DAGBLAD. fr. 9905 Donderdag O Juni. A°. 1892. tiommer bestaat lilt TWEE Bladen. Feuilleton. Be ze {Courant wordt degelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. ZIJN MOORDENAAR, Leiden, 8 Juni. feuilleton. Jager slist. PRIJS DEZER COURANT: Toor Loidon per S maandenf 1.10. Franco per post1.40. Ateoader'qfke NommereB 0.05. Eerste Blad. Over enkele dagen zal een begin gemaakt worden met een nieuw Feuilleton, getiteld: Roman van E. VO\ WALDZEUTW1TZ. OiÜoiëelo Itennisgevingen. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen l?r algomeeDO kennis dat door CORNELIS JOHAN- >'e8 COSTER, alhier woonachtig, een verzoekschrift iügediond om vergunning voor den kleinhandel in tkrken drank, in het perceel Stationsweg No. 9. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. Juni 1892. E. KIST, Secretaris. Heden is aan do universiteit alhier de heer D. Ouwehand, geb. te Katwijk aan Zee, ierorderd tot doctor in de geneeskunde, met •cademisch proefschrift, get.: „Over de Prae- lispositie." Aan dozelfde universiteit is het doctoraal- xamen in de geneeskunde afgelegd door den ieer F. Dozy; hot doctoraal-examen in de echten door den heer H. B. Thomas; iet candidaats-examen in de geneeskunde loor den heer C. J. H. De With. - De concerten, door leden van de konink je militaire kapel onder directie van den :eer W. Van der Linden dit seizoen in (Zomerzorg" te goven, hebben gisteravond en aanvang genomen. De inteekonaren waren met hunne dames grooten getale aanwezig, doch namen, hoe lai de tuin door de zorgen van den heer mvée wederom is, daarin niet allen plaats. drukkende temperatuur immers der vorige igen ontbrak thans en had plaats gemaakt wr een meer koelen noordenwind. Daarom waren velen thans ook in de zaal :oten, van waar men door de open ramen en euren de muziek insgelijks goed kon hooren. Het programma werd op verdienstelijke rijzo ton gehoore gebracht en bood reeds enige nommers aan, welke hier voor het erst werden uitgevoerd. De aanwezigen lieten :b dan ook niet onbetuigd. Na enkele nom- Irs werd zelfs zeer luide geapplaudisseerd, zooals na Yon Webers ouverture „Der Frei- schütz", Deslibes' suite de ballet „Sylvia" en Pietro Mascagni's fantaisie „Cavaleria Rusti- cana", welke laatste door hare nu en dan eigenaardige instrumentatie bijzonder do aan dacht trok. Het gëheel van dit eersto der acht grenadier- concerten heeft voor de volgende uitvoeringen groote verwachtingen opgewekt. Ingevolge aanschrijving van den generaal- majoor, inspecteur der infanterie, zijn op hun verzoek b\j het 4do regiment infanterie over geplaatst: de 1ste luitenant A. L. Klerk de Reus, van het 7de reg. inf.de 1ste luitenant J. F. Yethake, van het 8ste reg. inf., en de lste luitenant J. A. Camerling Helmond, van het lste reg. inf. Genoemde officieren zullen bij aankomst b\j het regiment worden ingedeeld als volgt: de lste luit. Klerk de Reus bij de2decomp., 2de bat., alhier in garnizoen; de lste luit. Yethake by de 2de comp., 4do bat., idem, en de lste luit. Camerling Helmond by de 3de comp., 5de bat., te Gouda in garnizoen.' Onze vroegere stadgenoot de heer Johan Schmier, indertyd eersto bas-solist aan de Hollandsche opera en thans te Parys ver- biyvendo, is uit vier sollicitanten benoemd tot lsten chantre-solo a la Maitrise de St.