N°. 9861. Donderdag 14 A*. 1892. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van rgpn- en feestdagen, uitgegeven. fit nommer bestaat nlt TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 13 April. Feuilleton. HET GERAAMTE. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: foor Leidan p#r 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afconderl^e N'oouner»..t.00. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: ▼»n 10 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.3?|. Groot-ar» letters naar plaatsruimte. Toor h«<i InesssetreB boften de eud wordt ft). 10 bersfcew^ Ultbooftfe van des Goeden Vrydag zel deze Courant dien avond niet «orden uitgegeven. Advertentlën voor het nommer tob Za(erda|*avond gelieve men zoo spoe dig mogelijk In te zenden ter bevor dering Tan eene geregelde plaatsing. Ollleiöele Kennisgevingen. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemoènO kennie dat door ARIE VAN DER VEER en MABGARETHA JONKE, vrouw van ABRAM riETEB MARJEE, verzoekschriften zijn ingediend om vergunning voor den kleinhandel in sterken drank, resp. in do peroeelen Oude Rijn No. 138 en Clare- r.ug No. 36. Burgemeester en Wethouder» voornoemd, Leiden, DE KAN TER, Burgemeester. 13 Aprii 1892. E. KIST, Secretarie. Bnrgemeester en Wothondera van Loiden Gezien art. 8, lste alinea, der Wet van don 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke 'gevaar, echado of hinder kannon voroorzaken; Brengen by dezen ter algemeene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan de firma W. HOOGENSTRAATEN Co. on rechtverkrijgenden tot bet plaatsoD van een gasmotor van zes paarde- tracht in de fabriek van verdnurzaamde levensmid delen in de Kerksteeg bij de Steenschnnr. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 11 April 1892. E. KIST, Secretaris. B(j beschikking van den minister van binnenlandmshe zaken, date II April jl.,isde heer D. Jorriaanse voor vijfjaren herbenoemd tot directeur der Rjjks-universiteits-manége te Leiden. Aan de universiteit alhier is het doctoraal examen in de godgeleerdheid afgelegd door den heer H. IV. Ph. E. Van den Bergh van Eysingat - Dankbaar, maar tevens ook geheel en al Toldaan zal ieder gisteravond „Zomerzorg" verlaten hebben, die er de laatste van de dezen winter gegeven drie kamermuzieksoirées had bijgewoond. Immers, het was een genot in de edelste beteekenis getuige te zjjn van de wijze, waarop de heeren Gottfried Mann (piano), Chr. Timmner (eerste viool), mr. G. Blokhuis (tweede viool), S. Van Adolberg (alt) en L. Leonldes Van Praag (violoncel) de werken van Beethoven vertolkten. Het programma bevatte voor dezen avond niet anders dan scheppingen van dezen grooten moester. Ze waren vijf in getal: Trio voor piano, viool en violoncel, D-dur; Sonate voor piano en viool, A-dur, bekend als Kreutzer- sonate; twee Romances voor viool, de eene F-dur en de andere G-dur; en eindelijk het Strjkquartet F-dur. Het is niet mogelijk in woorden den over weldigenden indruk weer te geven, welken dit alles op den hoorder heeft teweeggebracht by eene vertolking gelijk die gisteravond plaats vond. Mon luistert, men gevoelt, men be wondert, men wordt met zijne gedachten meegevoerd; men denkt aan het aardsche niet meer, dit verdwijnt in nevelen; alles klinkt hemolschof brengt bij den hoorder heilige herinneringen in 't leven (gelijk in het beroemdeAdagio), welke hun invloed op hem doen gevoelen in al hunne macht en soms een traan aan zjjn oog doen ontwellen. "Welk een rijkdom van gedachten, welk eene schoonheid van uitvoering