Maandag XT' October. A0. 1332. <§eze (§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. JKikeriki. Feuilleton. N°. 10016. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Loiden per 3 maandenf 1.10. Franoo per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Tin 16 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere oesr pltetsrnimte. Voor het incsseeeree buiten de stid wordt ƒ0.05 berekend. Door de diaconie der Herv. gemeente te Oosterwolde werd in de godsdienstoefening van Zondagvoormiddag de aanzienlijke som van ƒ1000 gecollecteerd. De heer J. K. Budde, hortulanus te Utrecht, is, met ingang van 16 October 1892, door den minister van waterstaat, handel en nijverheid benoemd tot officieel deskundige voor het verrichten der inspection on onder zoekingen, krachtens de bepalingen van de phylloxora-conventie. Uit Baam meldt men aan het Vad." Hoewel vermeld is, dat de Vorstinnen den volgenden zomer het lustslot Soestd(jk niet zullen komen bewonen, schijnt men alhier van een ander gevoelen te z(jn. Immers, het is alhier algemeen bekend, dat het paleis vergroot en inwendig verbouwd zal worden, terwijl ook een vrije uitgang voor rijtuigen achter in het park ontworpen is. Hieruit meent men niet zonder grond te moeten besluiten, dat de Vorstinnen wel degelijk den volgenden zomer verwacht kunnen worden. 's R(jks middelen hebben gedurende de maand September 11. opgebracht ƒ11,682,986, tegen f 11,969,602 in September 1891en gedurende de eerste negen maanden van het loopende jaar ƒ86,828,733, tegen ƒ82,966,969 in hetzelfde tijdvak van 1891. Het */lx der raming bedraagt ƒ86,842,087. De leden van Gedeputeerde Staten der prorincie Over(jsel hebben den Commissaris der Koningin, mr. J. H. Geertsema, met het oog op het weldra neerleggen zijner betrek king, als bljjk van hoogachting en vriendschap, eergisteren na hunne vergadering een bureau ministro aangeboden. Het stoomschip „Bundesrath", van O.-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, is 13 Oct. Suez gepasseerd; de „Didam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 14 Oct. Scilly; de „Deucalion", van Java en Singapore naar Amsterdam, passeerde 14 Oct. Gibraltar; de „Prins Maurits", van Paramaribo naar Amsterdam, passeerde 14 Oct. Ouessant; de „Semarang" arriveerde 13 Oct. van Rot terdam te Batavia; de „Antenor" vertrok 13 Oct. van Batavia naar Amsterdam; de „Batavia", van Rotterdam naar Java, vertrok 13 Oct. van Marseille; de „Dubbeldam" arri veerde 14 Oct. van Amsterdam te Nieuw- York; de „Prins Alexander," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 14 Oct. Kaap Rocca. Bij koninklijk besluit is benoemd bij het wapen der inf., tot commandant van het algemeen depot van discipline, de kapitein J. J. Geers, van het 2de regiment infanterie. Dit nommcr bestaat uit VIJF Bladen. Aan de Abonné's daarop, wordt bij dit nommer verzonden No. 4 van Kikeriki. Leiden, 15 October. In het Nutsgebouw alhier trad gisteravond in eene openbare vergadering, uitgeschreven door de afdeeling Loiden van den Zuid-Holland- schéh Bond voor Algomoen Kiesrecht", als spreker op mr. D. A. Van Eek, die tot onder werp van zijne lezing had gekozen: „Het sociale vraagstuk en de ingediende Kieswet." Voor een 80 a 90 toehoorders zette de spreker uiteen, welk gebruik de arbeiders 2. i. van hun aanstaand Kiesrecht moesten maken. Bepaaldelijk moest dit door hen aan gewend worden tot verbetering van hun stoffelijken toestand. Na eerst uit het feit, dat er menschen bestaan, die, zooals de Amerikaan Jay Gould, f 800,000 por woek of f 40,160,000 per jaar te verteren hebben, de conclusie te hebben getrokken, dat bet dwaas is om van overbevolking te spreken, zoolang er zulke ryke menschen bestaan, trachtte h\j vorder uit den toestand in Ierland en Friesland het bowijs te putten, dat niet de karigheid der natuur, maar mcnschelijko toestanden de schuld dragen der thans heerschonde ellende. Vervolgens gaf hij aan hot programma, dat de arbeidors door hun Kiesrecht moesten trachten te verwezenlijken. In dc oersto plaats moest de grond en eveneens het kapitaal uit i handen van enkelen in-die der gemeenschap worden overgebracht en zoodoende aan allen op gelijke voorwaarden ter beschikking worden gestold, daar z. i. ©en arbeider zonder grond en kapitaal-bezit volslagen machteloos was geheel en al overgeleverd aan de willekeur dor bezittende klasse. In de tweede plaats moest de Staat sommen beschikbaar stellen voor kostelooze opleiding tot allo vakken en beroepen en by do vakken, welke lang- duiige opleiding veroischen, den oudors tegemoetkomen in de kosten van het onder houd