Woensdag werd vanwege liet personeel fier afdeeling Beweging, van de verschillende stations van do Holl. IJz.-Spoorweginaatschap- py, door eene commissie afscheid genomen van den heor E. D. Kits Van Heiningen, te Amsterdam, die ingevolge zyno benooming tot lid van den Raad van Toezicht naar 's-Gravonhage vertrekt. De groote genegenheid en achting, welke de vertrekkende zich had weten to verwerven, hadden den ambtenaren, dio onder hom werk ten, aanleiding gegeven, dat afscheid gepaard te doen gaan met de aanbieding van een stoffe lijk bewijs van waardeering. Bij monde van den heer Van Vassen (chef te Amsterdam) werd den heor Van Heiningen een fraaie marmeren inktkoker aangeboden. In 't midden daarvan verheft zich een flinko zilveren vrouwefiguur, voorstellende de af deeling aan welker hoofd hy geplaatst was. By den inktkoker was een fraai bowerkt album gevoegd, hetgeen niet weinig bijdroeg fie waarde van het aandenken to ver Imogen. De heer Van Heyningon betuigde in harte lijke woorden der commissie zijn diopgevoel- den dank. 's Avonds werd door hoofd- on eerstaan- wezendo ambtenaren der afdeeling Beweging den \6rtrekkondo oen gastmaal in 'tAmstel- liotol aangeboden. Bfj hot microscopisch onderzoek van Arno- rikaansch spek waren te Utrecht indenlaat- sten tyd horhaaldelyk trichinen gevonden en had do minister van binnenlandsche zaken, naar aanleiding daarvan, de geneeskundige inspecteurs en do dislrietsveoartsen, door tus- schenkomst van de Commissarissen der Ko ningin geraadpleegd over do vraag, of het ook noodig was, voortaan geene vergunning te vorleenen tot invoer van Amerikaansch spek en varkensvleesch, of wel aan zoodanige ver gunning strengere voorwaardon te verbinden dan thans worden gesteld. Door den minister is thans aan de genoemde Commissarissen medegedeeld, dat de hierop bij hem ingekomen ambtsborichton hom voor alsnog geeno aanleiding geven om wyziging in dio voorwaarden voor te stellen. Tervvyl door don minister nadöre inlich tingen worden govraagd omtrent do door do regeoring der Vereonigdo Staten to geven waarborgen, dat hot voor den uitvoer be stemde spek on varkensvleesch geene trichinen bevatten, acht do minister het voorloopig voldoende, dat do aandacht worde gevestigd op hot gevaar, 0111 spek en varkensvleesch in rauwen of ongaren toestand te nuttigen. Den voormelden Commissarissen is derhalve ver docht, de aandacht van gemoentebesturon op do zaak te vestigen on hen uit to noodigen, de ingozotenen hunner gemeente op bovenge noemd gevaar opmerkzaam te maken. By koninklyk besluit is, op de voordracht van den minister van binnenlandsche zaken, art. 23 van het roglement voor do Ryks Hoogcro Burgerscholen als volgt aangevuld: „Het bedrag van het schoolgeld zoowol voor hen, dio het geheele ondorwys volgen, als voor hen, dio slechts enkele lessen by- wonen, wordt door den minister voor elke hoogero burgerschool afzonderlyk vastgesteld. „Zy, die zich door bfjzondcren aanleg onder scheiden, doeh onvermogend zyn schoolgeld to betalen, kunnen daarvan door don minister op de by dit reglement gevocgdo voorwaarden worden vrygesteld. „Aan hen, to wier behoove vrijstelling van de betaling van schoolgeld is verleend, kun nen boeken en leermiddelen kosteloos van Rykswege worden verstrekt." Daarop volgen de bekende voorwaarden van kostelooze plaatsing, waartoe men zich in do maand Juni van olk jaar by den directeur kan aanmelden. Aan do kamers van koophandel en fa brieken te Amsterdam, Rotterdam, 's Graven- hage, Dordrecht, Schiedam, Leidon, Middelburg, Ylissingen, Zaandam, Harlingen en Groningen en aan do Twentsche verecniging ter bevor dering van ny volheid en handel is een exem plaar toegezonden van do „Accounts rolating to trado and navigation of tho United King dom", nopens de maand Maart 1802. Gcmeugd Nieu tv In antwoord op hotgeon do schryvoi der Haagsche Sprokkelingen" in hot BU. D." zegt omtrent Vrouwenvelder, die den aanslag pleegde op den heer De AVys, komt in hetzelfdo blad do volgende mededeeling van „een on- partydige" voor: 'k wil in het midden laton, of op derf' aanrander iets to zeggen viel, in