N°. 8970. Woensdag A0. 1892. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 23 Augustus. Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. LEIDSCH '$t% DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Toer Lelden per 3 maanden..;;;.»...'., f 1.10. Tranco per poït1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. Met 1 September begint een nieuw kwartaal van het Leidsch Dagblad. Zij, die zich nu reeds op deze Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. In de vergadering van den Raad der ge meente Leiden op Maandag 29 Augustus a. s. zal o. m. worden behandeld de rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente over het dienstjaar 1891. Geref. Kerken. Beroepente "Wageningen, ds. C. L. F. Van Schelven Az., te Oude- Wetering c. a.te Zuidland en te Nieuwerkerk 3an den IJsel, J. v. d. Berg, cand. te Gouda. Remonstrantscho Kerk. Bedanktroor Gouda door ds. A. K. E. Horst, te Lochem. Naar men verneemt, heeft H. K H. de groothertogin van Saksen, prinses Sophie der Nederlanden, vernomen hebbende dat het be stuur van het Haagsche volks- en schoolbad nog altijd 30 aandeelen a ƒ100 heeft, die het bestuur tevergeefs getracht heeft onder de Haagsche ingezetenen te plaatsen het bestuur nam te zamen ongeveer 100 aan deelen goedgevonden deze aandeelen voor hare rekening te nemen en daardoor het deficit van f 3000 dezer nuttige inrichting te delgen. De minister van justitie is te 's-Hage teruggekeerd en gaf heden wederom de ge wone audiëntie. De oudste officier van Nederland, de luit.-generaal P. G. J Van der Schrieck, viert heden zyn 80sten verjaardag. Door wijlen den heer J. A. H. Blok- hoff, te Amsterdam overleden, is vermaakt ten behoeve van het R.-K. genootschap „De Heilige Kindsheid", eene som van 20,000. De internationale overeenkomst tot leve ring van couranten, enz., waartoe ook Neder land was toegetreden, zal vermoedelijk eerst met Januari 1893 in werking treden. Te Utrecht is aanbesteed de bouw van het Ned. Gasthuis voor Ooglijders; raming 130,000. Er waren vijftien biljetten inge komen; hoogste inschrijver was R. Diks te Utrecht voor 102,380, de laagste A. Paarde- kooper te 's-Hage voor 133,650. De gunning is aangehouden. To Nieuwediep is gisteren overleden do gepensionneerde vice-admiraal C. H. Bogaert. Aan 's rfiks munt te Utrecht zijn in de laatste dagen gouden tientjes geslagen met de beeltenis van H. M. koningin Wilhelnrina. 18.) Dit was eene ondraaglijke gedachte en toch, hoe zwaar hem het nemen van een besluit ook viel, den geruïneerden, ontslagen officier bleef geene andere keus. Tienmaal verscheurde h(j den half voltooiden brief, in welken hy zfin neef voor het gedane aanbod bedankte en verklaarde dit aan te nemen. Hij knerste op de tanden, toen hy de woor den van gehuichelden dank nederschreef, maar hy moest die schryven, daar hem niets anders overbleef. Als hy eindelyk den brief gereed had, waarvan het schryven hem zoo zwaar was gevallen, vertrapte hy woedend de pen, waarmede hy het epistel ver vaardigd had. Na weinige dagen volgde hy zyn brief en sedert dien tyd waren alle mannelyke spruiten van het geslacht Osternau in het hunnen naam dragende kast' i0 vereenigd. Albrecht bewoonde sieriyk gemeubileerde kamers op de eerste verdieping, terwyi zyne slaap kamer uitzicht gaf op do slotplaats. De eigenaar van het kasteel zelf bewoonde het benedengedeelte daarvan. Hy was een Het aantal der geslagen goudstukjes be draagt echter, naar de „N. R. C." verneemt, slechts een zestigtal, en vermoedeiyk heeft dus deze muntslag alleen plaats gehad om van alle nieuw gegraveerde stempels nog in dit jaar eene proefmunt te hebben. Het is althans niet waarschynlyk, dat de nieuwe goudstukken nog dit jaar in omloop zullen worden gebracht. De beeltenis der Koningin op die munt is gegraveerd door den stempelsnyder van 'sRyks munt, den heer J. P. M. Menger. By koninkiyk besluit is aan de heeren G. B. H. F. Alpherts en J. E. Verbrugh, tydelyk in dienst gesteld als technisch amb tenaar by het Technisch Bureau van het depart, van koloniën, de titel verleend van ingenieur by dat bureau. Pensioen verleend ten laste van den Staat aan mr. W. D. Coninck Liefsting, ten bedrage van ƒ1999 'sjaars; aan J. H. Verdonck, ten bedrage van ƒ129 'sjaars. Gemengd Nlenws. De opbrengst dor Noord-Zuid- Holl. Stoomtramweg-Maatschappy Haarlem Leiden bedroeg in Juli 1892 aan personen- en goederenvervoer/"9159.50, tegen f8520 80 in 1891. Sedert 1 Januari 1892 ƒ51,635.52, tegen ƒ48,358.50 over hetzelfde tydvak van 1891, en met inbegrip van diverse ontvang sten ƒ58,681,92, tegen ƒ55,734.69 in 1891. Betreffende het in ons vorig nommer vermelde elkander tegemoetryden van twee stoomtramtreinen te Oegstgeest, wordt ons nader het volgende medegedeeld: De bedoelde twee tramtreinen moeten te Oegstgeest kruisen. Do machinist van do N.