hunner kinderen, zoodat dan niet meer de geboorte, maar do aanleg der kinderen de keuze van hun beroep zou bepalen; zoo zou dan een baronnenzoon met een beperkt verstand, maar met een krachtig gestel, niot, zooals thans, het ambt van rechter verkry gen, maar in overeenstemming met zijn aard en aanleg polderjongen worden. Eindeiyk trok de spreker krachtig te velde tegen het wilitarisme en tegen den sterken drank. De eisch van „Afschaffing van het Leger en van het „Huis Schiedam" mocht z. i. ook op geen arbeiders-programma ontbreken. In het tweede gedeelte van zijne rede behan delde de spreker de ingediende kieswet. Hoewel hy de vermeerdering van het aantal kiezers van 300,000 op 800,000 een belangrijken vooruitgang noemde, werd toch de onthouding van hot kiesrecht aan do bedeelden en de vrouwen scherp door hem gehekeld. Zeer afkeurend liet hy zich ook uit over de uitsluiting dor militairen beneden den rang van officier van hot kiesrecht en over de andere beper kingen, door de Regeering aan de grondwets bepalingen toegevoegd, wat] z. i. bepaald on wettig was. Het ontbreken van eene nieuwe regeling van het gemeentelijk kiesrecht deed het kieswetontwerp veel van zyne waarde verliezen. De invoering van de persoonlijke, geheime invulling van het stembiljet werd echter door hem eene groote verbetering ge noemd. Aan het slot van zyne rede wekte de spreker de arbeiders, die z. i. by behoud van don tegenwoordigen toestand niets geen belang hadden, den middelstand, die by voortduren van de thans bestaande omstan digheden bestemd was ten onder te gaan, on de leden der bezittende klasse, die hart had den voor het volk, op om krachtig en vast beraden voor ingrijpende maatschappelijke hervormingen te ijveren. Anders was z. i. eene revolutie onvermijdelijk. Van de golegenheid tot debat maakte ge bruik de heor C. H. Kouw. Deze begreep niet, waarom de Ieren, die het volgens den spreker in hun eigon land zoo slocht hadden, naar Amerika gingen, waar, zooals de spreker had betoogd, ook de kapitalisten de macht in handen hadden. Hy meende dat afschaffing van het leger, hoewel hy hier anders wel voor was, en het gebruiken van de oorlogs kosten om do arbeiders aan het noodige ka pitaal te helpen, slechts de werkloosheid zou vorplaatsen, daar dan allo militairen de schare der workloozen zouden komen vergrooten. Ook vond hy dat de spreker de kiesrecht uitbreiding wel wat in een te bespottelijk daglicht had gesteld; z. i. was van die uit breiding eene groote verbetering te wachten. De sproker dankte den heer Kouw voor het niet vorzwygen van zyne bezwaren en hoopte, dat de aanwezigen, die het niet met hem eens waren en toch het woord niet vroe gen, nu niet den anderen dag overal zouden ge wagen van den onzin, welke door hem was geuit. Den heer Kouw antwoordde hy, dat, al heerschte in Amerika ook het kapitaal, evenals in Ierland, in het eerste land toch de toestand veel beter was en daarom de Ieren daarheen trokken. Dat door de afschaffing van het leger vele handen vry zouden komen, gaf hy toe; deze zouden echter wel werk vinden, als de maatscbappelyke toestand ver beterde, wat kon geschieden door het ver schaffen van de sommen, welke thans z. i. aan het militarisme werden verspild, aan de arbeiders, om dezen daardoor in de gelegen heid te stellen zelfstandig te arbeiden. De spreker bleef van het standpunt van rechts gelijkheid de uitsluiting der bedeelden eene groote onrechtvaardigheid noemen. Nadat nog eenige verdere gedachtenwis- seling tusschen den heer Kouw en den spreker had plaats gehad, sloot do voorzitter onge- voer by elven, onder dankbetuiging aan den 6prekor, de vergadering. Onder nadere goedkeuring van Z. Ex. den minister van binnenlandsche zaken zyn tot onderwijzers aan de Practische Ambachts school alhior benoemdde heer W. C. Lafóber, alhier, in het timmeren en assistent in het iy nteekenen de heor J. G. De Roever, te Amster dam, in het machinebankwerken en toekenen, en do heer W. Fontein, alhier, als leeraarin het iynteekenen. In do afgeloopen week is het examen voor luitenant ter zeo 2do klasse met goed gevolg afgelegd door den heer F. K. Web er, adelborst 1ste klasso by de Kon. Ned. Marine. Uit Burgsteinfurt wordt van 14 dezer geseind Koningin Wilholmina der Nederlanden en de Koningin-Regentes, die hedennamiddag te 2 uren uit Arolsen vertrokken, om een bezoek aan den prins van Bentheim-Steinfurt te bren gen, zyn hier aangekomen. De burgemeester Terberger hield eene toespraak. De stad is prachtig versierd. Niet minder dan 30 woningen zyn te Maartensdijk op voorstel van B. en Ws. door den Raad dier gemeente voor onbewoonbaar verklaard. Do eerw. heer J. Van der Heydon, die onder algomeene blyken van belangstelling en hoogachting zyn 25-jarig priesterfeest te Vroeswyk vierde, heeft aan alle armen, onver schillig tot welke kerkeiyke gezindheid zy behooren, brood en spek doen uitreiken. Ook werden de leerlingen der openbare school mild onthaald. (Icld allceu maakt niet gelukkig. 