V.\ 9982.
Woensdag 7 September.
A0. 1892.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Feuilleton.
(Jeld alleen maakt niet gelukkig
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
foor Loklen per S meenden..7. 1.10.
Pr&noo per post.....'1«46.
üfonderltfke Nommera..T.7?.«;.. 6.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Yen 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 6.2^.
Grootere letters neer plaatsruimte. Yoer bet
lneas8eeren buiten de sted wordt ƒ0.10 berekend.
Gomeagd Niea'frf
Tfldens den duur van de Land-
bouwtentoonstelling alhier zal ook de heer
Hünnekens, aan de Steenstraat (Beestenmarkt),
niet achterblijven met het aanbieden van
eenige feestelijkheden in zyn lokaal. Blijkens
hierachter voorkomende advertentie zullen
aldaar concerten gegeven worden. Het op te
treden gezelschap is hetzelfde, dat onlangs
reeds met veel bijval voor het aanwezige
publiek uitvoeringen gaf.
Juist tegen de grens van Oegst-
geest zal hier weldra weer eene nieuwe
buurt ontstaan. De „Leidsche Bouwveree-
niging" heeft nl. aan den Maredyk, nog binnen
de gemeente Leiden, een terrein aangekocht,
om daarop 20 a 25 arbeiderswoningen, over
eenkomende met do eischen, welke de gezond
heidsleer stelt, en zoo practisch mogelijk inge
richt, te doen bouwen. De opmetingen voor
dit doel zijn bereids gedaan.
Van de werf der Gebr. Boot, te
Leiderdorp, is met goed gevolg te water ge-
loopen eene ijzeren paviljoen-tjalk, voor reke
ning van den heer J. Parlevliet, te Katwijk,
en een ijzeren klipperschip, groot 130 lasten,
voor rekening van den heer L. Van der Heulen,
te Millingen, terwijl er de kiel is gelegd voor
eene ijzeren tjalk, groot p. m. 70 lasten, voor
rekening van den heer G. Keizer, te Amsterdam.
De Sp'orttentoonstelling te Sche-
veningen werd Zondag door 5143 betalenden
bezocht. Van 28 Augustus tot 4 September
gingen 56,506 en sedert de opening der
tentoonstelling 483,435 personen door de
tourniquets.
Aangezien het bij de wedstrijden
op de Sclieveningsche Wielerbaan Zondag nog
niet tot eene beslissing is gekomen wie winner
is van het door den heer Rademaker, te
Scheveningen, uitgeloofde zilveren Eagle Sport
Chocolate Shield, zal er in den loop dezer
maand andermaal daarover moeten worden
gestreden tusschen de prjjswinners in de vijf
races, welke dit jaar om dit schild werden
gehouden.
De prjjswinners zjjnH. L. Raland, Deventer,
2-maal; P. De Waardt, Rotterdam, en v. d.
Griendt, Haarlem, éénmaal.
Te Papendrechtheeftzicheen
geval van cholera met doodeljjken afloop
voorgedaan. De inspecteur van het Genees
kundig Staatstoezicht, dr. Ruysch, heeft zich
daarheen begeven.
Er bevinden zich op dit oogenblik te Rot
terdam eene menigte landverhuizers op hunne
doorrei3 naar Engeland of Amerika, die hunno
reis niet kunnen vervolgen, omdat de ver
voermiddelen worden geweigerd. De politie
beraamt maatregelen om deze lieden te ver
wijderen, waartoe de hoofdcommissaris van
politie zich tot de hooge regeering wendde.
De gezondheidscommissie wordt geregeld be
kend gemaakt met de plaatsen, waar zjj
verbljjf hebben.
Het bericht, dat Zaterdag 400 landverhui
zers, bestemd om per stoomschip „Haas-
dam" naar Nieuw-York te vertrekken, te
Rotterdam z(jn achtergebleven, heeft daar
nogal verontwaardiging gewekt. Het bljjkt
echter, dat er geene Russische Joden bij zijn.
