Feuilleton. HET GERAAMTE. Leiden, 23 April. Do op 20 dezer gesloten kiezerslijsten der g meente Alkemade wijzen een totaal aan vr 'J82 kiezers voor leden van do Tweede Kame er State/»-Generaal, 381 voor leden dor P' itcialo Staten en 380 voor loden van den Rn. i tegensctiattors voor de personeole belaste om van do zijde der belastingschul digen i o dienon, zijn voor hot 1 Mei a. s. aanva ndo dienstjaar 1892/1893, door bur gemeester on wothoudors der gemeente Wout r -ge opnieuw benoemd de heeren Wm. Boot D. Van Essen. <)p hot kohier van den Hoofdoiykon Omsla;.- Ier gemeente Alkemade, voor hot dienstjaar 1892, waarvan een afschrift gedu rende G maanden ter gemeente-secrotarie ter visie ligt, komen de namen van 370 contri- buabek voor, verdeeld over 1G klassen; de hoogs aanslag bedraagt 50, de laagste ƒ1, a. vy-, ude een totaal kohier van 2538, op eeno bevolking van 4395 zielen. Bij koninklijk besluit is, met ingang van 28 April 1892: lo. aan W. A. graaf Van Lynde i, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend 1 voorzitter van don militieraad in Zeeland, voor de lichting dor nat. militie van 1892 i 2o. benoemd tot voorzitter van dien iniliti ad, voor de lichting 1892, mr. P. J. F. V Voorst Vader, lid der Prov. Staten van melde provincie. De machinist lsto kl. v. k. J. M. Sporry, met 1 -M a. s. benoemd tot officier-machinist 2de k). bij 's Rijks stoomvaartdienst. Me' ingang van 1 Moi a. s. J. Visser be noemd t«»t machinist op de Rijksdienststoom boot bij do werken tot verlegging van do uitmonding der rivier de Maas. Aan W. Ide Jr. ontslag verleond uit zijne betrekking van opzichter 2de kl. voor het stoomwezen. Bij koninklijk besluit van 21 dezer is op de voordracht van den minister van water staat, handel en nijverheid, uit overweging dat het wenscheljjk is eene Staatscommissio te benoemen om de uitvoering van do voor schriften der Grondwet omtrent hot water staatsbestuur voor te beroiden, het volgende bepaald lo. eeno Staatscommissie in te stollon,ten einde do Regeering van advies te dienen omtrent, de wettelijke regels, die ton aanzien van hot waterstaatsbestuur behooren to wor den gosteldon omtrent do volgorde, waarin aan do daartoe betrekkelijke voorschriften der Grondwet behoort te worden voldaan; met uitnoodiging de uitwerking harer denkbeelden achtereenvolgens in den vorm van ontwerpen van wet neder te loggen en aan do Regeering to doen toekomen 2o. tot loden der bedoelde Staatscommissie te benoemen: mr. G. De Vries Az., Staats raad in buitongowonen dienst, tevens voor zitter; G. Van Diesen, hoofdinspecteur van den Rijks waterstaatA. Deking Dura, hoofd ingenieur van den Provincialen Waterstaat in Overljselmr. U. IL Huber, lid van do Tweede Kamer der Staten Generaal en van de Prov. Staten van FrieslandW. T. Koster, adm. aan het ministerie van waterstaat, handel en nijverheid; mr. .T. Oppenheim,hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te GroningenH. O. Van Os, lid der Prov. Staten van Gelderland mr. J. A. Vaillant, presidont van do arr.-recht bank te Eottordam; mr. J. A. F. Verhcyen van Estvolt, kantonrechter to Boksmêer; rar. F. H. J. Tavenraat, griffier der Prov. Staten van Zuid-Holland, tevens secretaris. U U l'jL'lüW L.AN1X Frankrijk. Eon ongewoon gevaar bedreigt Frankrijk don lston Moi. Ondor de agenten van politie te Parijs bestaat groote ontevredenheid. Z(j houden geheime samenkomsten en hebben in eeno ongeteekende verklaring hunne grie ven, voornamelijk wat hun traktement betreft, openbaar gemaakt en dreigen op den lston Mei hot work te staken. Intusschen wordt verzekerd dat do prefect van politie roeds don 3den dezer maand aan den minister van binnenlandscho zaken hooft voorgesteld, 1200 nieuwe agenten to benoe men en ook de traktementen te verbeteren. Van den lsten Mei on hot vorbod van open bare demonstraties sprekend, zegt do „Justico", dat do rogooring voor goodkoope plelziertrei- non naar Brussel en London behoorde te zorgen, opdat do vryo burgers der republiek in do hoofdsteden dor naburigo monarchieën zouden gebruik kunnen