werden hier ten toon gespreidHet waren uren, den componist en den vertolkers waardig. Zoo ooit, dan was men dezen, avond in de gelegenheid de voor dracht van het vijftal op hare volle waarde te loeren schatten, of lieverte bewonderen. Ze vormden in hun samenspel eene éénheid, zóó keurig, zóó treffend, zóó rein zouden we haast zeggen, dat, na de doodscho stilte van zooeven, het auditorium telkens in een dave rend applaus losbarstte. Do warmte, welke er van de uitvoering uitging; werd niet getemperd door eene kil- achtige omgeving, waaraan de beide vorige soiróes oenigszins hadden blootgestaan. De tot achteraan bezette zaal van Zomerzorg bleek heelwat gezelliger te zijn en veel beter te klinken. Mocht er een volgend winter seizoen an dermaal, naar de tegenwoordige inteokenaars zeker met ons hopen, eene reeks van soirees door den heer Mann worden ondernomen, dan zal aan deze gelegenheid ongetwijfeld door allen de voorkeur worden gogeven. Thans een woord van erkentelijkheid aan hem voor de goede zorgen aan de regeling van een en ander, en met zulk een schitte renden uitslag, aan den dag gelegd. Heden zagen wjj het omslag van de „prijscourant van Hollandscho bloembollen", welke eerstdaags door den heer H. A. Ifar- tevelt te Lisee zal worden verzonden. Dat omslag verdient de bijzondere aandacht door de wijze van oewerking. Het is ont worpen door onzen stadgenoot den heer C. W. H. Verster, den hekenden heraldicus, en vertoont in verschillende kleuren eenige attri buten, op de bloembollencultuur betrekking hebbende. Op de vjjf witte bladeren eener bloem wordt met vergulde letters in vijf talen de bestem ming van hot prospectus vermeld. Is de voorstelling, zoowel aan de voor- als aan de achterzijde (deze laatste met het wapen van Lisse, omgeven door het adres in Gothische typen van den hoer Hartevelt), keurig, de vervaardiging in chromolitographie bij Jos. Vas Dias en Co. te Amsterdam levert het bewijs, dat ook in ons land goed chromowerk wordt geleverd. Wij maakten van het bovenstaande melding niet alleen met het oog op den bloembollen- tijd, maar ook daarom, dat bij ondervinding nog dit voorjaar is gebleken dat do jeugdige zaak vanden heer Hartevelt er zich met ijver op toelegt door de qualiteit van het door haar afgeleverde, zich een gunstigen naam te ver werven. Het bovenvermelde omslag is heden bij den heer IJtsma, op de Breestraat, tentoongesteld. Door de Kamer van Koophandel to Amers foort werd, eenigen tijd geleden, aan de Tweed Kamer der Staten-Generaal een adres gericht over het wetsontwerp op het faillissement, en de Nota, door mr. J. A. Levy bij de Tweédè Kamer over dat ontwerp ingediend. In deze Nota, die o. a. werd opgenomen in het „Week blad van het Recht", wordt door mr. Levy op wijziging van het aanhangige wetsont werp aangedrongen in den geest van do Engel- sche wet op het faillissement, door invoering van berechting der faillissementen door de Kantongerechten, wettelijke splitsing van groote en kleine boedels, aanstelling van een comptabel ambtenaar, belast met het toezicht op failliete boedels, enz. De Leidsche Kamer van Koophandel heeft zich naar aanleiding daarvan thans tot de Tweede Kamer gewend, en de wijzigingen, welke mr. Levy aanbeveelt, ontraden. Op ver schillende gronden acht zij de door dezen af gevaardigde voorgestelde veranderingen geene verbeteringen. Bovendien vreest zij dat, wan neer wordt beslist, dat het ontwerp moet worden omgewerkt en het stelsel van de Engolscho wet aanvaard, deze wotgevende arbeid weder voor onbepaalden tijd zal worden uitgesteld