N°. 9901 "Vrijdag; 3 .Tmli. A0. 1892. feze 'Gouiant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. ©lt nommer bestaat uit TWEE. Bladen. Leiden, 2 Juni. PeuLLio ïon. Door ecu spreekwoord een dief gew orden. LEIDSOH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Loiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderde No tam era0.05. PRIJS DER ADVERTJ3NTIÊN Van 1—6 regola ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hei Lnc*s*eeren buiten de stad wordt ƒ0.10 beroaaoet Eerste Blad. OHioiëele KenniNgerinffon. DRWKUET. BurgemeeEier en Wethouders van L9iden breDgen ter algemeeDe kennis dat door PETRONELLA CA- THARINA HOEFSLOOT, buisvrouw van H. O. J. M. VERHAAFF, en BERNARDUS MARINUS DUYSER, verzoekschriften zijn ingediend om vergunning voor deQ kleinhandel in sterkon drank, reep. in de perceelen Oade Rrjn No. 138 en Botermarkt No. 17. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 1 Juni 1892. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien art. 8, late alinea, dor Wet van den 2den Juai 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht by het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeeno kennis dat door ben op heden Vergunning is verleend aan W. VAN WIJK en L. A. WERNER en rechtverkrijgenden tot het oprichten van eene slachterij in het perceel Nieuw- striat 35. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 30 Mei 1892. E. KIST, Secretaris. Door de alhier zitting houdende genees kundige staatscommissie is heden tot arts bevorderd de heer T. B. C. Van Dooren. Aan de universiteit alhier i3 het voorbe reidend examen in de "godgeleerdheid cum lande afgelegd door den heer O. Noordmans; het candidaats-examen in de geneeskunde door den heer M. F. R. Bloemers, en het tweede natuurkundig examen door den heer C. J. Prins. Het stoffelijk overschot van wylen dr. H. Boursse Wils zal morgenochtend op de be graafplaats aan de Groenesteeg worden ter aarde besteld. De ljjkstaatsie zal daartoe om elf uren het sterfhuis aan het Rapenburg, hoek Houtstraat, verlaten. Heden word in tegenwoordigheid der ge- heele équipage van de Kweekschool voor Zee vaart alhier, door den kapitein-luitenant-ter- zee C. H. De Goeje aan den kwartiermeester Franciscus Van Vélzen, do zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen en eerlyken dienst uitgereikt. Met een opwekkend woord aan de jeugdige janmaats werd de plechtigheid be sloten. De hier ter stede bestaande Christelijke zangvereeniging „Soli Deo Gloria" zag gis teravond hare „gezellige bijeenkomst" in „Zomerzorg", waarvoor hare leden tal van introductie-kaarten hadden aangeboden, met boven verwachting goeden uitslag bekroond. De zaal was geheel gevuld en de verschil lende nummers van het programma werden tot tevredenheid van allen ten gehoore ge bracht. Zoowel het niet talrijk bezette, maar goed geoefende koor, onder leiding van den heer C. Los, als de solisten kweten zich in de zangnummers („Engelenzang", van Van Bree; „Hoch thut euch auf", van T. Möhring; „Psalm 103", van E. Mobach; „Psalm 23", van B. H. Gebhardt, en „Psalm 42", van E. Weiss) goed van hunne taak, evenals de lieeren H. J. C., M. De H. en J. C. M. T., in de „Sonate voor twee violen met piano", op. 2, van Handel; „Largo uit het Concert voor twee violen met piano", van Bach en de heer H. J. C. alléén in de „Canzonetta" (viool solo) van Gedard. Deze drie heeren ver leenden op eervolle wyze hunne welwillende, zeer gewaardeerde medewerking. De heer N. Huntelman vergastte z\jn ge hoor op voordrachten van verschillenden aard zeer roerend en ernstig, en humoristisch. De heer H. De Nie Jzn. had do Vereeniging en hot auditorium aan zich verplicht door het kosteloos tydeiyk afstaan van twee schoone instrumenten, een Story and Clark Organ .met gepatenteerd vacuum viola en cello-ge luid en eeno pianino, waarvoor hem openlijk werd dankgezegd. Op het programma werd men beleefd ver zocht bij het eindigen der zangstukken niet te applaudisseeren, aan welk verzoek menig een niet dan noode scheen te kunnen vol doen; de andere nummers werden gevolgd door krachtig applaus, als om de schade in te halen. Van sommigen was ditapplausaan het slot van don genoeglijken avond te sterk, voor velen daardoor zelfs hinderlijk. Te 's-Gravenhage zijn toegelaten als onderwijzeres de dames A. H. De Bruijn Kops en C. M. E. Vossbrink, uit Leiden, H. G. Van den Toorn, uit Den Haag, en E. Uittenbroek, uit Zoeterwoude. Ingevolge beschikking van den generaal- majoor, commandant der lsto divisie infanterie, is de 1ste luitenant Sark, van het 5de bat 