LELDSOH DAGBLAD. §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fgon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nominer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 10 October. Feuilleton. (leid alleen maakt niet gelukkig. Mo lflfllJ 1 liiigrlog UL Ooéofco». ,.V .JOQ? de aandacht wel gevestigd worden op de ont dekking, welke men hoeft meenen te vinden bij de Chineesche geschiedschrijvers van de zevende eeuw, in verband met den naam Foe-Sang. In 1761 werd voor het eerst de aandacht dor geleerde wereld daarop gevestigd door den Franschcn Orientalist De Guignes. Sedert hebben verschillende schrijvers zijne meening warm verdedigd, onder wolke de Amerikanen Charles G. Leiand en E. P. Vining, die boekdoelen geschreven hebben tot staving van het beweren van De Guignes. Het schijnt nu, dat de nekslag aan deze theorie is toegebracht door prof. Schlegel. De uitkomst van zijne nasporingen is van dien aard, dat aan de veronderstelling, als zou het een of ander gedeelte van Amerika in de be schrijving van Foe-Saog bedoeld zijn, de bodem wordt ingoslagen. Voor zoover een bestaand land door den nevel van overdrijving en fabelen, waarin het geheele verhaal gehuld is, te herkennen is, zou het het eiland Krafto of Saghaliön zijn, daar de beschrijving van de bevolking meer geiykt op die der Ainos dan op die van eenig ander volk. Eene menigte argumenten wordt aangevoerd om aan te toonen, dat er van Mexico geen sprake zijn kan, zoodat de archaeologen, die boeddhis tische elementen in de Amerikaansche gods diensten meenden te vinden, ergens anders moeten gaan zoeken dan in de legende van „Foe-Sang." Als zetters van 's Rijks directe belas tingen in de gemeente Hazerswotide zijn door den Commissaris der Koningin herbenoemd de heeren F Veelenturf en J. Van Oraroering Z M. de koning van België, souverein van den Onafhankeiyken Staat van den Congo, heeft benoemd tot riddor der Koninklijke Orde van den Leeuw, den heer B. De Vries, consul van Turkije te Scheveningen. Te 's Gravonhago is plotseling overleden pater Van der Chejjn, van de Theresiakerk in het Hooge Westeinde. De minister van financien is voornemens &1 wat voor 1893 voor amortisatie van niet bepaald aangewezen fondsen beschikbaar is, aan te wenden tot aflossing op 1 Jan. 1893 van vooraf uit te loten 3l/2 pCts. schuldbe kentenissen van het voormalig amortisatio- sjmdicaat en tevens om op genoemd tijdstip aflosbaar te stellen de vooraf uit te loten 31/, pCts. schuldbekentenissen, uitgegeven krach tens de wet van 1886, gevende eene geza menlijke rentebesparing van 64,312.«60. Zoo mogelijk zal in Februari a. s. de eerste uitloting plaats hebben van de 31/, pCts. schuldbekentenissen der geldleening, ten be drage van 44,700,000, in 1891 gesloten. Hetgeen Indiö aan 's Rijks schatkist voor aflossing van de te zijnen laste aangegane leening van 46,350,000 meer zal uitkeeren dan '/ia benevens de bespaarde rente va.n het voornoemde kapitaal, zal tot amorti satie van schuld worden aangewend. Van de genoemde leening is Indië nog schuldig 45,062,250, waarvan pCt. ad 231,750 zal worden afgelost, benevens do bespaarde rente van het afgeloste kapitaal van ƒ1,297,800, zfjnde 46,423, makende met de rente over 1893 ad ƒ1,576,827, te zamen 1,854,000, waarop voor 1893 wordt gerekend. Bij koninklyk besluit van 22 Sept. jl. (Stsbl. 