G. GRUNERT,
Voorjaars- en Zomermantels,
Ulsters en Imperméables.
ZWARTE en FANTASIE-STOFFEN,
Oe Handelsdrukkerij
Bock-Bier!
Bock-Bier!
MEUBELEN.
Groote Uitverkoop
iare No. 58. BLANKENBERG Co., Boek, Muziek- en Kunsthandel. Mare No. 58.
AALMARKT 16.
AALMARKT 10. II
BOTERMARKT. BREESTRAAT.
Gekleurde en Zwarte Zijde.
Verkooping der Bibliotheken
Nc 9344,
"Vrijdao; 25 Maart.
A*. 1892.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en /Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Rlad
Vervolg der Advevtentiën.
Hollandsche Maatschappij
Tweede Vergadering met Dames
Stoffeeren van Stoelen, Canapés en Springveerenmatrassen.
Reparaties spoedig en net. Transport van Inboedels.
Xji£tgro Prijzen. 1190 20
w&m
.ONTVANGEN
UB 3STIBTTWSTB M.OÜELLBN
TEVENS EENE GROOTE KEUZE:
Chavannes Rollandet,
Zee-Assurantiën. 1490 9
25 en 26 Maart, 103 uren.
STEEDS VOORHANDEN: eene zeer groote Collectie der Nieuwste Gravuren, Etsen, Photographieën,
Schilderijen, Encadrementen, enz., in alle bestaande formaten.
BIL.XaIJK.E3 PmJZEN.
Feuilleton.
De Volkstelling.
LÉIDSCÏÏ
MOBLAT).
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco por post1.40.
Afzonderlijke Nommors0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel moer/"0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. ^Voor liet
Incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berejtona.
FABRIEK EN MAGAZIJN VAN
Afdeellng LEIDEN.
op Vrijdag den 25sten Maart,
des avonds te 8 uren,
IN HET NUTSGEBOUW.
Spreker: de Heer 8. O. L. CALISCII,
van Baarn. 1687 20
Kang en Pianospel door de Dames
UEKAIiDINE en MARIE AHSMANh', van Delf'..
Prof. Dr. JAN TEN BRINK, Voorzitter.
EMILE SEIPGENS, Secretaris.
EXELLENT,
zachte Sj-Cts.-Sigaar,
n. VAN ANDEL.
Botermarkt 29.
1712 9
Telephoonn. 178. Per liter. Perflesch.
Jenever
f 0.65
f 0.54
Gebelde
0.80
0.66
Brandewijn
0.68
0.56
InSandsche Brandew.
0.90
0.75
Cognac
1.02
0.86
Bulten!. Cognac
1.36
1.15
Vieux Cognac
1.70
1.50
Ocrste Lager
0.09
Vollenliovens Sfout p
<1-
0.09
Manderunakerssteeg 17.
UL3KEC.
880 11
1714 50
mm
van C. VAN WIEKINGEN Jr., 126 12
Alien a/U. KijnBruggestraat,
lovort spoedig, net en tegen concurreerende pryzen, alle voorkomende Druldrerken.
NIEUWE RUN 8,
Agenten derStoomvaartmaatschappjj
„Nederland".
Zoowel voor passage-bespreking als
verzending van goederen.
G. S. POPP,
BltrbottolarQ: Korte Diefoteof 8.
Telephoonnummer 106.
B««U Bieren. Blinjktte Prijien.
1340 15
van alle voorhanden Artikelen in GLAS,
als: Karaffen, Glaasjes, Kaasstolpen,
Botervlootjes, Madera-, Cognac-, Grog-
en Advocaat-stellen, Bowlen, alsmede
alle mogolyke artikelen.
Men overtuige zich van dc
lage pryzen! 1345 12
«I. J. POLLMAXN,
Nieuwe Rijn 20, by de Korenbeurs.
van wijlen de Heeren
Pror. Er. J. J. CORAELIggEN.D». 8.
HOEHEBAKKER en W. P. WOLTER9.
KIJKDAGEN: 1800 9
Leiden. E. J. BRILL.
902 32
i.)
Deze ware geschiedenis begint op den
27sten December 1880, om vyf uren des
avonds, en eindigt den 4den Januari 1881,
des namiddags om vier uren. Wat daartusschen
ligt is niet meer of minder dan do groote
volkstelling, welke destijds over de geheele
beschaafde wereld werd gehouden.