maken an het recht, zich vry op "straat te bewegen. Tegenover Dahomey wordt do openbare meening. allengs oorlogzuchtiger. Eon oorlog tusschon Frankrijk en koning Belianzin van Dahomey scheen dan ook reeds lang onvermijdelijk. Uit Kotonou wordt van 20 April gomeld„Na de Ouémé-landstreek to hebbon geplunderd, waron do troepen van Behanzin naar Dahomey afgetrokken. Z\j zijn nu drio dagon terug, zoor talrijk, en bezetten hot noorden der provincie Ouémó; zy be- droigen Porto-Novo. Buitendien zijn 4000 Dahomeyers niet vor van Kotonou gelegerd met 4 kanonnen. Ook Groot-Popo is bedreigd. Het gotal der Dahomeysche troepen wordt geschat op 14,000 man, mot 4000 snel vuur geweren, S000 oudo geweren en 6 kanon- rovolvors. Al onzo bowogingon en zelfs de toebereidselen, te Parys gemaakt, de kredieten, door do Kamers gestemd, en do datum, waarop do Fransche kruisers met do hulptroepen zullon hior zijn, zijn Bohanzin bekend. Drio agenten van hot huis Régis, drie van het huis Fabre, twee Fransche missionnarissen en drio geestelijke zusters zyn in Dahomey. Zy zijn nog altyd in vryheid, maar hunne vlucht is onmogelijk, daar do Dahomoyers hen nauw keurig bewaken. De „Temps" voegt bij deze depeche do inlichting, dat do Sonegaleesche scherpschutters, dio de Franscho posten in Dahomey moeten versterken, roeds op weg zijn en spoedig daar zullon aankomen. De neorzettingen van de Fransclien in do Golf van Bonin zijn van ouden datum, ouder dan dio van de Engelschen. Onder het tweode keizerrijk heeft Frankrijk die posten beves tigd door tractaten, waarby het van don koning van Dahomey eene ncerzetting te Ko tonou erlangde en waarby het van den koning van Porto-Novo het recht van bescherming over dat land kreeg. Die overeenkomsten werden in 1878 door nieuwo tractaten beves tigd, maar in 1889 vergat koning Glé Glé wat hjj ondertoekend had, en hy viel met zyne soldaten Kotonou en Porto-Novo aan. Men beweert te Parijs, dat 'dè koning van Dahomey hierbjj handelde op aanstoken van Europcesche mogendheden, die Frankryk in eeno. lastige zaak willen betrekken; dat do Fransche regeering hiervan bewust was en daarom zoo spoedig mogelijk aan den oorlog een einde maakte door een nieuw tractaat te sluiten en twintig duizend franken to geven aan koning Behanzin, die middelerwijl zyn vader Glé-Glé was opgevolgd. Behanzin was als kroonprins reeds erg ingenomen tegen de Franschen, maar sedert b\j koning werd, is die haat nog toegenomen, omdat de Fran schen eene der bronnen van inkomst der negers bezig zyn to niet te doen. Voor de kust van Dahomey is namelijk eene ondiepte, die schepen van eenigen omvang niet kunnen oversteken, zoodat er inlandsche prauwen noodig zyn om goederen en personen naar do kust te brengen. Thans heeft men con cessie gegeven aan een Franschen onder nemer, om aan de Fransche nederzetting een Ijzeren landhoofd te maken, dat over do on diepte in zee reikt, waardoor de dienst met de prauwen onnoodig wordt. Dit verontrust den zwarten koning. Sedert geruimen tyd wordt op de Afrikaansche kust aan de Golf van Bemin een nogal groote handel in wapens en kruit gedreven, en koning Behanzin was veel te voorzichtig, om zich niet behoorlijk te wapenon vóórdat hy zyne negers in het veld zond. Nader wordt medegedeeld, dat te Cotonou twee transportschepen met 80 Senegaleezen zyn aangekomen. De Dahomeyanen handha ven hunne stelling en bereiden zich op ver dediging voor. Zy leggen eGn weg aan naar het meer Denham, van waar een kanaal naar de zee leidt. Dit kanaal, in 1887 gegraven, is echter grootendeels verzand. - In alle n\j ferheidsgomeenten van Frank rijk hebben gisteren talryko inhechtenisne mingen van anarchisten plaats gehad. Te Parys werden er 45 gepakt. Luxemburg*. In de hoofdstad van het groothertogdom hoeft onlangs, zooals de „Neue Züricher Ztg." meldt, eene republikeinsche demonstratie plaats gehad. De nieuwe groothortog heeft zich niet weten bemind te maken. Het wordt hem kwalyk genomen, dat hy byna altyd buitenslands is, terwyl ook zyn zoon aan Nice en San Carlo boven het stille Luxem