deord en op hoogen prjjs gesteld wordtdaar voor onzen oprechten en welgemeenden dank. Er heerscht vreugde binnen de palen der provincie Groningen, opgewektheid onder dö 'gansche bevolking, oen wedijver om. eer te bewijzen. Alom weergalmen de jubelkreten en dat alle9 openbaart zich steeds als oen Oranjevorst in Groningen komt, dat is geene uiting van oogenblikkeiyko opwinding, maar de vertol king van de gevoelens van gehechtheid en waardeering aan het Huis van Oranje, ge voelens, die van drie eeuwen herwaarts dag- teekenen. Wy weten, dat in sommige streken van het Ryk de moeuing heerscht, dat de gozindheid van Groningen opzichtens het Huis van Oranje by andere gewesten achterstaat, dat in Groningen de harten minder warm kloppen dan eldersdat is eone dwalingde eerbied, de erkentelijkheid, de verknochtheid en de liefde voor Oranje vindt men hier niet minder dan in eonig deel des lands. Waren in do laatste jaren de gemoedoren gedrukt door de slagen, die het Oranjehuis trof, Nederland bleef gelukkig in het bezit van een telg uit dat huis, die reeds op en wel licht ook door haren jeugdigen leeftijd aller harten veroverd heeft. „Door het bezit dier jonge Koningin, geleid door de onovertroffen moeder, die Nederland als haar vaderland beschouwt en tegen wie thans reeds heel het volk met vertrouwen opziet, gelijk de Staten-Generaal haar dat reeds vroeger schonken, gaan wij do toekomst hoopvol te gemoot. Moge onze Koningin op groeien tot eer barer moeder, tot luister van Oranjo, tot zegen Yan het Vaderland; ziedaar don wensch der Staten van GroniDgen. Het hooft ons hart goed gedaan, dat do Regentes de eerste schreden der jonge Koningin te Groningen geleid heeft naar de plek, waar voor 300 jaren don 80-jarigon krijg voor vrÖ" hoid, geweten en land werd aangebonden; naar de plek, waar het bloed dor Nassaus voor het eerst vloeide. Naar aanleiding daarvan hebben do Staten gemeend der Koningin eene herinnering te moeten aanbieden." Hier volgdo de aanbieding van hot zilveren, gisteren reeds door ons beschreven bijouterie koffertje, dat de kleine Koningin met een duidelijk en hartelijk „Ik dank u wel" aan nam. De spreker besloot zijne rede met de woorden „Moge de aanschouwing dezer cassette lang voor onze jeugdige Koningin eene aangename herinnering blijven aan dezen dag, aan haar bezook aan hot slagveld van Heiligerleo. Ik noodig de Staten uit oen glas te wijden aan hot welzijn cn de gezondheid der Vorstinnen. Leve de Koningin! leve de Koningin-Regentes!" Do rede, telkens door toejuichingen afge broken, word door stormachtige teekenon van instemming gevolgd. De Koningin-Regentes antwoordde het volgende Mijne heer en! „Ik ben zeer gevoelig voor de woorden, de Koningin en my namens u toegesproken. De wensch, uwe provincie te komen bezoeken, bestond by ons reeds lang en het speet ons met niet meer plaatsen te kunnen kennis makon. By u, myne hoeren, zal echter, naar ik hoop, de overtuiging bestaan, dat ik het my ten plicht heb gesteld de belangen en de toekomst uwer geheelo provincio te be vorderen waar dit my slechts mogeiyk zal zyn. De omstandigheden brengen ons, het is waar, minder dikwyis tot u, doch ik geef u de verzekoring: wy dragen uwe provincie een warm hart too. Dat ook by u, niettegen staande don afstand, die ons meestal scheidt, de band van trouw en liefde niet ontbreekt, uwe bevolking heeft het ons in deze dagen bewezen. Het was eene gelukkige godachte van de Staten der provincie Groningen ons te ontvangen te Winschoten. Hier, in de naby- heid van het slagveld van Heiligerloe, worden wy herinnerd aan den eeuwenouden band tusschen Nederland en Oranje; hier leeron wy het aan do hand der geschiedenis, dat oendracht cn volharding een volk verheft. Ik dank u, myne heeren, voor het geschenk, der Koningin aangobodenhet zal voor myne dochter steeds eene zeer aangename herin- noring zyn aan de gelukkige dagen, in uwe provincio doorgebracht. Hot schoone monu ment op hot veld by Hoiligerlee en de blooionde omgeving, waarin het is geplaatst, roepen ons toe: „gelukkig het land, waai" Vorst en volk onder alle omstandigheden te zamen gaan in den stryd voor de belangen van het dier baar vaderland". God geve, dat wy voor die belangen mogen blyven loven en werken in rust en Yredo en dat