N°. 9897. Maandag 30 Mei. A0. 1892. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. DE PIETERSKERK. Leiden, 28 Mei. Feuilleton. Met cc re gewroken. LEIDSCM DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 3 meAodenf 1.1®. Franco per post140. Afzooderltffc* KommenÖ.OB. FBIJS DER AD VERTEN TIÉN: Tan 1regols /"1.05. Iedere regel meer f 0.11|. Grooter* ietters naar plaatsruimte. Voor het lncasaeerea baiten de stad wordt fX). 10 Mrnteo*. Tweede Blad. Onder de kerken in onze goede stad Leiden is de kerk, aan St.-Pieter en St.-Paulus ge- tvyd, do oudste. Zy bestond reeds vóór Lei don het eerst vergroot werd. De pracht van het gebouw draagt de getuigenis, dat z|jn ontwerper iemand was in de bouwkunst zeer ervaren. Hoe lang aan deze kerk is gewerkt, voor zy voltooid was, kan niet met zekerheid meer gezegd worden. Het is evenwel bekend, dat zy in het jaar 1121 door den Utrecht- schen bisschop Godebald gowyd is „inder eeren Godes ende der heyligen apostelen St.-Pieter ende St. Paulus". Er z|jn weinig kerken in de Nederlanden, die op zoo hoogen ouderdom kunnen bogen als do Pieterskerk te dezer stede. Zy is, by al die oude tempelgebouwen vergeleken, voorzeker niet de minste, wat schoonheid en sierlijkheid van bouworde betreft. In het westen van deze kerk was voor heen een zeer hooge en schoone toren. Hy kon van uit de Noordzee gezien wordon, daar hy eene hoogte had van 384 voeten, en verstrekte d6ii schippers en stuurlieden tot een baken, om met Gods hulp hunne sche pen in eene gewenschte haven te brengen. Deze toren werd niet te gelyk mei de kerk gebouwd, daar hy in het jaar 1212 verree?. De kap er van werd 252 jaar later gemaakt. Ten jare 1512 op St.-Mattb|jsdag (25 Febru ari) greep er binnen dit kerkgebouw eene ontzettende paniek plaats. Het was de eerste dag in de vasten, 's namiddags na de Vesper, toen de president van de observanten buiten Leiden alhier preekte. In het midden van z(jn sermoen viel een groote gootsteen op de kerk en maakte een zoo groot geraas, dat ecnigen van hen, die ter kerke waren, uit riepen: „de toren valt!" De schrik deelde zich aan allen mede. De een wilde voor den ar.der het kerkgebouw verlaten. Velen lagen op den vloer, anderen vielen er over heen, sommigen waren gekwetst, vrouwen verloren hare kaproenen, falien, huiken, pantoffels; moeders vergaten hare kinderen, kinderen hunne moeders; elk wilde zijn leven redden. De president, een voornaam prediker, verliet den preekstoel en wist niet, wat er eigenlijk gaande was. Deze ontzettende gebeurtenis was de voor bode van eene nog ontzettender, welke echter zonder ongelukken afliep. In den nacht van den 5den Maart d. a. v. stortte de toren van de Pieterskerk in. Het kruis, bekken of pyn- appel met den makelaar vielen op het huis van den priester Simon Ewoutsz in stukken, waarbij het dak verbrijzeld werd en veel hout op zyn bed neerstortte, zonder hem noch iemand anders to kwetsen. Het dak der kerk aan de noordzijde, benevens twee pilaren, werden verbrijzeld en aan de andere zyde over St.