LEIDSOH DAGBLAD. N°. 9989 Donderdag 15 *ëeptemt>èi*. A°. 1892. feu <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 14 September. Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. PRIJS DEZER COURANT: Voor Loldoa por 8 m&andonf 1.18. Fruco por post1.40. AOwDderlgk* Nommeri.0.85. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: ▼kt* 1—0 regel» ƒ1.08. Iedere regel meer ƒ0.171. Oivoter* lettere naar plaatsruimte. Voor het iAeeeeeeren buiten de etad wordt ƒ0.10 berekeod. Tweede Blad. Officieel© Kennisgevingen. De Burgemeester van Leiden; Gelet op de circulaire van den heer Comm'eaaria <ier Koningin van den 8aten dezer; Brengt ter kennis van de ingezetenen dat ieder, die óén of meer personen, komende nit Rusland, Hamburg, Altona, Antwerpen of Hiivre m zyne woning huisvest, verplicht is onmiddellijk i.a aankomst van dien persoon of die personen daarvan kennis to geven aan don Burgemeester en evenzoo kennis te geven van elk verdacht ziektegeval in zijao woning, mits gaders van het vertrek \an bovenbedoelde personen en de plaats, waarheen vij alsdan vertrokken zyn. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 14 Sept. 1892. DE KANTER. Burgemeester en Wethouders der gemeente Lelden Brengen ter kinnis van belanghebbenden dat bij hen is ingekomen een verzoek van A- H. DROS, om een balkon te plaatsen voor het percoel Hooigracht 79, dat thans in aanbouw is. Genoemd verzoekechrift met de daarbjj bohoorende teekeniug zijn op de Secretarie dezer gemeente voor belanghebbenden ter inzage nedorgelegd van heden tot en met 21 September a. s., terwyl oventueelo bezwaren schrif elijk kunnen worden ingediend ter Sicretarie tot laatstgenoemden dag. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, D3 KANTER, Burgemeester. 14 Sept. 1892. E. KIST, Secretaris. Evenals dit verleden jaar het geval was met mej. Joh. Schouten, van Gouwsluis, leerlinge der Muziekschool alhier (onderwijze res mej. M. Van Baaten), is thans evenzeer een •leerling van dezelfde inrichting, nl. Coenraad Bos (leerling van den heer Th. Enderle), ge plaatst in de hoogste piano- en theorie-klasse van het Conservatorium te Amsterdam, zoo dat ook hy dadelyk van hier bij den heor Röntgen is overgegaan. Voor de hoofdakte is, na afgelegd examen, toegelaten mej. A. C. M. J. Duystor, van Leidon. De examens te 's Gravenhago zyn geëindigd. In het geheel hebben zich aangegeven 349 man nel. en 24 vrouwel. Candida tenhiervan z(jn niet opgekomen by het schriftelijk examen 5 m. en 1 vr.; teruggetrokkentijdens het schriftelijk examen 2 m.; na het schrif telijk en vóór het mondeling examen 9 m. en 1 vr.tijdens het mondeling examen 18 m. en 1 vr.; toegelaten 119 m. en 14 vr. afgewezen 196 m. en 7 vr. candidates - Aan den heer M. A. J. Geluk is, op zijn verzoek, met 15 dezer eervol ontslag verleend als assistent in het ziekenhuis aan de Rijks-universiteit te Leiden on voor het tydvak van 15 Sept. tot en met 31 Dec. 1892 in die betrekking benoemd de heer E. Teixeira de Mattos, arts. Do 1ste luit. der inf. G. L. J. Gerritsen, van het 4de reg. inf. te Gouda, is aangewezen als commandant van een detachement aan vullingstroepen, dat den 29sten September per stoomschip „Prins "Willem III" van Am sterdam naar Suriname moet worden over gebracht hy keert daarna naarNederland terug. Den lsten October worden nog werk zaam gesteld onder de bevelen van den chef van den generalen staf te 's-Hage de 1ste luits. W. L. Overduyn, van het 4de, en H. C. A. De Block, van het 7de reg. inf. De groothertog van Saksen vertrekt