De troep bestaat grootendeels uit Nederlan
ders en Zuid-Duitschers. Ten overvloede worden
de 18 logementen, waar z\j zijn ingekwar
tierd, door veiligheids- en medische politie
zorgvuldig bewaakt, terwijl ook de commissie
van toezicht op het landverhuizersvervoer
een oog in het zeil houdt. Sedert een veertien
dagen houden te Rotterdam echter ook 500
Russische joden verbljjf, die evenwel onder
toezicht staan van de vereeniging „Mon-
teflore."
Ten stadhuize te Rotterdam is geconfe
reerd tusschen den burgemeester van die
plaats en dien van Maassluis, in verband met
de quarantaine-maatregelen.
Te Dordrecht heeft zich gisteren een geval
van cholera nostras met doodeljjken afloop
voorgedaan. De overledene was werkzaam op
een baggermolen aan den Hoek van Holland
en is Donderdag met hevige krampen in het
lijf te huis gekomen. Ofschoon de genees
kundigen hebben geconstateerd dat het hier
oen geval geldt van cholera nostras, heeft
de politie toch de strengste ontsmettings
maatregelen toegepast. Het ïyf- en beddegoed
is verbrand.
Te Maartensdijk ontstond een
hevige brand in een perceel, onmiddellijk
naast het station gelegen, door twee gezinnen
bewoond. Daar het gebouw met riet gedekt
was, viel aan blusschen niet te denken en
zijn alleen, dank z(j de goede werking der
spuit, de belendende schuur en hooiberg
behouden gebleven. Een kind van elf maan
den bekwam eenige brandwonden; overigens
heeft niemand letsel bekomen. Gebouw en
inboedel waren verzekerd.
Naar men verneemt, moet de brand ont
staan zjjn door het spelen met lucifers door
twee zich op den zolder bevindende kinderen.
De 1 eg e r p laa t s b jj Larenheeft
ook een bezoek van de socialisten ontvangen,
dio daar hunne geschriften aan den man
poogden te brengen. Dit gelukte echter niet
best, aangezien velen de blaadjes ongelezen
wegwierpen. Toen werden telegraafpalen en
brugstijlen uitgekozen, om daarop aanbevelin
gen van algemeen kiesrecht en achturigen
arbeidsdag te plaatsen.
Zaterdag is op Zante eene aard
beving waargenomen, welke over het geheéle
eiland werd gevoeld. Ongelukken werden niet
veroorzaakt.
De schok ging vergezeld van een luid ge
raas, dat uit zee scheen te komen.
Zondag-middag is op den Luiden-
dam, bjj Hoek van Holland, een visschers-
vaartuig uit Ostende gestrand. De bemanning
heeft zich met eigen boot gered. Men zou
trachten het vaartuig bij hoogwater af te slepen.
De c h o 1 er a-b e r i c h t en uit Ham
burg wijzen in 't algemeen op een zeer lang
zaam afnemen der gevreesde ziektezjj woedt
echter nog hevig genoeg.
Op 2 Sept. werden 370 zieken en209doo-
den vervoerd, hetgeen, in vergelijking met den
vorigen dag, resp. eene vermeerdering van 56
en eene vermindering van 25 was.
De cholera had toen 2317 slachtoffers ge-
üischt in den tjjd van 16 dagen. Hetgeheele
aantal der sterfgevallen bedraagt ongeveer
40 pCt. van dat der ziektegevallen.
Op Donderdag zijn 590 lijken begraven
men heeft daarvoor thans betere maatregelen
getroffen - en op Vrijdag 450. Men moet bij
deze groote cjjfers in 't oog houden, dat som
mige van deze lijken reeds eenige dagen
hadden gelegen, daar men niet voor een spoedige
begraving had gezorgd, zoodat deze getallen
op meer dagen betrekking hebben.
Overigens zjjn de geneesheeren thans overal
ijverig aan het ontsmetten en er worden por-
tién geneesmiddelen tegen cholera uitgereikt.
Een apotheker maakte er 20,000 gereed.
Te St.-Petersburg is een groot hotel door
de politie voor 2 weken gesloten en de eigenaar
tot eene boete van 200 roebels veroordeeld
wegens het niet opvolgen van gezondheids
voorschriften.
De scheepvaart op de Wolga heeft ten ge
volge der epidemie een gezamenlijk verlies
van vele millioenen te lijden gehad, waar
van de maatschappij „Samolet" alleen 300,000
roebels.
