Zaterdag IS Juni. A®. 1892. (§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van -Zon- en (Feestdagen, uitpepeven. SIS nommer bestaat uit TWEE Bladen. Errs-f.e Bind. Leiden, 17 Juni. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden pet 3 maanden............ f 1.10. Frenoo per post1.40. iizcadtrlgie Kommer*.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van I6 regels f 1.05. Iodore regel meer f 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor qoi inca»«uerea büituu de siad wordt ƒ0.10 bezt&t'üü. Otlicicele Kenni-strevingeu. Burgemeester en Wethouders van Leidon, Gezien de circulaire van den Staadsraad-Gouverneur van Zuid-IIolland van den 21sten Auguetus 1831 (Provinciaal blad No. 110). Brengen ter algemeeoe kenDis, dat ter voldoeDirg aan bet Koninklijk besluit van den 1 eten dier maand |No. 72, de Dankdag of Godsdienstige viering der overwinning van Waterloo, ditmaal op Zondag den l9den dezer maand zal worden gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 16 Juni 1892. E. KI8T, Secretaris. Heden is aan de universiteit alhier de heer A.. Hendriks, getoren te Hazerswoude, be vorderd tot doctor in de Nederlandsche let teren, met academisch proefschrift, getiteld: Joost van den Vondel en G. de Saluste Sr. du Bartas". In de vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde alhier deelde dr. W. Francken Az. mede, dat het gedenk- teeken ter eere van den dichter Bernard Ter Haar op den vijfden Juli a. s. op het kerk hof te Rozendaal in stillen eenvoud zal worden onthuld. Prof. dr. J. P. N. Land hield eene rede over Arnold Geulincx als essayist; hoogleeraar aan de universiteit in 't midden der 17de eeuw, gaf hij in 1653 te Antwerpen zijne „dispu- tationes" uit. Dr. W. N. Du Rieu voerde het woord over „Nederlandsche kolonies in Duitschland", tijdens de 12de en de 13de eeuw gesticht, zoowel aan de Beneden-Elbe als in Holstein. Dr. A. Beets besprak de „Yerdietsching van vreemde woorden" en deelde curieuze bijzonder heden mede omtrent dwaze purismen uit vroeger en later tijd. Naar zijne meening waren purismen alleen dan veroorloofd, als zij niet het uiterlijk hadden van navolgingen naar het model van uitheemsche woorden, maar aan de cischen van ongedwongenheid en goeden smaak voldeden. Mr. L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck hield eene voordracht: „Het beleg en ontzet van Leiden (1571) ten tooneele gebracht." In het algemeen waren die tooneelstukken bestemd geweest om op den derden October te worden gespeeld, zy het ook dat de meesten van de historische waarheid afweken. Trof. dr. P. J. Cosijn besprak het Oud- Germaansche Hildebrandslied, als een oorspron kelijk Saksisch voortbrengsel. De vergadering besloot met ƒ150 hot „Re pertorium van verhandelingen betreffende de geschiedenis des vaderlands" te steunen. Het voorstel van mr. D. Yan Eek om aan talentvolle vrouwen op het gebied der vader- landsche taal- en letter-, geschied- en oudheid kunde de gelegenheid te openen, om als gewone leden der Maatschappij te worden opgenomen, werd na uitvoerig debad met groote meerderheid aangenomen. De benoeming van een secretaris-bibliothe caris werd aangehouden, naar aanleiding van een voorstel van de Bibliotheek-commissie om die betrekkingen te splitsen, waaromtrent later zal wordon besloten. De jaarlijksche collecte, welke alhier door de districtscommissie tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden zal worden gehouden, zal geschieden, door daartoe gemachtigde personen, met gesloten bussen, op Maandag en Dinsdag, den 20sten en 21sten Juni aanstaande, aan vangende 's morgens te negen uren, aan de huizen der ingezetenen, wien