fó°. 10004. Maandag 3 October, A0. 1892. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van ;Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 1 October. Derde Blad. 3-October-gedachteu. Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. LEIDSOH gH DAGBLAD. I, I,, I PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maandon1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommcrs0.05. hetgeen men bezit, werkelijk nu reeds bezit, misschien ook een gevolg van onkunde met het verleden, of althans van gebrekkige kennis van den vroegeren staat van zaken, waaruit het tegenwoordige zich heeft ontwikkeld? Wie by de viering van 3 October niet ver zuimt om den maatschappelijke toestand van ons land in vorige eeuwen te vergelijken met den tegen woordigen, zal zeker zijne vader landliefde en met haar den lust, om dien dag met opgewektheid te herdenken, eer versterken dan verzwakken. Het bestuur van de Brandwaarborg- Maatschappij te Zoeterwoude heeft met de deelnemers de gewone jaarlijksche vergadering gehouden. De rekening van inkomsten en uitgaven over het afgeloopen dienstjaar werd goedgekeurd en sloot met een batig saldo van ƒ1061.04. Verder bleek dat de geheele be zitting der Maatschappij bestaat uit eon kapi taal van 5475.09 en dat is deelgenomen voor ƒ648,950 aan verzekeringen. De afgetreden bestuursleden, de heeren C. Van der Velden en Th. Straathof Azn., wer den herkozen, terwijl tot lid van het bestuur in de plaats van wijlen den heer A. Rijkaart werd benoemd de heer C. Van der Salm. De loting der in dit jaar voor de lich ting der nationale militio voor 1893 iDgeschre venen zal voor het 14de kanton (hoofdplaats Woubrugge) plaats hebben ton raadhuize aldaar op Maandag 17 October a. s., en wel voor de gemeente Zevenhoven 's voormiddags te 10 uren, Nieuw veen 's voormiddags te l0i/2 uren, Alkemade 's voormiddags te 11 uren, Leimuiden 's namiddags te 1 uur, Tor-Aar 'snam. te l5/4 uren, Rijnzaterwoude 'snam. te 21/* uren en voor de gemeente Woubrugge 'snam. te 21/» uren. In eene dezer dagen gehouden vergade ring van de Vereeniging tot verbetering van den gezondheidstoestand te 's-Gravenhage, is besloten een adres aan den gemeenteraad te richten met verzoek om een beter riool stelsel voor Den Haag aan te nemen, waarbij rekening wordt gehouden met al de eischen van de hygiëne. Hot gevolg van Hare Majesteiten de Koninginnen bij hun vertrek naar Weimar zal bestaan uit: de damesbaronesse Van Hardenbroek van Bergambacht, grootmeesteres, jonkvrouwe Van de Poll, sur-intendante van H. M. baronesse Rengers, hofdame, en miss Saxton Winter, gouvernante; de heerengraaf Schimmelpenninck, groot meester, opper-kamerheer; jhr. De Ranitz en jhr. Van de Poll, adjudantenjhr. mr. Gevers Deynoot, referendaris van het Kabinet der Koningin. Den lOden October verlaten Hare Majes teiten Weimar en gaan zij naar Arolsen en vandaar, enkele dagen later, naar Steinfurt. Na het bezoek aan Weimar keeren de heeren Schimmelpenninck en De Ranitz naar Nederland terug en zullen ridder Huyssen Van Kattendyke, kamerheer, en jhr. Boreel, ordonnanee-officier, aan Hare Majesteiten zijn toegevoegd, ten einde HD. te vergezellen bij de bezoeken te Arolsen en Steinfurt. Het onlangs te Delft bij den Artillerie- cursus gehouden officiers-examen is door de navolgende sergeant volontairs met voldoenden uitslag afgelegd, t. w. door: C. M. G. P. Couvée, H. J. D. Van Maanen, E. H. J. Groen, K. A. Pfeiffer, W. J. C. Schuurman, W. N. Bakker en B. J. A. Polvliet, te zamen 7. Een sergeant-volontair werd afgewezen. Dr. I. J. De Bussy aanvaardde gisteren het hoogleeraarsambt in de wijsbegeerte van den godsdienst, de zedekunde en hare ge schiedenis aan de Universiteit van Amsterdam met eene rede over de „wysgeerige weten schap en persoonlijke overtuiging". Het bij de Tweede Kamer ingekomen wetsontwerp, houdende voorloopige maatre gelen tot behoud van vicarie goederen, is het zelfde als dat door deze reeds was aangenomen, maar door de Eerste Kamer verworpen, we gens een vormelijk bezwaar. Thans is voor gesteld om deze wet, tot verlenging van de wet van 1884, in werking te doen treden op den dag harer afkondiging en voor 5 jaren te doen duren. Thans zijn verschenen de verslagen der Staatscommissie voor de arbeidsenquête lo. van de eerste afdeeling betreffende de maat schappelijke toestanden der arbeiders in verVand met zieken-, begrafenis-en andere verzekerings- en onderstandsfondsen, niet aan eenige onder neming of inrichting van nijverheid verbonden, deel III ('s Gravenhage)2o. van de derde afdeeling betreffende Amsterdam. Voor het toewijzen der zes gouden medail