ook uwe provincio daarvan in ruime mate do zegeningQi mOgö ondervinden! Ik stel u voor te drinken op den voorspoed en den bloei v provincie Groningen en op hot v^elzyn van hare be volking". Luide uitingen van dankbare waardeering Voor de Koninklyke wenschen voor Gronin- gens bloei gaven zich daarop lucht. Te ruim lialftwee was 't déjeuner afgeloopen. Er had intusschen in het hotel nog èene korte audiëntie plaats gohad. De lieer Bouwes, van Bourtange, werd nl. door do Konlhgih Regentes ontvangen om H. M. oon adres van de ingezetenen Van Westerwoldo aan te bieden. In beknopten vorm wordt daarin do tegenwoordige toestand van hot landschap ontwikkeld en aangetoond, dat zonder kanalisatie Westerwoldo onherroe- pelyk moet ten gronde ga.in, terwyi het, by afdoende kanalisatie, eene schoone toekomst mag verwachten. Tevens wordt gewezen op den treurigen toestand van het Oostelykdeel dor oude heerlykheid, dat nog voortdurend onder water staat, ten gevolge van de in 1824 voor de landsverdediging noodzakelyk geachte inundatie. Om die redenen wordt dringend Hr. Ms. ondersteuning ingeroepen voor do pogingen tot verbetering in dien toestand van Westerwoldo. Het adres was vervat in een mot Oranje lint gebonden omslag van blauwzyden peluche, aan den binnenkant met Oranje-zyde bekleed. H. M. nam het adres met welwillendheid aan en beloofde het haar aanbevolen belang gaarne onder de bijzondere aandacht harer Regeering te zullen brengen. Alvorens de stad te verlaten, begaven do Koninginnen zich voor eone poos naar do sociëteit de „Harmonie", waar eene matinee musicale te harer eere werd gegeven. Gelyk by haren tocht door de straten werden HH. MM. ook hier met gejubel begroet. De zangvereeniging „Orpheus" liet zich daar hooren. De zaal was stampvol. By het binnenkomen der Koninginnen werden bloemen gestrooid. De president der sociëteit, de heer H. Schuurmans, hield in de fraai versierde zaal eene warme toespraak. Winschoten, zeide hy, heeft zich verheugd by het bericht van de komst Uwer Majesteiten. Het volk in het Noorden is ook verknocht aan Oranje; spreker herinnerdo aan Willem den Zwyger en Adolf van Nassau. Sinds don slag by Heiligerleo was een vaste band tusschen Nederland en Oranje gesloten, welke niet verbroken zal worden, zoolang die beiden bestaan. Winschoten, ein digde de spreker, is zeer gevoelig voor de eer van het bezoek Uwer Majesteiten, die ik welkom heet in de „Harmonie." De Regentes onderhield zich met den heer Schuurmans. De directeur van „Orpheus", dat een welkomstgroet zong, werd aan H. M. voorgesteld. Om drie ur.en werd de tocht por rytuig voortgezet, thans naar het einddoelHeiligerleo, waar de Vorstinnen te 3.30 uur by het Monument tor eere van graaf Adolf van Nassau op plechtige en feestelyke wyze tevens wer den ontvangen. In byzyn van koning Willem III, diens zoon, prins Hendrik en prins Frederik werd in Mei 1873 dit nationale gedenktoeken ont huld, dat verrezen is op do plok, wTaar in Mei 1668 door Lodewyk van Nassau de over winning bevochten werd. Het monument spreekt van do roemryko daden van het huis van Oranje-Nassau, van den moed van Adolf van Nassau, die met zyn broeder de zege behaalde op de verdrukkers van het Nedeilandsche volk, maar die deze overwin ning kocht met zyn leven. Adolf was de eerste uit het huis van Nassau, die voor het vaderland zyn leven liet. Heiligerleo was do eerste plaats, waar de Spanjaarden geslagen werden. Heiligerlee heeft daarom eenegroote historische beteekenis. Het monument als tastbaar bowys van hetgeen daar geschiedde, wyst er op, dat het-Nederlandsche volk geeno ketonen duldt, dat het voor de vryheid wil vechten, desnoods tachtig jaar, maar ook dat het huis van Oranje Nassau de Nederlanders is voorgegaan in don stryddat het voor een goed deel te danken is aan de leden van dit doorluchtig hui3, dat Nederland in den stryd voor zyn goed recht zegevierond to voorschyn trad, dat Nederland en Oranje zyn samen- geweven. Geheel de weg van Winschoten naar Belli gerlee geleek eont zegetocht. By de bevolking, welke in dichte ryen aan beide zyden van den weg opeengepakt stond, heerschte groote geestdrift, en het was voor de volgrytuigen dikwerf zeer moeilyk zich een doortocht door de menschenmassa te banen. Overal, waar de stoet