verzocht wordt op de uitreiking hunner liefdegiften orde te stellen. Burgemeester en "Wethouders noodigen de ingezetenen dezer gemeente dringend uit, door onbekrompen bijdragen krachtdadig mede te werken tot de ondersteuning der instelling, welke zij zoozeer behoeft, maar gelooven tevens dat de bestemming van do opbrengst dier collecte reeds eene goede uitkolnst ver zekert en voor ieder rechtgeaard Nederlander, die in do geschiedenis van zyn eigen land goen vroemdeling is, alle verdere aansporing overbodig maakt. Het fonds, tot instandhouding waarvan dio gelden worden ingezameld, strekt toch niet slechts in het belang der verminkten en infirmen van den gedenkwaardigen en beslissenden slag by "Waterloo (een dwaalbegrip, dat by velen lieerscht), neen, ongelukkigen vaniederen stryd, waarin ons vaderland gewikkeld was en nog is, ondervinden het steeds, dat te hunnen behoeve een blyvend liefdewerk is gesticht: stryders van den Belgischen veld tocht, handhavers onzer macht in Oost- en West-Indische bezittingen, veteranen van 40 jarigen dienst, genieten nu reeds, of hebben althans het vooruitzicht te genieten van het geen hunne landgenooten hebben weggelegd en thans nog afzonderen tot leniging hunner smarten, tot ondersteuning van hunnen ge- brekkigen ouderdom. De Nederlandsche soldaat wete hot, dat, zoo hy werkeiyk in en door den dienst infirm is geworden, er een fonds bestaat, met het doel om door toelage, boven en behalve zyn pensioen, zyn ongeluk te verzachten; maar het Nederlandsche volk zy er dan ook, door dankbare belangstelling gedrongen, gedachtig aan die ondersteuning met meer mildheid te verleenen, opdat het fonds aan al diebillyke aanvragen voldoe en de lyst dor sollicitanten niet nog eon aanzienlyk getal biyvo aanwyzen, tot beschaming van den tydgenoot, dio aan het werk, eenmaal zoo krachtig aangevangen, slechts met slappe handen voortbouwt. Moge de goede uitslag dezer inzameling, waarvan Burgemeester en Wethouders zich reeds vooraf overtuigd houden, het doen zien, dat deze roepstem niet tevergeefs ook tot Leidens ingezetenen word gebracht! Naar dr. W. N. Du Rieu, directeur der Universiteits-Bibliotheek alhier, in den Neder- landschen Spectator mededeelt, heeft by we derom de eer gehad de nalatenschap van een Leidsch hoogleeraar voor genoomde Bibliotheek in ontvangst te mogen nemen. Maar nu waren het niet de boeken van professor J. Do Wal, die hy aan do Leidsche boekery had vermaakt; deze waren reeds eigendom van don Staat geworden, toen ZEd. HG1. nog in Den Haag woonde en nog bezig was mot 't Ontwerp van Strafwet. Al die boeken on boekjes over alle ondordeelen van legislatuur en jurisprudentie, al die geschriften over universiteiten en ge leerden, werden reeds publiek domein; zy zyn sedert lang verworven voor de Koninklyke Bibliotheek, en daar do titels van al die boe ken zijn opgenomen in hot verslag der Ko ninklyke Bibliotheek van 1881, zyn zy zoo gemakkeiyk te gebruiken, als men slechts wenschen kan. De oud hoogleeraar schonk aan Leiden het beste van zyne handschriftelyke na latenschap, of, om juister te spreken, ZEd. bood aan don Senaat der Leidsche Univer siteit, voor de Universiteits Bibliotheek zyne Collectanea de V i t i s Script isque Jure-Consultorum in 84 gebonden boekdeelen in kwarto met het kasfje, waarin zy geplaatst zyn. De heer Du Rieu gevoelt zich opgewekt uit piëteit voor den yverigen leermeester een en ander te berichten over den inhoud van die 84 zware kwartyntjes, door prof. De Wal met zyne flinke loopende hand zoo keurig volgeschreven; het is bovendien myn plicht zegt hy de belanghebbende beoefenaars van de rechtsgeschiedenis en van