-Germain- des-Prés aldaar. In „de Portefeuille" komt een opstel voor van den heer Gottfried Mann, in meer dan éón opzicht belangwekkend. Hy geeft verslag van eene muziekuitvoering in den „Haagschen Kunstkring" en zegt daarin o. a. De sedert een paar maanden geconstitueerde afdeeling „Toonkunst" van don Haagschon Kunstkring gaf als eersto teeken van loven eene uitvoering van kamermuziek door wer kende leden dezer afdeeling, in het daarvoor vry goschikto bovenlokaal van den „H. K." Overeenkomstig het devies van den kring, dat voor alle afdeelingen geldt: „soyons moderne", was het programma samengesteld uitsluitend uit werken van hedondaagsche componisten en op twee na nooit in Den Haag in 't openbaar ten gehoore gebracht. Mej. Dikema had eene allergelukkigst© keuze gedaan uit zangstukken van componis ten van vier nationaliteiten, composition ver schillend van temperament, van richting, van inhoud, en voldoening gevende aan verschil lende smaken en behoeften. Daar was om te beginnen een lied ,.Pena d'Amore", uit den kortelings uitgegeven bun del Romances van Pietro Mascagni; daarna kwam, ik zou haast zeggen alleen voor de hoogst ontwikkelden onder het publiek recht te genioten: eene verrukkeiyke compositie van een hier geheel onbekend Fransch com ponist, Alexandre Georgeseene muzikale illustratie van een eigenaardig gedicht van Richepin: „Nuages", en daarop volgde oen weinig bekend, naïef-opgewekt, quasi-antiek liedje van Gounod „Le premier jour de Mai", op een tekst van Passerat uit de 16de eeuw, waarby de eigenaar iige begeleiding nog zou gewonnen hebben, indien deze in plaats van op een volklinkenden Bechstein-vleugel, op een ouderwetsch spinet of clavecimbaal liadde gespeeld kunnen worden. In liet tweede deel zong mej. Dikema eerst eene aan Goldmark's klankenweelderigheid herinnerende compositie van C. Grammann: „In der Nacht", een „Stiramungsbild", waar van men zou kunnen zeggen, zooals Camille Bellaigue dit zoo keurig en juist deed van het tuin-bedryf in Faust: „l'atmosphère est chargé d'amour"; daarna een hupsch liedje van Jan Gall: „Zur Guitarre" on tot slot een tweetal myner liederen: „Das Orakolblüm- chen" en het aan haar opgedragen „Liedje". Yoortreffeiyk droeg zy „Nuages", „Le Premier jour de Mai" en „In der Nacht" voor: drie stukken zoo geheel verschillend van stemming en karakter, maar allen even waar- gevoeld, begrepen en weergegeven. Juist om deze eigenschappen en niet minder om hare groote muzikaliteit (een factor, die vaak by veel beroemder zangeressen in geringere mate aanwezig is), stel ik Wia Dikema vooral als liederen-zangeres zeer hoog. Over de uitvoering myner eigen liederen kan ik kort zyn: zy zingt ze, zooals ik ze gedacht heb. Het Regeeringsantwoord is verschenen omtrent do belastingvoorstellen. De Regeering verzekert dat in haar werkplan geenerlei ver andering is gekomen. De kiesrechtherziening zal zoo spoedig als aan de grondwettelyke voorschriften voldaan is, aan de Kamer worden voorgelegd. Dat intusschen zooveel als mogelyk is tot verbetering van het belastingstelsel be hoort te geschieden, zal niet licht tegenspraak ontmoeten en de Regeering wenscht daartoe hare beste krachten in te spannen. Opheffing van het bestaand privilege van het roerend vermogen geschiedt by dit ontwerp. Herziening van de regeling der gemeente-financièn dient tot die van de gemeentewet te worden uit gesteld. Dat de loopende dienst een batig saldo zal geven van ƒ2,300,000, vindt geen steun in hetgeen tot dusver door de opbrengst der middelen bekend is. Evenmin staat het vast PRIJS DER ADYERTENTrÊN: T.n Ie regel, f 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere lettere