voorbykwam, waren versieringen aangebracht. Op do grens van elke gemeente prykte eene eerepoort. De bekende klokgietery der firma Yan Ber gen, te Heiligerlee, passeorende, waren voor do inrichting een aantal klokken opgesteld, wier veelstemmig gebeier reeds van zeer verre ge- hQQrd werd. Telkens waar hot pas gaf werden bóuquet- ten aangeboden, zoodat by terugkomst te Groningen aan een lakei opgedragen moest worden den bloemenschat naar het koninklyk tijtuig te brengen. Te Soheomda, waar aan het station door de Exploitatie-Maatschappy weder voor eene fraai ingerichte ontvangkamer was gezorgd, betuigden de Koninginnen den burgemeester haren dank voor de schoone ontvangst, dio haar overal was bereid geweest, en betuigde de Koningin-Regentes hare bewondering voor do schilderachtige streek, die zij had leeren ken nen. Langs do tusschenstations reed do koninklyke trein met verminderde vaart, omdat overal de schoolkinderen geschaard ston den om Hare Majesteiten een lied toe to zingen. Het is dus niet te verwonderen, dat "Hare Majesteiten deze plaats wenschten te bezoeken. Het gemeentebestuur van Scheemda had, met den steun-der provincie, ook voor eene waardige versiering van de gewyde plek, voor eene smaakvolle koningslogo zorg gedragen. Een kleine stoet van meisjes, in 't wit gekleed en met oranjesjerpen, strooide bloemen op 't pad der Koninginnen, die door eene dub bele ry van schooljongens, allen in aardige matrozenpakjes gekleed en wuivend met ae mutsen, naar de loge gingen. Verderop langs de helling van den heuvel stond een ander godeelto der schooljeugd geschaard, de jon gens met vlaggetjes, de meisjes ook hier met korfjes in de hand, waaruit zy andeimaal den weg voor de Koninginnen met bloemen bestrooiden. Op plechtige wyze door het gemeentebe stuur van Scheemda ontvangen, richtte de waardige ds. P. Penon, predikant te Wester en Heiligerlee en oud-lid der commissie voor de oprichting van het monument, het woord tot HH. MM., toen zy in de loge gezeten waren. Ernstig en waardig gaf hy lucht aan het gevoel, dat hem bezielde. „Majesteitent" zoo sprak hy „welkom, van harte welkom op den heuvel van Heili gerlee a'kBiei U dien welkomstgroet als tolk van hier aanwezige autoriteiten, als rechtgeaard Nederlander, maar ook als evangeliedienaar aan deze plaats en oud-lid van de hoofdcommissie, die, omstreeks 20 jaren geleden, door liefde voor vorst on vaderland godreven, 't Heiligerlee- monument heeft helpen stichten. „Neen, wy behoeven niet te vragen, wat Uwe Majesteiten hoeft bewogen, om al aan stonds by Uw eers.e komst in dit gewest deze plek gronds met Uwe hooge tegenwoor digheid te vereeren. Ook voor U, gelyk voor ons allen, is de naam van Heiligerlee onver getelijk, waar, in vroegere dagen, voor ons toenmaals zoo zwaar verdrukt land en volk de eerste lichtstraal van hoop in den donkeren nicht kwam doorbreken. Ook voor U, gelyk voor ons allen, is de naam van Heiligerleo onvergttelyk, waar Uwe edele voorzaten, de graven Lodewyk en Adolf van Nassau, man moedig en roemrijk voor do vryheid der Nederlanden hebben gestroden, en de laatste in den eeisten bloeityd des levens den helden dood is gestorven. En nog eens, ook voor U, gelyk vonr ons allen, is de naam van Heiligerloe onvergeetlijk, waar de band werd vastgeknoopt, dio sedert eeuwen Uw doorluchtig Vorstenhuis en Neèrland om strengelt. Ja, van daar Uw verlangen om mot eigen oogen dit oord en 't gedenkteeken te aanschouwen, door het dankbaar nageslacht den vaderen gewyd. „Is het heden niet voor het eerst, dat wy leden van Uw koninklyk huis aan deze plaats mogen ontmoeten; zyn zy in grooter of kleiner getale ach! die allen zyn nu niet meer by de grondlegging en plechtige onthulling van het Heiligerleo-monument tegenwoordig geweest, 't harte klopt ons van geestdrift en blyde aandoening, nu wy Oranje hier andermaal zien verschynen. 