N«, 9899. Woensdag 1 .Timi. A0. 1892. jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van £pnr en feestdagen, uitgegeven. Wt nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 31 Mei. Door een spreekwoord een dief geworden. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJ8 DEZER COURANT: Voor Lridea per 8 maanden....7.77..7. f 1.19. Franco per poet...7.7.7.77.. 1.49. Afeonderlgke Hommer*.1.01. PRIJS DER ADVERTENTTÊN Tan 1I regels ƒ1.05. Iedere regel meer f0.17|. 6 recto re lettere naar plaatsruimte. Toor hef Inoasaeeren buiten de stad wordt ƒ0.10 bereienn. Eerste Blad. Oiliciëelo Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente leiden brengen ter algemeene kennis dat de passage over de WARIHOTDERBBIJ6 gedurende 24 uren, aanvangende Woensdag 1 Juni a. s., des voormiddags te vyf uren, geheel zal z l| n afgeslote n* Burgemeestor en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester, 28 Mei 1892. E. KIST, Secretaris. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter alge-, meene kennis dat op heden aan den ontvanger der Directe Belastingen alhier zijn ter hand geeteld 3 euppletoire kohieren van de Personeel© Belasting en het 4de kwartaalskohier van het Patentrecht, alle van don dienst 1891/92 en executoir verklaard den 28eten Mei jl. en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne verplichting om hunnen aanelag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 31 Mei 1892. DE KANTER. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien de adressen van J. ROODENBURG en W. S. MILDER9, houdende verzoek om vergunning tot oprichting respectievelijk van eene bergplaats van verschillende oliün en vuurmakers in de poort ge naamd „do kleine wereld", aan do Haarlemmerstraat, tn van eene koekbakkenj in hot perceel flaarlemm'er- etraat No. 40; Gelet op do artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij dezo kennis aan het publiek dat ge noemde verzoeken, met de bijlagen, op de Secretarie cezer gemeente ter visie gelegd zjjn; alsmede dat op Dinsdag 14 Juni a. e., 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen die verzoeken in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leideü, DE KANTER, Burgemeester. 31 Mei 1892. E. KIST, Secretaris. Heden is aan de universiteit alhier de heer J. Gerritzen, geb. te Soerabaia, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met acade misch proefschrift, get.; „Het ontstaan en te niet gaan van de actie gedurende het proces." Aan dezelfde universiteit is het theore tisch geneeskundig examen afgelogd door de heereh J. J. Kunst en W. Snijders de Vogel verder door den heer J. L. Goemans, hot candidaats-examen in de geneeskunde; door den heer J. M. J. Van Vessem, idem klas sieke letteren; door den heer H. J. A. S. Vermaat, het doctoraal examen idem; dooi den heer G. Visser, het voorbereidend examen in d9 godgeleerdheid. De te dezer stede in den jare 1889 opgerichte tooneelvereeniging „Talma", die reeds zevenmaal velen genieten deed van hare uitvoeringen, gaf gisteravond andermaal eene uitvoering of soirée déclamatoire in de zaal van café „Vondelhoven", aan den Sta tionsweg, welke zaal daartoe op keurige wijze ter zijde van het tooneel was getooid met frisch groen en lieve bloemen, te midden waarvan de vereenigingsbanier eene passende plaats was gegeven. Nadat eenige musici van hunne talenten getuigenis hadden afgelegd, werd de feest avond geopend door den eersten secretaris, die dankzegde voor de getrouwe opkomst en tevens mededeelde dat de president niet kon tegenwoordig zyn wegens een sterfgeval, dat onlangs in zijne familie had plaats gehad. Voorts wenschte hy ieder der aanwezigen een genoeglijken avond toe. Nog eenige oogenblikken en het bekende schelletje weerklonk, waarna het scherm opging en achtereenvolgens eenige voordrach ten de ooren der hoorderessen en hoorders bereikten. Vooral de „Couranten-revue", „Mop de Visscher" en „Ach, hoe talentvol!" moch ten luide blijken van tevredenheid verwerven. In de pauze na deze voordrachten, alle goed geslaagd, werd eene wals ten gehoore gebracht en daarna overgegaan tot de opvoe ring van „Pakketten voor Dames", in twee bedrijven, van Justus Van Maurik, een stuk, dat meermalen tot hartelijk lachen noopte. Alle daarin optredenden kweten zich goed van hunne taak, inzonderheid zy, wien de hoofdrollen waren toevertrouwd. Eene uitvoering als deze zonder bal laat zich moeilijk denken. Aan het bal, dat „Talma's" uitvoering besloot, werd door velen onvermoeid deelgenomen. „Talma" zal weder velen dankbaar gestemd hebben. Hedenmiddag ontvingen wy per Engelsche mail de Bataviasche bladen van 23 tot en met 28 ApriJ, alsmede de „Deli-Crt." van 27 en 30 April. