N°. 10004 Maandag 3 October. A". 1832. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van £pn- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. Leiden, 1 October. Peuilleton. (ield alleen maakt niet gelukkig. PBJJB DEZER COUHA2ÏT: Voor L«M«a per 3 maandenf 1.16. frano© p«r poat1.40. AXsonderlgk# Nommers.0.05. PBUB DEB ADVEBTENTEÊN: Tu 1—6 regoli f 1.06. Iedar© ragel bmt /0.17|. Grooter* lottere naar plaatoruimU. Voor het ineaaseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekond. De vrijwillige oefeningen in den wapen- andel voor jongelingen, dio zich hier ter tede daartoe hebben aangemeld, zullen van af heden weder een aanvang nemen en wel p Dinsdag en Vrijdag van 4'/4—5'/k en van -10 uren s namiddags. Met de leiding van bovenbedoelde oefeningen ordt belast de kapitein voor speciale dien sten J. J. L. Bruinier, van het -Éde regiment infanterie. - Bij het 4de regimont infanterie is tot leoraar in de wiskundige vakken op den cursus benoemd de tweede luitenant P. E. Pfeiffer, van het 2de bataljon, ter vervanging van den op zijn verzoek eervol ontslagen eersten luitenant H. G. Van Meurs, van het 4do bataljon. - De loting voor de nationale militie voor de ingeschrevenen der gemeente Lisse voor lichting 1893, zal gehouden worden te Noordwyk op Donderdag 13 October a. s., namiddags te halftén, terwijl op Vrijdag 14 October d. a. v., des middags te 12 uren, ter gemeente-secretarie aanvrage kan worden gedaan om de getuigschriften, ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zyn eonige wettige zoon. - H. M. de Koningin-Regentes heeft aan e commissie voor het adres van antwoord het volgende wederantwoord gegeven nM\jne HeerenDe betuiging, dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal hare beste krach ten zal wijden aan hare gewichtige en veel omvattende taak, heb Ik met groote belang stelling vernomen. Van harte hoop Ik dat Gods zegen op haren arbeid moge rusten. Ik verzoek U, milno heeren, mijn dank aan de Tweede Kamer over te brengen." Van dat antwoord werd gisteren aan de Tweede Kamer mededeeling gedaan. - Naar men uit de Betuwe schrijft, neemt het gebrek aan onderwijzers hand over hand toe. Vooral op hot platteland gaat het al moeilijker de bestaande vacatures vervuld te krygen. Menig gemeentebestuur adverteert alle weken, zonder dat or sollicitanten komen opdagen. Hier en daar gelukt het tegen al 6tijgend salaris een onderwijzer meester te worden. Met hot oog op den winter, wanneer scholen weder vol loopen, is dat gebrek j aan 't noodige personeel zeer te betreuren. De jaarwedden van f 475 beginnen reeds te stijgen tot f 550 a f 600. Het hotel „Beekhuizen", te Yelp, dat- den 15den Augustus jl. tot den grond toe af brandde, zal weder op dezelfde wijze worden opgetrokken, volgens het plan van den archi tect W. Honig. Met den opbouw wordt thans reeds een aanvang gemaakt, ten einde het gebouw in het volgende voorjaar gereed te hebben. Blijkens bij het departement van marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. schroefstoom- schip 4de kl. „Sommelsdyk", onder bevel van den kapt.-luit. ter zee G. H. Van Steyn, den 29sten Sept. jl. te Djeddah aangekomen. Aan boord was alles wel. Gemengd Nieuwg. Men schrijft ons uit Noord w ij k, dd. 30 Sept.: Een geruimen tijd reeds geleden werd in een der kleinere bladen beweerd dat er op Noordwyk een fatum scheen te rusten, waar het betroft de openbare middelen van vervoer. En waarlijk, wanneer men met onpartijdigheid nagaat het verschil in de wyze van exploitatie tusschen de Noordwyksche- en de Rijnlandsche (Katwijksche) stoomtrammen, dan schijnt de bewering juist te zijn. Beide trammen worden door de Holl. IJzeren- Spoorweg-Maatschappy get-xploiteord. In den beginne nu ongeveer 7 jaar geleden ging het met de Noordwijksche stoomtram niet voordeelig. Langzamerhand, nu de menschen het groote gemak leeren inzien en gevoelen, gaat het evenwel beter. "VVie in den afgeloopen zomer Noordwyk aan Zee bezocht en het getal was niet gering zal hebben opgemerkt dat men byna altoos behoorlijk gevulde trams zag; soms zelfs overgevulde. Die resultaten zouden nu ieder gewoon sterveling doen besluiten den dienst uit te breiden, d. w. z. meerdere treinen te doen loopen. De Holl. IJzeren-Spoorwog-Maatschappy denkt er echter anders over. Wanneer we nl. den op 1 October in wer king tredenden winterdionst voor de beide lynen (Leiden Rijnsburg Katwijk en Lei den—Rynsburg—Noordwyk) vergelijken met de regeling van October 189i, dan blykt men moet