burg do voorkeur geeft. De Fransche party maakte gebruik van do ontovredenheid om tegen de Nassausche dynastie op te hitsen en hiervan was de demonstratie een gevolg. Eenigo honderden personen riepen „Weg met den NassauerLeve de ropubliek I" Zy raakten handgemeen met de politie en eenigen werden gewond. Aanleiding der demonstratie was, dat de groothertog, die na drio maanden af wezigheid tegen het einde van Maart was teruggekomen, na weinige dagen weder naar Weenen was vertrokken. Evenwel wordt uit Luxemburg zelf gemold Hier weet men niets van eene republikein sche demonstratie, welke volgens de „Neue Zur. Ztg." zou hebben plaats gehad. Er is slechts 's avonds laat eene kleine vechtparty met de politie goweest en een spotvogel riep „Leve de anarchieHet geheele bericht is vol onwaarheden, vooral wat den groothertogb^J treft, die in alle kringen der bevolking bo- mind is. Intusschen heeft de Regeering bovel gege ven, dat alle buitenlandsche anarchisten ovei de grenzen moeten gezet worden. Spanje. Het lyk van den laatsten koning van Spanie Alphonso XII, die zes jaren geledon over leed, is nog steeds niet begraven. Eenvoudk in fijn linnen gewikkeld, rust het op oen baar nabij eene bron, welke uitloopt in eon grot tegenover den berg, waarop hot Esci riaal gobouwd is. Het blyft daar liggen totdat het geheel het karakter van eene mummi heeft aangenomen en wordt dan eerst bygezi in de daarvoor bestemde nis onder den koope van hot Escuriaal, waar alle vroegere könia gen van Spanje en hunne moeders rustei Het lyk van don vader van koningin Isabel! hoeft meer dan 20 jaren op die baar gelegen alvorens het kon worden bijgezet. Portugal. Verleden Zondag meldde zich een net ge kleed, onbekend persoon by den oud-minista van financiën Mariahno Carvalho te Lissaboi aan, verzoekende dezen alleen te mogei spreken. By hem toegelaten, haalde hy on verhoods eene revolvor uit en, op't hoofd van den heer Carvalho aanleggende, eischte hi eene som van 500 milreis (ruim ƒ1300). Di heer Carvalho, ziende dat hy met een krank zinnigo te doen had, stelde hem een deel vai het bedrag ter hand en zeide hem hot overig te zullen zenden. De man nam er genoege mee, vertrok en was spoedig in handen de politie. Brazilië. Toen onlangs uit Brazilië het bericht kwam dat do staat Matto Grosso zich onafhankelijl had verklaard, word daaraan weinig gewid gehecht. Wel is dio Staat tweemaal groote dan Frankryk, maar 't getal zyner inwoner is slechts weinig grootor dan dat van odh stad Utrecht. Alleen over de Paraguay, dü voor vry groote stoomschepen bevaarbaar is is hij to bereiken. Toen in 1865 eene expediti over land naar Matto Grosso word gezondei om de Paraguayanen uit dio provincie to ver dry ven, moest zy, na vele manschappen doo vermoeienis en ontberingen te hebbon ver loren, onverrichterzake terugkeeren. Van meer gewicht is het, als do tljdinj wordt bevestigd, dat thans ook de Staten San Paulo en Rio Grande do Sul zich onafhanka lijk hebben verklaard. Zij hebben eene be volking van ongeveer 21/, millioen zielen ci zyn economisch het meest ontwikkeld. Dio onafhankelykverklaring is niet onver wacht. Do tegenwoordig in Brazilië invloet ryke positivisten hebben altijd verklaard da zy do federatieve republiek als een overgang tot onafhankelijke Staten beschouwden. Oi een republikeinsch feost dronk do afgevaar digde Annibal Falcas onder luide tocjuicl.ini op de „geleidelijke verbrokkeling" var. Brazilië, Het voornaamste hoofd der republikoinsch party in Rlo Grande, de heer Assid Brazil heeft eene brochure over oene ontwikkeling in dien geest geschreven en een in San-Pauli invloedryk republikein is de schryver vai eon boek, waarin de afscheiding wórdt aan bevolen. 