221), opgenomen in de Staatscourant van 4 dezer, Is vastgesteld een nieuw regle ment voor don hoofdcursus, houdende be palingen tot uitvoering van art. 48 der wet van 21 Juli 1890 (Stsbl. 126), tot regeling van het militair onderwijs bij de landmacht, voor zoover daarbij de opleiding voor den officiersrang en de hoogere vorming van den officier z\jn betrokken. Dit reglement treedt in werking op 1 Novombor a. s. Het toelatingsexamen hier te lande wordt jaarlijks afgonomen in Juli en Aug. Ook aan onderofficieren van het leger in Ned.-Indië kan worden vergund aldaar dat examen af te leggen; het aantal voor dezen open te stellen plaatsen mag in den regel niet meer dan zes per jaar bedragen. De toelating tot den hoofdcursus heeft jaarlijks plaats op 1 October. Behalve in de, by art. 33 der wet genoemde vakken, wordt aan den hoofdcursus onderwijs gegeven in de Engelsche taal, de scheikunde en het paardrijden. Het overgangsexamen heeft in Juni plaats. Zjj, die aan de eischen van het eind examen hebben voldaan, keeren, in afwachting van hunne benoeming tot officier, naar hun corps terug, om daarby in hunnen graad dienst te verrichten. Het programma van examen voor toelating tot den hoofdcursus omvat: schryven, reken kunde, stelkunst, vlakke meetkunst, Ned. en Fransche taal, aardrijkskunde, geschiedenis, dienst- en exercitie reglementen en dienst voorschriften. Door den minister van binnenlandsche zaken zijn benoemd in de commissie,.in 1892 belast met het afnemen der examens in de Fransche taal voor de in December en zoo noodig in November dezes jaars te 's-Graven- hage te houden examens voor het middelbaar PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Heden is aan de universiteit alhier be vorderd tot doctor tn de geneeskunde de heer A Schuld, geb. te Rotterdam, met academisch proefschrift, get.: „Invloed van het speeksel op het zoutzuurgeh&lte van het maagsap". - Het vierde regiment infanterie is jl. Zaterdagnacht dcor een gevoelsgon slag ge troffen gewordee en wel door het heengaan van een zjjnor edelste figuren. Kapitein E. J. Aenmoy, hoewel sedert eenige weken oogon- echyniyk licht ongesteld, is omverwacht over leden op 50-jaragen leeftyd. Wie hem is zyne militaire loopbaan heeft gekend, zal van dat verlies ten volle over tuigd z\jn. Aenmey was soldaat in de volste beteekenis Tan het woord. Nau gezetto plichtsbetrachting en strenge onpartijdigheid; steeds bereid om de belangen zijner minderen te behartigendat waren o. a. .zijne eigenschappen. 16 het te verwonderen, dat oen persoon, die zulke deugden in zich vereenigde, zco hoog by zijne minderen stond aangeschreven en dat menig officier /erlangend was recht streeks onder .zijne bevelen te mogen dienem? Doch niet alleen zijne minderen, ook zyne meerderen wdsten hom naar waarde te schatten. i Mocht de overlo'dene eene groote sympathie in het leger genieten, niet cainder was dié. in de burgermaatschappijook dóar telde de overledene vele vrienden. Niet alleen z£ne diepbedroefde weduwe en bloedverwanten, maar ook zyne talrijke vrien den moeten erkennen dat een edel karakter, helaas, al te vroeg uit hun midden is weg gerukt. In het te Nieuw-York verschijnende Weekblad „Science" wordt met grooten lof gewaagd van do verhandeling van prof. G. Schlegel, te Leiden, opgenomen in het tijd schrift „Foungpao," afl. van Mei 1392, den titel dragende„Probiêmes góograpkiques. Les Peuples étrangers chez les historiens Chinois. I Fou-Sang Kouo, Le Pays de Fou-Sang." Op het oogenblik, dat de