DAGBLAD.
Muandas; XI April.
A*. 1892.
(Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van tgon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
Peu.iIIeton.
HET GERAAMTE.
S358.
PIIIJ3 DEZER COURANT:
Voor Loidon per 3 maanden.",.7. f 1.10.
Franco por poet1.40.
AfzooderlQko Nommora...'.7,^.. 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 rogels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17$.
Qrootere lottere naar plaatsruimte. Voor het
(ncasseeren bulten de stad wordt ƒ0.10 berekê&A
Engcl'.cli onderzoek eanr den rijkdom
Tan IVederlandsch Borneo.
Het Engelsche Parlementslid J. Macdonald
Cameron, een Oladstoniaan, dio voor het
Scliotsche district Wiek zitting hoeft, is in
Leaden teruggekeerd van een onderzoekings
tocht door Nedorlandsch Borneo. Omstreeks
res maanden geleden ging hy op reis.
.Waarom j nist naar Bomoo vroeg hom een
correspondent van de „Pall Mall Gazette".
„Al wat ik nu kan mododoolen", zeide do
teer Cameron, „is, dat ik uitgezonden werd
door een aantal heeron, die belang hebben bjj
Je ontwikkeling der Aequatoriaal eilanden,
of, zooals zy gewoonlijk genoemd worden,
don Maleischen Archipel. Daar zy begrepen
dat ik de ondervinding had, welke my in staat
au stellen over do werkelyko waarde cn
hulpbronnen van een land als hot bedoelde
Ie oordeelon, gingen zy eene overeenkomst
mot mij aan om sommige gedeelten er van
te onderzoeken, on, indien het iny gelukte,
iets to vinden, dat van eenige commereiëele
vaarde was, naar bevind van zaken te han
delen".
Aan hot aan genoemd blad medegedeelde
;esprek ontleent men nog het volgende.
Van Singapore vertrok do heer Cameron
naar Java en van daar naar Nederlandsch
Borneo. Hy landde to Samarinda, do zee
haven van don Staat Koetei, die naar hy
zegt - in betrekking tot do Noderlanders
staat juist zooals <le schatplichtige Staten
van Indië tot do Engolschen.
To Samarinda, merkt hy op, wyst de thormo-
meter overdag van SC tot 88 graden Fahren
heit en 's nachts valt het kwik tot omstreeks
'0 graden.
Do grootste rivier van goheol Borneo is
ds Mahakkan. Deze vo9r hy op. Ware er
geene zandbank voor do monding, dan zou,
volgens don heer Cameron, de Britschc vloot
wel één of tweo dagen zeilons (lo halve myls
breede rivier kunnen opvaron. Op sommige
gedeelten is dozo zelfs zóó diep, dat het
dieplood geen bodem vindt.
Do hoofdrivior met hare bystroomen zyn de
aingewezeu groote verkeorswegen niet het
binnenland, maar de bergstammen, de Dajak-
kers, voeren aanhoudend oorlog met de kust
bewoners, dio voor het grootste gedeelte
Maleiers zijn. Daarom komen do laatsten zelden
20)
.Intusschen kan ik u verzekeren, dat ik
menig uur van den avond, ja, somwylen tot
éiep in den nacht, onder dezen eik heb door
gebracht, mot geen audor oogmei k dan in
de hoop, dat zyne helscho majesteit, mot wlo
ik gaarne eens kennis zou maken, my met
«ea klein' bezoek vereoron zou. Docli hetzy
nis 'lat ik een te gering personage ben, hetzij
do duivel telkens met andere, gewichtiger
bezigheden overladen was, zoovotl is zeker,
sa! ik nooit zyn staart of bokspooten op dit
groene heuveltje gezien heb. Mocht gy echter
begeorig zyn", voegde hij cr by, terwyl hij
'au ter zyde den donkeren blik op Floris ves-
hgée, „om met den ouden heer in nadere
betrekking te komen, zoo zult gy het best
'bon, hior te blyven vertoeven tot do klok
van het kasteel middernacht slaat. Ik twijfel
mot, of heer Satan zal niet zoo onwellevend
zifn, den telg van zulk een oud en beroemd
geslacht als het uwe tevergeefs op zyn be-
zoe!c fo laten wachten."
rik ben volstrekt op geene nadere kennis-
making gesteld", gaf Floris ten antwoord,
terwijl hij zich niet weinig verwonderde over
verder in het binnenland dan eene dagreize
van do rivier.
