MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE VAN TRAMWEGEN.
LIJS: 's-GravenliagB-V oorburg-
Wijkerbrf-Veur (Leidschendamj-VoorschDten-de Vink-Leidan.
AMSTERDAIHSCHE TUD.
Mare No. 58. BLANKENBERG Co., Boek-, Muziek- en Kunsthandel. Mare No. 58.
De Gondsclie Machinefabriek
STEEDS VOORHANDEN: eene zeer groote Collectie der Nieuwste Gravuren, Etsen, Photographieën,
Schilderijen, Encadrementen, enz., in alle bestaande formaten.
Trappisten-Bier.
Stoommachines Ketels.
ï*"euiiic ton.
Wat eene huwelijksadvertentienitwerkte.
902 82
De Trappisten-Bierbrouwer}) „De Schaaps
kooi]", b}j Tilburg, heeft voor den verkoop op
de flesch en fust alleen aangesteld te Leiden r
W. A. EUHOF,
Grossier,
Haarl.straat 139 A,
Leiden.
6485 10
H. VAN E»,
Bierhandelaar,
Burgsteeg 3, en
Bolwerkstraat, hoek
Hoogewoerd, Leiden.
O. 8. POPP,
Blerbottelarfl: Korte Diebteeg fc
Telephoonrrammer 106.
Be»U Blaren. - Blinjkete Prijzen.
Eene uitgebreide en exquise collectie
Franschc en Buda-Pesth Bloem
en Palm pollen vindt men in het
Magazijn van
H. F. HOOSEMANS,
3603 10 Brccstraat 103.
2160 9
te OllllA
heeft steeds in voorraad of onderhanden
nieuwe en gebruikte 1212 8
Drijfwerken uaar stukp"if7cn,
▼ortrek ran '-Gravenbago
7.25
8.30
9.35
10.30
11.30
12.30
1.30
2 30
340
4.30
5.40
6.30
7.30
8.80
9.30
10.30
11.30
Yoorburg
7.40
8.45
9.50
10.46
11.45
12.45
1.45
2.45
3.56
4.45
5.55
6.45
7.45
8.45
9.45
10.45
11.45
de Wykerbrug
7.47
8.52
9.67
10.62
11 52
12.62
1.52
2,52
4.02
4.62
602
6.62
7.52
8.52
9.52
Yeur (Leidsohendam)
7.66
9
10.05
12.—
2.—
4.10
5.—
6.10
7.—
9.
Voorschoten
7.25
8.20
9.25
10.30
11.25
12.25
1.20
2.25
3.25
4.35
5.28
6.35
7.25
8.26
9.26
K. N.Zilvorf. v. Kempen.
7.84
8.29
9.34
10 39
11,34
12.34
1.29
2.34
3.34
4.44
5.37
6 44
7.84
8.34
9.34
n „do Yink
7.43
8.88
9.43
10.48
11.43
12.43
1.38
2.43
3.43
4.53
5.46
6.53
7.43
8.43
9.43
Aankomst to Leiden
7.60
8.45
9.50
10.55
11.50
12.60
1.45
2.50
3.50
6.—
5.53
7
7.50
8.50
9.60
Vertrek van Loidon
7.55
9.—
10.—
10.56
11.55
12.55
1.50
2.55
4.10
5.03
6.10
7.—
7.55
8.66
9.65
«de Vink
8.02
9.07
10.07
11 02
12.02
1.02
1.57
3.02
4.17
5.10
6.17
7.07
8.02
9.02
10.02
K. N.Zilvorf. v.Kompon.
8.11
9.16
10.16
11.11
12.11
1.11
2.06
3.11
4.26
5.19
6.2G
7.16
8.11
9.11
10.11
Voorschoten
7 15
8 20
9.26
10.25
11.20
12.20
1 20
2.15
3.20
4.35
5.23
6.35
7.25
8.20
9.20
10.20
Veur (Loidaohendam)
7.40
8.45
9.60
11.45
1.46
3.45
5.—
5.63
7.—
8.45
n de Wgkerbrug.
7.48
8 53
9 68
10.53
11 63
12.53
1.53
2.53
3.53
5.08
6.01
7.08
7.53
8.53
9.53
p Voorbnrg
7.—
7.55
9.—
10.06
11.—
12.—
1.—
2
3.—
4.—
5.15
6.08
7.15
8.—
9.—
10.-
11.—
Aankomst to 's-Gravonhago
7.16
8.10
9.15
10.20
11.16
12.15
1.15
2 15
3.15
4 16
5.30
6.25
7.30
8 15
9.15
10.16
11.16
Vertrek van Voorschoten (Dorp).
8.20
10 25
1225
2.25
5.30
7.25
9.25
Aankomst to Wassenaar
8.45
11.20
12.50
2.50
5.55
7.50
9.60
Vertrek van Wassenaar
8.55
10.55
12.55
2.55
6.05
7.55
9.55
Aankomst to Vooraohoton (Dorp)
9.20
10.50
1.20
3.20
6.30
8.20
10,20
3599 208
ij
„Waarom houdt je ineens op?"