bespreking der ver schillende ontdekkingen van Amerika aan de orde van dsn dag is, mag, zegt dit weekblad, 109.) TWEEDE DEEL. I. Het was een onaangename, vervelende avond. Een onderhoud, zooals dat tusschen den heer Von Osternau en Pechmayer had plaats gehad, gaat niet spoorloos voorbij, zelfs wanneer het blijkbaar tot bevrediging van de beide partijen eindigt; de indruk blijft, h(j laat voor den eersten tjjd in ieder geval eene soort van ontstemdheid achter, en daze deed zich in den avond, waarvan w(j spreken, ook aan de theetafel gevoelen. De heer Von Osternau kon zich niet onttrekken aan den invloed, welken de herinnering aan het onderhoud mot don luitenant en den gouverneur op zyne stemming uitoefende. Hy deed wel zjjn best zoo vriendelijk en hartelijk 'o zijn als gewoonlijk, doch dit gelukte hem slecht, en hjj werd in zyne pogingen ook weinig door Pechmayer en den luitenant ondersteund. De luitenant toonde zich zóó verstrooid, öa' by byna in het geheol niet aan het onderhoud deelnamhy bestreed slechts met moeite de vreeselyke onrust, welke hem kwelde; zyne gedachten schenen ergens anders, zeker niet in denkleinen gezelschaps kring, te zyn, waarvan hy hedenavond het vervelendste lid was, ofschoon Pechmayer hem op dit punt niet veel toegaf. Deze was wel niet verstrooid, maar zeer stil en karig mot zyne woorden. Op andere avonden droeg by steeds door zyn meesteriyk spel of het zingen van eenige volksliedoren veel by tot het aangenaam onderhoud, maar heden speelde noch zong hy; hy was niet gedisponeerd, zeidehy,toen mevrouw Von Osternau hem daartoe uitnoo- digde, en by diezelfde verklaring bleef hy, toen ook Lizo zich by het verzoek harer moeder aansloot. „Hy is jaloersch", fluisterde mevrouw Von Osternau haren echtgenoot toe, terwyl zy' een veelbeteekenenden blik op Bertha wierp, en het scheen alsof mevrouw Von Osternau gelyk had. Ook do heer Von Osternau bespeurde dat de gouverneur Bertha met opmerkzaamheid gadesloeg en dat, wanneer hy inderdaad voor haar een dieper gevool koestorde, Bortha hem ten voile reden gaf jaloersch to zyn. Bertha alleen scheen op dozen avond in de meest prettige stemming, in de beste j luim te wezen. Zy was zoo vroolyk en aanvallig, dat het inderdaad den heer Von Wangen niet ten kwade was te duiden, wanneer hy, ge heol botooverd door haar opgewekt gesprek, slechts oogen en ooren voor de freule had. De anders zoo beschroomde jonge man nam hedon, aangemoedigd door Bertha's voor gang, yverig deel aan hot onderhoud; ja, hy voerde dit byna geheel alleen met Bertha. Voor hem was de avond niet onaangenaam en vervelend en hy had wel gewenscht dat die nog uren duurde, toen de heer Von Oster nau verklaarde dat het tyd was om te schei den en zich ter ruste te begeven, daar de heer Pechmayer morgen vroeg op moest en zeker nog wel eenige toebereidselen voor zyne reis zou willen maken. „U wilt op reis gaan?" vroeg de luitenant, wiens opmerkzaamheid eensklaps scheen ge trokken te zyn. „Waarheen? Voor hoe lang? Ook Lizo zag Egon verwonderd aan en scheen van dezen antwoord te verwachten. „Ik weet nog niet hoe lang ik afwezig zal blijven", antwoordde Egon, net doende ofhy het eerste gedeelte der vraag niet gehoord had. „llyn verlof duurt drie tot vierdagen!" „Toch niet, mynheer Pechmayer", viel de heer Osternau hem in de rede; „ik stel het PRIJS DER ADVERTENTIÉN: V.n 1—6 regel, f 1.05. Iedere regel meer/0.17J. Grootcro letters naar