morgenochtend per Staatsspoor van 8 u. 52 m. uit Den Haag naar Weimar. Volgens den Haagschen corresp. van de „Zutf. Ct." is hot ontwerp der bedrijfsbelasting van den minister van financiën reeds van den Raad van State by het Departoment terugontvangen. De commissie, belast met het exami- neeren van hen, die de bewezen wenschen te leveren, dat zy tot beoefening der natuur kundige wetenschappen genoegzaan voorbe reid zjjn om te kunnen worden toegelaten tot het eerste examen, vermeld in art. 4 der wet van 25 Dec. 1878, zal zitting houden op Maandag 3 Oct. a. s. en volgende dagen, te Arnhem. De gewone audiëntie van den minister van binnenlandsche zaken zal op 17 dezer niet gehouden worden. Hot stoomschip „Bromo" arriveerde 13 Sept. van Rotterdam te Batavia; de „Didam" arriveerde 13 Sept. van Amsterdam te Nieuw- Yorkde „Soerabaia," van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 13 Sept. te Aden; de „Conrad," van Amsterdam naar Batavia, ver trok 3 September van Southamptonde „Prins Hendrik," van Amsterdam naar Ba tavia, vertrok 13 Sept. van Port-Said; de „Semarang," van Rotterdam naar Java, arri veerde 13 Sopt. te Marseille; de „Sarpedon," van Java naar Amsterdam, vertrok 10 Sept. van Port-Said; de „Werkendam", van Nieuw- York naar Rotterdam, is 14 Sept. Scilly ge- Gemengd NIeuwm De opbrengst der Noord-Zuid- Holl. Stoomtramweg-Maatschappij Haarlem Leiden bedroeg in Aug 1892 aan personen- en goederenvervoer ƒ10,400.30, tegen 10,003.70 in 1891. Sedert 1 Januari 1892 f 62,035.80, tegen f 58,362.20 over hetzelfde tijdvak van 1891, en met inbegrip van diverse ontvang sten f 70,492,20, tegen ƒ66,583.30 in 1891. Omstreeks 5 uren geraakte Maandag-middag op den Overtoom een knaapje van 7 jaar onder de wielen der tram. Het kind had achter een kar met hout geloopen, was uitgeweken, kwam daardoor in aanraking met het trampaard en viel door den schok op de rails. Het zware voertuig bleef met een der wielen letterlijk op het lichaampje staan. De verschrikte voorbijgangers lichtten den wagen zoo spoedig mogelijk op; een inspecteur der Nieuwer-Amstelsche politie bood daartoe de behulpzame hand. Wel ver voerde men het knaapje nog in allerijl naar het gasthuis; het was echter reeds dood, toen men daar aankwam. Volgens eene andere lezing had hot droevig ongeluk aldus plaats: Drie kleine jongens liepen achter een vracht wagen mede, terwijl eene tram in de tegen overgestelde richting naderde. Een voorbij ganger waarschuwde hen daarvoor, doch dit had het noodlottig gevolg, dat een van de drie knapen naar den verkeerden kant uit week, onder de tram geraakte en onmiddellijk gedood werd. Het arme kind was tusschen den binnenkant van het voorwiel en de remstang bekneld geraakt en doodgedrukt. Om het lijkje te bevrijden, moest de tram wagen worden gelicht. Voor den hevig ontstelden koetsier is het onmogelijk geweest het ongeval te voorkomen. Het verongelukte knaapje was het oudste van do drie kinderen eener weduwe, aan de Bilderdjjkkade te Amsterdam woonachtig. In de Saxenburgstraat te Nieu- wer-Amstel heeft in den nacht van Maandag op Dinsdag een vadermoord in drift plaats gehad. Aldaar woonde een gewezen en aan lager wal geraakte makelaar uit Amsterdam, die, aan den drank verslaafd, soms al wat onder zijn bereik kwam verkocht of verpandde, om aan zijn hartstocht te kunnen voldoen. Dit had reeds meermalen aanleiding gegeven tot groot ongenoegen met de bij hem inwonende zoons, wier eigendommen en kleedingstukken door den vader werden te gelde gemaakt. Iets dergelijks