Tengarong 13 de hoofdstad van don Staat
en voornaamsto residentie van den Sultan. Het
ligt 25 Eogolscho mijlen (ruim 8 uren) van
Samarinda.
Da landstreek, welko de heer Cameron te
onderzoeken liad voor zyne vrienden, was ver
scheidene dagen zeilens de rivier op. Iiy ver
haalde hoe hy Klinja, hot machtigste opper
hoofd onder do Dnjakkors, bezocht. Do schoon
zoon van Klinja was al 15 maanden afwezig
met eene expeditie om koppen to snellen.
Toon Cameron het opperhoofd vroeg, of hot
niet ongerust was over don terugkeer van
dien schoonzoon, kreeg hy tot antwoord:
„Ik bon dikwyls zoolang weg geweest als
hy; ik ben or zeker van, dat lnj terug zul
keeren en veel mede zal brengen wat zyn
stam tot eer zal strekken." Cameron zat in
het huis van dat opperhoofd c-n rookte zijne
PUP, terwyl hy eene Engelscho courant las.
Hij las dio courant by het licht van eene
lamp, en do olio, waarmede dio lamp gevoed
werd, bevond zich in den schedel van een
verslagen vyand.
Waarom gaan zy uit koppensnellen?
Cameron zegt, omdat zij gelooven hierna
maals want zy gelooven in een leven na dit
leven door al degenen, die zij verslagen
hebben, als oen'heer'vereord en bediend te
zullon worden.
C-amoron werd door de Dajakkers in het
Büankamp zeor vriendoiyk behandeld. Hy' was
voor do moosten de eerste blanke man, dien
zy zagen. Hy kwam ook trouwens als een
vriend van den Sultan.
De Sultan van Koetei is volgens don heer
Cameron oen zeor verlicht vorst, die alles
doet wat hy' kan om het kopponsnollon to
doen ophouden. In do districlen om zyno
hoofdstad komt het dan ook niet meer voor,
maar verder in hot land kan hij er niet veel
tegen doen. Hot eten van menschonvleescli
vermindert echter gaandeweg. De heei Cameron
ontmoetto een Dajaksch opperhoofd, dat door
don Sultan in gevangenschap wordt gehouden.
Die Dajakker vertelde hem, dat hy in zyne
jongo jaren hoofdzakclyk zich voedde met
monschenvleesch. De oogleden en de spieren
van den voorarm waren volgons dezen kanni
baal do lokkorsta beetjos.
Tegenwoordig voeden de inlanders zich meest
mot zwynenvleescli en ryst.
Do heer Cameron ontving van den Sultan
den lossen en lichtzinnigen toon, waarop zyn
metgezel sprak over een onderwerp, dat in
dio tydea gowoonlyk als te ernstig beschouwd
werd, om er den spot mede to dryven.Doch
zyno verwondering vermeerderde nog aan-
merkelyk, toen hy, dit gosprok voortzettende,
zijn goloidor gevoelens hoorde uiten, welke
oen geloovig Christen zich niet alleen nimmer
veroorloven zou to openbaron, maar ookniot
zonder afschuw zou kunnen aanliooren. En
het waren niet alleen de woorden, welko
do Italiaan sprak, maar het was inzonder
heid do toon, waarop hy zo uitte, welke
Floris ook nu nog z(jns ondanks deed sid
deren en gedeeltelijk de ontroering ver
nieuwde, welke hom op het oerste gezicht
van dezen gelioimzinnlgen persoon zoo geheel
overmeesterd had. Doch do grondon van den
godsdienst waren in hot hart van Floris niet
diop genoeg geprent -- het gevolg zijner
verwaarloosde opvoeding om hem na dit
gesprek rnet Albrondl, en nadat hy do go-
voelens had leoren kennen, welko deze daarin
geopenbaard liad, van do verkeoring met dit
gcvaarlyke mensch af te schrikken. Ja, wat
meer zogt, niet alleen gewende hy zich spoedig
den Italiaan op dezen toon to hooren sproken,
maar hy vond er eindelyk eene soort van
genoegen in, zich met hom te verdiepen
in gesprokken van dien aard, welko aan do
zwakko godsdienstige grondbeginselen, hem
voor zyn binnonlandschen tocht eon escorte
van 300 mannen. Vier van des Sultans zonon,
waaronder de kroonprins, gingen een eind
weegs mede. Do kroonprins genoot in Koetei
hoogo achting Hy was bekend als iemand,
die nimmer zyn woord brak. Men roemde do
gratie en hoffeiykheid zyner manieren. Came
ron zegt van hem, dat hy juist zulk een soort
van man was, als men gaarne zijn vriend zou
noomon. De tweedo zoon was gouverneur van
het binnenland; hy had veel geestkracht en
was zeer bokwaam. De tweo andere zonen
waron nog jong.