het zien om 't te gelooven dat Noordwyk n u een trein minder heeft dan gedurende den winterdienst van 1891/92. Men stelle zich voor, dat de goede Noord- wijker gedoemd is na halfacht 's avonds, zijn genot thuis te zoeken, daar de Hollandsche Spoorweg-Maatschappij niet duldt dat by na 7.05 een snoepreisje naar Leiden maakt, anders dan oo Zon- en feestdagen, als wanneer nog te 9.37 daartoe gracieuzelyk de gelegenheid wordt geboden. De eerzame Noordwykor moet vervolgens zorgen weer te 8.50 te Leiden in te stappen om dan te 9.41 te Noordwyk terug te zijn. Den ingezetenen van Katwijk evenwel, wordt de gelegenheid gegeven concert en schouwburg te Leiden te bezoeken en te 10.55 huiswaarts te keeren. Er bestaat blijkbaar een streven om Katwijk te bevoordeelen boven Noordwyk. Dat de tram op deze wyze niet populair wordt, zal wel niemand bevreemden. Ja, wanneer het doel was de train van de baan te schuiven, zou men zeggen niet ongelukkig te zyn in het kiezen van doeltreffende middelen. Nog heeft de lijn RynsburgNoordwyk de eigenaardigheid dat hy, die 2do klasse reist, het gezelschap moet dulden van den 3de- klasse reiziger, om de eenvoudige reden dat op die lyn geen 3de-klasse-rytuigen worden aangetroffen. Dat dit voor den 2 de klasse be talen den reiziger aangenaam is, zal wel niemand beweren. Over de slechte aansluiting tusschen de tramtreinen en de spoorwegtreinen zullen we maar zwygen: wanneer daarin verandering gevraagd wordt, luidt het steeds: „de aan sluiting met het buitenland zou verbroken worden!" Werkeiyk, er rust een fatum op ons verkeerswezen. Het 12jarig zoontjo van J. J. Van Ryn, nabij Halfweg, i6 van een steiger gevallen, waarop het met nog 2 kinderen 6peolde. Het kwam op steenen terecht en was onmiddellijk dood. Op de torpedoboot D5, te Wil helmshaven, zyn 4 man, doordien eene averij aan den stoomketel was ontstaan, zoodanig door den stoom met brandwonden bedekt, dat drie hunner, de machinist en twee stokers, na enkele oogenblikken bezweken en men voor het behoud van den vierde vreest. Op aandringen van hunne ge- loofsgenooten te Liverpool hebben omstreeks 25 van de Israëlietischo landverhuizers aldaar het aanbod der Cunard maatschappy aange nomen om naar Rotterdam te worden terug gebracht, terwyl een gelyk aantal het reisgeld, dat de maatschappy wil teruggeven, zal aannemen, on te Liverpool tot het voorjaar zal biyven, om dan hunne reis naar Nieuw-York voort te zetten. Waarschynlyk zullen eenige anderen naar huis terugkeeren, als zy zien, dat de Cunard-maatschappij blyft weigeren hen te vervoeren. Een vreeselyk tumult ontstond Zondag avond te Buda-Pesth in een café in-: de Soroksorstraat. Een groepje, bestaande uit acht jongelui, was door het al te overvloedig gebruik van geestryke dranken dermate op gewonden geraakt, dat het 't café verliet, de straat opsnelde en alles kort en klein sloeg. Ook eenige vreedzame burgers moesten het ontgelden. Een metselaar ontving een go- duchten messteek, terwijl zyne vrouw zoo danig werd verwond, dat zy binnen weinige oogenblikken den geest gaf. Daarna namen de daders do vlucht, een groot aantal personen- onderweg meer of minder ernstig verwondend. De politie is er evenwel in geslaagd allen te arresteeren. Te Etampes (Frankrijk) kreeg dezer dagen iemand kennis van het overlyden van zyn vader, op een nabygelegen plaatsje. De begrafenis zou nog op dienzelfden dag plaats hebben en ondanks alle haast kwam by eerst aan, toen de genoodigden reeds in. de kerk waren. Opeens, toen men zich go- reed maakte om naar het kerkhof te gaan,, zag hy' achter de kist zyn vader, in levenden lyve! Men kan zich de ontsteltenis en de blijdschap des jongen mans voorstellen. Het doodbericht had een bloedverwant ge golden van denzelfden naam en voornaam als de vader. Hoe een stuivertje rollen kan. Een jonge man werd, terwijl hy op zekeren nacht op een stoep zyne roes lag uit te slapen, zyn horloge ontstolen. De dief beleende dit en verkocht later het beleenbriefje aan een meisje, werkzaam op eene fabriek. Dat meisje loste het horloge in, om het haren vryer ten geschenke te geven. Zy vond het zulk een mooi geschenk voor haren aan staande, dat zy het vooraf aan de meisjes op de fabriek wilde laten zien. Doch, o noodlot! Daar herkent een /Ier meisjes het uurwerk als het eigendom van haren vryer. Toen het bleek werkeiyk zoo te zijn, was de dief spoedig gevonden, die op de voor zulke nachtelyke liefhebbers bestemde plaats werd gebracht. De eigenaar van het horloge was gelukkig, doch