de biogra- phieën der rechtsgeleerden te wyzen op deze ryke en deugdelyke bron, die nu voor een ieder toegankeiyk is geworden. Meer dan eens moest ik den weiwillenden bibliograaf lastig vallen om i9ts over een min of meerbekend of beroemd jurist to vragen, over wien ik geraadpleegd was, doch omtrent wien de gedrukte hulpmiddelen onzer bibliotheek te kort schoten. Wetende dat die verzameling voor onze bibliotheek bestemd was, antici peerde ik dan op hec gebruik van die vraag baak, welke my uitkomst kon gevennu is dc tyd aangebroken, waarop die biographische aantoekeningen en bibliographische opgaven door iedereen mogen geraadpleegd worden zonder er om verlegen te zyn. De heer Du Rieu wyst er op welk een schat door prof. Do Wal in die 75 deel en van twee of drie vingers dik is weggelegd en hoe in de 9 deelen Index de weg kan gevonden worden van dat onovertroffen magazyn van data en fata van juristen, alsook van titels van juridische boeken. Alle schry vers van groote en kleine rechts geleerde werken en al wat door allerlei vreemde juristen van af 1200 geschreven was, trachtte hy te kennen, desnoods slechts den titel van hun geschrift, en die titels teekende hy op in 6 folianten op het jaar van hun dood met vermelding in 'tHollandsch van do data en fata van elk, evenals hy de schry vers over canoniek recht in een kwarto band had be handeld en de Nederlandsche juristen in een afzonderlyken foliant. En dat alles heeft in later dagen de onvermoeide geleerde, toen zyne gezondheid hem minder kwelde en de academische loop baan bekroond was door het presidium der StrafAretcommissie, tot verpoozing van het leed, dat hy door wereldsche wisselvalligheid ondervond, in zware schryfboeken in beter volgorde en met behoorlyke gelegenheid voor de vele toevoogselen, duidelyk en flink over geschreven, in het Latyn vertaald. En welk een ontzettende arbeid daartoe vereischt word, kan men begrypen, als de heer Du Rieu zegt dat de Alphabetische Index der juristen vier dikke deelen beslaat, en daarin schreef De Wal achter den naam van eiken rechtsgeleerde alleen zyn sterfdag en -jaar of alleen het jaar, met de bladzydevan dat deel, waarin de jurisconsulten van dat tydperk zyn behandeld. Evenzoo vullen do sterfdagen der juristen sedert 1200 tot 1885, waarachter hun naam, vyf stevige kwartynen. Deze twee blaffers op den naam en op den sterfdag van eiken jurist, waaraan professor Do Wal kennis had gehad, wyzen zeor gemak keiyk tot de opgaven van 1 o. elks geboorte- en sterfdag, 2o. van elks opleiding en door hem bezochte hoogeschool, 3o. van elks maatschappelyke en weten schappelijke betrekking, 4o. van de t i t e 1 8 van allo geschriften van ieder, en daarby zyn 5o. de verschillende drukken, ja, de onveranderde herdrukken of zoogenaamde titeluitgaven niet overgeslagen, alsook Go. qo medewerking aan gezamenlijke uitgaven, die in onze eeuw zoo talryk zyn geworden, verder zyn 7o. de vertalingen van hunne werken ook opgenomen en8o.de bronnen, waar men wat meer omtrent elk hunner kan vinden, terwyl 9o. aankondigingen van hunne geschriften of beoordeelingen niet zeld zaam zyn. Mag een hooghartig toeschouwer, die deze 84 deelen zal aanstaren, soms zeggen dat er niet veel geleerdheid voor dien reuzenarbeid gevorderd werd, men zal toch moeten toegeven dat het een éónige en voortreffelyke wegwyzer is tot eene ontzettende geleerdheid, zegge van allejuri8ten van 1200 tot 1885, en dat er eene verbazende kennis en zeldzame vol harding noodig is goweest om dezen, de heer Du Rieu zou haast zeggen on navolgbaren Index op de levens en geschriften van alle rechtsgeleerden zoo netjes en zoo doelmatig neer te schry ven als pro fessor Do Wal heeft gedaan. Men begrypt dat de heer Du Rieu zeer dankbaar was, toen hy die onfeilbare vraagbaak voor do rechts geleerden in ontvangst nam, maar men zal ook gevoelen, dat het hem zeer aangenaam zal wezen, als belanghebbenden zich tot de Leidsche Bibliotheek zullen wenden om de ryko vruchten te plukken van dezen door wrochten arbeid van den hoogleeraar Johannes De Wal. