Na. 9373.
Vrijdag 2 Septembex'.
A9. 1892.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gonr en feestdagen, uitgegeven.
Dit nominer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 1 September.
Feuilleton.
Odd alleen maakt niet gelukkig.
leidsoh
dagblad.
PRIJfl DEZER COURANT:
Voor L«id«n p»r I auAndta.
Frtnco p«r po«t
Afzondtrlgk* Nommert.
f 1.10.
1.40.
0.0C.
Terwyl, ter viering van den verjaardag
van de jeugdige Koningin "Wilhelmina, de
tuin van de buiten-sociëteit „Amicitia" met
veelkleurige ballons langs de veranda verlicht
was en het stafmuziekcorps van het vierde
regiment infanterie er een fraai programma
uitvoerdeterwyl op de Beestenmarkt in den
aldaar voor deze gelegenheid opgeslagen en
met eenige naphtha-lantaarns verlichten, als
mede met vlaggen en wimpels versierden
muziektempel wederom het muziekcorps der
dd. schutterij had post gevat en er gedurende
een paar uren z\jno opwekkende en feeste-
1^-ke tonen deed hooren, te midden eener
talrijke menigte, welke hierheen was ge
stroomd en voor het meerendeel vqjwel onder
den indruk der vreugdeklanken bleek te ge
raken, had in het lokaal „Zomerlust",
aan den Stationsweg, eene feestelijke bijeen
komst plaats van de afdeeling Leiden der
Yereeniging „Het Metalen Kruis", ter her
denking van het 38 jarig bestaan der Ver-
■eeniging en ter gelegenheid van den verjaardag
van H. M. de Koningin.
De nette zaal van den heer De Haan
was natuurlijk weer toepasselijk versierd
met groen, bloemen, draperieën en hulde-
fcewfizen aan do oudstrijd9rs van 1830 en
'31, terwijl ook de busten onzer drie over
leden Koningen en van wijlen prins Frcderik
niet ontbraken.
De Leidsche afdeeling telt nog vjjf oud-
strijders, waarvan er ditmaal weer twee niet
hadden kunnen opkomen een paar niet-leden,
tevens dragers van het metalen kruis, was
mede als genoodigden aanwezig - en overigens
was het lokaal gevuld door de eereleden met
hunne dames en nog eenige invités.
De president der Vereeniging, de heer H.
A. Van Ingen Schenau, riep hun allen eon
hartelijk welkom toe, niet alleen op deze
39ste feestvergadering, maar ook op dezen
voor ons vaderland zoo verblijdenden dag,
den geboortedag van onze geliefde Koningin
Wilhelmina.
Het woord feestvergadering zeide hij
klinkt wel opwekkend in de ooren van
Allen, die er deel aan wenschen te nemen,
maar voor ons, grijsaards, niet zoo lieflijk
meer als vroeger. Het feest van heden stemt
ons tot sombere gedachten. Wat beteekent
het nog voor onsAanschouwt het klein getal
nog in leven zijnde leden! In ruim een half
jaar tijds verloren wij door den onverbidde-
lijken dood vier onzer waardigo kameraden,
en nu bevonden er zich maar drie in staat
dezen feestavond bij te wonen. Is de toekomst
daardoor niet donker? Zou deze feestverga
dering wellicht niet de laatste feestavond
kunnen zijn? Aan de leden van „Het Metalen
Kruis" hebt gij dit feest dan ook niet meer
te danken, maar aan de steunpilaren dor
Vereeniging, de geachte heeren donateurs en
eere-leden, die nog van geene ontbinding der
Vereeniging willen hooren.
^?och wees spr. er verder op, dat het voor
de oudstrydeis niettemin een waar genoegen
was zich andermaal omringd te zien door zoo
vele jeugdige krijgsmakkers (onderofficieren
der infanterie en van andere wapens), alsmede
dames en heeren, evenals op de vorige jaar
feesten. Allen wedijverden dan om de feest
vreugde te verhoogen. Dat stemt tot dank
baarheid en getuigt voor het gevoel van eer
voor de oude verdedigers van onzen dierbaren
geboortegrond.