-Z.-H. stoomtram was echter door den ge sloten wissel gereden, ten gevolge waarvan die wissel werd beschadigd en deze tram niet meer op haar eigen spoor terug kon komen. Do wisselwachter liep daarom met de roode vlag de Katwyksche stoomtram tegemoet en op ongeveer 200 meter van de Hillegomscho tram stopte deze reeds. Om bovengenoemde roden konden de treinen niet op de aangegeven plaats kruisen en moest nu de Katwyksche tram achteruitryden naar de Pen, waar do N.-Z II. tram kon passeeren. Nu is ook door den inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht in Zuid- Holland verklaard dat de typhus te Katwyk niet meer epidemisch heerschende is. By breed gemotiveerd vonnis, waarby de Haagsche rechtbank do overwe- zóó hartstochteiyk landbeheerder, dat hy er onmogeiyk buiten kon zyne knechts en arbei ders voortdurend aan het werk te zien. Was hy by het slechte weder, door den zwakken staat zfiner gezondheid, aan zyne kamer ge bonden, zoo wilde hy toch niet oen overzicht over het geheel missenreeds met het aan breken van den dag zat hy dan aan zyn venster en verliet eerst zyn lievelingsplaatsje, wanneer hy zich des middags naar de eetzaal moest begeven. De middaguren, van halfdrie tot halfvyf, waren zyn eenige rusttyd; bij goed weder bevond hy zich buiten dien tyd gedurende den geheelen dag te voet of te paard op zyne goederen of in de stallen. Hy verwaarloosde geen enkel onderdeel van zyn uitgebreid landbeheer of verloor ook maar het minste uit het oog. De slotplaats van het kasteel Osternau vormde een groot vierkant, waarvan do eene zyde door het kasteel begrensd wasaan de rechterzyde lagen de paarden- en rundvee-, aan de linker- de schaapsstallen. Aan het ach tereinde der plaats bevonden zich groote hooi schuren en in hot midden was een kleine vyver, waaruit het vee gedrenkt werd. In alles heerschten eene voorbeeldige orde en reinheid; met een scherp oog waakte de gingen van de deskundigen, zoowel wat de stempelvorvalsching betreft als die van het schrift op het endossement, overneemt, ver oordeelde zy heden E. B. De K., brievenbe steller dor Kon. Noderlandsche Posterijen, tot drie jaar gevangenisstraf, met ontzegging van bepaalde rechten voor den tyd van acht jaren. Het meest tragische van het ongeval, dat aan luitenant Metelerkamp op de Clingendaalsche wedrennen is overkomen, is, wanneer de Haagsche kroniekschry ver van de „N. Gron. Ct." juist is ingelicht, wel dit: H. M. de Koningin, die veel van de behen digheid van den koenen gentleman-rider had gehoord, had, toen zy van het programma der Clingendaal-races kennis nam, haar leed wezen gouit, dat de luit. Metelerkamp niet zou mededingen. Dit werd hem medegedeeld en, als officier een galant man, kwam de heer M. terstond op zyn genomen besluit terug om niet meer aan d9 wedrennen deel te nemen, wyl hy reeds meermalen by hurdle-races een onge val had gehad en zich dus niet noodeloos aan gevaar wilde blootstellen. Ook mevrouw Metelerkamp had op dat besluit veol invloed gehad, maar meende tevens, dat, als de Koningin het wenschte, op de genomen beslissing moest worden teruggekomen. En de heer Metelerkamp vroeg dus nog als mededinger te worden ingeschre ven, na den daarvoor vastgestelden termyn. De overige ryders moesten dat goedkeuren, doch niemand dacht er aan bezwaar te maken. En zoo kwam dus lult. Metelerkamp op hoog vereerend verlangen nog eens in de baan, om op zoo treurige wyze uit 't strydperk te worden gedragen. Gy zult beseffen hoeveel leed de Koningin persoonlyk, onder deze om standigheden, van 't gebeurde had. Volgens den briefschryver uit de hofstad van de „Middelb. Ct." ligt de oorzaak van het ongeval by hot paard, een uitmuntend renner, doch wiens voorbeenen niet sterk genoog schynen voor de vry hooge en tel kens herhaalde sprongen, die in do baan te Clingendaal by deze race moesten gemaakt worden. Uitstekend ruiter als de eigenaar is, heeft deze het er echter op gewaagd, ver trouwende op eigen bodrevenheid en kracht. De dik en rood opgezwollen polsen toonden duidelyk aan, toen de ryder daar ter neer lag, dat hy geene krachtsinspanning had gespaard om zyn paard op de been te houden; zy mocht, helaas, niet baten. 