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York,door middeï van het stoomschip „Spaarndam", van Rotter dam vertrekkende. Ten postkantore alhie'r moeten de brieven enz. uiterlyk hedenavond' om 10.10 (stadstyd 10.30) bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duidelyk. op het adres vermeld te worden. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken zyn aan de commissie, in 1892 bolast met het afnemen van examen in de Engelsche taal, alsnog toegevoegd, als leden, de heoren P. Fyn van Draat, te Leiden, en C. Van Tiel, te 's-Gravenha^e. De nieuwbenoemde raadsheer in het ge rechtshof te 's-Hertogenbosch, mr. W. Gorter, heeft in de heden gehouden zitting van den Hoogen Raad den voor het aanvaarden van* zyne betrekking gevorderden eed afgelegd. Als advocaat en procureur b*y den Hoogen- Raad is heden beêedigd mr. S. J. Enthovon,. wonende te Leiden. Naar wy vernemen, is op last van H. M. de Koningin-Regentes in de fabriek van J. M. Yan Kempen en Zonen, te Voorschoten, eene prachtige zilveren bokaal vervaardigd, bestemd voor de wedrennen te Groningen. Deze bokaal is geheel uit de hand gedreven in zuiveren Louis-XV-styl. De coupe is versierd met het Nederl. wapen en het alliance wapen van H. M. de Koningin-Regentes in geomeerde medaljons, terwyl aan de voorzyde de keurig bewerkte afbeelding van een wedren prykt, om geven door rocaille ornamentiek. Het deksel is versierd met den Nederlandschen Leeuw, de voorpoot rustende op een breed slag zwaard en eene jarretière, waarop in fraaie letters: „Je maintiendrai". Alle dryfwerken zyn met zorg behandeld, zoodat dezo bokaal, uitgevoerd in vieille argent, een waar kunststuk mag genoemd worden. Door stemgerechtigde ingelanden van den Doespolder, gemeente Woubrugge, is tot lid voor hot bestuur herkozen de heer J. Yan Wieringen en werd voor de plaats, openge vallen door het overlyden van den heer A. Lieverse, tot lid voor het bestuur gekozen de heer R. Kroes. By koninklyk besluit is mr. J. G. N. De Hoop Scheffer herbenoemd tot directeur secretaris by de naamlooze vennootschap „de Nederlandsche Bank". De minister van waterstaat, de heer Lely, begaf zich gisteren, ter audiëntie bij H. M. de Koningin-Regentes, naar Soestdyk. De chef van den generalen staf met de hoofd- en verdere officieren, die eene verken ningsreis hebben gemaakt in Gelderland, zyn in do residentie teruggekeerd. By beschikking van den minister van binnenl. zaken zyn benoemd, met ingang van 1 Juli a. s., tot amanuensis by de scheikundo aan de Ryks-universiteit te Utrecht J. W. Do Groot, en tot amanuensis by de gezondheids leer aan de Ryks-universiteit te Utrecht H. J. Elfrink. Dezelfde minister brengt in herinnering, dat zy, die zich wenschen to onderwerpen aan de in den aanstaanden zomer te houden examens tor verkryging van akten van be kwaamheid tot hot geven van middelbaar onderwys in de Engolscho taal en lager onder - wys in de Fransche, Hoogduitsche en Engel sche talen; die tot het geven van lager en middelbaar onderwys in de gymnastiek en lager onderwys in de landbouwkunde en mid delbaar onderwys in de land- en tuinbouw kunde en de houtteelt en die tot het geven van middelbaar onderwys in het hand- en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1