Ka eene korte herinnering aan de dagen
van 62 jaren geleden -en aan de geestdrift,
welke er toen hier te lande heerschte, als
antwoord op het „Te Wapen!" des Konings,
vertrouwde spr. ook op het jongeie geslacht,
indien ook hun onverhoopt mocht tegenklin-
ken het: „Voorwaarts ten strijde met God
voor onze geliefde Koninginnen en ons
dierbaar Vaderland!"
Met eon hartelijkon wen3ch in dichtmaat
opende de president ten slotte de feestver
gadering, er niet aan twijfelende of zij zou den
aanwezigen weder een genoeglijken avond
schenken on de grijze hoofden dor oudjes tot
vreugde stemmen.
In die verwachting is lijj zeker niet be
schaamd geworden. Immers, het was er zeer
gezellig. Eenige musici onder leiding van den
heer H. J. Van Leeuwen Jr. voerden tot
aller tevredenheid eenige aardige concert
nummers uit, welke werden afgewisseld door
het zingen van in een bundel bijeengegaarde
en den feestgenooten by het binnenkomen
aangeboden gelegenheids-liederen.
Maar het ontbrak evenmin aan toespraken
of voordrachten. Do heer C. C. Van den
Bergh, adjudant-onderofficier-vaandeldrager bij
het vierde regiment infanterie, die by konink
lijk besluit is begiftigd geworden met de
zilveren eere medaille met de gekruiste
zwaarden van de orde van Oranje-Nassau,
werd door den president geluk gewenscht,
welke gelukwensch werd opgevolgd dooreen
algemeen aangeheven „Leve de Koninginnen
waarna een ander er op wees hoe te grooter
de bewezen eer is, nu de gedecoreerde, de
drager van het symbool van het regiment,
tot de eereleden dezer Vereeniging behoort.
Een „Lang zal hy leven", een „Wien
Neerlandsch bloed" en andere vaderlandsche
liederen volgden nu elkaar op, terwyl den go-
ridderde van vele zydon de hand werd gedrukt.
Verschillende aanwezigen leverden hunne
bijdragen om het genot van den avond te
verhoogen. Eene jonge dame gaf eene keurige
piano voordracht ten beste, waarvoor haar
namens het bestuur een fraaie bouquet werd
vereerd, welk blijk van waardeering zij met
eene nieuwe verdienstelijke en met aandacht
aangehoorde voordracht op hetzelfde instru
ment beantwoordde. De heer Jan Hoogenkamp
vergastte de vergadering op eenige zang-
nommers, als „Perpetuum mobile" van C. M.
Yon Weber, het „Jagdlied" van F. Mendelssohn
Baitholdy, „Bloemen en Vlinders" van "VV. Kes,
een lied uit „Der Trompeter von S&kkingen"
van Nessier on „Jeanne d'Arc", terwyl anderen
met het doen van komische voordrachten
hunne talenten ten toon spreidden, w. o.
veel bijval vonden: „Het laatste souvenir",
„De oude Jongeheer", „De Jodenjongeling"
als eene parodie op Van Beers' „De zieke
jongeling", verder „De aanplakker" en „Op
afbetaling."
Het genoeglijk samenzijn word eerst to
middernacht besloten mot een bal dat, met de
polonaise, aan het hoofd der banier, wel door
de oudjes werd geopend, doch waaraan
overigens uit den aard dezer zaak alleen door
de jongeren druk werd deelgenomen en dat
dezen in aangename stemming nog lang
bijeenhield.
Deze feestviering met haar eigenaardig
karakter kan alzoo wederom in allo opzichten
welgeslaagd heeten.
By de Leidsche Spaarbank werd in de
maand Aug. ingelegd 63,688.64, terugbe
taald ƒ43,929.42, terwyl zijn afgegeven 111
nieuwe en geheel afgelost 75 boekjes.
Het gezamenlijk tegoed der 9339 inleggers
bedroeg uit. Augustus 1,744,466.57,/r
De begrooting der gemeente Warmond
voor het jaar 1893 bedraagt in ontvangst
7771.77 en in uitgaaf ƒ7771.
Aldaar hebben twaalf jongelieden zich voor
de vry willige oefeningen in den wapenhandel
aangemeld.
