N° 9929. Donderdag 7 «Juli. A0. 1832. feze (Courant v/ordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 6 Juli. Feuilleton. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lolden per 3 maandenHO. Pranco per post1.40. A-fsonderiyke Nommera..0.05. PRIJS DER ADVEKTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meor f0.11%. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Heden zyn aan de universiteit alhier be vorderd tot doctor in de rechtswetenschap: de heer W. F. Byieveld, geboren te ^alt- Bommel, met academisch proefschrift, ge titeld: „Eenige opmerkingen over schuldver nieuwing" de heer H. J. De Rouville de Meux, ge boren te Curasao, met academisch proefschrift, getiteld: „Over de tegenwoordigheid van den kantonrechter by den verkoop krachtens on herroepelijke volmacht ingeval van zuivering. Artikel 1223 al. 2 j°. Artikel 1255 B. W."; en de boer John Bake, geboren te Breda, met academisch proefschrift, getiteld: „Eenigeop merkingen over de Artikelen 648 en 690 B. W.". Wij kunnen thans officiéél mededeelen dat de heer Gottfried Mann zich niet heeft kunnen verecnigon met de voorwaarden, waarop hem door heeren commissarissen der Maatschappij van Toonkunst alhier de betrekking van direc teur der Muziekschool is aangeboden en dus voor dezo betrekking heeft bedankt. In het „N. v. d. D." roepen commissarissen thans sollicitanten voor de betrekking op. Voor do vacante betrekking van onder wijzeres aan do openbare lagere school in het dorp, te Voorschoten, hebbon zich 13 sollicitanten aangemeld. Aangenomen is het beroep naar de Herv. gemeente te Numansdorp door ds. M. J. San ders, predikant te "Woubrugge, die voor dat naar Bunschoten bedankt heeft. In de laatste zitting der Waalsche Béunie was aan de orde de behandeling van verschillende rapporten, uitgebracht door de commission, benoemd tot het onderzoek dei- rekening en verantwoording der beheerders van de onderscheidene Waalsche instellingen en fondsen. Bij de behandeling der aangelegenheden van „Le chant sacró", waarbij de rekening en verantwoording van den administrateur, don heer Kooring Uloth, werd goedgekeurd met dankzegging, kwam tevens aan de orde van beraadslaging een voorstel van den ker- keraad der gemeente 's-Gravenhage om een tweetal gezangen in den onlangs vanwege de Réunie uitgegeven bundel van psalmen en gezangen te wijzigen en daartoe van een vierhonderdtal exemplaren, uitsluitend voor die gemeente bestemd en voor hare rekening, de twee bladen, waarin die gezangen worden aangetroffen, te doen vervangen door nieuwe, met de verlangde wijzigingen. Na langdurige beraadslaging werd dit voor stel afgewezen met groote meerderheid van stemmen, omdat dan elke kerkeraad ditzelfde recht zou kunnen eischen on het receuil van meet af aan aan herziening zou onderworpen blijven en ophouden zou de officieels uitgave der Réunie, op haren last door de door haar benoemde commissie samengebracht, te zijn. De Haagsche kerkeraad behield de vrijheid van den bundel de twee liederen, welke hij wenscht te vervangen door andere, als aan vulling afzonderlijk en in losse bladen bij den bundel te voegen. Meer wijzigingen in den bundel aan te brengen, zooals hij vast gesteld was, mocht niet geschieden. Hierdoor zou hij ophouden de oorspronkelijke, officiëele uitgave te zijn. Tot leden der Waalsche commissie, om met 1 Jan. 1S93 in functie to tredon, werden met groote meerderheid van stemmen benoemd de heeren M. A. Perk, pred. te Amsterdam; F. Daubanton, pred. te Groningen, en mr. R. Yan Boneval Fapre, ouderling te Leiden, en tot hunne secundi onderscheidenlijk de heeren C. G. Chavannes, pred. te Leiden, S. Debry, pred. te Haarlem, en dr. P. Q. Brondgeest, ouderling te Utrecht; terwijl tot secundus van den ouderling H. W. Kooring Uloth, om aan stonds op te treden on als zoodanig in functie te blijven, benoemd werd de heer H. A. Vet- kado, ouderling te Breda. Als lid-thesaurier van het Fonds tot Onderling Hulpbetoon werd herkozen de heer W. F. Yerhoy van Wijk, te Leiden. Dordrecht werd aangewezen om de Réunie hot volgende jaar te ontvangen. Bij ontsten tenis Haarlem. Met do leiding der godsdienst oefening tot opening werd belast de heer G. D. Dupont, te Breda, en tot diens secundus do heer D. J. Poujob, pred. te Utrecht, benoemd. Na de gewone plichtplegingen werd met dankzegging en gebed daarop de Réunie ge sloten, en vereenigden zich do leden aan een feestelijken maaltijd, hun aangeboden in het hotel „Flora", te Ginneken, door den kerkeraad van