les, welke de stad Amsterdam voor de „drie- jaarlykscbe schilderijen-tentoonstelling" be schikbaar stelt, zijn door de artisten zei ven tot leden der jury gekozenAllebé, Israels, Jacob en Willem Maris. De stad Amsterdam voegde aan dit viertal toeJ. Van de Sande Bakhnyzen, Maschaupt en Mosdag. Vad Leiden viert weldra leest en een gedeelte der bevolking uit den omtrek komt naar de stad om het feest mee te vieren. Beiden hebben goede redenen, om met dankbaarheid den dag te gedenken toen de Spaansche troepen, die de veste hadden om singeld en het platteland tegelijk afliepen, opbraken en aftrokken. Wat zou er van de stad geworden zyn, wanneer de Span jaarden hare muren overweldigd en hare poorten opengebroken hadden, wanneer het barbaarsche oorlogsgeweld van dien tijd op haar toegepast, wanneer zij aan de plunder- zucht van hot krijgsvolk prijsgegeven, wan neer mogelijk over haar was gegaan eene furie, gelijk later de Fransche trok over Zwam- merdam en Bodegrave, gelijk de Spaansche vroeger over Haarlem was gegaan? Waarlijk, de stad heeft goede redenen om den dag van haar ontzet niet alleen met dankbaarheid, maar ook met fierheid te ge denken. Of had zij hare heuglijke verlossing niet te danken ook aan den kloeken moed en aan de vastberadenheid van het grootste ge deelte harer burgerij en van hare regeering? Er zfin sedert dien heugelijken dag 318 jaren verstreken. Toch zal niemand, die met de geschiedenis van ons land bekend is en die prys stelt op vadeiiandschen zin, aan de stad het recht ontzeggen, om deze gebeurtenis jaar op jaar met nieuwe opgewektheid te vieren. Want het ontzet van Leiden was nog wel geen bepaald keerpunt in den loop van den oorlog, welken ons land toen voerde, toch was het een der grootste lichtpunten in de geschiedenis van dien tijd. Voor Leiden, voor ons vaderland, voor ge-, heel Europa is er sedert veel veranderd en verbeterd. Ons land heeft den rang verloren, dien het in latere jaren in de rij der Euro- peesche mogendheden bekleedde. Het heeft geen stem meer in het kapittel der groot machten, het is eene mogendheid van den tweeden rang geworden. De onevenredige machtsverhouding tusschen de republiek der zeven vereenigde provinciën en de groote ryken van Europa is sedert tot hare natuur lijke evenredigheid herleid. Hot koninkrijk Nederland weegt niet zwaar in de schaal van het Europeesche evenwicht, terwijl de repu bliek der geünieerde provinciën zoo machtig was, dat Frankrijk en Engeland het niet be- 93.) Bertha sprak eene onwaarheid, daar zy in den spiegel gezien had, dat Egon de kamer was binnengetreden, en ky wist dit, daar beider blikken elkander in den spiegel ont moet hadden. „Ik haat niets méér dan de leugen!" had Lizegezegd. Waartoe sprak Bertha onwaarheid Welke reden kon haar daartoe leiden? Was het spreken van onwaarheid voor haar misschien eene tweede natuur geworden, evenals voor zoovele andere dames, die in de groote wereld verkeeren? Egon gevoelde zich plotseling weder terug geplaatst in zyn vorigen levenskringde ver- trouwelyke woonkamer van den heer Von Osternau was voor hem plotseling veranderd in eene schitterende balzaal en voor hem stond eene der balmarionetten, welke hy zoo grondig haatte en verachtte, te meer, wan neer zy zich onledig hielden om doorvleiery hem zeer lief voor te komen. Onwillekeurig richtte hy zich kaarsrecht ep en bet spottende lacbje, dat Lize voor eenige dagen zoo onaangenaam geweest was, neden hunne waardigheid rekenden zich ook van den bystand der aangrenzende Duitsche bisdommen te verzekeren, ten einde hare kracht te breken en haar zoo mogelyk te vernietigen. Toch heeft ons land ook onder het verlies van zyne politieke beteekenis als Europeesche mogendheid, in inneriyke kracht eer gewonnen dan verloren, 't Is niet meer eene vereeni ging van eenige gewesten, elk voor zich met eigen regeering en eigen wet, met eigen munt en eigen wapen, georganiseerd tot een afzon derleken Staat't is geworden tot een enkel organisme, in al zyne deelen geleid door dezelfde beginselen, bestuurd door een en dezelfde wet. Toen hadden de steden rechten, welke het platteland miste, en de edelman genoot privileges, welke de burger niet bezat nu zyn de heerlyke en stedelyke rechten ver dwenen, alle gemeenten staan onder dezelfde wet en alle burgers hebben dezelfee rechten. De vryheid van godsdienst, die eerst niet, later wol bestond, was niet meer dan tolerantie, waarby ander geloof, dan in 't geen in de Staatskerk gepredikt werd, wel geduld, maar ook niet meer dan geduld werd; nu is de Staatskerk verdwenen en de vryheid van denken en spreken is ook op godsdienstig gebied zoo goed