45.) Op zekeren dag zat hij, volgens gewoonte, terwyl zyne dochter zich niet in het vertrek bovond, met zijn schoonzoon over onderschei dene onderwerpen te rraten. Onder anderen viel het gesprek ook op dien tyd, toen hy het eerst met Floris kennis gemaakt had. „Zie", sprak de oude man, „uw gezelschap beviel my reeds terstond recht goed, en het griefde my niet weinig, dat Lidia, dat eigen zinnige meisje, hot aanbod van uwe hand toen zoo gladweg afsloeg. Echter, geloof my, myn vriend, wij namen de zaak wat M to ernstig op, want ook ik, oude zot, meende dat er volstrekt geone hoop meer voor u was. Met dat al, indien gy maar niet zoo ineens, evenals eeno geostverschyning op het toonool, uit nujn huis verdwonen waart, zon der er ooit moer een voet te zetten, durf ik wedden, dat de zaak toch ook toen reods haar beslag zou gekregen hebben. En dat hadt gy dan aan uw broeder Rudolf te danken gehad." ..Aan Rudolf? Wat moet dat beteekenen?" sprak zyn schoonzoon, min of meer ontroerd op hot hooren van dezon naam, welke hoogst zelden op het kasteel genoemd werd, daar Floris steeds een pyniyk gevoel ontwaarde, wanneer men van zyn broeder sprak, hetgeen men aan zyne aandoeningen over diens treurig uiteinde toeschreef. „Nu .ia, aan Rudolf, hervatte de baron; „mon lioeft dat steeds voor u geheim ge houden, dewijl gy niet gaarne meer van uw broeder hoort 6proken, en ik kan my do reden daarvan zeer goed begrgpen. Maar ik vertrouw toch, dat gy het my thans wel ten goede houden en er my wellicht voor danken zult, wanneer ik u terloops nog eens aan hem herinner. „C.y moet dan weten, dat uw broeder, zoodra hot hom bekend was geworden, welke plannen gy met mgr.e dochter hadt, zich in hot geheim bg ons liet aanmelden; want hg begeerde volstrekt, dat gg er niets van ver nomen zoudt; nu, gg leefdet ook niet in de beste verstandhouding te zamen, geloof ik. Nu liot de goede jongen niet na, zoowel bg rag als by mgne dochter er ten sterkste op aan te dringen, dat wy uw aanzoek niet van de hand zouden wgzen. Het was op denzelfden dag, een weinig nadat gg mg over uwe liefde voor T.id a gesproken hadt. Welko drang redenen hg bij mgne dochter, die hg een paar malen heimelgk in den tuin sprak, gebezigd heeft, dit weet ik niet. Alleen kan ik u zeggen, dat lig alles goeds van u ver telde en de min gunstige geruchten poogde te wederleggen, welke men toen van uw lovensgedrag verspreid had. „Aan my gaf hg te kennen, dat, daar wel licht uwe verachterde omstandigheden mg zouden terughouden, mgne toestemming tot uw huweiyk met mgne Lidia te geven, lig het op zich nam óf geheel, óf althans voor het grootste gedeelte de schulden, waarmede uwe goederen beïwaard waren, af te lossen. Ook nog den volgenden dag sprak hg op eene dringende wgze met mgne dochter, maar kon hot dwaze meisjo nog niet overreden. Maar, zooals ik u zeido, hadt gij niet zoo gezwind den aftocht geblazen zonder u ooit weder te laten zien, ik geloof thans stellig, dat de pogingen van don goeden Rudolf ook toen reeds met een gunstig gevolg zouden bekroond zijn." Hier zweeg de baron en ook Floris be waarde diep ontroerd het stilzwygen. Hij poogde de geweldige aandoeningen te ver bergen, welke hom bij het verhaal zijns schoonvaders overmeesterd hadden, doch dit was hem onmogelijk en hij zag zich genood zaakt liet vertrek te verlaten. De heer Van Kimswert dacht natuurlij dat zyne ontroering alleen veroorzaakt wei door de herinnering aan den rampzalige dood van een zoo liefderyken broeder, dot zg had bg Floris een dieperen grond. Vel scheidone malen wandelde hg den tuin vai het slot op en neder met overhaaste schre den on nu en dan in een onverstaanbaa geluid zyn boezem lucht gevende. „Ik ben bedrogen!" riep hg eindclgk, stil staande, op hoorbaren toon uit, terwijl bi zich met de vuist tegen het voorhoofd sloof „en der hel alleen is het bekend, hoe ver ht bedrog zich uitgestrekt heeft. O, ik begt vreeselljke dingen te vermoeden!" Terwgl hg deze woorden sprak, werd b aan den ingang der laan, in welker midde hg zich bevond, den Italiaan gewaar, di zgno bewegingen aandachtig scheen gade I slaan. Do stralen der namiddagzon, welt niet konden heendringen door het dichte gt welf van takken on bladeren, dat zichbove het hoofd van Floris uitstrekte, vielen jok op het gelaat van Albrondi en deden al d trekkon daarvan duideiyk uitkomen. Wordt verwijd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 10