plaatsruimte. Voor het incaeseeron bniton de stad wordt ƒ0.05 berekond. onderwysN. L. Verlint, leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te UtrechtA. Bourquin, leeraar aan het gymnasium te Utrecht; F. Rode, leeraar aan de Handelsschool to Am sterdam; J. S. Piquet, leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te Zwolle; E J. Sommer, leeraar aan het gymnasium te Groningen; H. C. P. Dirks, leeraar aan de kweekschool voor onderwyzers en onderwyzereesen te Amsterdam; A. Sunier, leeraar aan het gym nasium te Rotterdamen tot leden-plaatsver- vangors: dr. J. J. Salverda do Grave, belast met het geven van onderwya aan H. M. de KoninginL. H. Baale, leeraar aan de tweede hoogere burgorschool met 3 jarigen cursus te Amsterdam; C. M. Robert, leeraar aan de hoogere burgerschool met 5 jarigen cursus te Amsterdam. Tot lid en voorzitter dier commissio is vroeger benoemd dr. A. G. Van Hamel, hoog leeraar aan de Ryks universiteit te Groningen. De tegenwoordige stand van verleende of aanhangige concessie-aanvragen voor spoor wegen is van enkele als volgt: Voorloopig is aangehouden de aanvraag van H. H. en L. N. E. E. Gresnich, te Nieuwer- Amstel, voor een stoom- of paardentramweg van Sloten naar Kruisdorp, Heemstede, Ben- nebroek. In onderzoek zyn de aanvragen vanA. P. Van Dam AWzn., te s-Gravenhage, voor een locaalspoorweg van Amsterdam langs Ouds- hoom, Bleiewyk, Bergschenhoek en Hille- gersberg naar Rotterdamvan A. P. M. Kap- teyn, te Utrecht, voor eene lyn Rotterdam- Amsterdam via Nootdorp en Leiden, met zytak van Nootdorp naar 's-Graveahagovan B. De Vries, te 's-Gravenhage, voor een elec- trischen spoorweg van Loosduinon langs het strand naar Scheveningen. Door den kapitein-magazynmeester, hoofd van het centraal-magazyn te Woerden, is de zilveren medaille voor 24-jarigon trouwen en yverigen dienst, met de daaraan verbonden gratificatie van f 50, uitgereikt aan den werk man 1ste kl. G J. Blok. Door het regiment grenadiers en jagers zullen op 11 en 13 October a. s. en zoo noodig op werkdagen in de 2de helft dier maand uit de duinen tusschen Scheveningen en Wassenaar schietoefeningen gehouden worden op in zoe dryvende doelen. De heer J. F. Hondius, leeraar in het teekenen en sjlöd onderwys, te Middelburg, is op eone jaarweddo van f 5000 benoemd tot leeraar aan eene inrichting van onderwijs in Zuid Afrika. j geheel afhankelyk van uw willekeur, indien u langer afwezig wilt blyven, en het zal mij zelfs verheugen, wanneer het u zoo goed by uw oom bevalt, dat uw verblyf aldaar acht of veertien dagen duurt. Do heer Pechmayer zal namelyk een hom zeer nauw verwant familielid, zyn oom, den heer predikant Wid- man, te Wermersdorf, bezoeken", vervolgde hy, zich alsnu tot zyne echtgenoote wen dende, blykbaar om den pas af te snyden aan eene vraag, welke op de lippen zyner verwonderde ega lag. Een eigenaardig lachje vloog zoo snol als een bliksemstraal over het gelaat van den luitenant. Do ontstemdheid, waarin hy den geheelen avond verkeerd had, was plotseling verdwenen; hy wonschte by hot afscheidden heer Pechmayer zoor vroolyk eene goede iels en een spoedigen terugkeer. Ook Bertha en do heer Von Wangen sloten zich by dezen wensch aan. Lize echter sprak geen woord. Zy keek by het afscheidnemen Egon mot een droomen den blik aan, toen gaf zy hem de hand en liet deze langer dan gewoonlyk in de zy.no rusten. (.Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1