de beteekenis, welke men ge wooniykaan die uitdrukkinghecht. Een foït is hot evonwel, dat de apothekers bediende Vrouwenvelder tegenover don heer Do Wys, die als gérant of chef de apotheek dreof, en dus sedert den dood van den ouden hec-r Moet bepaald zyn meester werd, veelal een onbehoorlyken toon aansloeg en eene ongepaste houding aannam. Soms weigerde hy zelfs dienst, waarop hy-dan echtertorug- kwam door het antwoord van den heer De wys, „dat hy zulk oen bediende niot kon gebruiken". Sedert de laatste 2 jaren vooral heeft de heer De Wys, naar ik vernam, enge lengeduld met hora gehad, maar op don duur kon het toch zoo niet blyven gaan, want de knecht kon er zich maar niet in voegen, aan dezen meester ondergeschikt te zijn. „In Februari jl. was do heer Do Wys daarom wol genoodzaakt, hom tegon 1 Mei a. s. den dienst op to zeggen. Op 20 April volvoerde de knecht zyn mislukt, doch in allo opzichten mot grooto zorg en veel ovorleg voorbereid moordplan. Hy waando den heer De Wys dood en hing zich toen op." De firma E. Brandsraa, to Am- sterdam, heeft eene nieuwe reclamekaart doen vervaardigen. Het is oen fraai stuk. In October 1890 werd door do firma eene prysvraag uitgeschreven voor een ontwerp- roclamekaart. Daarvoor wordon de volgende pryzon uitgeloofd: 000 en ƒ300, too to kennen door eon jury te Amsterdam, ƒ500 en ƒ300 door een jury to Beriyn en /'GOO door haarzelvon. De jury te Amsterdam bestond uit do heeren Aug. Allebé, dr. P. J. H. Cuypcrs, Jozef Israels, A. J. Der KindereD, J. R DeKruyff, Ferd. Leenhoff, W. B. G. Molkenboer en J. Voth, kunstschilder to Bussum. Zy kende den lsten prys toe aan den heor E. Koning, in Den Haag, en don 2den aan den heer A. F. Gips, te Bergen-op-Zoom. De jury to Beriyn bestond uit de heeren Woldemar Friedrich, prof. Friedrich Gesel schap, Hans Herrmann, dr. Julius Lessing, Max. Liobermann, W. B. G. Molkenboer, J. C. Raschdorff eu Franz Skarbina, die den eersten toekende aan den heer M. A. J. Bauer, in Den Haag, en don 2dcn aan den heer Max Seliger, to Beriyn. Do door de firma toe to kennen prys viel ton deel aan het ontwerp van de hoeren E. S. Witkamp en N. Van den Waay, to Am sterdam. Dit ontwerp werd als reclamekaart aange nomen en do roproduclio daarvan opgedragen aan do firma S. Lar.khout en Co., in Den Haag. Do firma is daarin uitstekend geslaagd. Do plaat is gedrukt in 14 kleuren, zeer fraai in elkander gowerkt, onderscheidt zich door verdienstelijke behandeling 011 verdient aan dacht als voortbrengsel van Ncdoilandscho kunstnyverheid. Wy behoeven haar niet to boscbrijven.Mcn zal haar vormoedolyk spoedig overal zien. Te Bussum zyn niet twookindo- ren ten govolgo van kolendamp gestikt, maar slechts één is overleden, torwyl thans een der andere huisgenooten ook aan de gevolgen gestorven is. Sequah vorduizendvoudigd in ons landl Indien het weder meewerkt, zyn wy wollichl in de gelegenheid dezen zomer tal van jonge Sequah's to zionalthans de heer M. Buijsman, to Middelburg, ontving uit Zuid- Amerika zaden van do Sequah-plant. Onze bodem schynt betrekkelyk voor dit uit- lieemsch gewas nogal vruchtbaar te zijn. Krygen we dus groeizaam weder, dan zal do heer Buysman wel zoo goed willen zyn ons omtrent het gowas Sequah nader in te lichten. In eene Roomscho kerk to Fort- wayne, in Indiana, ontstond Zondag een paniek, daar een bundel papieren rozen (het gebouw was overvloedig met kunstbloemen versierd) door den tocht in aanraking kwam met eene kaarsvlam, zoodat een deel der ke«k in een oogwenk in vlam stond. Het was er stampvol en oen schrikkeiyk gedrang was het gevolg, zoodat velen ondor den voet raakten. De goestelyken en eonigo andere personon bleven gelukkig kalm en slaagden er in do ordo te herstellen en het vuur te blusschen. Ver- scheidenen deden echter deorlyke brandwon den op. To Brussel heeft een verlaten meisje haren minnaar, dio met eeno andore ging trouwen, op weg naar het Stadhuis twee potten met roode en witte olieverf over het ïyf geworpen. Zaterdag-ochtend heeft een troep heidens, buiten Aarlen (België) gelegerd, oen kind gestolen en is daarmede in een bosch gevlucht. EEN KLEIN KIND MAAR! Uit het Duitsch VAN ANNA FROMM. „Wordt (laai- iemand begraven? „Eon klein kind maar!" luidt het antwoord, en de vraagster vervolgt haar weg. 