INGEZONDEN. Gebrek aai» tact of erger. Mijnheer de Redacteur l Benige dagen geledon kwam in Uw blad bet volgende berichtje voor: „Uit Voorschoten schrijft men aan het „Vad.": Eenigo dagen geloden had alhier «ene treurige gebeurtenis op „Bijdorp" plaats. Een meisje van 23 jaar, verbonden aan deze inrichting, werd vermist on na eenigen tyd zoekens vond men haar verdronken in de sloot nab\j het gesticht. Twee dagen daarna werd zij op het kerkhof van het gesticht begraven. „Doch toen dit feit ter konnis kwam van den burgemeester, die natuurlijk het lyk had moeten schouwen, bogaf hy zich onmiddellijk naar het gesticht on werd er proces-verbaal opgemaakt. „Donderdag heeft er vanwege de justitie een onderzoek plaats gehad." Dat een berichtje van dion aard voor de betrokkenen minder aangenaam is, spreekt vanzelf. In dit geval z(jn do praatjes, die in "Voorschoten loopon en waarmede bovenstaand bericht in nauw verband staat, evenwel erger dan minder aangenaamzy tasten do eer en den goeden naam aan van een geacht inge zetene, den sedert een groot aantal jaren aldaar gevestigden geneeskundige dr. v. d. Hom v. d. Bos, en zij hebben hot gevolg, zoo al niet de bedoeling, dozen geneeskundige in zyne praktijk schade te berokkenen. Men behoeft toch in de kunst van tusschen -de regels te lezen niet ver gevorderd te zijn, om in bovenstaand berichtje eeno bedekte aanduiding te zien, dat hier met medeweten en met behulp van den betrokken genees kundige hot bewuste lijk zondor bohoorlyke autorisatie zoo spoodig mogelijk is begravon, ton einde een justitiëel onderzoek te voor komen. De praatjes in dien zin hebben zich dan ook niet laten wachten. Men mompelt van een valsch doodbriefje, dat door den ge neesheer werd afgegeven, enz., enz. Ik acht het daarom noodig, dat aan die praatjes een einde wordt gemaakt. Zoowel het bovenstaand berichtje als de bedoelde laster lijke praatjes zijn een gevolg van niets anders dan ik wil het zacldsic woord gebruiken een buitengemeen tactloos optreden van den Burgemeester. Do vermissing van het meisje en hot vin den van haar lyk hadden niet plaats op Don derdag, maar op Woensdag. Do begrafenis liad plaats op Zaterdag. De verklaring van den geneeskundige, die hot meisje wegens zenuwachtigheid ondor zyne behandeling had en die er by tegenwoordig was toon het lijk uit hot water werd gehaald, werd afgegeven op Vrijdag, zoodra do oldors wonende familie van het meisje den wensch had te kennen gegeven, dat zy to Voorschoten zou worden begraven. In de verklaring stond do oorzaak van den dood met don latynsclien term gelyk dr. v. d. Horn v. d. Bos steeds doet— aangegeven, en er is waarlijk geen kennis van het latyn, maar niet meer dan eene dood gewone mate van ontwikkoling toe noodig om to weten, dat submersio beteekent: ver drinking. Nadat van hot overlijden op do gewone wijze eeno akte was opgomaakt en de ver klaring van den geneeskundige, overeenkom stig art. 4 der begrafeniswet, aan den Burge meester, ambtenaar van den Burgerlijken SI and, was overgelegd, werd door dezen het vereischte schriftelijke verlof tot het begraven gegeven en het l\jk den volgenden dag met alk kerkelijke plechtigheden begraven. Men zou nu meenen, dat hiermede de treurige zaak was afgeloopen. Maar neen! Hoewel er schijn noch schaduw bestond van een veimooden van een geweldigon dood, achtte de Burgemeester het noodig zich tot den officier van justitie te wondon, omdat do geneeskundig^, behalve zyne gewone verkla ring, niet bove. ^dien eono aangifte van de verdrinking aan dei1 Burgemeester, hulp-officier van justitie, had ing 'oloverd. Hierop volgde een proces-verbaal van Burgemeester en oen bezoek va^ Jen sub8tJU,iat"offlcior van justitie, *v3lK Tiezook ten gevolge had» dat de justitie inzag, dat hier niets straf».>aais was v°orge- vallen. Officieel was hiormV10 do zaak uit> maar ieder, die op eeno klein T^aat5 woont of gewoond heeft, begrypt dat k0*- bezoek van een rechterlijk ambtenaar, gcv.