-Catharyne altaar was een vak muur uit gevallen. Het groote orgel, dat midden in de kerk aan den toren hing, bleef tot elks ver bazing hangen. Buiten de schade, aan dit kerkgebouw door dien val veroorzaakt, leed de stad, hoewel er geen menschenlevens te betreuren waren, toch een aanzienlijk verlies, wijl de kamer, onder den toren gemaakt, geheel tot puin werd vermorzeld, waardoor het groote zegel, henevens stadsprivilegiën, brieven, charteren en principale stukken, daarin geborgen, en dus een voornaam gedeelte van het stedelijk archief, voor zooverre het niet kon gered worden, verloren ging. Ruim eeno halve eeuw later werd deze hoofdkerk, gelijk ook andere kerken te dezer stede, van hare kostelijke sieraden beroofd. Op Zondag den lsten Aug. 1566 namelijkbegon men, onder aanvoering van Smytje Byr.acht en Vos, daar de beelden te vernielen, de prachtige altaren te beschadigen en schilder stukken van groote waarde, onder welke eenige van Leidsche kunstenaars, te vernie tigen. Dit vandalisme werd den volgenden dag voortgezet. Willem van Oranje, 'sKonings stadhouder over Holland, Zeeland en Utfecht, kwam den 22sten Jan. 1567 te Ltiden en vorbood het pre diken in de Broederkerk, waartoe sedert den 19den September b. v. was overgegaan, en gaf verlof een huis te bouwen om er te pree- ken, kinderen te doopen en bruidon te trouwen, „tot wederopzeggens too." Buiten de Witte- poort werd tot dat einde een huis gebouwd, 180 voeten lang en 80 voeten breed, voor ƒ2100, doch dit preekhuis werd den 2den Mei 1567 weder afgebroken en den SOsten d. a. v. werd van de puie van het stadhuis afgelezen, dat men binnen 4 dagen weder in de kerken moest terugbrengen, al wat er uitgedragen was. Doch er was zooveel ver nield, dat aan dit bevel niet meer kon voldaan worden. Niet lang daarna werd een der bel hamels van den zoogenaamden beeldenstorm, Smytje Bynacht, in zyn eigen huis gevangen genomen. De eerste preek in de Pieterskerk werd op Zondag den lsten Aug. 1568 door broeder Floris gehouden, doch juist twee maanden later deed de pastoor er weder dienst en hield er uitvaart van 'sKonings zoon. De onrust in de gemoederen bleef voortduren. Het baatte weinig, dat den 2den April 1569 alle boekwinkels werden doorzocht en zelfs verboden werd, Erasmus' boeken, te Kampen gedrukt, te verkoopen. Een vernieuwd verbod, den 17den Maart 1570 uitgevaardigd, om geen Duitsche, d. i. Iiollandsche, boeken dan die geoorloofd werden, te lezen, hielp evenmin, daar zij toch in het geheim gelezen werden. Yoor de tweede maal, na eene tusschen- ruimte van twee jaren, preekte broeder Floris woder in de Pieterskerk. Niet lang daarna hield de pastoor er wederom dienst. In 1572 hebben de ingekomen Nassausche soldaten zich tydelyk in de Pieterskerk ge legerd. Kort daarna ging deze hoofdkerk aan de hervormden over, aan wie zy sedert verble ven is. Naar wy vernemen, hebben de heeren J. M. Yan Kempen en Zonen, eigenaren der Kon. Ned. fabriek van goud en zilverwerk te Voorschoten, aan de internationale Sport- tentoonstelling to Scheveningen eene prachtig gedreven zilveren bokaal geschonken ter waarde van duizend gulden, om als eersten prijs te dienen by den te houden Zeilwed strijd op de Noordzee. Eene beschrijving van dit prachtstuk hopen wy later te laten volgen. Men schrijft ons uit Roelof-Arendsveen, dd. 26 Mei: Zoodra gisteren de uitslag der herstemming voor leden der Provinciale Staten in het district Alfen bekend was, werd spoedig aan onderscheidene woningen do nationale drie kleur ontplooid, om daardoor de oprechte vreugde uit te drukken over het succes van den lieer F. H. Yan Wichen, burgemeester van Alkemade. In deze gemeente wordt het algemeen als eene groote eer beschouwd, dat thans, en wel voor do eerste maal, aan een harer in gezetenen het voorrecht is te beurt gevallen o-ii een welvarend