't Is de moeite niet waard te biyvon stilstaan, als er maar een klein kind begraven wordt. Do andere, dio in 't sous-terrain van een huisje in do voorstad uit het raam ligt, wendt zich tot eene aan do voordeur staande buurvrouw. „Marie moest zich niet zoo aanstellen of haar eon groot ongeluk was overkomen, 't "Was immers niet eens haar eigen kind, cn dan is 't schaap van de geboorte af eon tob- bertje geweest; ze moest God danken dat het uit d'r lyden is." „Ik weet wel wie God danken zal," zeido do buurvrouw. „Haar man zal bly zyn, als hy thuis komt. Ze had ook nergens oogen of ooren voor dan voor dat wurm." Uit de bovonwoning treden thans de dragers met het kistje, gevolgd door eeno bleeke vrouw mot roodgeweende oogen en vervallen gelaat, bij wie zich een paar buren aansluiten. Dan gaat do kleine stoet de straat af; de toeschouwers verlaten venstor en deur, het schouwspel is voorby en vergeten. 'tWas eon klein, ziokeiyk kindje, dat daar begraven wordt, maar voor de treuronde was het al wat haar vreugd gaf op de wereld. Ze heeft wel is waar haren man, een oppas send, vlijtig monsch, torwyl zyzelve eene fiinko, ijverige vrouw is, maar zo passen niet by elkander. Beiden lichtgeraakt, beiden op hun stuk staande, krygen ze maar al te dikwyls ongenoegen on wil Ion dan geen van tweeën do minste zyn. Zoo ze een kind gohad haddon, zou hen dat misschien tot elkaar hebben ge bracht; maar ze bloven kinderloos, wat Maric vooral zich zeer aantrok. Toen stierf hare zuster, wier eonig dochtertje ze tot zich namen. Op die kleine vestigde ze alles wat zo aan liefde en teederheid bezat; zo dacht slechts aan haar, zorgde slechts voor haar, en haar man begon woldra het meisko als eene indringster te beschouwen, die hem alles ontnam wat liem tookwam. De verwijdering tusschon de echtgenooten word steeds grooter; zo twistten zelden meer. maar koud en zwij gend leefden zo als vreomden naast elkander voort- De man was werktuigkundige, en zyn pa troon had hem buiten do stad gezonden om ccne ingewikkelde machine op to stellen en aan den gang to brongon; binnen drie weken ongovoer kon hy rekenen terug tc zy.n. Hy en zyno vrouw namen luchtig afscheid; 't was beiden onverschillig of zo elkaar zagen of niet. In dien tusschentijd werd hot kind ziek en stierf, en juist op den dag dat liy zou thuis komen, werd het begraven. Mane had er niet aan gedachtwanneer dezer dagen haar man eene onko'.o maal haar in de ge dachten kwam, was 't alleen om vol bitter heid by zichzolve te zoggen: „Goddank, dat hij nu niot hier is 1" Ze keeit terug van het kerkhof, en als ze do kamer binnentreedt en de plek ziet, waar het kloino kistje gestaan heeft, zinkt ze wan hopig schreiend op de knieën neer, en jam mert: „Klaartjol Klaaitjel" Eindelijk rijst zo op, en aldoor snikkend, gaat ze aan eeno zware taak. Ze zoekt al wat aan 't kindje heeft toebehoord bu'een: kleertjes, schoentjes, speelgoed, het bordje, waarvan het at, en logt het zorgvuldig in osne lado, ieder voor werp zacht en teedor aanvattend, alsof hot iets levends was. Daar gaat do dour open, ze wendt zich om, haar man staat op don drempel. Hy kykt met verwonderd vragende oogen de kamer rond; dan stamelt hy: „Wat is er gebeurd „Niets," zegt ze yzig koud, „althans niets wat jou aangaat. Alleen is het kind dood." Ze breekt af met eon snik, maar hare tranen zyn verdroogd, zoodra ze haren man gewaar werd. 