122.) Hy lachte er over, toen by do daarvoor ber.oodigde som uit zyn borstzak te voor- schjjn bracht en die in den briefomslag legde. „Het behoeft niet van een schrijven ver gezeld te gaan", zeide Egon, terwyl hy de veroischte vyf lakken aanbracht. „Hetis eene dwaasheid, dat ik het geld zend, maar ik heb dit aan den heer Von Osternau beloofdlaat de lieer predikant zich dus nu maar gelukkig gevoelen." Hy bracht de beide geldswaarden bevat tende brieven zplf naar het postkantoor en wandelde vervolgens doelloos door de straten, tot aan den tyd, dat de middagtrein hem naar het gebergte voeren zou. H(j trachtte gedurende deze wandeling zyne gedachten te verzamelen, maar het ge lukte hem niet; zy vormden een chaos. Het leven en de drukte in de straten Drachten die gedachten nog verder in de war en eerst toen Egon in den laten namiddag hot eind station van don spoorweg verliet, liet kleine r.istaschie, dat hij voor zjjno bagage te Broslau gekocht had, op den rug nemende, de voet reis door het gebergte aanvaardende, werd hy eenigszins kalmer. De vermoeienis door het bergbeklimmen, de noodzakelyklieid tot inspanning zyner lichamelyke krachten hadden op hem eene weldadige werking. Wel voorden zyne als het ware weder- spannigo gedachten hem nog steeds naarhtt kasteel Osternau terug en was het hem niet mogelyk deze te bepalen by de afwisselende landschapsbeelden, welke zich aan zyn oog voordeden, doch zy waren niot meer zoo ver ward en onbestemd als in den afgeloopen dag. Toen hy zich des avonds, tamelyk laat en na eene vermoeiende wandeling, ter ruste legde op do kamer van een klein logement, losten die gedachten zich op in een slaap zonder droomen. Des morgens vroeg ontwaakte Egon, door oen verkwikkenden slaap geestelyk en licha- meiyk gesterkt. Het weder was hecriyk en uitnemend geschikt voor een tocht door het gebergte; de lust, om een paar dagen, geheel vry, van de schoono natuur te genieten, kwam by Egon op. Hij gevoelde zich opgewekter dan in langen tyd het geval was geweest en met de meest mogelijke kalmte dacht hy, door het dennenwoud gaande, terug aan de opwin- dendo voorvallen, in den laatsten tyd door hem in hot kasteel Osternau beleefd. Zou hy naar hot kasteel terugkeeren? Hy was thans in staat daarover kalm na te denken. Zyne positie bij de familie Oster nau had een knak gekregen, de brief van den predikant Widman had by den heer Von Osternau wantrouwen opgewekt, een toeval kon dezen aanleiding geven tot nieuwen twyfel, tot nasporingen omtrent het verleden van zyn huisgenoot, en dan? Do instorting van oen kunstvaardig opge richt, op misleiding, ja, op bedrog Egon schaamde zich deze bekentenis gegrond vest gehoel, was het onvermydeiyk gevolg. Beschimpt en met 6chande overladen, zou dan de ontmaskerde bedrieger uit het kasteel worden gejaagd, veracht van al degenen, die hem zoo na aan hot harte lagen. Neen, aan zulk een gevaar mocht hy zich niet blootstellen; indien hy terugkeerde, zou hy den heer Von Osterr.au de volle waarheid moeten zeggenhy durfde de ontdekking van zyn bedrog niet afwachten. Maar konhy de waarheid zeggen? Hem klonken de vordoemwoorden weder in liet oor, wolke in het kasteel Osternau door byna alle leden van don familiekring waren uitgosproken over den heer Von ErnauLize liad dezen een ellendig, afschuwelyk mensch genoemd, de heer en mevrouw Von Osternau hadden openiyk hunne verachting over hem uitgesproken. En hun zou hy zeggen „Ik hen die Egon Von Ernau, dien gy ge smaad hebt?" Was hy in staat de tegen hem ingebrachte aanklacht te weerleggen? Hy had dit eenmaal gewaagd tegenover Lize, maar hoe ongeloovig had zy toen het schoone heofdje geschud! Was niet de ge- heele aanklacht gerechtvaardigd door do wijze, waarop hy vroeger geleefd had? Kreeg deze niot een nieuw gewicht door het feit, dat hy gedurende vele weken lang de hem vertrouwenden bedrogen en ondor een valsclien naam in hun midden als een avon turier geleefd had? In zyn geest zag hy Lize zich verstoord van hom afwenden, terwyl zy zeide; „Niets wordt door my meer gehaat dan de leugen!" Hy hoorde hot spottend lachen van den luitenant over zyne vernedering. En Bertha? Zou zy getuigo zyn van de beschamende bekentenis? {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1