeering, dat zij de scholen niet, gelyk in do Duitsche Rijnprovinciën geschiedt, naar één vast model wil inrichten maar rekening wenscht te houden met de bohoeften der streek en met de mate van ontwikkeling on welstand der landbouwers. Of het even goed gezien is de wintorscholen ook te willen dienstbaar maken voor die onderwijzers der lagere school, welke eene akte van bekwaamheid voor lager onderwijs in de landbouwkunde wenschen te verkrijger, betwijfelt het blad echter: een tweoledigdoel najagende, loopt men licht gevaar noch het eene, noch het andere doel in voldoende mate te bereiken. Geheel over de nieuwo kieswet zwygen gaat niet aan en daarom, op gevaar af ditmaal een „lang" overzicht te geven, nog dit uit „Recht voor Allen": Een onzer oudere partygenooten vraagt of met het oog op de nieuwe kieswet het niot wen8chelijk zou zijn, dat de afdeelingea een cursus openden, om aan allen, die het verlangden, zooveel lezen en schrijven te leeron, dat zy hunne aanvraag om kiezer 1 worden op do kiezerslijst kunnen plaatsen en den naam invullen op 't kiesbiljet van don candidaat, dien zij wenschen. Wij kunnen dit denkbeeld ondersteunen en geven het ter overweging en tor uitvoering aan alle afdee- lingen. Op die wyze kunnen wy hot aandeel, dat wegens niet lezen en schrijven zal buitengesloten worden van het kiesrecht, aanmerkelijk verminderen. En hiermee voor ditmaal genoog, ofschoon er nog veel in het vat is, waarop we het spreekwoord maar zullen toepassen: „Wat in het vat is, verzuurt niet"; hoewel we het 'j niet zoo heel lang onaangeroerd hopen te laten. IV IV ALLE ARTIKELEN ZIJN FRISCH, NIEUW EN ONBESCHADIGD. -*• in groote verscboidenheid. Prachtige Moffen109 Cts. Kindermoffen50 Kinder-Boa's80 Dames-Boa's, zeer lang250 Honderden stukken LINT, waaronder Zwart, Scliotsch en alle kleuren, In diverse breedten, van 3, 5,8, IO Cts en*. Fantaisie-Veeren en Vogels Lange Amazone Veeren Gekleurd Satijn Satijn Mervoilleux 10 Cts. 40 30 50 35 en 55 60, 80 en 100 Voilo-Tullo van 5, 10 en 15 Cts. Patent-Fluweel van 25, 30 en 50 Cts. Velveteen-Fluweel van 60, 80 en 100 Cts. Zwart zyden Peluche van 50 Cts. Zyden Stoffen van 25 Cts. Bandfluweel vanaf 3 Cts. Breed Bandfluweel met satijnen rug 8 Cts. Prachtige Wlnterhandschocnen, 25 Cts. Prima qual. TRICOT-HANDSCHOENEN zeer zwaar 45 Cents. met Itoege Kopmouwcn l.lO. TRICOT-TAILLES, rijk gesoutacheerd f 1.75. Zeer fijne en zware TRICOT-TAILXE8 van f'2, -, f 2.2d enz. Nieuwe Flanellen voor Japonnen, 19 Cis. Zwarte Japonstof, in diverse nieuwe dessins, zuiver wol, f 0.75 en f 1. Heerenfront* 40 Cts., Heerenmanchetten 25 35 Cts., Heerenbrocken en Borstrokken. Dameskousen 25-40 Cts. Wollen Sokken 25-45 Cts. KIKDERMKDOEHEV 2! Cts. Beste Zakdoeken f 1,— en f 1.10 per dozijn. JONGENS-BROEKJES en PAKJES, voor eiken leeftijd, in Tricot en Cheviot, vanaf 65 Cts. Nog honderd en artikelen tot spotprijs %\iden Peluche Zijden Fluweel van60, 80 en 100 van f2, enz. n Slechts 4 dagen te Leiden, op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag 24, 25, 26 en 27 October, van 'smorgens io tot 'savonds e uren. - - - r 1BLI|T ip lYLiUtllUctg, JL/liicucLg, tt utuouug, on 0 iXo-j; diverse Artikelen tot sspotpeijzen. -* in i 150

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 2