Professor Virchow heeft zijne studiön over
de cholera-epidemie in Rusland voltooid. Hjj
heeft St-Petersburg Vriidag-avond verlaten.
De minister van openbaar onderwijs en vele
medische specialiteiten deden hem uitgeleide
aan het station.
Te Antwerpen is eene quarantaine van
24 uren opgelegd aan alle schepen, binnen
vaartuigen, enz., welke uit Rotterdam komen.
Uit Berljjn worden van gisteren de volgende
officiéele opgaven geseindHamburg, 3 Sept.
528 zieken, 379 dooden4 Sept. 501 zieken,
158 dooden. Sedert Zaterdag is te Berlijn geen
enkel nieuw geval aangegeven.
De „Nordd. Allgem. Zeitung" meldt: De
Duitsche keizer heeft, op de voordracht van
den rijkskanselier, den minister van binnen-
landsche zaken en den Fruisischen minister
van oorlog, besloten de troepen-manoeuvres
van het 8ste en 16de legercorps niet te doen
doorgaan.
Al wat te Madrid en verder in Spanje uit
Hoboken en Boom (bij Antwerpen) wordt aan
gevoerd, wordt naar het lazaret overgebracht.
Te St.-Ouen z(jn gisteren vier gevallen
aangegeven, waarvan twee met doodeljjken
afloop.
Een der onlangs verschenen
„Bulletins de l'Académie de médicine de
Belgique" bevat de volgende interessante
mededeeling van den heer Boëns. Den 27sten
Juli 1891, zegt de heer B., werden twee
jonge boerinnen te Nalinnes, provincie Namen,
tijdens een hevig onweder in het open veld
door den bliksem getroffen. Naar de moeder
van een der slachtoffers vervoerd, waren zij
van den kant dier vrouw, alsmede van dien
des plaatselijken geneesheers, het voorwerp
van nauwlettende zorg. Na verloop van twee
uren, gedurende welken tjjd al het mogelijke
werd aangewend, begonnen zy weder teeke
nen van leven te geven, en den 28sten Juli,
tusschen middernacht en drie uren 's morgens,
kwamen zjj weder by kennis. Het eene
meisje herstelde zeer spoedighet andere
lijdt tot nog toe aan eene uiterst pijnlijke
dubbele heupjicht, welke aan alle tot dusver
toegepaste behandelingen weerstand bood.
Haar jakje, korset en een gedeelte van het
vel van den rug, de lendenen en de onderste
ledematen waren door den bliksem gezengd.
De tong bleef gedurende twee maanden
donker paars-blauw van kleur. De gevolg
trekking, waartoe de heer B. naar aanleiding
van dit merkwaardig geval komt, is, dat men
niet te spoedig er aan moet wanhopen, door
j den bliksem getroffen personen, zelfs al zijn
dezen oogenschyniyk gedood, weder in het
leven terug te roepen en zelfs hunne gezond
heid geheel en al weder te geven.
44.)
Geloof niet dat ik scherts, neef Albrecht;
myn woord is mjjn zegel. Gij hebt mij door
den heer Pechmayer beleedigd. Ik vorder dat
gij genoegdoening geeft, niet alleen hem,
maar ook mij, door excuus te vragen."
Was hij, die thans sprak, de goedmoedige,
zwakke man, die sedert jaren nooit een hard
woord gesproken had tegen den door hem
in zijne woning opgenomen neef? HU hield
nu de anders gebogen, magere gestalte hoog
opgericht voor den niet weinig verwonderden
neef en zag dezen met fonkelende oogen aan
zjjne anders kleurlooze wangen gloeiden, uit
zijne woorden sprak eene beslistheid, welke
geene tegenspraak duldde.
„U zyt te goed in het opnemen mijner
party, mynheer Von Osternau", zeide Egon.
„Het mag myne schuld niet zyn, doormyne
komst in dit huis tusschen u en een bloed
verwant ongenoegen veroorzaakt te hebben.