do beide meisjes zeer teleurgesteld. De eene omdat zij haar geld kwyt was en haren vrijer niet gelukkig kon makende andere doordat zy de ervaring had opgedaan, dat haar vrijer geen heilig boontje bleek te zijD, 94.) Hy sprong op en zyn eerste blik trofLize. Zjj had achter hem gestaan en reikte hem siilzwygend met eene onwillekeurige bewe ging de kleine hand. In hare oogen blonk een traan. Bertha scheen niet minder bewogen. nIk dank u", zeide zy met bevende stem. „Ik beloof u dat gy nooit weder een vir- tuozenstuk van my zult hooren!" -Heerlyk! Prachtig!" riep de luitenant. „Mynheer Pechmayer, gy hebt uzelven over troffen zóó schoon hebt u nog nooit ge speeld. Dat hebt u bewerkt, genadige freule, ty m(jne eer! Voor zulke kunstenaressen moet de heer Pechmayer natuurlijk al zyne trachten inspannen, om zyn roem te hand haven. U moest nog eens zulk een stuk spelen, mynheer Pechmayer!" Daartoe was Egon niet te bewegen. Hy verklaarde dit zoo openhartig mogelyk en om ieder verder aanzoek van den luitenant als het ware den pas af te snyden, sloot hy de pianino. Hy deed dit te juister tyd, daar mevrouw Von Osternau uitnoodigde om aan de thee tafel plaats te nemen. Hoe machtig ook de indruk was, welken Egons spel op do tegenwoordig zynden on zeker wel het allermeest op hemzelven ge maakt had, hy werd verzwakt door do tri viale loftuitingen van den luitenant en ver dween geheel by het levendige onderhoud, dat al spoedig aan de theetafel gevoerd werd. Wanneer Bertha Von Massenburg bemin- nelyk zyn wilde, kon zy zulks wezen, had do heer Von Gastrow geschreven. Zeker wilde zy het dus zyn op dezen avond en was het dan ook. Al de leden der familie Von Oster nau werden door haar, wat men noemt, ingepakt; zelfs Lize en mevrouw Von Oster nau, die toch beiden een vooroordeel koes terden. Bertha liet zich volstrekt niet afschrik ken door het feit, dat mevrouw Von Os'ernau in het eerst zich, ofschoon vriendelijk en hoffelyk, toch zeer koel tegenover haar toonde, en dat Lize, geheel tegen hare gewoonte in, slechts weinig sprak en aanvankelyk nauwe- lyds woorden voor hare nicht scheen te heb ben Freule Von Massenburg deed eenvoudig alsof zy van dit alles niets bespeurde. Zy babbelde zoo levendig en onbeschroomd, zoo vroolyk en aangenaam en was daarby zoo harteiyk en vriendelyk, dat mevrouw Von Osternau er niet buiten kon al meer en meer hare koele terughoudendheid te doen wyken, en Lize genoodzaakt was het voorbeeld barer moeder te volgen. De hoer Von Osternau had aan deze soort van zedelyken dwang geone behoefte, want al dadeiyk na hare aankomst was Bertha hem, by de eerste begroeting, zeer in den geest gevallen. De luitenant was over freule Von Massen burg in de wolken, ofschoon zy zich tegen over hem juist het minst oplettend en vrien delyk betoonde, en integendeel by hot onder houd den man, die het minst in de familie gold, den gouverneur Pechmayer, den voor rang scheen te schenken. Juist de wyze, waarop zy zich by hot gesprek tot Egon wendde, beviel den heer Von Osternau het meest; in ieder woord, dat zy tot hem sprak, gaf zy biyk van de achting, haar door zyn spel ingeboezemd. Zy zeide hem goen vleiend woord over het hooge muzikaal genot, door hem verschaft, maar toch lag eene eervolle erkenning in de op merkzaamheid, welke zy schonk aan zyne minst beteekenende opmerkingon, by het ge sprek over de nieuwere muziek. Met zekeren takt verstond zij de kunst om aan het gesprek eene andere wending te geven, wanneer dit, door de onbescheidenheid des luitenants, naar aanleidiDg van haar jongst verblyf te Berlyn, dreigde gevoerd te wordendit deed zy echter niet op in het oog loopende wyze, want geheel onbevangen beantwoordde zy de vragen van den luitenant omtrent oom Gastrow, van wien zy met groote liefde, ja, met warme vereering sprak maar hare antwoorden voerden steeds daar heen, dat het onaangename punt van het onderhoud, haar verblyf te Berlyn, snel weder verlaten werd. Een zoo vrooiyken, genotryken avond, als waarvan wy thans spreken, hadden de heer en mevrouw Von Osternau sedert langen tyd niet beleefd; veel later dan gewoonlyk gaf de heer des huizes het teeken, dat ieder zyns weegs kon gaan. Hy had nog gaarne een uurtje aan het aangename onderhoud gewyd, maar mevrouws blik waarschuwde hem, dat het tyd was om zich ter ruste te begeven, daar het haar bekend was, dat de heer Von Osternau een te lang onderhoud in den avond steeds een slapeloozen nacht kostte. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 13