°'£d door borichtjos als het bovenstaande, gereeu.0 aan" leiding gaf tot tal van praatjes in den tf'ant van die, waarop ik boven doelde. Toen ik van con en ander kennis kreeg, j heb ik my van do goheele toedracht der j zaak, ook ter plaatse zelve, op de hoogto gesteld en ik wil niet nalaten hier openlijk te verklaren, dat dr. Van der Horn van den Bos in deze zaak niet alleen in elk opzicht aan zijne reet lelijke verplichting heeft voldaan wtaar dat hij indien hij de aangifte ha l gedaandie de Burgemeester van hem ver langde aan zijn plicht als medicus in tegenover de familie van de overledene cn tegen over de inrichtingwier geneeskundige hij is, zon hebben te kort gedaan. Eene gerechtelijko schouwing verlangt de wet alleen, „wanneer er teekenen of aandui dingen van oen geweldigon dood aanwezig zijn, of andore omstandigheden dien doen vermoedon." "Waar zulke teekenen, aandui dingen of vermoedens niet bestaan, maar alleen is te denken aan een ongeval, dat op zichzelf roods treurig genoeg is, zou de medicus, door eeno gerechtelijke schouwing uit te lokken, zulke vermoedens juist opwek ken, en daarmede ongetwijfeld in strijd han delen met zijn plicht als geneeskundige. Noemde ik de aanleiding tot het boven staande berichtje gebrek aan tactmet voor dacht plaatste ik aan het hoofd van dit schrijven de woorden „of erger". Want toen hfi zag, dat berichtjes als het bovenstaande in de bladen werden opgenomen en toen h\J de praatjes, die in Voorschoten do ronde doen, vernam hij zal toch wel niet willen beweren, dat hy alleen in heel Voorschoten daarvan niets weet had de Burgemeester van Voorschoten zich moeten haasten, dio berichtjes te rcctificoeren en daardoor ook aan de lasterlijke geruchten don kop in te drukken. Dat hij dit niet deed, noem ik erger, ja ergerlijk. M. W. F. Treub. Amsterdam, 16 Maart 1892. Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding van het door den heer II. Tillema in Uw geacht Dagblad ingezonden stuk, verzoeken wy U ook het navolgende te willen plaatsen. Geheel het stuk op den voet volgende, bo- gint de heer T. to vreozen dat menigeen, die met den handel in buitenlandscho loten on bekend is, door onze aanbiedingen er lcolyk zal inloopen. Waarin die vrees van den heer T. bestaat, weten wy niet, en uit zyne berekening van de innerlijke waarde van oen Antwerpsch Iluurlot blykt duidelijk dat do inzender niet de minste kennis heoft van buitenlandscho huurloten noch van den prys van huurloten, welke aan de Amsterdamseho Beurs ver handeld worden, de waarde dezer loten op nog gocn vier en een halven cent stelt, en deze berekening N.B. ter willo van het pu bliek aan U, M. d. R., eene plaatsruimte in Uw blad verzocht. Dat elk deskundigo het met ons eens zal zyn, dat zulk eene borekening kant nog wal raakt en hot beter was geweest daarop niet te antwoorden, zien wy ons echter daartoo genoodzaakt, omdat het ingezonden stuk niets anders behelst, dan ons by het publiek ver dacht to willen maken door to beweron lo. onze prijs to hoog to noemen zonder eenige berekening te makon van onze onvermyde- lyke onkosten; men geen waarborg heeft of wy bezitters van de obligation zyn en ten 3o. men geene zokerhoid heoft of wij de daarop vallende Frs. 150,000 zullen uitbetalen. Het antwoord op boven aangevoerdo gronden in Uwe courant neer te schryvon, zouden wy terecht uitdrukkingen kunnen bezigen, die in een fatsoenlek blad niet thuisbehooren, reden waarom wy dan ook geen lust hebben hier over verder met hem te dobatteeren. En bovendien, M. d. It., is men niet geheel vry een aandeel te nemen of niet? Dat men beter doet eeno obligatie te koopen, is een raad, dien onzo afnemers geheel met hem eens zullen zyn, cn door den heer T. daaromtrent niet behoovon to wordon voorgelicht. En nu ten slotto do verdachtmakingWelke reden do heer T. heeft om ons te verdenken van oplichting to willen plegen, is ons niet bekondintegendeel, M. de R., wy hebben en zullen steeds eeriyk handelen, waarom wy dan ook oponlyk verklaren, dat alle obligation, waarvan wy aandeelen uitgeven, in ons bezit zyn en voor belanghebbenden ter inzage liggen. Mocht nu het geluk willen, dat op een dozer een prijs of hoogste prys valt, dan is het volkomen waar dat de houder van het geluk kige aandeel in ons vertrouwen moet stellen, welk vertrouwen wij dan ook zullen toonen volkomen waardig te zyn, en de uitbetaling der pryzen niet meer na ontvangst, maar dadel ij k pa de trekking door ons zal ge schieden. Is de maatschappy denkbaar zonder vertrouwen En nu, M. d. R., hopen wy dat de heer T. voortaan niet meer in de Courant zal schryvon vóór hy goed onderzocht heeft en do zaak volkomen meester is, en mocht hy weer eens willen schry ven, dat hij het gulden spreekwoord zal kennen en op zich toepassen „Schoenmaker, houd je by jo leest!" U.dankzeggende, M. do R.f voor de plaat sing, teekenen wy, Hoogachtend, Amsterdam, Uwe Dw. Dienaren, 19 Maart 1892. Costers Sc Co. Gemengd Nieuw». 