LEIDSCH
DAGBLAD.
N". 9850.
Vrijdag 1 April.
A*. 1892.
(Beze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van ,§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Bit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leidon, 31 Maart.
Feuilleton.
HET GERAAMTE.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leid>m por 3 maandenf 1.10.
Franco por oost1.40.
Afzonderlijks Nomoiers0.03.
PRIJS DER ADVERTENTPÊN
Van 1C rogols f 1.05. Iedere regel meer /"0,17|.
Qrootore letters naar plaatsruimte. Voor het
lncasseeren buiten do stad words ƒ0.10 oercaeaa.
De laatste Volksbyccnliomst.
De Commissie voor de Volksbijoenkomsten
besloot gisteravond do ry harer vergaderingen
«iet liet doen uitvoeren eener toonoelvoor-
stelliug door het Tooneelgezelschap van de
iieeren Gebr. A. Van Lier, te Amsterdam.
„De Troinpotter-Majoor" was het blijspel
met zang, coupletten, quodlibets, enz., dat
liet by uitstek talrijk opgekomen publiek
moest vermaken en leeron.
Men kan de grootheid zooken, maar daar
door wordt men nog geen groot man. Zie
daar de strekking, welke de „Trompetter-
Majoor' verkondigt.
August Drieling is een ijverige, kundige
bakker, die door eono buitongewone vlijt en
nauwgezetheid oen door en door gelukkigen
tovens een „salamanders" rijk man is ge
worden.
Het toeval brengt hem in aanraking met
eene jeugdige schoone uit do „haute volée",
maar daarontegen „salamanders"' arm.
De bakker is een weinig ruw en onbeschaafd
het meisje, dat op zijn zolderkamertje woont,
liin on gemauieroerdhij heeft geld, zij heeft
hot niet; wat dus aan de eeno zijde ont
breekt, is in het bezit van den anderen kant.
Het huwelijk zal dus gelukkig, recht ge
lukkig zijn!
Ongelukkigerwijze komt er eeno kink in
den kabel.
En die kink, dat is een zekore tante, Valeska
Venkelwoud, een oud, mal wflf, dat het jeug
dige vrouwtje zal loeren de groote dame, de
vrouw van de wereld te spelen van het geld
van dc-n bakker.
Drieling is helaas In liet begin van zijn
huwelijk een weinig zwak; lijj geeft te veel
aan de eischen zijnor echlgenoote toe; do
bakkerij wordt aan kant gedaan en eeno
villa wordt gekocht.
Thans begint het weelderige, aristocratische
leven; er worden partijen, feesten, bals ge
geven, waarop dames met lange sleepen, met
al te eerwaardige hoeren met rokken ver
schijnen, en de vroegere bakker Guus Drieling,
op het oogenblik Augustus Drielingé met een
„sanceku" voelt zich dood ongelukkig te
•luidden van al die pracht en weelde.
Gelukkig is. de trompettor-majoor, een
/linke, kranigo kerel, er nog, die altijd de
teugels in handen houdt on den boel weer
naar het rechte spoor 6tuurt.
Op een goeden keer verklaart Drieling, dat
hij al die grootheid moede is, dat li\j weer
een brave, gelukkige kerel wil worden, dat
hy weer het bakker-sbaantje ter hand zal
nomen; hy wyst zyne vrouw op hare plichten
van trouwe echtgonoote; zy hoort naar dien
raad en een nieuw, eenvoudig, maar gezellig
en gelukkig leven begint weer.
Ziedaar het geheel!
Het werd uitstekend gespeeld.
In de eerste plaats onze warme hulde aan
den heer C. Bigot, als August Drieling. Hij
gaf ons den eenvoudigCD, braven bakker recht
komisch, maar tevens in volle waarheid weer;
de talryke bijvalsbetuigingen, welke hy telkens
en van alle zijden mocht ontvangen, leverden
hem het b9wys, dat ons volk èn zyn spel
èn zyne woorden op prys stelde.
Krachtig word l>y bijgestaan door mevrouw
André, als zyne vrouw Suzo; vooral hare
laatste woorden, waarby zy de plichten der
vrouw in het licht stelde, werden kranig ge
sproken en goed gevoeld.