Op den verjaardag van do Koningin
word door den minister van buitenlandsche
PRIJS DER AD VERTENTIÊN
Vin 1—6 regelt f 1.06. Iedere regel neer /6.17J.
O rooter* latter* ***r pluternimte. f*or het
iocaeeeeren boiten i. *ted wordt fü lt berekend.
zaken gisteren in zyne woning aan het Voor
hout te 's-Hage een officieel gastmaal ge-
gevon. De genoodigden verschenen in groot
kostuum of uniform aan tafel.
Aan den disch waren Amerika, Belgie,
Italië, den Paus, Oostenrijk, Humenie, Zweden
en Noorwegen vertegenwoordigd door hunne
gezanten en voorts Gr.-Britanniê, Duitsch-
land, Frankrijk, Japan, Portugal, Rusland en
Spanje door hunne zaakgelastigden.
Verder werd dit feestmaal aangeboden aan
gozanten van Nederland met verlof hier te
lande, zijnde de hoofden onzer missiën te
Berlijn, Parijs, Madrid en Stokholmaan de
voorzitters der hooge staatslichamenden
Commissaris der Koningin den burgemeester;
den chef van het kabinet van den minister
van buitenlandsche zaken.
De deken van het corps diplomatique bracht
een heildronk uit op Koningin Wilhelmina.
De miniatuur-kermis in het Lange Voor
hout bood in den namiddag van den feestdag
wederom aan oud en jong de gelegenheid tot
vermaak, en hoewel het Oranje-zonnetje zoo
nu en dan door een regenbuitje werd afge
wisseld, hadden toch zeer velen van die ge
legenheid gebruik gemaakt. Trouwens, in de
caroussels en kermistenten was ook wel oen
schuilplaatsje te vinden, indien de regen wat
al te gul nederviel. De vrooiyke feestgangers
vermaakten zich overigens te goed, dan dat
een regenbuitje hen van de kermis zou te£U{f-_
liOuderi. Droegen de orgeldraaiers reeds liet
hunne bjj om de vrooiyke stemming onder
de volksmenigte te verhoogen, het muziek
corps der schuttery bracht bovendien nog
een degeijjk concert van nationale liederen
ten gehoore.
Na afloop van de parade had het door de
Nationale Vereeniging ontworpen kinderfeest
plaats. Tegen halfdrie verzamelden zich oen
1200 tal kinderen, behoorende tot de open
bare lagere scholen, op het Plein 1813, waar
ieder oogenblik de menschenmassa vermeer
derde on nieuwe groepen kinderen, versierd
met oranje-linten en vlaggetjes, door onder-
wyzers geleid, in het gelid traden. Nadat aan
die kinderen, welke daar nog niet van voor
zien waren, vlaggetjes waren uitgereikt, nam
de voorzitter van de Nationale Vereeniging,
de heer Crombet, het woord, om den jeug
digen gasten toe te spreken, en nauwelyks
had hy zyne toespraak geëindigd, of de muziek
van de vold-artillerie stelde zich aan het hoofd
en geleidde, onder vrooiyke marschen, den
optocht langs Zeestraat, Javastraat en Banka-
straat door de Boschjes naar „De Bataaf."
34)
In zyn denken en gevoelen had een zeld
zame ommekeer plaats gehad. Dat hy een
werkeiyk genoegen zou kunnen vinden in
hot mogen dragen van een geleenden rok,
was hem onmogelyk voorgekomen. Thans zou
freule Lize hem toch zeker wel niet meer
afschuwelyk vinden, noch hem by een vogelen-
schrik durven vorgeiyken.
De heer Von Oelernau hield er niet van
de strenge aristocratische vormen in acht te
nemen. Hy leefde ais een degelyk landheer,
ging met zyne daglooners en werklieden
vriendeiyk om en mot zijne hoogere dienende
geesten zelfs vriendschappelyk.
Hy behandelde de laatstgenoemden byna
als huïsgenooten, liet dezen aan zyne tafel
eten en noodigde hen des avonds zelfs meer*
malen in zyn familiekring, maar verloor
daarom toch r.iet alle Tormen uit het oog.