Breda, die niets onbeproefd had gelaten om hen het verblijf aldaar te veraangenamen en wiens hartelijke en luisterrijke ontvangst zeer werd geroemd. De „Arnh. Ct." schrijft het volgende: Het thans verschenen vierde deel van „Sythoff's woordenboek voor kennis en kunst" bevat do woorden: „Estriken tot Holbein". Aangaande de nette uitvoering hebben wy waarlijk niets meer te zeggen. Veeleer voelen wy ons gedwongen op de grooto volledigheid van dit woordenboek te wyzen, dat, voorzoo- ver het nu compleet is, den weetgierige niet licht onbevredigd zal laten, en vooral willen wy herinneren aan den goedkoopen prijs, waardoor dit werk, welks nut niemand be twist, onder het bereik wordt gebracht van een ieder, die er behoefte aan heeft. H. M. de Koningin-Regentes heeft aan de leden van het gezelschap der Koninklijke Veroeniging „Het Nederlandsch Tooneel", die in do voorstelling van „de Kleine Lord" ten Paleize te 's-Hage zyn opgetreden, eene hor- inneringsmedaille geschonken. Deze gedenkpenning van brons bevat aan eene zyde het borstbeeld van H. M. de Koningin, omgeven door een randschrift met den naam Wilhelmma en aan de keerzijde het opschrift Herinnering aan den 4den Maart 1892. Aan de opvoering namen deel de dames S. Pauwols Van Biene, Theo Brondgeest— Bouwmeester, J. Christine Stoetz en S. De Vries, en de heeren Louis Bouwmeester, C. R. H. Spoor, Jacq. De Boer, M. J. Wensma, G. VerGnet, A. Van Zuylen, A. C. Smits en W. P. Do Leur en de jongeheer H. C. Stoete. Zjj allen kregen eene groote medaille, ter wijl de heeren F. J. Wertweyn, Jac. W. Grader en A. Pereira eene kleine bronzen penning ontvingen. Door den minister van financión is blijkens het officiéél verslag van do avondzitting der Tweede Kamer op 1 Juli 11. het volgende gezegd .,De heer Tijdens heeft do politieke quaestie ter sprake gebracht; hij meende dat de rege ling van het geheele belastingstolsel zou moeten voorafgaan aan de indiening der kies wet. Daaromtrent kan ik hem geruststellen; in aanmerking genomon het stadium, waarin de kieswet thans verkeert, is het niet waar schijnlijk, dat zy do Kamer later dan de twoe door my aangekondigde wetsontwerpen be treffende de peraequatie en de bedrijfsbelasting zal bereiken." De gemeenteraad van Delft is terugge komen op zyn vroeger besluit, om het school geld voor leerlingen uit eene plaats, waar eene hoogere burgerschool is gevestigd, te bepalen op 170. Voortaan zal het schoolgeld voor alle leerlingen niet meer dan 70 bedragen. Dit besluit was een gevolg van eene missive van den minister van binnenlandsche zaken, waarby Z. E. bezwaar maakte het vroeger genomen besluit ter bekrachtiging aan de Ko- 47.) In den beginne vlamde Richards jaloezie helder op, doch langzamerhand vond hy het zeer aangenaam, dat Ludmilla zoo goed den tijd wist te verdrijvenhet gaf hem immers gelegenheid zyn weg te gaan zooals hy het verkoos Richard was nog in de heerlijke, nabij de zee gelegen villa, welke by gedurende het seizoen bewoonde. In een net morgentoilet rustte h\j op de chaise-longue en bladerde in de couranten, welke de brievenbesteller hem hau gebracht. 1 Uit verveling wierp hy zyne lectuur ein- delyk weg en greep naar den brief, welke op de tafel lag. Het adres was met eene krachtige hand geschreven; het poststempel gaf als plaats van vertrek aan: een dicht by zijn landgoed Kriemo gelegen station. „Van den ouden ambtsraad", sprak Richard, ■J terwijl hij de enveloppe verbrak. „Natuurlijk, ha, ha altijd de oude litanieën. Naar huis gaan, oogst slecht, inkomsten gering wat is dat vervelend Hij sloeg eeno bladzijde over en zag naar hot slot: „Zendt hy het, of zendt hij het niet'? Ja, daar staat het dat ver- wenschte geld is afgezonden moer be hoef ik niet te weten Hy frommelde den brief in elkaar en liet hom verdwijnen in den zak van zyne kamerjapon. „Signora Bellini 1" meldde de bediende. De trek van verveling, welke nog pas op Richards gelaat lag, was verdwenen; een vroolyk glimlachje speelde op zyn gelaat. „Laat ze binnenkomen! In myn kabinet!" De bediende verdween; Richard stond snel op, ontdeed zich van zijne kamerjapon en trok een lichten zomerrok aan. Uit den ruiker, welke op de tafel lag, riarn by een roze- knopje en stak dat in het knoopsgat. Het volgende oogenblik opende hij de porti ére en stond hy voor signora Bellini. „Hortense!' fluisterde hy en hij drukte een kus op hare rechterhand. „Pardon, signor Ricardo, ik kom voor zaken!" In Aniors dienst toch zeker, want met welke zaken zou zich do lieveling