Ik dank u van ganscher harte, dat u zoo
flink voor myne rechten in de bres zyt ge
sprongen, en des te meer gevoel ik my daar
door verplicht aan dezen ongelukkigen stryd
een einde te maken, door het kasteel Oster
nau weder te verlaten. Ik gevoel thans maar
al te goed, dat ik voor de betrekking van
gouverneur, welke ik nooit had moeten aan
nemen, niet geschikt ben. Van den beer Von
Osternau zal ik myzelven later de vereischte
voldoening weten te verschaffen. U, edele,
hooggeachte heer, dank ik nogmaals harteiyk
en zeg u tegelykertyd vaarwel I"
„Daarvan mag geen sprake zyn", ant
woordde de heer Von Osternau. „Gy hebt
eene verplichting op u genomen, waarvan gy
u, zonder myne toestemming, niet kunt ont
slaan, en die toestemming geef ik niet. U
zult, zooals door u beloofd is, pogen een
gouverneur voor myne kinderen te zyn. Zoo
lang totdat u dit beproefd zult hebben, houd
ik u aan uw woord en geef u geen ontslag.
Ook hebt u wel gehoord, dat ik niet alleen
voor u, maar ook voor myzelven voldoening
gevraagd heb. Myn neef Albrecht zal die
geven en nog wel dadeiyk, of. het kasteel
Osternau voor altyd verlaten. Voor altyd,
neef Albrecht! Bedenk wel, wat gy doet!"
De luitenant waagde het niet zyn neef in
de fonkelende oogen te zien, maar keek ver
legen naar den grond. Zyn snel opgekomen
toorn was geweken, maar hy haatte den
plebejischen, onbeschaamden gouverneur, die
hem dergelyke onaangenaamheden op den
hals had geschoven, met geheel zpne ziel.
En die man zou hy om verschooning vragen
Ja, hy moest het doen, hy durfde het niet
weigeren. Slechts eenmaal, jaren geleden, had
hy zyn neef zoo boos gezien als heden en
de herinnering aan dat oogenblik kwam nu
plotseling by hem op.
Ook toenmaals was de heer Von Osternau
in de bres gesprongen voor de gekrenkte
rechten van een derde, een jong werkman,
die door den destyds by den eigenaar van
het kasteel in hoog aanzien staanden hout
vester valschelyk van diefstal was beschuldigd.
De houtvester was door den heer Von Oster
nau genoodzaakt den onschuldige door eene
openlyke eerherstelling de gevorderde genoeg
doening te geven. Hy had dit geweigerd,
ook zelfs nadat zyn meester hem met ont
slag uit zyn dienst gedreigd had.
Het ontslag was dadelyk op de weigering
gevolgd, ofschoon de houtvester byna onont-
beeriyk was, niettegenstaande mevrouw Von
Osternau voor hem verzachtende omstandig
heden gepleit had en zelfs de valsch aange
klaagde van het ontvangen der voldoening
had afgezien.
De heer Von Osternau was onverbiddeiyk
in zyn besluit gebleven; hy, die somwylen
zoo goed en toegevend, byna te zwak was,
had onbuigzaam vastgehouden aan hetgeen
door hem eenmaal was gezegd.
Zoo kalm, ernstig en beslist als toenmaals
sprak de heer Von Osternau ook nude
luitenant gevoelde dat hetgeen zyn neef zeide
onherroepeiyk was, hy moest zich voor hem
buigen of het kasteel Osternau voor goed
verlaten, zonder ooit op terugkeer of ver
zoening te kunnen hopen. Hem bleef geene
keuze. Wat zou hy beginnen, indien hy door
zyn grootmoedigen neef verstooten werd?
Met schrik dacht Albrecht aan de toekomst.
Hy had steeds het groote inkomen, dat de
heer Von Osternau hem voor zyne geringe
diensten betaalde, te Berlyn aan de speel
tafel verzwendeld en daarenboven nog schul
den gemaakt.
Reeds thans werd hy door zyne schuld-
eischers gemaand, ofschoon zy wisten dat
do royale eigenaar van Osternau, zooals reeds
meermalen geschied was, voor zyn lichtzin-
nigen bloedverwant de schulden zou betalen.
Hoe zou Albrecht die schuldeischers tevreden
stellen, indien hy uit het kasteel Osternau
verstooten werd?
„Nu, neef Albrecht? Ik verwacht uwe
beslissing."
(Vervolg ommezijde).