K®. 9946. Woensdag 27 .Juli. A®. 1892. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. EEfti HARDE STRIJD. n. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 8 maandenƒ1.10. Franco per post7.7....... a 1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—6 regela ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17$. Grootere lettere naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bniten de stad wordt ƒ0.16 berekend. Gemengd Nienvr^» Door de Leidsche "Wielrijders- veroeniging is op de Scheveningsche "Wieler baan eon onderlinge wedstrijd gehouden, welke te 10 uren aanving. Aangezien aan den wed strijd weinig publiciteit was gegeven, waren or niet veel toeschouwers aanwezig. Door den vrij sterken wind was het te voorzien dat de tyden niet bijzonder schitterend zouden zijn. De 20 K.M. werden het eerst afgelegd door den heer S. Jeekel, uit Alfen, in 44 ra. 45 s., die tevens in het bezit kwam van de door de Vereoniging uitgeloofde leidingsmedaille. Do 2de en de 3de prys vielen aan clubleden uit Leiden ten deel. Na afloop werden de prijzen met een toe passelijk woord door den heer E. H. Kruyff, uit Sassenheim, uitgereikt. Omtrent den Zondag te Scheve- ningen gehouden wielerwedstrijd valt nog het volgende mede te doelen. Op den algemeen belangstelling trekkenden internationalen wedstrijd op hooge tweewielers, waarvan de prijswinnaars flink werden geap plaudisseerd, volgde oen internationale wed strijd op veiligheidstweewielers, met voorgift, over een afstand van 3000 meter. De heer Van Ooien, die, hoewel hij voor de andore wedstrijden ook als deelnemer stond vermeld, nog niet had meegereden, kwam bij dozen rit voor 't eerst van den dag in de baan. Het spurten van Raland in de laatste ronde was prachtig; ook de handicap werd zeer geroemd. De Waard hield zich uitmuntend en was tot !/4 baanlengto van den eindpaal nummer een, toen hy werd ingehaald. No. 1 was: Raland in 5 mm. */5 sec., No. 2Protin, in 5 min 1 sec., No. 3 Rademaker, in 5 min. 1 sec., wel een bewijs, dat de winners elkander iedere streep gronds hardnekkig hadden be twist. Het handgeklap en de fanfares waren dan ook wel verdiend. Aan den tweeden wedloop, ditmaal over eene lengte van 1 Eng. mijl (1G09 m.), werd van de 10 jongelieden door 9 deelgenomen. Door allen werd 't loopen flink volgehouden. No. 1 was Louis Prins, van Den Haag, in 4 min. 55s/s sec., No. 2 „Rapid," van Don Haag, in 5 min. l*/5 sec., No. 3 „Dernier," van Rotterdam, in 5 min. 2 sec. Hulde aan de Hagenaars, die zich in dezen internationalen wedloop tegenover de buiten landers zoo goed hebben gehouden! Het laatste nummer was een internationale wedstrijd op éénpersoons-driewielers over 2000 meter afstand, met voorgift. De uitslag was: No. 1. W. H. Meursing Jr., Amersfoort, in 3 ra. 40*/5 sec-> No. 2. M. Adler, in 3m. 40*/5 sec., No. 3. C. A. Koning, in 3 m. 40*/, sec. Laatstgenoemden reden van meet. Hiermede waren deze uitmuntend geslaagde wedstryden geëindigd. De sport-ten toonstelling te Scheveningen werd Zondag bezocht door 5151 betalende personen; van 17 24 Juli gingen 32,942 en van 1 Juni 24 Juli 199,703 per sonen door de tourniquets. Zondag werden op de Paardententoonstel- ling 3128 betalende entrées afgegeven en van de opening af 5608. Te Hoofddorp waren den 25sten dezer 332 paarden op de markt. De prijzen liepen tot f 725. Voor de betrekking van veld- wachter te Haarlemmermeer hebben zich 91 sollicitanten aangemeld. De directie der Amsterdamse he Omnibus-Maatschappij heeft aan het personeel medegedeeld, dat de verzoeken, zooals die worden gedaan, niet ingewilligd kunnen wor den, maar dat maatregelen worden genomen om allen koetsiers en conducteurs den vryen Zondag om de 14 dagen te verzekeren. Omstreeks halfelf gisteravond werd te Amsterdam de lucht in het Zuiden vuurrood gekleurd. Terwyi enkelen bleven beweren, dat men met een luchtverschijnsel te doen had en er uit hoofde van de rood gekleurde dikke lucht „regen en wind" na op handen was, waren anderen overtuigd, dat een zware brand was uitgebroken en verspreidde zich natuurlyk onmiddellijk het gerucht door de stad „De kaarsenfabriek staat in brand!" Van de zyde der Spiegelstraat gezien, waar de donkere massa van het Rijksmuseum prachtig afstak tegen de vuurroode lucht, scheen dat gerucht ook inderdaad waarheid te bevatten. Tal van wandelaars spoedden zich dus in de richting der Ruysdaelkade voort. De kaarsen fabriek bleek echter weldra niets te maken te hebben