neer plaatsruimte. Voor he. tooasaeerea bulten de stad wordt ƒ0.10 hwrw.euc dat in do eerstvolgende jaren de uitgaven aanzienlijk zullen kunnen worden beperkt. Het ligt niet in de bedoeling de vermogens belasting te maken tot een sluitpost der bo- grooting. De minister meent dat de bedrijfs belasting zeer goed zóó kan worden ingericht, dat zjj met de vermogensbelasting eeno vol ledige belasting op het inkomen vormt. Na zorgvuldige overweging is gebleken dat de moeilijkheden, die aanvankelijk groot schonen, zeer wel zijn op te lossen. Ten aanzien van het moeilijkst punt, do progressie, is de oplossing gevonden door eeno wijziging te brengen in het ontwerp der ver mogensbelasting. De nu ontworpen regeling is deze: van f13,000 en ƒ14,000 respectie velijk ƒ2 en ƒ4 te heffen en voorts allo ver mogens van 15,000 en hooger te beiasten met ƒ1.25 voor elke geheele som van ƒ1000, waarmode z(j het bedrag van 10,000 te boven gaat. Deze ƒ1.25 klimmen echter tot 2 voor zoover het vermogen meer bedraagt dan ƒ200,000. Hierdoor ontstaat eene zeer ge leidelijke progressie, opklimmende van 0.15 tot dicht bij 2 per mille, en tevens eene lichtere belasting van de vermogens van ƒ17,000 tot benoden ƒ50,000, die naar het oorspronkolijko tarief te hoog zouden getroffen zijn. Door deze wijziging in het tarief kan de opbrengst der belasting nu hooger worden geraamd en wel op ƒ8,675,000. Bij het nieuwe tarief sluit de bedrijfsbelasting zich gemakkelijk aan. Men heeft daarbij ds keus tusschen ongelijke cl» gelijke belasting van de inkomsten uit ver mogen en uit arbeid. Volgens van de reederjj ontvangen bo- richt, arriveerde het Nederlandsche schip „Tjerimai", kapitein Van Duyn, gisterochtend van Java to Liverpool. Het stoomschip „Batavia", van Rotter dam naar Java, passeerde 4 Juni Ponta da Guia; de „Pembroke Castle", van Vlissingen naar Kaapstad, vertrok 3 Juni van Las Pal- mas; de „Gelderland", van Rotterdam naar Java, vertrok 4 Juni van Suez; de „Amster dam" vertrok 4 Juni van Nieuw-York naar Rotterdamde „Dubbeldam", van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 5 Juni Wight; de „Manica", van Amsterdam via Londen naar Kaapstad, is 2 Juni Las Palmas gepas seerd; de „Obdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 5 Juni Lizard; do „Prins Alexander", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 5 Juni te Southampton; de „Prins Willem II" vertrok 4 Juni van Nieuw-York naar West-Indië; do „Rotterdam", van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerdo De oude Kottwitz bracht het gesprek op drijfjacht op morgen, waarvan de bjjzon- irheden nog moesten worden bepaald, maar S was daarbjj plotseling teruggetrokken worden, keek voor zich heen in zijn ledig 'as, dat hij niet weer wilde laten vullen, en !t zijn zwaren baard nadenkend door zijne ógers glijden. Krosig, die aan de andere zijde der tafel hs gezeten en onder het diner met moeilijk Mwongen leedvermaak gezien had hoe de Ie don vervelenden hofmaker zijner vrouw ■chadelijk had gemaakt, riep hem toe h(j op eenmaal zoo ontstemd was en hy niet eene van zijne beruchte jachtge- thiedenissen ten beste wilde geven; mis kien was er vandaag wel iemand, die ze sloofde. iMaar Kottwitz schudde weemoedig het l»fd, bedekte mot de hand zjjn glas, dat Pa hem wilde vullen, en zeide: ,De drijfjacht heeft weer oude, zeer oude ennneringen in mjj gewekt. Ik zou ze u 'd vertellen om mij te ontlasten want dat is het beste middel daarvoor, maar zo zjjn