Mevrouw Albregt—Engelman, als do ko
mieke oude vrouw, was als altijd recht op
dreef; ons volk kent deze verdienstelyke Ne-
derlandsche kunstenares en het waardeert
haar, zooals duidelijk bleek uit den barte-
lyken welkomstgroet, welke, in den vorm van
een oorverdoovend gejuich, by haar verschij
nen op do planken haar na hare ziekte werd
toegeroepen.
Mej. Albregt, al3 Doortje, spoelde los en vrij
vooral met hare chansonnetto „popje-lief"
had zy voel succes.
De trompetter-majoor was by den heer
Jurgons in flinke handen.
Het zou ons te ver voeren, allen in het
byzonder to noemen; gaarne brengen wij ook
den overigen acteurs en actrices een oprecht
gomeer.d woord van hulde.
Hot is voor mjj tamolyk moeilyk aan de
Commissie der Yolksbyeenkomsten den dank
to betuigen voor hetgeen zy ook weer dit
jaar in het belang on liet nut van ons volk
hoeft tot stand gebracht, maar toch geloof
ik te kunnen verzekeren dat zij met welge
vallen op haar werk mag terugzien. Mr. L. H.
Heden was het de dag, waarop onze geachte
stadgenoot, de heer ds. J. J. Van der Lip,
predikant by de Ned.-Herv. gemeente alhier,
herdacht hoe liy vóór 20 jaren te Lousden
tot do evangelie-bediening ingeleid werd door
zyn leermeester, wylen ds. Buskon, destyds
predikant te Utrecht. Na in deze plaats drie
jaren goarbeid te hebben, vertrok hy naar
Linschoten; in 1873 wederom naar "Wyk-by-
Duurstode; daarop in 18S0 naar Harderwyk,
vanwaar hy in Februari 1883 tot ons over
kwam.
Gedurende negen jaren heeft hy in deze
stad als herder en leeraar met veel toewijding
de belangen der Herv. gemeente behartigd.
Geen wonder dus, dat den door velen geliefden
jubilaris van alle zyden, zoo uit dezo als uit
zijne vorige gemeenten, talrijke hartelijke bly-
ken van belangstelling en waardeoring ten
deel vielen.
Nadat reeds velen, waaronder commission
uit do verschillende cathechisatiön, zich in den
vroegen morgen hadden opgemaakt om met
woorden en daden te toonen hoe zij hunnen
leeraar liefhebben om zyns werks wille, werd
de jubilaris uit naam van den kerkeraad in
hartelyke woorden toegesproken door diens
president, ds. V". Briet. Daarna verzamelde
zich in het middaguur de commissie uit de
gemeente, die zich reeds te voren geconsti
tueerd had om dezen dag niet ongemerkt te
laten voorbygaan.
By monde van haren voorzitter, prof. dr. J. H.
Gunning, werd den predikant met eene schoone
en treffende toespraak, uit naam der gemeente
oen flink cadeau in geld aangeboden, verge
zeld van een keurig bewerkt album, bevat
tende eene schoone inscriptie en de namen der
verschillende gevers.
De jubilaris dankte in gevoelvolle woordon
de commissie, inzonderheid haren voorzitter,
voor de moeite, die zy zich gegeven hadden
om hem dezen dag tot eene blyvcnde herinne
ring te doen zyn.
Voorts ontving ZEWi gelukwenschen van
zyne collega's, kerkeraadsleden, enz., en van
zeer vele gemeenteleden; waaronder vele die
hem een stoffelyk blyk hunner waardeering
aanboden.
Een zeldzaam voorrecht was het zeker voor
den jubilaris, dat hy dezen dag heeft mogen
vieren in het bijzyn zyner ruim tachtigjarige
ouders.
Zondag a. s. hoopt de heer Van der Lip,
tegelijk met de bevestiging der nieuwe leden,
in de Hooglandsch© kerk zyn jubiló in het
midden der gemeente te herdenken.
Tot. directeur van liet. H. Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis alhier is benoemd
do heer J. P. Schnaar, te Utrecht, die deze
benoeming heeft aangenomen.