der Goden en der menscben anders kunnen bezighouden „Zwyg, deugniet!" Een lichte slag met den waaier trof zijne hand, dio hy weder naar haar had uitgestrekt. „"VVaarora zoo wreed, Hortense? Wy zyn alleen; myne vrouw is uitgegaan!" „Ik zag haar voor eenige oogenblikken op de „Promenade." Binnen eenige uren zullen twee edele menschen hun bloed voor haar hebben vergoten. Graaf Nüdölly en markies Montsan^on zullen uit jaloezie de degens krui sen voor uwe vrouw." „Ei dat is interessant!" schertste Richard, zonder de minste verwondering te toonen. „Ik sta verbaasd, dat deze beide heeren eerst heden het zoover hebben gebracht; volgens myne berekening hadden zy elkaar reeds lang moeten hebben uitgedaagd. Gy ziet, dat ik een ongelukkig, veronachtzaamd echtge noot ben en kunt ge het nu nog weigeren, my een enkel woord van troost toe te spreken?" „Nog één woord, signor, en - ik ga." Met eeno allerliefste coquetterie draaide zij zich om, oen grooten cirkel beschryvend met den sleep van haar kleed. Dan bleef zij staan, wendde het bekoorlyk kopje om en wierp Richard eon langen blik uit hare don- ker-blauwe oogen toe. „Hortense!" riep by, terwyi hy haar om armde. Het volgende oogenblik had zy het vertrek verlaten. Richard ylde haar na en greep hare hand, die hij krampachtig drukte. ningin-Regentes voor te dragon. Indien de Raad daaraan haff vastgehouden, zou de rijks subsidie zyn ingetrokkon De vice-president van do Transvaal9che Republiek, generaal Smit, is, naar het „H. Dagblad" verneemt, benoemd tot commandeur in de orde van den Nederlandschon Leeuw. Dokter P. Nimmo, te Rotterdam, vierde gisteren den gedenkdag zfjner vyftigjarige praktyk als geneesheer daar Ler stede. Zoowel door zyn vriendschappelyken omgang als zijne algemeen erkende bekwaamheden, stichtte hij zich eene eerezuil in de harten zyner talryke patiënten. Vele waren dan ook de blyken van belang stelling, welke hy op dezen feestdag mocht ondervinden. Nog steeds is hy met jeugdiger, y ver bezield. Naar wy vernemen, zal vooi de leden van don pensioensraad en de commissarissen van het ryksweduwenfonds van burgoriyko ambte naren een officiéél ambtskostuum worden vastgesteld. (Hbl.) Do ingenieur A. J. C. Vitringa is be noemd tot ingenieur by den dienst van weg en werken by de Staatsspoorwegen in Rumenië. De Raad der gemeente Uithoorn heeft op voorstel van het dagelyksch bestuur besloten, de veemarkten aldaar aan te vullen met ééne voor- en ééne najaarsmarkt. Het huldoblyk der Bosscher katholieken aan den nieuwbenoemde) bisschop zal bestaan in een prachtigen, zwaar verguld zilveren kelk, waarvan de vervaardiging is opgedragen aan de gunstig bekende firma gobr. Van Gemert aldaar. Ook zal den prelaat vanwege eene geeste lijke corporatie worden aangeboden eon fraai geschilderd glasvenster, bestemd voor de kapel van het bisschoppelyke paleis, waarvan het beeld van den H. Wilhelmus do hoofdfiguur uitmaakt en dat zal worden vervaardigd naar eene teekening van den architect der kathe draal, den heer L. C. Hezenmans. Men is druk bezig versieringen aan te brengen. De wyding belooft zeer luisterryk te zyn. De eerw. heer J. G. Gürtz, sedert 1835 als R. K. priester gewyd, herdacht gisteren onder veel belangstelling den dag, dat hij voor 50 jaren als pastoor in de gemeente Stevensweerd werkzaam was. De jubilaris is in 1812 geboren. Het stoomschip „Bundesrath", van de Oostkust van Afrika naar Rotterdam en Ham burg, is 5 Juli Ouessant gepasseerd; de „Obdam", van Nieuw York naar Rotterdam, is 6 Juli Scilly gepasseerd; de „Prinses Amalia", van „Blyf, Hortense, blyf!" Schynbaar weerstrevend gaf de jongedame aan het braeekon gehoor, trad weer in het kabinet en liet zich op een stoel neer. Richard nam op een tabouret je aan hare voeten plaats. De kleine, zachte hand der prima-donna van de Italiaansche opera streek als toevallig over zyne donkore lokken. Hy boog zich en zy liet spelend de krullen door hare vin gers glyden. „Ik hoor dat heden, na het diner, een water-corso zal worden gehouden." „Zoo is het; ik bied u myne zeilboot aan, onder voorwaarde, dat ik uw stuur man mag zijn." „Ik dank u! Ik ga niet varen!" „Vertrouwt ge my niet?" „Dat zou nog de vraag kunnen zyn. Doch het corso mag niet plaats hebben!" „Waarom niet, Hortense?" „Ik zing hedenavond en wel met die Steen, die hatelijke persoon, in ééne en dezelfde opera. Ik moet als overwinnaren uit dezen strijd te voorschyn komen Zy zal het ver liezen TVc>><ll vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1