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Dubbeldam", van Amster dam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk hedenavond om 10.10 (stadstyd 10.30) bezorgd zyn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden Het portret van H. M. Koningin AVil- helmina, met toestemming van H. M. de Koningin Regentes naar het leven geëtst door prof. C. L. Dake, hoogleeraar aan de Konink lijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, mochten wy zien en ja, laat ons gerust schrijven: bewonderen. In waarheid is het een „magistraal, levens groot en bovenal welgelykend portret, tevens een kunstwerk van den eersten rang", wat wy aanschouwen. Zonder eenig voorbehoud stemmen wy in met den lof, aan dit mees terwerk gebracht door de voornaamste beoor deelaars in den lande. Deze merkwaardige ets, die de jeugdige Koningin levensgroot tot onder het middel voorstelt, onderscheidt zich evenzeer door ge niale opvatting als artistieke behandeling; nog nooit zagen wy de edele etskunst z<3ó talentvol, schier onnavolgbaar beoefend. Het geheel maakt een bekoorlijken indruk maar inzonderheid trekt ons het natuurlijke en sprekende, daarbij teedere van het kinder lijke gezichtje aan. Hoezeer is het den kun stenaar, die niet over kleuren, slechts over wit en zwart met de overgangstinten te beschikken had, mogen gelukken, om het levendige der gelaatstrekken, het vriendelijke der oogen, het zachte van de teint weer te geven En te meer komt dit alles yit, vooral ook het ongedwongene der lenige gestalte, door de goed opgevatte kleeding een doorzichtig wit- tullen blouse en, zooals de Nederlandsche Spectator terecht opmerkt, den „geheel Rem- brandtieken" achtergrond; juist door het contrast van het lieflyk klare der beeltenis en dien donkeren achtergrond, welke haar als 't ware naar voren doet komen. Het was eene goede gedachte van de uit gevers Groesbeek (Scheltema en Holkema's boekhandel), te Amsterdam, en Scholtens Zn., te Groningen, om in het jaar der troons bestijging van Hare Majesteit huD, die ons Vorstenhuis liefhebben, een waardig portret onzer jeugdige Koningin aan te bieden, en met ingenomenheid mag men constatee'ren dat het hun, dank z\j de artistieke bewerking van prof. Dake, is mogen gelukken, het doel te verwezenlijken. Niet alleen mocht zyn uit stekende arbeid de tevredenheid van de Ko ningin-Regentes verwerven, maar mannen van naam op kunstgebied hebben mede dien ten volle recht doen wedervaren. Een lyst in- styl Lodewyk XV, ontworpen door een architect van naam, wordt verkrijg baar gesteld. Er worden alleen épreuves d'artiste op per kament of satijn verkrijgbaar gesteld, nauw keurig door den artist gecontroleerd en getee- kend. De prijs bedraagt f 125; alleen meer- bevoorrechten dus kunnen zich de weelde veroorloven, zich dit kunstwerk aan te schaffen. Maar toch is het wel een bewijs, hoe uitste kend de uitvoering, hoe aantrekkelijk dit be vallig portret is, dat er al zeer veel exem plaren gekocht werden, blijkens de inteekenlyst, welke ons ter inzage werd aangeboden Menig gemeentebestuur besloot reeds, deze ets de eereplaats in zyne vergaderzaal te gunnen, terwyl er ook vele kunstminnaars waren, die zich niet door den prys lieten weerhouden, maar deze beeltenis onzer Koningin wenschten te bezitten. Want nooit werd de kunstenaar zóó blijkbaar geïnspireerd; nooit zager, wij het zoo overtuigend, wat de etsnaald vermag als hier in handen van een van de groot meesters der kunst. En daarom zal ook te Leiden waar liefde voor ons Vorstenhuis zich aan kunstzin paart, dit uitnemend geslaagd portret van Neerland's jonge Koningin voorzeker menig salon, menige binnenkamer sieren. Beroepen is by de Herv. gem. te Veen de heer G. Tjalma, cand. te Leiden. Beroepen is by de Chr.-Ger. gemeente te Katwyk aan den Rijn de heer M. J. Van der Hoogt, predikant te Zaandam. Plannen tot eene geschikte uitbreiding van het gemeenteziekenhuis te 's-Graver.hage zyn ontworpen. Onder de belangwekkende en heilrijke instellingen van liefdadigheid in Nederland bekleedt voorzeker eene voorname plaats de te Haarlem gevestigde „Christelijke Veree- niging voor de verpleging van lyders aan vallende ziekte," welke sinds ruim tien jaren steeds voortgaat om tot zegon van vele on gelukkige eleptici, van welke godsdienstige gezindte ook, te arbeiden, in deze hare gewichtige taak gesteund door bijdragen of giften van belangstellenden. De gestichten, voor bedoelde verpleegden bestemd en door gemelde Vereeniging be stuurd, zijn ten eerste dat, opgericht te Heem stede op „Meer-en Bosch" voor manlijke per sonen, en die in de Meesterlottelaan, te Haar lem, genaamd „Bethesda" en „Sarepta". aan gewezen voor de lijderessen. Het ligt voor de hand, dat voor de huis vesting, het toezicht en de verpleging van de in die gestichten geplaatste personen belang rijke uitgaven worden gevorderd, welke on mogelijk kunnen worden gekweten uit de ont- UB«3U5.:LLj£.