Om v\)f uren des avonds stond de ambte
naar, die met een deel der tolling belast was,
de heer Heinrich Klaus, in het hartje van
het uitgestrekte en dichte Moserwoud
want in zijn jeugdigen overmoed was hij de
diligence een eindweegs vooruitgeloopen tot
dsn voet van de vermaarde helling, welke
met den rijweg eene halve mijl in het dichtst
ran het woud naar beneden loopt en zich
dan nog twee myien ver, als een effen weg,
naar het Moserdorp uitstrekt.
Hier wilde de heer Klaus den wagen af
wachten, want het was intusschen geheel
donker geworden en hy voelde zich niet op
zijn gemak.
Daar hoort hij boven op den berg een ver
dacht geluid. Hij luistert. Dat moet de ram
melkast zjjn, welke als diligence en ijlwagen
van Mosermark naar Moserdorp rijdt. De
wielen zjjn geremd, de koetsier is in diepen
slaap verzonken en daarom slepen de wiolen
op den gelijken grond nog krassender voort.
Daar moet de heer Klaus eons eene grap
mede hebben. Hy springt plotseling midden
op den weg voor de paarden en roept met
eene donderende stem
„Halt! Geen stap verder, wanneer je leven
je lief is!"
Binnen in den ouden, wrakken wagen
hoorde men don kreet eoner vrouw, maar de
koetsier, die zeker zjjn zuiver geweten als
kussen onder zich had geschoven, sliep rustig
door. Ook de paarden heten zich niet bang
maken, maar schenen voornemens over den
schadeloozen roover heen te stappen. Om
niet onder den voet te raken, moest deze
ze mot geweld h(j den teugel grijpen en zóó
tot staan brengen. Nu het voertuig krakend
stilstond en by het wiegelied der remschoenen
niet meer hoorde, ontwaakte de koetsier.
„Gerechte Hemel!" stamelde hy, „is de
wagen omgevallen?"
„Op, slaapmuts!" riep hem do vreemdeling
toe. „Waar komt gy vandaan Waar gaat
gy heen? Hoeveel passagiers hebt gy? Zyn
er mannen in den wagen?"
„Slechts ééne dame, mynheer", antwoorddo
de koetsior klappertandende.
„Des te beter!" riep de ontzagwekkende
vreemdeling, terwijl hy het portier openrukte.
„De remmen los, slaapkop, en flink aange-
roi^pn, als je leven je lief is. En niet omge
keken, begrepen?"
Vlug sprong hy nu in den wagen, welke
zich met eene ongekende snelheid langs den j
straatweg bowoog.
Binnen in de diligence was het stikdonker,
zoodat do binnendringer tegen iets stiet, dat I
hem werd toegestoken. Hy greep het snel i
en vooldo de hand eener dame in de zyno. I
Zy was met een handschoen bekleed en hield
een beursje vast, dat zy echter niet kon I
loslaten, omdat by hare hand zoo stevig om
klemd hield.
„Ach, ik smeek u, mynlieer de roover,
spaar myn leven", riep eene heldere, zachte
stem; daar, neem myne beurs, er is helaas
niet veel in, want ik was naar Mosermark
gegaan om eenigo papieren voor de volks
telling te halen."
Merkbaar beefde do stem eenigszins, niet
van bedwongen vroolykheid. Dit gaf den amb
tenaar den moed de aangenomen rol voort
te spelen.
„Voor de volkstelling? Die moeite had u
zicli kunnen besparon, want Moserdorf zal
niet medetellenhedennacht wordt het plaatsje
uitgeroeid."
„Met wortel.begon zy.
„En tak!" vulde hy ruwweg aan.
Maar waarom dan toch, in 's hemels naam
„Waarom, waarom... Omdat ik dieMoser-
dorfers niet kan uitstaan! Alle bewoners van
Moserdorf moeten sterven!"
„Met uitzondering van de aanwezigon?"
schertste zy.
„Zonder uitzondering. Ik ken geene genade.
Ik ben Aballino, de groote bandiet 1"
„Ach, dien heb ik reeds als kind uit do
leesbibliotheek gelezen. Toenmaals hebt gy
my geen nadeel gedaan en ik hoop dat gy
sedert niet wreeder zyt geworden."
„Zeker niet, ik ben niet wreed."
„Zoo! Waarom begaat gy dan zoo schrik-
kelyk veel moorden
„Enkel wegens gezondheidsredenen; myn
arts heeft my voorgeschreven ray in warm
bloed te baden."
„Wel, diar kunt gy natuurlyk niet buiten",
lachte zy, „maar eene kleine gunst kunt u
my vooraf wel toestaan."
„Daarna misschien, vooruit niet."
„Eene heele kleine."
(Vervolg ommezijde).