1 De toestand van luit. Metelerkamp is nu in bezitter van Osternau er over, dat alles zyn geregelden gang ging; hy, die steeds de boste en vriendelykste meester was, duldde echter niet de minste wanorde. III. De eigenaar van Osternau zat voor het open raam van zyne woonkamer en keek met een mismoedig gelaat naar zyne goe- doren. Hy had, ten gevolge van te groote lichamelyko inspanning, sedert een paar dagen weder heftige aanvallen van kramphoest ge had, welke in vroeger jaren onwetende dok ters voor een teringhoest gehouden hadden. Gevaariyk waren deze aanvallen van chro nisch lyden niet. De beroemde geheimraad Witterwas, te Beriyn, dio door den heer Von Osternau ge consulteerd was geworden, had hem, na het instellen van eer» grondig onderzoek, ver zekerd, dat juist dit hoesten, wanneer hy zich maar een weinig ontzag, een lang leven waarborgde. Maar ontzien moest hy zich;by rogenachtig of te warm weder moest hy steeds zyne kamer houden, groote vermoeie nissen vermyden en zelfs by het geschiktste weder mocht hy na een hoestaanval niet te veel loopen of ryden, daar iedere sterke lichaamsbeweging nieuwe aanvallen in het PRIJS DER ADVERTENTIÊN: V»n 1—6 regels f 1.05. Iedere regel moor ft). 17$. Oroo'.ore letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad wordt fO.10 berekend. die mate vooruitgaande, dat hy Zondag reeds eene kleine wandeling op „Clingendaal" heeft gemaakt. De jongste kermis-Zaterdagte Rotterdam heeft zich door heelwat bloed vergieten gekenmerkt. Het ging er Zaterdag-avond heel druk toe in een bierhuis in de Delftschestraat, pand No. 32, vroeger een pakhuis, nu als café in gericht, waar voel socialisten komen. Onge veer halfelf kwamen by het reeds aanwezige talryke publiek zich nog eenige rumoerige mannen voegen, enkelen vergezeld van hunne vrouwen. De kastelein meende niet het recht te hebben aan sommigen van de binnenkomen den, die z. i. blyken gaven reeds te veel te hebben gedronken, den gevraagden sterken drank te tappen, waardoor er onder de be zoekers niet weinig diukte ontstond. Er werd gezwetst, geschreeuwd, met de vuist op do tafel geslagen, zoodat eindelyk de kastelein dreigde de politie te zullen waarschuwen. Dat was pek in 't vuur. „Wat!" schreeuwt een der aanwezigen, die zich by gelegenheid der kermis verkleed had, den eersten den besten politie agent, c'ie hier binnenkomt, schiet ik voor den kopl" Dergelyke woorden hoort men meer van door drank bedwelmde, onver schillige lieden en de meeste bezoekers van hot bierhuis zullen zeker door dit gezegde ook weinig voorbereid zyn geweest, toen werkelyk een schot knalde by het binnen treden van don agent 3de klasse Van den Berg. Groote ontsteltenis na een hevig rumoer Van den Berg wordt aan het hoofd gewond, juist achter het oor, zinkt op den vloer neder en geeft weinige oogenblikken daarna den geest. Men legde den verslagene op hot biljart, waar de dood door de te hulp geroepen ge- noesheeren Do Meyere en Vroesom De Haan geconstateerd werd. De ongelukkige man, die by het uitoefenen van zyne beroepsplichten op zoo treurige wyze het leven verloor, was echtgenoot en vader van vyf kinderen. Onmiddeliyk had een agent, die met Van den Berg hier naar toe was gegaan, om hulp gefloten en weinige oogenblikken daarna was een groot aantal politie-agenten aanwezig. Nie mand mocht het café verlaten en de straat, waarin zich reeds eene groove volksmenigte bewoog, werd afgezet. De politie trad het bierhuis binnen en zocht den dader. Op aan- wyzing van eene vrouw werd gearresteerd de 22-jarigo horlogemaker H., uit Kralingen, oen jonkman van kleine gestalte. Eene revolver, leven riep. Sodert den raad van den beroem den dokter, duldde mevrouw Von Osternau het niet, dat haar echtgenoot zich overgaf aan zyne liefhebberyen op landbouwkundig gebied, indien hy des nachts hevig had ge hoest. Wel vergunde zy haren echtvriend in dit geval eene kleine wandeling te maken, maar zy vergezelde hem dan, omdat hy niet te veel zou loopen. Na hoogstens een uur zachtjes gewan deld te hebben, moest hy dan naar het kasteel terugkeeren. Hy gehoorzaamde in die gevallen slechts met weerzin, maar deed het toch, en zoo zat hy dan ook heden aan het open venster, ofschoon hy zoo gaarne daar buiten op het land geweest ware, om by den hooioogst tegenwoordig te zyn. Het was zoo vervelend naar buiten te zien op de in het zonlicht glanzende slotplaats, waarop zich geen levend wezen deed zien, daar alle knechts en meiden, zoowel als de arbeiders, op het veld waren, bezig met maaien, harken en keeren van het gras. Wordt vervolgd.) i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1