als onbeperkt. Toen droeg de arbeid het dwangjuk van het gildewezen; nu is de uitoefening van elk bedryf en elk beroep voor allen ver bonden aan dezelfde voorwaarden. Dat is het werk van den nieuwen tyd, ge boren in en door de Fransche revolutie; dat is het werk van den geest der vryheid, welke zich toen in Frankryk verhief, ook over ons land heenstreek en de overblyfselen van het oude leenstelsel, voor zoover die nog waren blyven staan, omverwierp en wegvaagde. Zou Nederland onder den invloed van dien geest van vryheid, die ook is de geest van recht, van recht voor allen, in inneriyke kracht en welvaart niet hebben gewonnen, wat het aan militaire macht en staatkundig aanzien ver loren heeft? Onder dionzelfden invloed is er veel ver anderd in geheel Europa. Maar er is ook veel verbeterd! En zal er door geleide- lyke ontwikkeling van denzelfden geest, waar door al die verandering tot stand gebracht werd, nog niet veel meer veranderd en ver beterd worden ook ten onzent? Naar die toekomst strekt de wereld begeerig de handen uit, terwyl zy daarby maar al te dikwyls het goede vergeet, hetwelk het heden haar aanbiedt. Is dat gemis aan waardeering van maar hetwelk zij in de laatste dagen niet meer gezien had, speelde om zyn mond, toen hy antwoordde: „Zoudt u werkelyk voor eene strenge critiek vreezen, genadige freule? Het meesterschap in de techniek is het ideaal onzer moderne kunst. Ik weet zeker dat ook de meest strenge beoordeelaar u zyn lof voor de schit terende uitvoering niet zou mogen onthou den, dat hy u als virtuoze zyne hulde moet bewyzen „Eene virtuoze? Myn goede oom noemde my eene kunstenares en ik was trotsch op dezen titel." „Wie maakt tegenwoordig nog een derge- ïyk onderscheid? De virtuozen zyn de eenige, ware kunstenaarsZy alleen vermogen het tegenwoordig ideaal te omvatten, daar zy niet meer in dwaling worden gebracht door het dwaze, uit de mode zynde, thans alleen nog in de vervelende klassieke muziek zich uit sprekend gevoel." Een vurige blik trof hem. „U vermeent dus dat dwaze gevoel voor uzel7en bewaard te hebben, anders zoudt u niet zoo afbrekend kunnen spreken over de nieuwere kunst", zeide Bertha scherp. „Neem myne plaats aan de pianino in. Die het waagt zulk een oordeel te vellen, moet be wijzen dat hy gerechtigd is dit te doen." Bertha's wangen waren door een lichten blos bedekt geworden, terwyl zy zoo sprak. In hare donkere oogen schitterde heftige opgewondenheid en zy kwam in dit oogenblik Egon betooverend schoon voor. Op zulk een toon en met zulke woorden sprak geeno dame, die steeds rekening hield met de gezelschapsgebruiken Bertha behoorde niet tot het overgroote aantal salonmario netten, zy kon nog driftig en heftig worden en zelfs met de gebruiken breken, gelyk zy het in dit oogenblik door het aan Egon ge geven bevel getoond had. Hy gehoorzaamde; haar blik had hom be- fcooverd; hy nam plaats yoor de pianino, maar liet de handen op de knieën rusten en zag droomend voor zich uit. Het was Egon als zagen hem de donkere, vlammende oogen van Bertha nog 6teeds aan, als wilde die blik hem diep in de ziel dringen, die blik, welke hem verontrustte, die de herinnering aan een vroegeren, half vergeten, treurigen tyd, dien by meende overwonnen te hebben, opnieuw wakker riep; plotseling echter zag hy niet meer een schitterend zwart oogen- paar, maar in een blauw, waaruit trouwe en ware, innige deelneming sprak, met den zwaren zielestryd, dien hy moest strijden. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. De betoovering, welke hem als het war© bedwongen had, week; de herinnering aan het droevig verleden vervloog; hy leefde weder in het schoone heden. Onwillekeurig kief hy de handen op en liet ze daarna op de toetsen vallenhij wilde uitdrukking geven aan het weldadige gevoel, dat hem nu eensklaps als doorstroomde. Wat Egon speelde, hy wist het niet; de melodieën volgden elkander, zy losten zich harmonisch op in zyne droombeelden; h\j speelde dwepend, de tonen waren de woorden, waarmede hy uiting gaf aan het hem over weldigend gevoelde woorden, welke hy tot het lieve kind richtte, aan hetwelk hy de nauwelijks herwonnen zielevrede dankte; jubelende woorden van vrede, zachte woor den van dank, do hartelijke woorden der liefde. „Bravo! Bravo!" De luitenant, die zyn kunstzin toonen wilde door onpartydig den door hem gehaten gouverneur by val te schenken, klapte krachtig in «ie handen. Zyn „bravo" wekte Egon uit den droom, waarin hy, ofschoon wakende, verkeerde, waarin hy zich nog geheel en al bevond, als reeds de laatste toon zich had doen hooren.' Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 9