Eerst voer men do rivier op in des Sultans
barkas, daarna in dos Sultans prauw en ein
delyk in kano's.
Samarinda ligt 25 mylen len zuidon van
den «equator cn do heer Cameron ging land
waarts in 300 mylen in noordoostelyke ricli-
tiDg, tot hy oen graad en drievierden ten
noorden van den aequator was. Zoover was
nog goon blanko gowoest en bovengenoemd
oprerhoofd King ja ontving hem dan ook met
voel eorhiod,
Yan daar aan de rivier Elian ging
do hoer Cameron nog acht dagreizen ver het
boschryko land in, maar zijn geleide van
300 mannen ging niet mede. Zy waren be
vreesd voor het geheimzinnige binnenland.
Slechts vyftlen volgden hem en daaronder
drio Europeanen. Onder groote mocilyklieden
ging men door de wildernis en ten slotte
waren den onderzoekingsreiziger slechts drio
inboorlingon en twee Europeanen overgeble
ven. Een gedeelte van zyne bagage en daar
onder zijn pbotographeer-toestel moest hy
in den steok laten, maar het doel zijnéf rois
bereikte hy toch. Ily trok de Bodohon over,
twee dagen later de Altan en kwam einde
lyk aan de Longloen. Deze rivieren komen
nog niet op kaarten voor. Den loop der
Longloen volgend, kwam by aan de midden-
reeks dor bergen, naar wier geologischen en
mineralogischen toestand de heer Cameron een
voldoend onderzoek kon instellen.
Do hulpbronnen van Borneo, beide wat
den mineralen bodom en den vruchtbaren
grond betreft, zijn volgens den Schotschen
reiziger zoer groot. In de bergen zaten me
talen, in sommige gedeelten gouderts. Hy
waselito stofgoud uit hot oovorzand van de
rivier Blian, maar wilde vorder aangaande
zijno bevinding over de schatten der natuur
niets mededeelcn.
Do wilde menschcn van Borneo, de „poo-
vrooger ingeprent, noodzakelyk den doodsteek
moe3ton govcn.
Het spreokt vanzelf, dat Albrondi zyne
redenen moet gehad hebben. waarom hy met
dezo schandelijke grondbeginselen by Floris
zoo onbewimpeld voor den dag kwam, daar
het meer dan waarscbynlyk is, dat liy ze
voor den hoor Van Delwynen verborgen hield,
die, zondor dat dit zoo dadelijk in bet oog
viel, waariyk een al te godsdienstig karakter
had, om iets van dien aaid zonder den hevig-
ston afschuw te kunnen aanliooren. Het ver
ontrustte den braven man dus in het geheel
niet, toen hy bespeurde dat Floris genoegen
vond in het gezelschap van Albrondi en zeer
gemeenzaam met hem verkeerde, daar hy
zyn gunsteling te goed meende te kennen, om
te kunnen vermoeden, dat er voor den jon
geling eenig gevaar gelegen was in den ver-
trouwoiykon omgang met dezen man, die
zich steeds van do bcsto zyde aan hem ver
toond had, of liever die zyne helsche en god-
delooze grondbeginselen steeds voor zyn
meester had weten verborgen te houden.
Intusschen kwam Floris van dag tot dag
dieper in gunst by zyn oom, waartoe de lof
redenen, wolke Albrondi op hem hield, en de
invloed, dien deze op zyn heer bezat, nog
steeds het hunne bijdroegen.