't Is als ligt haar een steon op het hart. „Maar myn God, hoe is dat mogelyk?" roept hy ontsteld. „Waarom zou het niet mogelyk zyn?" ant woordt zo toonloos, „'t Was immers altyd een zwak stumpertjo, een wurm, zooals ze allemaal zeiden. Nu is het ziek geworden en gestorven en begraven." De man is op eon stoel gezonkon en staart voor zich uit, met de handen op de knieën gesteund. Hy heeft daarginds tyd gehad om velerlei te 0verdonken, en op zijne terugreis heeft hem altyd dio ééne vraag beziggehou den lioo zal zo je ontvangen - „Wie zou dat gedacht hebben? zegt hy. „Niemand hcoft het gedacht," hem-en^J op denzelfdou doffen toon „Maar U t kinl was vr ijzer dan wy allemaal: heth-, piaat. voor jo gomaakt, omdat hot wist dar het ia in den weg was. Jk wou dat ik het ooi had kunnen doen. Nu, wie woot hoo eau™ misschien." „Spreek zoo niet!" valt hy haar rowing redo. „Als 't bepaald zoo zyn moot dat. éOi van ons woggaat, dan zal ik gaan. Ik vin ook ergons anders myn brood wel." Zo slaat geen acht op zyno woorden; zo is opgestaan en begint weer do kleine bezittin gen van hot doodo kindje op te ruimen. „Dat is 'toenigo stuk speelgoed, dat zo oojl van je gehad heeft," zegt zo met eeno hand. beweging in zijne richting, maar zonder zich om te wenden, „en er was niets, waar z6 zóó op gesteld was. Je bobt het nooit gemerkt - wat ging hot jou ook aan- hoe dikwylj ze jo aankeek, ot jo haai- niot eene einde!: k een vriendelijk woordje zoudt zeggen, en hoo zo je nakeek tot jo do deur uit waart. Hot kind heeft je liefgehad - maar wat kan jou dat schelen!" Zo houdt plotseling op en keert zich tot hem. Koen, zo heeft zicli niet vergist, hij heeft het gezicht met de handen bedekt en sdirc-it Kan het om het kind wezen? Eindtlyk doet ze een paar schreden naar hem to. on ze"t schuchter: „Zo heeft nooit geweten, dat je niet van haar hield, en als jo eens onvriendc - waait was zo 't dadelijk weer vergotenhet is immers altyd zoo'n engeltje geween!" Ifco het kwam, wisten ze niet, en -. vroegen er ook niot naar, maar hot volgend t,ogenblik lagen ze elkander in do armen en weenden to zamen om het kind. Daarna zate zonaast eikaar zonder veel to sproken, hanu in hand, en 's avonds gingen zo samen naar hot kerk hof. Zo voelden het nu reeds, en in don loop der jaren bevestigdo het zich moer en moer: de kleiuo doodo had hunne ha en voor elkander ontsloten en vast verbonden. Zo bloven aileen, maar zo waren gelukkiger u.inzèooit hadden durven hopou, stil tevreden met hun lot on toegovend jegons olkander. En toch was het maar een klein kind geweest, dat die verandering tot stand had gebracht. WEST-IKBIË. I'ARAMAUIBO, 1 Apr.]. In den ouderdom van 57 jaren is alhier overleden de heor J. II. De Granada, sinds de instelling der Koloniale Staten grifflor van dit college. Op uitnoodiging van den Gouverneur heelt zich eeno commissie gevormd voor het huldeblyk aan Prinses Sophie. De Gouverneur is eore-voorzittcr, do hoeren mr. D. Juda, H. a'Angremond en mr. C. H. Van Meurs resp. voorzitter, penningmeester 011 secretaris. Aan den hoer D. Do Boer, gezagvoerder by do Koloniale vaartuigen, waarnemend havenmeester en scheepsmeester, is wegens langdurigen dienst in West Indie buiionlandsch verlof naar Europa voor één jaar verleend. De „Suriname" 6chryft: Dezer dagen moeten de bosehnogors liet er op aan iiebbon gelogd, om op bedrioglyke wyze levensmiddelen van het gouvernement to erlangen. Do alarmkreet van den slechts in do her senen van sommigen alhier bestaanden „hon gersnood", en do daarop te goeder trouw gevolgde lolïelyko poging van den gouver neur om dien „hongersnood" to keeren, is ook tot onze woudbewoners doorgedrongen. Dezen, tuk op liegen en bedriegen, en behept met eene voorbeeldelooze zucht tot bedelen, kregen daardoor water op hunnen molen on vonden spoedig den weg naar het gouverno- moitshotel, om er te jammeren en van hunnen nood te klagesier waren er onder, die, naar wy vernemen, hebben verzekerd, dat zp in geene zeven dagon hadden gegeten. Zy slaag den dan volkomon in hunne poging, cn er langden ryst en andere levensmiddelen. De door hen op deze wyze behaalde winst gaat van mond tot mond over en vermeerdert dagelyks do bezoeken dezer bedelaars ter gouvernements-secretarie, alwaar aan de reuk organen der ambtenaren en de andere bezoe kers van dat kantoor niet weinig geweld wordt aangedaan. Ons is van vertrouwbare zyde lrierop ge wezen en verzocht om te verzekeren, dat de klachten der boschnogers ongegrond zyn; de meesten hunner, die bedeeld zyn, hebben on- middellyk daarop hondorden guldens kunnen uitgeven voor manufacturen en andero koop manschappen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 6