district in de Staten der prov. Zuid-Holland te vertegenwoordigen. Allen, die in de gelegenheid waren Z.EA. eenigszins van nab|j te leeren kennen, of met hem in of buiten zyn ambt in aan raking te komen, zyn overtuigd, dat hy zich dat in hem gestelde vertrouwen ten volle zal weten waardig te maken. Z\Jne be kende administratieve kundigheden, zyne rjjke kennis en ervaring op het gebied van land bouw- en polderzaken, zijne humane, kalme en onpartijdige beoordeeling van menschen waardoor zijn fijne tact in den omgang te verklaren is en nog meer uitstekende hoedanigheden, welker opsomming hemzelven om zyne bescheidenheid bepaald zou hinde ren. spreken borg voor dio overtuiging. Des avonds werd Z.EA., terw|)l hy zich omringd zag door een rital belangstellende en deelnemende vrienden en kennissen, aan genaam verrast door een s uitstekend geslaagde serenade van het alhier bestaande fanfare corps „Liefde voor Harmonie," welk gezel schap ook by dezo gelegenheid wederom blijken gaf van op de baan der kunst met vasten voet voort te schrijden De Oostenryksche wapenfabriek te Steyr, in Oostenrijk, heeft de opdracht ontvangen tot levering van een honderdtal geweren van 6.5 m. m. als proef, met daarby behoorende munitie. Deze geweren, door tusschenkomst van het departement van oorlog aangeschaft, z\jn bestemd voor het Indisch leger. Aan den secretaris der Staatscommissie voor de arbeidersenquóte, mr. J. O. T. Heyligers, Oost-Indisch rechterlijk ambtenaar met ver lof, is eene verlenging van dat verlof met zes maanden toegestaan. Het aantal predikantsvacatures in Oost- Indiè, zoo verneemt men van daar, is weder met één vermeerderd door het eervol ontslag, verleend aan den heer Begemann, predikant te Fort Do Koek. Do 1ste luitenant der infanterie J. Stroeve, gedetacheerd b\j het Indisch léger, keert uit Indiü terug per stoomschip, den 21sten Mei van Padang vertrokken. Aan den kapitein der genie H. R. De Vries en den ls'en luitenant der artillerie» H. W. J. Stroband, beiden van het Indisch' leger, is, gedurende hun verlof hier te lande, behoud van aanspraak op bevordering toe gekend. Naar luid van Indische berichten, zou den aan de Hoogere Burgerschool te Batavia en te Semarang eene plaats vacant z\jn als leeraar in de wis- en natuurkunde. Naar van goed ingelichte zijde wordt medegedeeld, zou het niet onwaarschijnlijk zyn dat ook te Maastricht eene landbouw school wordt opgericht. De inspecteur van het landbouwonderwijs, de hoer Lohnis, vroeger directeur van de Maatschappij van Weldadig heid, zou althans in dien geest hebben ge adviseerd. 3.) De voorlezing had het gewenschte gevolg; de gemoederen, door de edelmoedige verklaring van Maria, „dat zij volstrekt geen geloof hechtte aan de uitgestrooide geruchten, dat de wakkefe verdedigers van het vaderland zich schuldig zouden gemaakt hebben aan verraad", in beweging gebracht, bewerkte dat men een adres teekende, waarin de verkla ring werd afgelegd, dat men het leven veil zou hebben voor de verdediging der rechten van Hare Majesteit-, voor Engolands vrijheid en den Protestantschen godsdienst, en do vroeger afgelegde eed hernieuwd word. Allen teekenden... Russell niet. Waarom niet? Was liet toeval of met voordacht? Wjj weten daar geen antwoord op te geven. De vloot der Eeudgenooten lag inmiddels in St. Helens baai, aan de oostkust van het eiland Wight. Daar hadden de beraadslagingen plaats, wat verder te doen stond, terwjjl men