en op den achtergrond geschoven, terwijl eone betere wet op bet faillissement,, dan de thans bestaande, zeer noodig is. Al wil zij in geenen doele geacht worden in te stemmen met alle bepalingen van het ontwerp, het schijnt liaar toe, dat dit de voorkeur verdient boven de Engelsclie wet reeds om deze reden, dat het de bepalingen van het Wetboek van Koophandel, die in de practjjk goed en deugdelijk zjjn bevonden, heeft overgenomen, en, vele belangrijke ver beteringen aanbrengende, zich overigens 'otj het stelsel der bestaande wet aansluit. De Ned. mail, met berichten uit Batavia tot 15 Maart, kan hedenavond alhier worden verwacht. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. gemeenten te Driehuizen en Zuid- Schermer, door den heer A. L. Th. Van der Von, cand. to Leiden, die tot tweeden predi kant beroepen is te Loppersum. - Geslaagd zijn voor het examen in do vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek do heeren G. L. Walther en H. J. Bokhorst, jhoofden van scholen te Katwijk, alsmede de heeron F. A. Moerel, to Noordwijk, O. A. Spelberg, te Bodegrave, J. Yoogt en J. Do Voogd, te Alfen. Met gunstigen uitslag xjjn te 's-Graven- hage geëxamineerd voor de akte als onder wijzer de heeren C. De Best, te Katwijk, en C. Nan, te Noordwijk. Tot tegenschatters voor de persoreele belasting, dienst 1892/93, zijn te Voorschoten benoemd de heeren D. P. Yperlaan en J. Romeyn. Het examen voor toelating tot den Hoofdcursus zal in de maanden Augustas en September te Kampen worden afgenomen. Bjj deze inrichting zijn het navolgend aantal plaatsen opengesteld, t. w. Voor de inf. van het leger h. t. 1. 15, voor de inf. van het leger in Ned.'lnd. 16. voor de administratie van het leger h. t. I. 4., voor de administratie van het leger in Ned.-Ind. 3. Het schriftelijk gedeelte van dit examen zal op 1, 2 en 3 Augustus bjj de corpsen inf. plaats hebben. De commissie, met het afnemen van het examen belast, is samengesleld als volgt: lid on voorzitter: de majoor Van Schermbeek, van het 7do reg. inf.; leden: de eersle luits. De Bruine, Luber en Spat, van den Hoofd- cursus; de kapitein Westerouen vanMeeteren, van het 7de reg. inf., en de lste luit. Engel- bregt, van het instr.-bat.lid en secretarisde lste luit. Roelants, van het reg. grenadiers en jagers. Gisteren is te Rotterdam eene nieuwe synagoge plechtig ingewyd. Tot voorzangers zjjn benoemd de heeren S. H. Mozes en M. De Jong. 28.) Dit plan werd dan ook ten uitvoer ge bracht, en nogmaals ondernamen de twee vrienden eene reis derwaarts, waarmede ten aaastenbjj een jaar verliep. Daar nu zulk een langdurig verblijf bui tenslands natuurljjk vele zware uitgaven vorderde, kunt gij denken, hoeveel deze reis er mede toe bjjdroeg om de bezittingen van Floris geheel uit te putten. Hjj had reeds een paar malen oen gedeelte zjjner landerjjen doen verkoopen en groote sommen gelds opgenomen. Doch dit middel, om zich van gereedo penningen te voorzien, kon niet bj voortduring gebezigd worden. Echter was zijne bezorgdheid zóó groot, dat hij niet eer naar zjjne geboortestreek terugkeerde, Toor- iat hjj de treurige, doch stellige overtuiging bekomen had, dat verreweg het grootste ge deelte van zjjn vermogen door zjjne dwaze geldverspillingen verdwenen was. In het bo- wustzjjn, dat hjj zichzelven nagenoeg tot den bedelstaf gebracht had, keerde bjj ten laatste met zjjn vertrouwde in eene ternedergeslagen gemoedsstemming naar zjjne woning terug. Het zal u wellicht vreemd voorkomen, dat Albrondi, die met al de slechte hoedanig heden, welke hjj had aan