Nod.-Herv. kerk. Beroepen is te Eenigen-
burg (N. H.>, de heer A. L. Th. Van der
Ven, te Leiden.
Men schryft ons uit RotterdamDinsdaglI.
had hier de opvoering plaats van „Lcontine",
ter benefice van mevrouw Marie Coelingh
Vordeiman.
Het Rotterdamscho publiek was in grooten
getale opgekomen en bewonderde in de 4 be
drijven het spel van de feestvierende.
Prachtige toiletten gaf zy te aanschouwen
en al do medespolendon dedon het hunne om
de voorstelling naar wensch te doen slagen.
By hot optreden in do eerste acte werden
fanfares geblazen en bood men haar vier
prachtige bloemstukken aan, waarby er zich
nog 20 in den loop van den avond voegden.
Na het 3de bedryf ging het scherm ander
maal op en zag men op het toonoel verschil
lende cadeaux staan, waaronder eene prach
tige pendule met candelabers, een groote salon-
spiegel, eene marmeren groep, twee prachtige
beelden en eene coupo-carte, bevattende de
kaartjes der gevers.
De heer Le Gras bood haar dat. alles aan
met eene toespraak, waarin hij do talenten van
mevr. Coelingh, evenals hare nauwgezetheid
by het vervullen van al hare rollen, in her
innering bracht, en wees er op hoe dezo eerste
tien jaren voor haar eon tydperk van volhar
ding waren geweest, bekroond mot succes.
Hij hoopte, ook uit naam van al hare kunst
broeders en zusters, dat mevr. Coelingh nog
vole jaren het tooneol tot sieraad moge
strekken.
Na het weder ophalen van het scherm, dankte
mevr. Coelingh het publiek, dat haar een
zoo schoonen avond liet beleven.
„Leontine" wordt Maandag 4 April inden
Leidschen Schouwburg gegeven.
Do voorloopig uitgestelde eeFste zitting
van den Militieraad voor de gemeente Zoeter-
woudo is thans vastgesteld op Woensdag 20
April a. s., des ochtends te halftien in het
Stadhuis te Leiden.
Te rekenen van 1 April1 aanstaande zat
hot Rykstelegraafkantoor mot telophoondienst
te Koudekerk Hazorswoude op werkdagen
open zyn van 9 uren voor- tot 2 uren na
middags en van 6 tot 7 '/2 uur namiddags.
Do diensturen op Zon- on feestdagen biy ven
overanderd.
Het op eone jaarwedde van /91000
benoemde hoofd der openbare lagers- school
in liet dorp Woubrugge, de heer H. J; Dren-
thon, te Altoveer (Dr.), zal 1 Juli a» s. zyna
functie aanvaarden.
E-n verhaal itit den tijd der lijfstraffelijke
rechtspleging.
1.)
De heldero, maar toch reeds gure herfst
dag was nagenoeg ten einde. Nog prakte de
zou aan den westelyken gozichtoinder met
vuurroodon gtans; maar do wolken, welke
zicli onverwachts aan die zijde samenpakten,
hielden hare laatste stralen voor myne blik
ken verborgen.
Vormoeid van de reis, daar ik roeds sedert
het aanbrekeD van den dag bijna onophou
delijk te paard gezeten had, doch niet woinlg
verheugd, dewjjl ik nu hoogstens binnen een
paar uren het doel daarvan hoopte te be-
ïoikon, naderde ik de rivier en riep reeds
van verre den veerman toe, dal lig zich loch
haasten zou m|> naar do overzijde to brengen.
Gedurende bot grootste gedeelte van den dag
had mijn wog mij over eeno oonzamo heide ge
voerd, welker tallooze elkander kruisende paden
m(j niet zelden govaar hadden doen loopen
van geheel en al het spoor bijster to worden.