was ook verleden week ge schied ten nadeele van den jongsten zoon. Dat kwam Maandag aan het licht en leidde des avonds laat tot een hevigen twist, waarbij de zoon zijn vader in drift een noodlottigen stoot moet hebben toegebracht, die den dood ten gevolge had. Groot en algemeen is in de buurt het mede lijden met den jeugdigen bedrijver H. A. H., een 12-jarig diamantwerker, die ala een op passend jongeling bekend staat. Volgens het „HbL" heeft dit familie-drama zich als volgt toegedragen De vader, die zich geregeld aan misbruik van sterken drank schuldig maakte en dit nog wel, daar bij zelf geen cent in huis bracht, op kosten van zijne zoons, die het ge zin onderhielden, had bovendien de gewoonte, in zyne dronken buien hevig tegen zyne vrouw uit te varen en haar te mishandelen. Reeds moormalen moet dit tot heftige too- neelon hebben aanleiding gegeven, daar de kinderen zeer op hunne moeder gesteld waren. H., die met zyne broeders op den besten voet verkeert, maar overigens zeer zenuwachtig van aard en licht prikkelbaar is, ontstak gis ternacht in opgewonden drift, toen hy voor de zooveelste maal getuige was van mis handeling zyner moeder. De vader scliynt voor zyn zoon gevlucht te zyn naar de keuken. Maar hier greep deze laatste in het halfduister een voorwerp, dat hy op de keukentafel vond liggen, en stiet het zyn vader onder het schouderblad in den rug. Het bleek toen spoedig, dat hy hem eene diepe wond had toegebracht met een keuken mes. Terwyi de ongelukkige dader met zyne broers het bloed trachtten te stelpen, werd inmiddels een neef uit de buurt te hulp ge roepen, die een geneesheer haalde. De gewonde werd toen verbonden en te bed gebracht, maar niettegenstaande het nadrukkeiyk verbod van den arts verliet hy, nog steeds in be schonken toestand, gedurende den nacht tot viermaal toe het bed en rukte zelfs het ver band los. Ten tweeden male werd de hulp van den geneesheer ingeroepen. Het mocht echter niet meer baten; de man overleed in den vroegen morgen. Toen zyn zoon, die te balfvyf naar de diamantslypery was gegaan, waar hy werkte, daar de tyding van den noodlottigen afloop vernam, spoedde hy zich naar huis. De politie, inmiddels met het geval bekend geworden, arresteerde hom eenige oogenblik- ken later en zorgde, dat dit met zoo min mogeiyk vertoon gepaard ging. Hy is gistermiddag ter beschikking der justitie gesteld. Het lyk werd heden naar de „cel" aan de Weteringschans overgebracht om gerechtelyk te worden geschouwd. Van het gebeurde wordt van andere zyde weer een ander verhaal gegeven. De wond zou aan toeval zyn toe te schryven, zonder schuld van den zoon des overledenen. •60) De zorgen van mevrouw Von Osternau verdwenen oen weinig, toen Lize, na zich van haar rykloed ontdaan te hebben, in het woonvertrek verscheen en dadelyk geheel onbeschroomd van haren wandelrit met den lieer Pechmayer begon te vertellen. Juist het feit, dat zy de bewondering niet verzweeg, welke zy voor den stouten ruiter, voor diens tot aan overmoed grenzende koen- hei i gevoelde, stelde mevrouw Von Osternau gerust. Toen Lize, byna woordgetrouw en onschuldig als een kind, het geheele onder houd verhaaldo, dat zy met den gouverneur had gehad, zich lang niet gunstig uitliet over het feit, dat deze zoo goddeloos van het recht tot zelfmoord had kunnen spreken en ver klaarde dat zy hem daarover duchtig do les gelezen had. zagen de heer en mevrouw Von Osternau elkander met een tevreden blik aan. „Had ik geen gelijk?" vroeg de heer Von Osternau lachend - en zyne vrouw knikte