droefgeestig, zeer, zeer droefgeestig, en ik wil u de goede luim en de nachtrust niet bederven. - Daarbij - gjj hebt mij altjjd als een opgeruimden gezel en een onvermoei- den verteller leeren kennen en als zoodanig alleen beval ik u en neem ik eene plaats bj) u in. Als gij nu echter hoordet, welk een sentimenteele en onbeduidende jonge man ik indertijd ben geweest en welke vreeseljjk treurige dingen ik eens beleefd heb, dan zoudt gij den ouden gezel in het geheel niet herkennen en zouden zjjne aardigheden u niet meer bevallen, ja, het zou u misschien onbegrijpelijk zijn, hoe iemand, die in zijne jeugd het leven van eene zoo ernstige z(tde heeft leeren kennen, nu op zjjn ouden dag zoo doorgaand vrool}jk kan zijn. Daarom is het maar beter dat ik zwjjg, en misschien het beste, dat ik my stil verwijder." Maar daarvan wilde niemand weten. Op de aanvankelijke stilte, welke zich van den uitgelaten kring had meestergemaakt, volgde nu van alle zijden het levendig verlangen, dat de oude Kottwitz zou vertellenmen had recht te weten, welke droefenis het deel zijner jeugd was geweest en het was ongehoord voor zoo goede kameraden en oude vrienden de geschiedenis van zijn leven geheim te willen houden. Allen wilden van hem wel eens iets anders dan vrooljjke stukjes hooren. Daarop streek zich de oude over den baard en zeide, zwaarmoedig de wenkbrauwen fronsonde „Als gij het dan niet anders wilt, dan zij het zooMaar vreemd zal u do geschiedenis voorkomen, kinderen, welke ik u kortweg zal verteilen Vóór alles moet gij dan weten, dat ik van dien vroegen tijd van mijn leven spreek, toen ik nog zeer jong en een ge lukkig echtgenoot was, zóó gelukkig en zód verliefd, als maar een man op deze onvol komen wereld zijn kan. Dat was een gouden, een wonderschoone tijd!" De aanwezigen keken elkander aan. Kottwitz als echtgenoot? Dit type van een ouden vrijer als verliefde jonge manH(j wil hen maar eens beetnemen en zich over hunne lichtgeloovigheid vrooljjk maken I Maar hy zag er zoo ernstig, zoo weemoedig naderhand uit, toen h(j zich in zjjne herinneringen be gon te verdiepen, en Krosig, die beter dan allen weten kon, of de oude waarheid sprak, zag zoo gelijkmoedig kalm en alsof er van niets vreemds sprake was, voor zich, dat men den hier en daar opkomenden lach met geweld weer onderdrukte. Men had zich voor zjjn leven lang met den oude op slechten voet kunnen stellen. Deze echter voer eerst na eenigen tjjd, alsof hj hun gelegenheid had willen geven, om zich in het bjjna ongelooflijke in te denken, met zachte stem voort: „Ik had haar getrouwd, omdat ik haar beminde. Ik was immers bemiddeld, onaf hankelijk, vrij; ik mocht mjjne neiging vol gen en Eleonoro was geheel het beeld van- eene schoone, geestige, beminnelijke vrouw. Ik droeg haar op de handen, las eiken wensch in hare oogen en werd haar slaaf. \V(j leef den met elkander als tortelduiven, voor ieders blik verborgen, als vreesden wjj den nijd, die zich tegen ons geluk kon kanten. Eerst toen w(j er niet meer buiten konden, meng den wjj ons weer onder de menschen, waar toe wij behoorden. Wjj zagen gasten ten onzent. Allen vierden mjjno vrouw en tracht ten hare gunst te verwervenik zag het lachend aan. Mjjne vrouw was mjj immers trouw. De vrouwen z(jn niet zoo wispolturig en trouweloos, als sommige ellendelingen haar wel eens afschilderen; het zjjn de mannen, die onvermoeide vleiers en verleiders, die aan alles schuld hebben. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1