met het geval en vertoonde slechts eene donkere massa. Het vuur woedde veel verder en zelfs zij, die de Ruysdaelstraat insloegen, keerden later op hunne schreden terug, toen zy zich overtuigd hadden dat zij nog een kleine tweo uren zouden hebben te marcheeren om do plaats des onheils te bereiken. Immers, heel onder Amstelveen stond eent groote boerderij in lichterlaaie. Waarschijnlijk ongeveer te halfelf uitgebroken, woedde het vuur tot halftwaalf met onverminderde kracht voort, waarna de rooae plek aan den hemel verdween. De vele belangstellenden in het lot der kaarsenfabriek konden dus ten slotte volkomen gerustgesteld huiswaarts keeren. (Hbl.j Gistermiddag maakte H. M. de Koningin-Regentes met H. M. de Koningin, zonder gevolg, in een panier, bestuurd door een koetsier, een rytoer van Soestdijk naar Amersfoort. Op den terugweg, in de nabijheid van Amersfoort, by het landgoed Birkhove, struikelde een der paarden en bezeerde zich ernstig. Een toevallig voorbijrijdend wielrijder, de heer G. Geraerds Thesingk, bood aan op zyn wiel naar het paleis te Soestdijk te rijden, opdat eene andere equipage kon worden ge zonden. Dit aanbod werd minzaam aangeno men en dank zy den spoed van genoemden heer was 't rijtuig weldra ter plaatse aan wezig en bracht HH. MM. naar het paleis terug, nadat de Vorstinnen den heer Geraerds Thesingk vriendelijk gedankt hadden voor zijne bereidvaardigheid. Ten gevolge van den buitenge woon lagen waterstand op de Maas, vooral te Maren en Maasbommel, is het voor de schroefstoombooten onmogelijk Lit te berei ken. Zy varen nu van Maren uit op 's-Bosch, wat voor de ingezetenen van Lit vooral een groot ongerief is. De vaart op Tiel en Zalt-Bommel langs den weg van de schutsluis St.-Andries is onmo gelijk, daar deze gesloten blyft. Te Maren liggen, behalve enkele schroef booten, ook verscheidene schepen, geladen met steenkolen, enz. op hoogeren waterstand te wachten. De raderbooten Venloo Rotterdam komen met veel moeite over de ondiepten heenop som mige plaatsen is do vaargeul slechts 3 voet. Stoombootondememers, kooplieden en andere bewoners der Maasdorpen hebben zich per adres tot den minister van waterstaat gewend, om er op te wijzen, hoe de toestand zal zyn na de opening van het Oude Maasje, als hy nii reeds onhoudbaar is, en dringen er op aan zóódanige maatregelen te nemen, dat er genoeg water op de Maas blyve na die oponing. Uit Oyen schrijft men: „In de laatste 30 jaren is de Maas nooit zoo laag geweest als thans, tot groot ongerief van scheepvaart en ▼isscherij. Een paar dagen geleden stond dan ook de peilschaal letterlijk droog." Onder het rundvee te Giesen- dam is het mond- en klauwzeer uitgebroken ter voorkoming van verdere besmetting zijn de noodige maatregelen genomen, een 50 tal militairen zyn aangekomen ter afzetting van den van veeziekte verdachten besmetten kring. Maand ag-morgen is de woning van den landbouwer J. Yan Leeuwen te Leimuiden door onbekende oorzaak in korten tijd in de asch gelegd. De 19-jarige harddraver „Dib- bels", thans in eigendom van den heer A. Siderius, te Leeuwarden, heeft te Stadska naal den eersten prys van ƒ100 behaald. Vroeger voor f 2400 verkocht, kocht do heer S. het paard verleden jaar voor ƒ200. Men meende toen dat het „af" was. De bejaarde wegwerker S., in de gemeente Franekeradeel, was bezig het dak zyner woning te herstellen, toen hy dui zelig werd en op den grond viel. Na vree- selyke pijnen bezweek hy. Eene samenzwering is te Spa ont dekt. Een individu, met name Sart, die op een politie-agent schoot, werd gewond door den agent en vervolgens door dezen in hech tenis genomen. Uit zijne bekentenissen bleek dat te Spa eene bende kwaadwilligen bestaat, die het plan beraamd hadden eenige huizen in do lucht te doen springen om van de ver woesting gebruik te maken om te plunderen. De medeplichtigen zullen spoedig in hech tenis worden genomen. Op den gevangene werd een pakje met dynamietpatronen ge vonden. Men zal zich het springen van den stoomketel der paketboot „La Plata" van de „Messageries Maritimes" herinneren. De ontploffing had plaats 24 Juni j.l., op 650 mylen afstands van Rio-de Janeiro. Daarby werden 3 stokers gedood en 15 personen gekwetst. Het rapport van den gezagvoerder der „La Plata" is thans, gelijk uit Bordeaux gemeld wordt, ontvangen. Na de feiten te hebben medegedeeld, wyst hy op de zonder linge houding van den gezagvoerder der Engelscho stoomboot „Clyde". Deze vervolgde bedaard zijne reis, in weerwil van de talrijke noodseinen, als geweer- en kanonschoten, van do Fransche boot. Hy kwam de „La Plata" niet te hulp, hoewel hy denzelfden koers als deze boot volgde. De passagiers van do paketboot hebben in de dagbladen van Monte video tegen de houding van den Engelschen gezagvoerder geprotesteerd, en de dagbladen van Buenos-Ayres veroordeelen ten zeerste zijn gedrag. De Engelsche gezant te Buenos- Ayres bevond zich aan boord der „La Plata". 