hem geruststellend en vriendeiyk toe. De onbe vangenheid van Lize had hare bezorgdheid verdreven. Geheel zonder grond was deze echter toch niet geweest, zeide zy tot zichzelve, want dat Lize warme belangstelling voor den vreemdeling gevoelde, sprak uit ieder harer woorden, zelfs toen zy hem berispte. Lize sprak thans zoo ernstig en met zooveel nadruk, als zy nooit te voren gedaan had. Werkelyk had er by liaar eene groote ver andering plaats gegrepen. Voldoende aan de uitnoodiging, verscheen Egon precies te acht uren. Dadelyk na hem kwam ook neef Albrecht, die zeer onaangenaam verrast was, toen by den gouverneur zag opgenomen in den fami liekring en getuige was van diens buitengo- woon vriendolyke ontvangst door den heer Von Osternau. Tot dusverre had Albrecht alleen hel recht gehad, zonder speciale uitnoodiging, des avonds aan de theetafel te verschynen. De overige opzichtors kwamen slechts, wanneer zij daartoe uitdrukkelyk waren genoodigd. Thans echter moest Albrecht tot zyn groot verdriet hooien, dat ook de gehate gouver neur de voorrechten, welke hy alleen genoot, deelachtig werddat do heer Von Osternau Egon uitnoodigdo zich als een medelid der familie te beschouwen en niet weder op eene invitatie te wachten, om des avonds thee te komen drinken. Voor den heer luitenant Von Osternau was het volgende uur een recht onaangename tyd. Tot dusverre was hy in den kleinen kring de persoon geweest, die wat men noemt leven in de brouwery bracht, en was hy steeds het middenpunt, waarom het onder houd zich bewoog. Nu echter zag hy zich plotseling verdrongen door den gouverneur, die zich met een by zulk een man onbegrypelyk gemak in den nieu wen kring bewoog, die de vriendelykheid des heeren Von Osternau geheel opnam alsof het zoo behoorde en zóó kalm en onbe schroomd aan het onderhoud deelnam, alsof hij steeds in voorname gezelschappen ver keerd had. En toch, dat moest de luitenant met niet geringe ergernis voor zichzelven bekennen, trachtte de gouverneur zich niet op den voorgrond te stellen of het gesprek gaande te houden; toen dit, natuurlykerwyze, op zyn stouten rit met Soliman kwam, trachtte hy zich op geene enkele wyze den lof te laten aanleunen, welke hem gebracht werd; integendeel, hij wist zeer geschikt het ge sprek van zyn persoon af te wenden, door te verhalen hoe belangryk hom de arbeid by den hooioogst was voorgekomen, welke hy lieden voor de eerste maal in de gelegenheid geweest was by to wonen. Hy gaf daardoor den heer Von Osternau gelegenheid naar harte lust over zyn lievelingsonderwerp, het land- bouwbedryf, uit te weiden. Wanneer de heer Von Osteraau gelegen heid had dit punt aan te roeren, was hy er een liefhebber van daarover als het ware tamelyk lange voordrachten ke houden. Heden echter herinnerde hjj zich, sprekende over de vlyt van do arbeiders en arbeidsters by den hooioogst, van "het vrooiyk gezang, door hetwelk de meisj/js bij het hooiharken zich onderhouden, dat de directeur Kramser in zyn brief de sc'hoono, klankvolle stom van den heer Pechroayer byzonder geroemd had. Hy hield dus .'plotseling op met ever den land bouw te sproken en verzocht den lieer Pech mayer bem, genoegen te willen doen door het zingen, van een lied. Met do meest mogelijke bereidwilligheid voldeed Egon onmiddellyk aan den wensch dos hoeven Von Osternau. Hy zelto zich aan de piariinu en zichzelven begeleidende, zong hy, mot eene werkelyk klankvolle baritonsteia, een eenvoudig, schoon volkslied. Wordt vvrwtyf.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5