4de reg. inf., op z\jn verzoek overgeplaatst bij het 4de bat. van het regiment alhier. Genoemde officier, die op 15 Juni a. s. zijne bestemming zal volgen, wordt ingedeeld bij de 3de comp. van het 4de bataljon. Het stoomschip „Maasdam", vanNieuw- York naar Rotterdam, is 31 Mei van Boulogne vertrokken; de „Gelderland", van Rotterdam naar Java, passeerde 29 Mei Malta. Opening der Sporttentoonslelling. II. Do vestibule droeg in eene van hare friezen eene eigenaardige hulde aan Koningin "VVil- helmina. Een „Leve Koningin "Wilhelmina" was op eene cartouche aangebracht in letters uit bajo netten saamgesteld, zóó kunstig, dat men ze nauwelijks van geschilderde drukletters kon onderscheiden. De openings-toespraak van den heer Van Oudheusden werd met aandachtige stilte en met belangstelling gevolgd. Vooral de betui ging van erkentelijkheid aan H. M. de Ko ningin-Regentes, de hooge beschermvrouw, werd toegejuicht. De luitenant-generaal jhr. Verspyck nam daarna de uitnoodiging aan om ditgrootsche werk te openen. Daartoe overgaande, zeide hy m ronde militaire taal: „H. M. de Koningin-Regentes heeft my de vereerende opdracht gegeven deze tentoon stelling te openen. Ik kan u zeggen dat zij stellig zou gekomen zyn, wanneer zy niet geheel verhinderd ware, zooals u, mijnheer de piesident, terecht gezegd hebt. „H. M. heeft my opgedragen duidelijk en stellig te zeggen dat zy de hoogste belang stelling voor deze sport-, visschery- en paarden- tentoonstelling koestert en 't haar een groot leedwezen is, verhinderd te z(jn op dit oogen- blik tegenwoordig te wezen. „Ik dank u verder voor de interessante rede, die u gehouden hebt, en meen op dit oogenblik te kunnen overgaan om namens H. M. de Koningin-Regentes deze tentoon stelling te openen. „Ik verklaar ze dus geopend." Onmiddellijk hierop weerklonk het „Wil helmus." De inrichting van het tentoonstel lingsgebouw werd, ondanks de groote leegten, die er nog zyn, by een eersten aanblik reeds algemeen geroemd. Op de tonen van een opgewekten marsch van de koninklijke kapel werd de wandeling in de ruime balie gemaakt. Hr. Ms. vertegenwoordiger ontving op zyn bezoek van heeren commissarissen de ge- wenschte inlichtingen. De eerste vruchten van een langdurigen arbeid waren geoogst. De tentoonstelling belooft zoowel op het gebied der nijverheid als van kunst en ont spanning, dezen zomer de meest aangename afwisseling. Het was, na de plechtige opening, reeds vry druk en levendig en vooral recht gezellig, inzonderheid op de boven den tuin zich ver heffende galery. Generaal Verspyck werd daar op verschillende punten feestelijk ontvangen. De ontvangst in de Hongaarsche czarda (bo dega), waar de hofkapel van prins Ludwig van Beieren speelt, was zeer karakteristiek. De Oostenryksche legatie-secretaris, de heer De Velics, maakte den generaal Verspyck met dit corps bekend. Een der lieftallige meisjes, die daar met de bediening belast zyn, bood den generaal een prachtigen bouquet van witte rozen aan, op welks linten het opschrift; „Dem Vertreter Ihrer Majestat der KöDigin von Holland ehrfurchtvoll gewidmet von Czarda." D6 „eerewyn" werd goschonken in eene kolossale bokaal, tegen welke de ge neraal een beetje „onthutst" opzag. De gene raal nam de hem gebrachte hulde zeer min zaam: aan „Sie haben es schón gemacht.'' Op het terrein voor het Noorsch jachthuis gaven, terwijl de generaal binnen was, de wald- of jachthoomisten eene voorstelling van do gebruikelijke liederen, die den afloop eener jachtpartij plegen te bekronen. Alvorens de tentoonstelling te verlaten, werd generaal Verspyck in de commissie kamer door liet uitvoerend comité nogmaals dank betuigd voor zyne vereerende tegen woordigheid en wederkeerig toonde Hr. Ms. vertegenwoordiger zich erkentelijk voor wat tot hem gesproken was en wat hy had mogen zien. Meer bijzonder complimenteerde de ge neraal de heeren Van Liefland, den architect, en De Baan, den bouwmeester, voor het onder hunne leiding verrichte werk. De vroolyke opgewektheid, welke onder de talryke bezoekers lieerschte, niet welke de verschillende inrichtingen reeds ruim hare winste deden, werd niet weinig verlevendigd door eene keurige muziekuitvoering van de koninklijke militaire kapel. Eenige vertegenwoordigers van eere-comité's in het buitenland waren by de opening tegen woordig. Aan het feestbanket, door het uitvoerend comité der tentoonstelling in den Franschen restaurant-Mulié ter gelegenheid der opening aangeboden, werd deelgenomen door den vertegenwoordiger der Koningin-Regentes, generaal Verspyck, do ministers van