Toen hy dus op zekeren avond, gelyk hy
somtyds gewoon was te doen, met zyn oom
none", heoft hy niet gezien. Zy loven in wilden
staat in ondoordringbare wouden. Zy blazen
door hollo buizen vergiftige pylen en raken
het kleinste vogeltje op een afstand van zestig el.
Hot Nedorlandsche Gouvornement weet
volgens don heer Cameron uitmuntend met
de inboorlingen om te springen. Zy worden
op patriarchale wyze behandeld. Do Neder
landers zyn voor do ontwikkeling van het
land en hebben ook niet tegen Britsch kapi
taal, indien de kapitalisten en hunne verte
genwoordigers zich maar overeenkomstig de
Ntderlandsche wet gedragen.
Verder roemt de heer Cameron do Noder-
landsche ambtenaren. Van den Gouverneur-
Generaal tot den residentie-klerk ontving hy
van allen hartolyke hulp en aanmoediging.
Do assistent resident De Heer, te Samarinda,
deed alles wat hy kon om het verb'yf op
Borneo aangenaam te maken.
Da heer Cameron zal oeilang zyne reis
indrukken het licht doen zien.
Leiden, 9 April.
De commissie voor het portret van den
hoogleeraar dr, A. Kuonen bericht ons, dat
mojuflrouw Thérèse Schwartzo de door haaf
aanvaardo taak voltooid heeft cn daarin, naar
het oordeel der commissie, uitmuntend ge
slaagd is.
De commissie heeft besloten de schilderij
op de aanstaande vergadering van moderne
theologen te Amsterdam ter bezichtiging te
stollen, on later ook als zy aan do univer
siteit te Leiden zal aangeboden zyn - pan
de belangstellenden dezer stad de gelegenheid
te verschaffen haar in de Senaatskamer in
oogenschouw te nemen.
- In hot afgoloopen kwartaal worden 7G
jongens aangenomen voor den marine zeedienst
on geplaatst aan de Kweekschool voor Zee
vaart te Leiden. Niet minder dan 28d hadden
zich aangemeld, doch 205 werden om ver
schillende redonen, hoofdzakelyk lichaamsge
breken, afgewezen.
- Met ingang van 1 Mei a. s. wordt de
ryksambtenaar J. Moerkerk, te Alfen aan den
Ryn, overgeplaatst naar Hoek-van-Holland.
- Donderdag dineerden aan tafel van Hare
Majesteiten E. W. J. baron Six van Oterleek,
president van do Algemeene Rekenkamer en
als zoodanig lid van den Raad van Voogdij,
en de gop. schout-bij-nacht IV. L. A. Gericke,
oud-minister van marine.
over zyne omstandigheden en zyno niet zoer
gunstige uitzichten voor do toekomst bogon
te spreken en van gevoelen scheen to zyn,
dat het nu tyd bogon te worden den raad
zyns vaders op te volgen on zich in eene
militaire betrokking to doen plaatsen, ried de
oom hem dat niet alleen ten stelligste af,
maar gaf hem ook in ondubbelzinnige woor
den te kennen, dat hy hem thans geheel als
zijn zoon beschouwde en hy dus ook wel
zorg zou dragen, dat hy eenmaal van genoeg
zame middelen, om overeenkomstig zyn rang
te leven, zou worden voorzien.
Hy had zich wel is waar te voren jegens
zyne schoonzuster uitgelaten, alsof hy hot
stellige plan gevormd had, haren oudsten
zoon geheel of althans voor het grootste
gedeelte tot zyn erfgenaam te makendoch
behalve dat hy zich door geeno elgen-
lyke beloften verbonden had, oordeelde lii>
ook bovendien, dat het gedrag der moedor
jegeils liaron jongsten zoon, wiens kaïaktcr
zy hem zoo geheel ten onrechte in een hoogst
ongunstig licht geplaatst had, hem de vrij
heid gaf, ja, dat liet hom zolfs als eene ge
heiligde verplichting opgelegd was, deze
onrechtvaardige liandelwyze daardoor te ver
goeden, dat hy zich het lot van zyn neef
aantrok en, voor zoover in zyn vermogen
was, diens uiterlyke omstandigheden trachtte
te verbeteren. Wordt vervolgd.)