't Zegt ons: „Oranjo verloochent zich niet. Oranje blyft aan Neërlancl getrouw. Oranje blyft met hart en ziel aan Neörland gehecht." „Neérlands jeugd heeft hier zoo pas, gelyk op zoo menige plaats elders, bloemen voor Uwe vooten gestrooid en met blij gejuich U ontvangen, 't Zy U een sprekend bewys, dat de liefde voor Uw vorsteiyk huis by de kern van Neérlands volk voortleeft en overerft van geslacht tot geslacht! „Majesteitenhebt dank voor Uw vorstelyk en veelbeteokenend bezoek, aan Heiligerlee gebracht. Het ga, onder Gods bestuur, U en ons gemeenschappelyk vaderland well God zy met U! Hy neme U onder de vleugelen van Zyne vaderlyke hoede en bescherming. Hy sp&ïö genadig Uw voor ons zoo dier baai leven tot in lengte van dagen en stelle Uwe Koninklyke Regeering by voortduring tot ryken zegen voor ons land en volk. „En Neerland! Dat Neèrland het nooit moge vergeten wat Onschatbare weldaden het aan Uw vorstelyk huis heeft te danken, en, steeds aan wet en orde getrouw, zich als één man om Uwen troon blijve scharen. „Dat geve God!" Met hartelyke jubelkreten werd die wensch door allo aanwezigen bezegeld. De predikant ontving uit den mond der Regentes de verzekering harer oprechte dank baarheid voor de gevoelens, waarvan de grijze Evangelie-dienaar getuigenis had afgelegd;en Koningin "Wilhelmina reikte hem allervriende- lykst de hand. Toen traden vier oud-stryders, die zich trots hun ouderdom mede naar deze plaats hadden opgemaakt, als eene scherpe tegenstelling met de zooveel pret hebbende vroolyke jeugd, naar voren om den Vorstinnen de hand te geven, maar deze dreigende inbreuk op de etiquette werd nog tydig door een kamerheer gezien. Hy duwt de grijsaards, met gebogen rug, ingevallen gelaat en de met ridderorden bezette borst, zacht achteruit. Eén hunner sprongen de tranen in de oogen. Maai de Regentes overziet snel het pynlyk tooneel. Zyzelve steekt den oudjes de hand toe, waarop de grysaards moed krygen ook der kleine Koningin een hand te geven. Voor één der oudjes is het to veel; hy breekt in snik ken uit. De doodsche stilte van het publiek zcido meer dan het luidst gejuich had kun nen doen. Daarna maakten de Vorstinnen eene wande ling om het monument, dat zy met aandacht bezichtigden; in de tent plaatsten zy hare handteekingen in het register der bezoekers, en - daarmede was de Vorstelyk© pelgrims tocht naar 't gewyde plekje van Heiligerlee volbracht. Hot bezoek aan het monument, dat, geheel gorestaüreerd, thans een waardigen indruk maakt, behoort tot eene der gelukkigst ge slaagde manifestaties gedurende het verblyf der Koninginnen in het Noorden. De stoot reed daarop naar Scheemda, waar de extra-trein voor het keurig versierde sta tion gereed stond om, steeds geleid door den directeur-generaal van de Exploitatie-Maat- schappy, don heer Cluyssenaer, die HH. MM. op alle tochten per spoor vergezelde, maar overigens aan de feesten officiéél gee nerlei aandeel had genomen, naar Gro ningen terug te keeren. De regen, die zich van 12 uren af tot aan het vertrek van Scheemda zeer wellevend naar de omstandigheden had geschikt, scheen zyn geduld te hebben uitgeput en deelde uit wat hy uren achtereen had gespaard. Terwyl de Koninginnen de hulde van Win - schotens ingezetenen hadden in ontvangst te nemen en verwyiden by de grootsche herin neringen harer dynastie, liet te Groningen van 12-2 uren de stafmuziek van het 4de regiment infanterie uit Leiden hare welluidende tonen op de Groote Markt hooren. Te 2 uren werdon op do Ossemarkt, vanwege het ge meentebestuur, onder leiding van het bestuur dor Vereeniging voor Volksvermaken, volks- spelon gehouden, die voor de jongens be stonden in hoogspringen, verspringen, werpen, boegsprietloopen en wedren met hindernissen, en voor de meisjes in hoepelen, touw- springen on talhoutrapen. Deze volksspelen werden opgeluisterd door de muziek van het 2de corps der d.d. schuttery. De pryzen be stonden voor de jongens in horloges; f2.50 werd als premie toegekend. Voor de meisjes waren de pryzen f 1, terwijl al de overige meisjes 50 ets. ontvingen. Te vyf uren keerden de Vorstinnen in <fe stad terug, verbeid door honderden en honder den, die haar opnieuw hunnen groet wilden brengen. Op liet perron was ook hier de schooljeugd geschaard om den Koninginnen een hartelijk lied toe te zingen. Men zou werkelyk gelooven aan de Oranje zon! Toen de trein stilhield, brak plotseling do zon door do wolken en de Koninginnen kondon in open rytuig Haren intocht houden binnen do stad, waar zy begroet werden door de bevolking, ordelyk en haie geschaard langs de trottoirs. By het passeeren van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 2