buiten- landscho zaken, waterstaat en marine, de gedelegeerden van vreemde mogendheden en vele autoriteiten, vertegenwoordigers van comité's, inzenders, enz. Generaal Verspyck zat aan de hoofdtafel tusschen de ministers Van Tienhoven en Lely. Over hem was de 5.) Onlangs nog kwam het tot eene kloppartij tusschen my en den anderen jagersgezel. En denk nu eens Greta my tot vrouw! neerschieten moest ik dan immers ieder, die in hare tegenwoordigheid zoo iets durfde zeggen, of ook maar haar scheef aanzien. Keen, daarvoor heb ik haar veel te lief! En ai moet ik er ook onder ten gronde gaan, als ik rayn leven lang een eenzame ongelukkige man blijf, 'k trouw haar niet vóórdat ik der geheele wereld kan toeroepen „M(jn vader is onrecht aangedaan!" .Maar zij kwijnt, z(j sterft!" „Onze Lieve Heer zal haai wel helpen en nog beter is het voor haar in het graf te rusten, dan dat zij zich voor mij zou moeten schamen. Sterft zy, wat de Hemel verhoeden rr.oge, dan heb ik ook nog een kogel op mijn geweer." „Maar, verwenschte stijfkop, wat moet ik c.an Wat moet ik dan Nog éónmaal en nu voor het laatst: Wilt gij haar trouwen of niet?" „Neen, neen en duizendmaal neen! Was het omgekeerde het geval, lag op haren naam zulk eene verdenking en was de mijne eerlijk, dan dïoeg Ik haar op mijne armen naar het altaar, inaar zóó. neen, neen, nooit!" Met een vloek sprong Hofer weer op den wagen, sloeg op het paard en reed al razende weg. Hg merkte niet eens op, dat aan den hemel zware wolken kwamen aandrijven. Het was reeds duister, toen hij thuiskwam en de katner binnenstormde. Nauwelijks had hy rondgekeken, of hy liep met den 'angstkreet: „Wat is er met Greta gebeurd?" op het meisje toe, dat met een vochtigen doek om let hoofd met ge sloten oogen nederlag. „Het heeft niets te beteekenen", antwoordde Katrpn geruststellend. „Zy heeft alleen hoofd pijn. Maak maar geen leven." In de aangrenzende kamer, waarheen zy liem met zich trok, voegde zij er aan toe: „Haar kan alleen Andreas helpen, begrypt ge? Ge zult ten laatste wel moeten toe geven!" „Toegeven" Maar ik kom immers juist van hem en heb hem aangeboden myn schoonzoon te worden. Hy wil echter niet om die domme praatjes, die, die. Hofer zonk met zyne volle zwaarte op een stoel neder, leunde met de armen op de 1 tafel en verborg het gelaat in zyne handen. Een rukwind gierde om het huis. „Wy krygen weer noodweer", klaagde Katryn, „even erg, vrees ik. als zeven jaren geleden, in den nacht, toen de kerk be stolen is. „Houd je stil, ik wil daar niets van hoo- renviel Hofer haar in de rede en strom pelde naar het venster, dat hy met een ruk opende. De sterke luchtstroom blies de lamp uit. „Ga; ik wil alleen zyn. En laat niemand aan de deur komen en my storen. Begrepen?" Katryn ging en Hofer sloot de deur achter haar dicht. Ongeveer een halfuur later sloop een man, met een in een doek gewikkeld voorwerp onder den arm, den molen uit. De heemhond sloeg niet aan. De man koos van beide wegen, welke naar het dorp voerden, niet den naasten weg, maar het pad, dat slecht gebaand was en zelden gebruikt werd. In het bosch huilde en gierde de wind, alsof alle booze geesten waren losgelaten. De bliksem verlichtte af en toe het ont stelde gelaat van den man, die met samen geperste lippen de oogen angstig liet rond dwalen. Haastig, alsof hy achtervolgd werd, spoedde hy zich voort. Den weg, welke over een met dennen be groeiden heuvel liep, moest hy nauwkeurig kennen. En toch was het loopen in zulk een nacht niet gemakkeiyk en ook niet zonder gevaar. Hy struikelde herhaalde malen en greep dan naar de naastbyzynde boomtakken, welke door den stormwind heen en weer werden gezwiept. Eensklaps stiet hy een angstigen gil uit, daar hy voelde, dat zyn zorgvuldig ingewik keld pak vastgegrepen werd. „Laat los! Laat los!" kreunde hy. „Er zi£ geen geld in. Laat los, of één van ons beiden komt niet levend van hier!" Wederom verhelderde een bliksemstraal den omtrek, en nu zag hy, dat het slechts een boomtak was, welke in den doek verward was geraakt. Met bevende hand trok hy hem los, maar door deze beweging rolden eenige losliggende steenen onder zyne voeten weg. Hy wankelde, viel, trachtte op te staan, maar gleed opnieuw uit op den natten, met dennennaalden bedekten grond. De helling was steil en onder aan den voet stroomde de sterk gezwollen beek met hevig geruisch voort. In zyn val greep de man vol vertwyfeling zich vast aan de strui ken aan den kant van den weg; zy waren echter niet sterk genoeg en braken af. (SZoi volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1