den dag gelegd, toch steeds een man van verstand en oordeel was, zjjn heer en vriend niet opmerkzaam maakte op het dwaze gedrag, waardoor hjj zichzelven onherstelbaar moeBt in het verderf storten, en veeleer daaraan bleef deelnemen. Doch het schjjnt, dat de booswicht bjj deze zjjne handelwjjzo toen reeds een zeker plan bad, dat hjj vroeg of laat wenschte ten uitvoer te brengen en dat uit het vervolg van mjjn verhaal nader bljjken zal. Zoodra Floris, ten tweeden male van zjjne Italiaanscho reis teruggekeerd, slechts met een oppervlakkig oog den staat zjjner bezit tingen had nagegaan, kon hij het voor zich zelven niet langer verborgen houden, dat hom, na afbetaling der vele schulden, welke hjj gemaakt had, nog slechts oen nauwelijks noemenswaardig vermogen zou overblijven. De opbouw van een nieuw en prachtvol ingericht kasteel, do vele gelden, tot zyjne uitspattingen vereischt en inzonderheid op zjjne reis naar Italié verteerd, en ook de aanmerkelijke som, welke hjj zich genood zaakt had gezien aan zjjn broeder uit te be talen, dit een en ander had de rjjke erfenis zijns ooms bijna geheel verslonden. Spoedig werd hij van alle zjjden door zjjne schuldeischers vervolgd en in het nauw ge bracht, en hjj had geen ander vooruitzicht dan binnenkort zjjne goederen verkocht en zichzelven geheel tot den bedelstaf gebracht te zien. Hjj was te trotsch en koesterde een te hevigen afkeer van Rudolf, om zich tot dezen om ondersteuning te wenden, die hem ze waarschjjnljjk niet geweigerd zou hebben. Rudolf van zjjn kant gevoelde geene roeping om hem die ongevraagd aan te bieden, hetzjj hjj, verbitterd door de vruchtelooze pogingen, welke hjj aangewend had om met zjjn broeder in eensgezindheid te leven, hern geheel aan zichzelven wilde overlaten, hetzjj hjj van oordeel was, dat de benarde omstandigheden, waarin Floris zich thans bevond, wellicht een gunstigen invloed op zjjn volgend levens gedrag zouden uitoefenen. Hij hield zich dus, alsof hij, wat geenszins het geval was, geheel onbewust was van den toestand, waarin zjjn broeder zich door zjjne geldverspillingen gebracht had. Men beweert dat Floris, die, geljjk gjj u nog wel uit mjjn verbaal zult te binnen brengen, gedurende zjjn verbljjf met Albrondi in Italië, in vele verfoeilijke kunsten onder wezen was, in den nood, waarin hjj zich thans bevond, tot de allersnoodste kunstgre pen zjjne toevlucht genomen heeft. Men wil dat hjj dikwerf bjj het vallen van den avond zjjne schreden bjj voorkeur naar den pastoors- eik wendde, in de hoop van den boozen geest, die aldaar ronddoolde en zich reeds eenmaal aan hem vertoond had, te zullen ontmoeten. Men voegt er bjj en dit verhaal zegt men dat berust op bet getuigenis van twee land lieden, die het toeval later dan gewoonlijk in de nabijheid van dat gevaarlijk plekje gronds gebracht had dat hjj wezenlijk op zekeren avond een mondgesprek met den booze ge had heeft, waarbjj hjj zich geheel in diens macht stolde. Ofschoon nu Floris sedert lang van alle godsdienstig en zedelijk gevoel ontbloot was, daar hy nooit in kerk of kluis kwam en algemeen te boek stond als iemand, die geene middelen te slecht rekende, indien hjj er zjjn oogmerk slechts door bereiken kon, is het niettemin zeer wel mogelijk, dat dit verhaal zijn oorsprong alleen verschuldigd is aan de slechte gedachten, welke de landlieden in dien omtrek van hem koesterden, te meer, daar de gebeurtenissen, welke later voor vielen, daartoe wel aanleiding kunnen go- geven hebben. iWardl vervolgd.',

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1