nog \yaehtte op de bevelen der koningin. Onze admiraal Almonde deed toen het voorstel de baai uit te zeilen en nzar de Fransche kust over te steken. Een tiental schepen was door den vyand uitgezonden om Tourviile op te zoeken en hem te be richten geen slag te leveren, omdat de En- gelsche en Nederlandsche vloten zich ver- eenigd hadden. Almondes voorstel werd onmiddellijk op gevolgd, maar ook zelfs een halve dag toe- vens en de naam van Kaap La Hogue zou nooit in de geschiedenis van ons zeewe zen geboekt zyn geworden. 's Middags van 27 Mei stak de vloot in zee en het opvolgen van den raad van Al- monde had allerbelangrijkste gevolgen. Tourviile toch had last ontvangen de voor genomen landing te dekken en al was de vijand ook overmachtig, geen treffen te wei geren. Men meende dat de vloten van Engel- schen en Nederlanders niet vereenigd waren en rekende op het verraad, dat op de vloot zulke groote proportion had aangenomen, waardoor Tourviile eene versterking van 16 schepen zou erlangen, welke tot hem zeuden oveiloopen. Tusschen 28 en 2fi Mei bevond hy zich bij de landtong van Normandië, waarvan de westelijke punt Kaap La Hogue, de ooste lijke Kaap Barfleur wordt genoemd en waar Cherbourg tusschen ligt. Waarschijnlijk door den zwaren mist ontmoet hy de schepen niet, welke door den Franschen minister van marine hem toegezonden zyn, om het ge vecht te vermijden, daar de Britten en Hol landers vereenigd zijn! By hot aanbreken van den 29sten Mei wordt syne vloot bjj de Portlandsche rotsen bespeurd. Eeo renbode brengt dit nieuws naar Londen, een ander gaat langs de kust het nieuws meodeelen en binnen korten tijd ziet Tourviile aan den horizon de vloot op doemen, de Nederlandsche met de Engelsche vereenigd Schrikkelijke toestand 1 Wat te doen? Daar ontstaan in het gemoed van Tour viile verschillende tegenstrijdigheden. Zjjn last is den vijand maar ieder op zichzelven en niet gezamenlijk aan te vallen. Moet hy nu het gevecht ontwijken, nu de ver- eenigde macht tegenover hem staat? Maar h(j herinnert zich do berisping na den slag bij Bevesier.Men twijfelde toen aan zyn moed 1 Thans zal hy toonen geen lafaar d te zijn; hy besloot het gevecht aan te gaan. De beide vloten zyn verdeeld, zooals daar even door ons is aangegeven. Het voordeel van den wind is aan zyne zyde en in den morgen van 29 Mei komt by met zyne vloot naar de Bondgenooten afzakken. Doch eerst tusschen tien en elf uren is hy by zyn tegenstander en wordt het eerste schot gelost. Deeriyk worden de Franschen in hunne verwachting teleurgesteld. Russell had voor den aanvang van den stryd al zyne sdhepen bezocht en overal de bemanning vermaand, hunne aanvoerders, ingeval van verraad, over boord te werpen. Tourviile, vervuld met spyt, dat hy geen hulp kree.-, waarop hij gerekend had, en Russell, met het voornemen zich te zuiveren van elke verdenking, welke op hem zou kunnen rusten, beginnen bet gevecht op minder dan een pistoolschot afstands. Dit in het sein voor allen, en weldra is de geheele macht in eon woedenden stryd gewikkeld. Toch waren het hoofdzakelyk het centrum en de achterhoede, daar de Fransche voorhoede buiten schot boven wind bleef liggen, zohfljW van de Nederlanders alleen de schepen van het eerste smaldeel on onkele van het tweede aan den strijd deelnamen, omdat een zes- of zevental der Franschen Callenburgh aan tastten. (Wordt vcrcolffd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5