<t=> 2.) Niets goeds verwachtend, opende Hofer den brief en voer, toen hy hem gelezen had, zóó heftig uit, dat zelfs Greta in een hoek vluchtte en van achter 's vaders Zondagsche jas, welke daar hing, slechts schuw en ang stig naar hem omkeek. „Verloren! In eerste instantie ver loren!" riep Hofer, als een dolleman heen en weer loopend en met de vuist op elk meu belstuk slaande. Nu weet ik wel hoe het verder gaat. Het is alles uit! Al mijn geld weg! Die deugniet, die doordraaier ginds in de stad wint het, en ik, de brave, vlijtige, vrome man kan den bedelstaf opnemen." „Maar, Anton, zoo ver is het immers niet Gy hebt toch den molen en de akkers en „Niets, totaal, niets heb ik!" Alles gaat er mee heen. Maak my niet nog driftiger met uwe domme praatjes. In eerste instantie verloren! Dat is zoo goed als alles reeds verloren. Lieve Hemel, dat my, mij nu zoo iets overkomen moet!" Katryn ruimde stil de tafel op en wenkte daarop het kind met haar te gaan. Met Hofer viel toch niet te praten. Deze begaf zich in het geheel niet te bed. Den volgenden morgen zat hy nog op denzelfden stoel strak voor zich uit te staren, terwyl hy zich af en toe door het reeds ver- grysde haar streek. Hy dacht en peinsde voortdurend over de zaak, maar scheen tot geene zekerheid te komen, want nog weken nadat hy de Jobstyding had ontvangen, liep hy als droomonde rond. „Dat proces doet hem den dood nog aan klaagde Katryn dikwyls, en werkelyk kwijnde hij zichtbaar weg. Op zekeren nacht brak er een hevig onwe- der boven het dorp los, dat den geheelen omtrek in een blauwachtig licht hulde. De donder rolde; boomen werden van hunne wortels gerukt en takken en bladeren woeien al dwarrelend door de lucht. Langzaam bedaarde het noodweer, entoen de morgen aanbrak, bescheen een vriendelyk zonnelje het verwoeste landschap. Slechts enkele wolkjes vertoonden zich aan de blauwe lucht. Het was Zondag. Hofer zag er ellendig uit. „Het hoofd doet my pijn van al dat leven en geraas", zeide hy en schoof boterham en koffie afwyzend weg. „Dat kan ik wel aan u merken, maar gij moet toch een stukje eten voor gij naar de kerk gaat", zeide Katrijn. „Gy ziet zoo wit als een doek." „Ik kan niets door de keel krygen", ant woordde hy, greep zyn hoed en ging heen. Greta en Katryn bleven thuis, want de kerk was veraf en de weg by na onbegaanbaar. Het kerkje, hoewel oud en armoedig, had toch een vriendelyk aanzien en stemde tot vrome aandacht. Door het eene gekleurde venster scheen do zon juist op het altaar; het andere, waarvoor een appelboom stond, wiens takken gedeeltelyk afgebroken waren, was door den stormwind vernield. De geestelyke, een eerwaardig grysaard, die in de kleine gemeente algemeen bemind was, sprak de misgebeden uit en opende daarop den tabernakel, om er het allerhei ligste uit te nemen en, onder het aanschou wen van den monstrans, de gemeente te zegenen. Plotseling zag men hem wankelen en de handen als naar hulp zoekend ten hemel strekken. De koster ijlde naderby, ten einde den grysaard te hulp te komen, doch deze wees hem terug; ofschoon doodelyk bleek, had hy zich toch in zoover hersteld, dat hy met gebroken stem kon verkondigen: „Dezen nacht is eene vreeselyke, eene ongehoorde misdaad bedreven. Men heeft den gouden monstrans met de heilige hostie gestolen." Kreten van jammer en ontsteltenis weer klonken door het kleine godshuis. Ieders ge laat toekende ontzetting en schrik, doch niemand was zóó ontsteld, zóó overweldigd door het vreeselyke van de misdaad, als Anton Hofer. Hy knielde niet meer. maar lag uitgestrekt op den steenen vloer en sloeg zich met de banden op de borst. Ongekende ontsteltenis heerschte niet aileen in het dorp zelf, maar in den ganschen om trek. Er bestond geen twyfel meer. dat het venster niet door den stormwind was ver nield. Het was ingedrukt, om de afschuwe- lyke misdaad te kunnen volvoeren. Maar wie was nu de schuldige? Er was maar éón man, dien men van de euveldaad verdenken kon, en dat was Matthias Stein, die eens, door den nood gedreven, eene hem toevertrouwde som gelds had verduisterd. Daarover waren echter vele jaren verstreken en sedert wist men niets slechts meer van hem, ja, men moest toegeven, dat hy alle mogelyke pogingen deed, om de verloren achting te herwinnen. {WordX vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1