2.) „Zjj gaat al mooi op do vier en twintig aan, en was je ook niot zoo oud, toen ik je trouwde? En je liebt or toch nooit berouw van gehad 1" Daarop had mevrouw De Winter niet ge antwoord; ja, zjj was wel vior en twintig goweest, toon zy in liet huwelijk trad, maar Mathilde telde eerst twee en twintig. Neen, zij mocht nog volstrekt aan geen engagement donken; daarvoor zou zjj, tante, wel zorgen. En dat deed zjj dan ook trouwja, zelfs bad zy Mathildo moermalen onder het oog ge bracht, dal het niet betamelijk voor een meisje was, notitie van jongelingen op de wandeling te nomen. Hoogstens mocht zij hun groet met eono lichte hoofdbuiging be antwoorden. Mathildo had dio vermaning opgevolgd, in hare onschuld overtuigd, dat het zoo zijn moest. En als zü later weer aan tantes zijde ging, kostte het haar hoelwat moeite, den groet op do voorgeschreven w(jze te be antwoorden. „Die mannen I" zoida movrouw Do Winter vaak in zichzolvo, als zij aan het antwoord van haren echtgenoot dacht, „die mannen! Ze zouden je zoo maar aan den eersten den besten willen uithuwen. Neen, dan wist zy beter hoe men de jeugd leiden moest!" De heor Do Winter ontwaakte uit zijne sluimeringzijne echtgenoote had zich tegen over hom gezet aan de andere zpde van het raam en legde juist de courant ter zyde Mathilde was aan het theeschonken en bracht haren oom en tante beiden een kopje. „Het is warm vandaag", sprak hij; „als we maar weer geen onweer krijgen. Er heb ben gisteren zeker wel weer ongelukken plaats gehad?" „Het is nogal meegevallen", antwoordde zijne vrouw„hier is de courant." De heer De Winter nam het blad werk tuiglijk aan en liep het vluchtig door. Eensklaps kraakte de deur en de bediende trad binnen met de woorden: „Een briefje van mijnheer Van den Hoogen." De heer De Winter las de weinige regels, na ze ingezien te hebben, luide voor: „Waarde Vriend „Doo ons hot genoegen Zondag-avond met do uwen ons op to zoeken. Arnold komt met zijne eerste vacantie Zaterdag thuis, en we l willen dat feit met een onderonsje, zoo ik hoop, genoeglijk vieren. „Na vriondschappeljjke groeten, ook aan uwe vrouw, als steeds je oude F. E. Van den Hoogen. Bezorgd zag mevrouw naar haar nichtje om. „Och, Mathilde", zeide ze, „haal me eens even mijn flacon van boven, ik heb een weinig hoofdpijn." Gedienstig als zjj was, verliet hot meisje aanstonds de kamer. „Heb ik van m'n leven", begon mevrouw, „ik kan dien Van den Hoogen niet dulden, altijd en altijd weer met zijn Arnold; het walgt me bijna. Het is waar, jelui bont schoolmakkers goweest, maar anders ging ik er ook nooit heen. En dan nog Mathilde vragen. Heb ik van m'n leven!' „Kom, Martha, wees toch wjjzer, het z(jn immers fideole luiwat kun je er op tegen hobben, dat ze zoo hoog met hun Arnold loopen. Als wjj een zoon haddon, wie weet wat wij deden 1" Martha zuchtte; zjj had geen zoon. „Maar je gddt toch niet, en als w(j gaan, dan blijft Mathilde toch zeker thuis?" „Wo zullen zien, vrouw, het is nog tweo dagen. En wat zou het, als Mathilde meeging „Ja, zoo'n student als Arnold, zie je, die Mathilde kwam juist terug en tanto bracht haren zin niet ten einde, maar herhaalde werktuiglijk do woorden van haren man: „We zullen zien." Arnold Van den Hoogen was een flinke borst. Zjjn open gelaat, waarop zooveel gul heid van karakter lag uitgedrukt, nam reeds aanstonds oen ieder voor hem in. Toch was hij bjj sommigen zijner collega's weinig go- acht, om de oenvoudige reden, dat lij) zich meer dan een ander aan de studie wijdde. Slechts bjj uitzondering kon men hem vinden by de luidruchtige vermaken, waar aan zjjno medestudenten zooveel tyd en geld ten offer brachten. En indien hi) daaraan al eens deelnam, dan was het meer om zich niet ten eonen- male van zijne collega's te vervreemden, dan wel uit zucht naar vermaak. Vele harde woorden had hy daarover moeten liooron, doch hy had die als man verdragen, zoodat zy ten laatsto steeds zeldzamer werden. Veroolg ommceyde).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5