Wanneer de opzichters aan tafel of des
avonds op de thee kwamen, verschenen zy
steeds in eenvoudig gezelschapstoiletwel
was hun dit niet uitdrukkeiyk voorgeschre
ven, maar zy wisten, dat de hoer en mevrouw
Von Osternau zulks wenschton en hielden
zich daarom strikt aan den eenmaal inge-
voerden huisregel.
Met klokslag van drie zette men zich in
de eetzaal aan tafel. De heer Von Osternau
verlangdo van zyne huisgenooten de stiptste
orde en hyzelf was gewoon zich reeds een
halfuur van te voren in de eetzaal te be
vinden en in het groote vertrek, aan het
benedeneinde waarvan de kleine tafel stond,
op en neer te wandelen. Hy vond het aan
genaam, wanneer de leden zyntr familie hem
daarby gezelschap hielden.
Het halfuurtje vóór den eten was voor
hem den aangenaamsten tyd om met zyne
kinderen te babbelen; meest had hy, do zaal
op en neergaande, Frits aan de linkerhand,
terwyl Lize aan zyn rechterarm hing. Me
vrouw Von Osternau liep geregeld achter
haren echtgenoot en zyne kinderen, yverig
breiende, want dit werk liet zy ongaarne
rusten. Had neef Aibrecht, de luitenant, tyd
en lust ook een halfuurtje vóór den maaltyd
in de ee'zaal te verschynen, dan vergezelde
hy mevrouw Von Osternau op hare wan
deling door do kamer.
Na het diner werd de koffie in do aan de
eelzaal grenzende biljartkamer gedronken. De
opzichters voigden de familie alleen des Zon
dags daarheen, of op die dagen, dat er niet
op het veld gewerkt werd, dan wel de arbeid
niet dringend was. Meestal namen zy afscheid,
wanneer de heer Von Osternau van tafel
opstond, om dan opnieuw zich te gaan be
lasten met h6t toezicht over het werkvolk.
Eene uitzondering op dezen regel maakte de
hoofdopzichter, luitenant Von Ostemau, die
tot de familie behoorde en het buitendien
met zyne beroepsplichten niet zoo nauw nam.
IVel zorgde hy er voor op den eersten van
ieder kwartaal zyn vry hoog salaris in ont
vangst te nemen, doch overigens bekreunde
hy zich weinig over de hem opgelegde taak.
Hy hield, gelyk hy zelf zeide, slechts het
oppertoezicht over het dienstbaar personeel
en had daarom niet noodig zich met al de
kleine onderdeelen te bemoeien.
Dientengevolge bleef hem dan ook gonoeg
tyd, om na den eten met zyn neef en Lize
eene party biljart te spelen, of wel om be
zoeken te brengen aan de eigenaars van in
do buurt gelegen bezittingen, naar de stad
of op de jacht te gaan; hy kon zich dit te
meer veroorloven, daar de heer Von Osternau
zelf inderdaad het geheel leidde en de op dit
punt kortzichtige en te goede eigenaar van
het kasteel Osternau hom nooit tot eene
strengere plichtsvervulling noodzaakte.
Op den dag, dat de gouverneur Pechmayer
zyne intrede op het kasteel gedaan had, was
de luitenant Von Osternau reeds vóór half
drie in de eetzaal.
De derde opzichter, de heer Von Wangen,
was belast met het toezicht op eenige arbei
ders en had doen weten dat hy dien middag
in het geheel niet aan tafel zou verschynen
de tweede opzichter, de heer Storting, was
yverig bezig met te zorgen dat het hooi
good werd binnengebracht, waarmede men
des namiddags te één uur een aanvang had
gemaakt, en de hoofdopzichter meende dat
het niet noodig was zich by de heerschende
warmte te vermoeien. Hy had van twaalf
uren tot halfdrie een voormiddagslaapje ge
daan en wachtte nu in de koele, fraaie eet
zaal zyn neef.
Hy behoefde zyn geduid niet op eene
groote proef te stellen; met hunne gewone
stiptheid verschenen de heer en mevrouw
Von Osternau; eene minuut later kwam Frits
binnenhollen en een oogenblik daarna kwam
ook Lize, om aan den arm haars vaders te
gaan hangen en dezen op zyno roods aange
vangen wandeling door de kamer te ver-
I gezellen.
Wordt vervolgd.)