Gelukkig echter had mijn beschermgeest
telkens, wanneer ik besluiteloos stilhield,
onzeker of ik het pad tor rechter- of linker
zijde kiezen moest, rnjj don een of anderen
herdersknaap toegezonden, die, met zijno
wollige kudde ronddwalende, mij het rechto
pad aanwees. Duiten deze gedienstige geesten,
die my meestal, op hun hordersstaf leunende,
mot een nieuwsgierig oog begluurden en mg,
wanneer zy mij de verlangde aanwijzing ge-
gevon haddon, op oen slaperigon toon de eene
of andore vraag, bloot uit verveling voort
spruitende, toevoegden, herinner ik my niet
op dezen gelieelen weg drie menschon ont
moet te hebben. Inderdaad is my ook in ons
geheolo land geen weg bekend, welke een
zamer en minder met gehuchten en wonin
gen bezet is dan deze. Thans echter had ik
eene moer bevolkte en vruchtbaarder land
streek bereikt, zoodat ik du, gelyk ik ten
minste vermoedde, minder in gevaar zou zyn
om van den rechten weg te geraken.
Aan den anderen kant echter begon de
avond reeds min of meer to vullon en do
gesteldheid der lucht, niet zoo helder als
oenige uren to voren, deed mij vreezeu, dat
er, zooaï geen storm, dan toch altijd minder
gunstig weder ophanden was.
De voerman, die my, benevens het ge
trouw© dier, dat mij droeg, met zijne pont
j over de rivier zette, vorsterkte mij in het
vermoeden, dat de avond wel onstuimig kon
worden en toonde mij mot oen bedenkelijk
gelaat eon troep zwaluwen of andere vogels,
welke al schreeuwende laag over het water
vlogon, zoodat zy van tyd tot tyd hunne
vleugels daardoor bevochtigden.
'Nadat ik van dozen persoon, die meerden
twintig jaren in dezelfde betrekking werkzaam
was geweest on ontelbaro malen do rivier op
en neer gevaren had zeker eene tameiyk
eentonige levenswyze de noodige aanwij
zing bekomen had aangaando den weg, wel
ken ik nemen moest, vervolgde ik mijne
reis inet een spoed, welke genoegzaam te
kennen gaf hoozeor ik verlangde het doel
daarvan bereikt to hebben. Daar ie veerman
my met de moeste nauwkeurigheid omtrent
hetgeen ik van hem verlangde te weten,
onderricht had en ik nTet in gebreke gobievon
was een aandachtig oor te teronon aan zyne
woorden, weanio ik my thans verro verheven
boven do mogehihtyeld van le verdwalen.
Ik zette dus myne reis gedurende eene
geruime poos onbekommerd voort. Doch,
hefzy ik mijn wegwyzer verkeerd begrepen
of het hoofd vol van wat anders had, waar
door ik verhinderd werd op den weg te lotton,
welken ik insloeg; hetzy er de een of andere
i hooze geert in het spel was, die er vermaak
m schepte my van het rechto pad te holpen
zooveel alleen weet ik, dat ik, na nog ruim
een uur voortgeroden to hebben, allsrduidelykst
bospeurde dat ik aan het dwalen was.
Deeds voorlang moest ik eeno witgev9rfde
houleu brug boreikt hebben, welko over een
wetering of klein bianenrivierbjb lag en rnjj
door den veerman als het middelpunt van
den weg, dien ik woest afleggen, was- opge
geven. Maar ofschoon ik, voor zoover ds
heerschende duistsohis mij dat nog vergunde,
naar allo kanten, herhaaldelijk roidzag, tot
dat my de oogen begonnen te schemeren,
nergens werd ik oenig, water enr'dus ook
goeno brug gewaar. Dar* zat üi nu ieelyk
in het nauw en wist niet wat te beginnen.
Mjjn paard, een zeer verstandig dier, scheen
myne besluiteloosheid te beseerkon en bleef
opeons stilstaan. Nergenp. weid ik oer.» woning
gewaar of eopig meser'help wezen, dat ml)
uit rnyco verlegenheid zou kunnen redden.
Daar Ik echter begreep, dat, wolko begaefj-
heden ik myn paard ook mocht toeschrijven,
w# echter mcV ons boiden, door onbeweeglpk
t>p dezelfde plaats to bijjven, niet licht uit
dezen no6d geholpen zouden wordon, besloot
ik verder door te rijden, tot ik oene boeren
woning bereikt zou hebbed, waar uien my aan-
gaandeOen wegz.oukunneniniichten. (W.vsrp.jj