Tante zat rechtop in haren leuningstoel,
schoof de groene kap van hare oogen weg
en keek het tegenover haar zittende meisje
streng en ernstig aan.
„Lees toch verder", begon zy weer, toen
de lezeres ophield en in gedachten verloren
op de courant staarde.
„Franciska 1"
Deze uitroep gold het nichtje, dat anders
de volgzaamheid in persoon was en nu ook
ten slotte vol scbalkschheid opkeek. Zy ver
loor hare opgeruimdheid niet, zelfs niet toen
tante kwaad de groene kap afdeed en naar
de courant greop, om te zien wat hare volg
zame nicht zoo had doen veranderen.
Maar Franciska had zich reeds hersteld en
las bedaard, maar langzaam:
„Een jonge, knappe man, met een degeiyk,
eerlyk karakter, zoekt, daar hy niet in de
gelegenheid is met dames kennis te maken,
langs dezen weg de kennismaking met eene
beschaafde, nette dame, die eenig vermogen
bezit, om na wederzydsch goedvinden in het
huweiyk te treden."
„Was dit malle huwelyksaanzoek de steen
des aanstoots, waardoor je bleef steken?"
vroeg tante.
„Och, tante, wees niet boos! Ik dacht er
slechts over na of er werkelyk ryke dames
zouden zyn, die op zulk eene vraag schreven,
en.nu ja.of werkelyk op deze wyze
huwelyken tot stand komen."
„Denk liever over verstandige dingen na
en laat huwelyken komen zooals ze willen.
Voor dergeiyko praatjes ben je nog veel te
jong en te onnoozel."
Franciska werd over eenigo maanden zes
en twintig jaar oud en dacht by zichzelve,
dat zy er toch wel den leeftyd voor had, om
hare meening over trouwen te zeggen.
Tante was nooit getrouwd geweest en
haar oordeel over het huweiyk was lang
zamerhand zóó scherp geworden, dat zy
iedereen minachtte, die niet onder haar
vaandel diende. Van hare nicht hoopte zy
eene trouwe volgelinge te maken; van hare
vroegste jeugd aan had zy haar met argus-
oogen bewaakt en liet buiten den ouden,
ongetrouwden dokter en den bejaarden weduw
naar, den majoor, geen manneiyk wezen in
Franciska's nabyhèid toe.
Het scheen haar niet denkbaar, dat hare
nicht in gevaar kon komen. Frahciska was
niet mooi en het was niet te voorzien, dat
zulk een onbeduidend persoontje ooit het oog
van een man tot zich zou trekken.
Daarenboven was Franciska niet ryk. Zy
bezat slechts een vermogen van negen dui
zend gulden en als tante haar misschien eens
evenveel naliet, was zy toch als weesafhan-
keiyk van haar huis en hare weldaden. De
weldaden bestonden uit een saai leventje,
zonder de minste afwisseling, welke anderen
meisjes door bals, comedies en partyen ten
deel valt. Zy werd goed onderlegd voor een
eenzaam, treurig leven en moest al de grillen
en kuren van eene oude vryster, die allerlei
ingebeelde ziekten had, verdragen.
Al verdroeg Franciska met oneindig veel
geduld elke gril, iedere onvriendeiyke behan
deling, zoo vergiste tante zich toch, als zy
meende, dat hare nicht altyd zoo inschik-
keiyk zou blyven, als zy dat in hare
oogen was.
Wat zou zy kwaad geweest zyn, indien zy
eens had kunnen zien hoe Franciska 's avonds
op haar kamertje de bewuste advertentie uit
de courant las en herlas en welk eene alleen
spraak het meisje voor den spiegel hield.
„Mooi ben ik nietl" zuchtte zy„datheeft
tante my meer dan honderdmaal verzekerd.
Klein en onbeduidend, nu ja.maar toch
een sieriyk figuurtje. Weelderig haar is toch
zoo leeiyk niet; vooral kastanjebruin. De
oogen zyn wel wat groot, maar ik zou toch
meenen, dat dit goen gebrek is, vooral niet
wanneer zy door donkere wimpers over
schaduwd worden; de wangen zyn blozend
van kleur, de lippen iets te dik, maar toonen
by het lachen onberispelyke tanden. Nu, ik
vind, dat de spiegel my lang zulk een leeiyk
beeld niet toont, als tante my altyd voor
houdt. Zy hoopt dat ik tot haren dood haar
gezelschap zal houden en voorlezen, en dan
zal er voor my wel niet veel tyd leven over
schieten. Als ik nog eenige jaren op deze
wyze doorbreng, word ik nog eene levende
mummie en zal geen man my tot vrouw
begeeren."
Zoo sprak Franciska en na zich nog eens
in den spiegel bekeken te hebben, ging zy
zitten om het volgende te schryven:
„Eene jonge dame met eenig vermogen is
genegen met den heer der advertentie kennis
te maken en verzoekt onder het opschrift
„Frieda" opgave wiir men elkaar zal ont
moeten. Frieda."
{W*rdt vervlgd.)
Lbidin, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.