0 p de 3 0,0 00 circulaires, in Den Haag door mr. Th. Borret rondgezonden met het doel eone volksstemming uit te lokken over do vraag: „Moeten de bakkers des Zondags versch brood brengen?" zijn er ruim 13,000 ingekomen met een antwoord, dat pleit voor de Zondagsrust der bakkers. Aan den gemeenteraad van 's-Gravenhage is voorgesteld om den heer Oscar Carré voor den tyd van 15 Mei tot 15 Sept. a. s. te verhuren een gedeelte van het terrein van het Alexandorsveld, om daarop een circus te plaatsen. De lieer Oscar Carré zal waarscliynlijk in de maand Mei a. s. met zyn circus ook le Utrecht oenige voorstellingen komen geven. Mon zegt dat de bufFotton der Sporttontoonstelling to Schoveningen voor 10,000 zyn verpacht. De politie to Rotterdam heeft, op verzoek der ouders, bij een bakker aan het Achterwater (voormalig Delftshaven) aan gehouden een 14-jarig meisje, dat heimelyk de ouderlyko woning te Alfon aan den Ryn had verlaten. Zij is derwaarts gebracht, ter beschikking van den burgemeester dier ge- meento. Voor do rechtbank to Amster dam is de eiscli Yan Charles Davenport (Sequah) tegen de „Yereeniging tot bestrijding van kwakzalverij" behandeld. De vordering strekt tot betaling van 5000, ter vergoeding van schade en als betering van eer en goeden naam. Zyn eisch werd toegelicht door mr. D. Simons, terwyl voor do Vereeniging optrad mr. C. J. Do Vlies. Do uitspraak is bepaald op 12 April a. s. Voor de Rechtbank te Haarlem stonden terecht Pieter Blommaert, kleerma ker, 17 jaar, W. IJlstra, IS jaar, zondor be roep, en H. Collaert, 36 jaar, katoendrukker. Do oersto was knecht by zijn oom, "W. Roodo, te Heemstede. Hy word wegens wangedrag door zyn oom weggezonden en nam toen diens velocipede mede. Hy maakte zich verder schul dig aan diefstal (of heling) van een paar schaat sen van oen jongen en nog een paar uit een winkel, benevens een ketel, on verder een taart van oen banketbakker en op 9 Februari nog 2 schaatsen. De wegzending was 5 Decem ber goschied. Do 2 laatste beklaagden zyn medeplichtig geweest aan don schaatsendief- stal, terwyl zy te zamon ook oen bed en peluw uit een schuit hebben ontvreemd. De beklaag den bekennen hot hun ten laste gelogde. De subst.-officier van justitie, mr. J. P. Van Outeren, deed in de toelichting van zyn requi sitoir uitkomen, dat de ten laste gelegde feiten volkomen wettig en overtuigend zyn bewezen. De eerste zaak, do diefstal van do vélocipöde, werd eerst door den subst.-officier niet ver volgd, daar de benadeelde hot niet wenschto en men aan het berouw van den beklaagde geloofde. Wat daarvan aan was, blykt nu. Do beklaagde IJlstra is kort geleden to Haarlem tot 3 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Do beklaagde Collaert heeft een dozyn von nissen ton zynen laste. De diefstal van do schaatsen van den jongen is niet bewezen, daar do jonge getuige niet is verschenen; voor dit feit vroeg de subst.-officier dan ook vryspraak. Verder requireerde ZEdA. tegen P. Blommaert 1 jaar 6 maanden, W. IJlstra 1 jaar, H. Collaert 1 jaar 6 maanden. De verdediger, mr. Joh. Spoor, bracht eenige verzachtende omstandigheden in liet midden, voornameiyk voor den lsten beklaagde, en riep de clementie der rechtbank in, terwyl hy in het byzonder nog de qualificatio van het aan den 3den bekl. ten laste gelegde en voor IJlstra ontslag van rechtsvervolging en plaat sing in een Ryks-opvoedingsgesticht vroeg. De uitspraak werd na re en dupliek door den president bepaald op over 8 dagen. Een beetje hardhandig! - Een echtpaar in de Egelantiersstraat te Amsterdam was het Zondagmiddag oneens geworden en na eenigo woordenwisseling wierp de vroir haren niet al te nuchteren echtvriend, die ha? met een mes bedreigdo, als Zondagsverrai sing een ketel kokend water over t hoofd. Hevig gebrand werd do man pGr brancai naar het gasthuis goleid, maar dol van p\j vloog liy eenigo malen uit het voertuig e vernielde daarbij het zeildoek, dat er over g< spannen was. Na vcol moeite en onder veel bekyks ko men hem eiudolyk onder 's dokters handc krygen. (Echo.) Voor do botrokking vandiro< teur-Boekhondor van do Gemeentelijke Ga? fabriek te Apeldoorn hebben zich 62 sollic tanten aangemeld. Hot driejarig kindje van de werkman V. d. G., te Hilversum, heeft zie zoodanig door hot omwerpen van een pc met kokend water gebrand, dat het aan d gevolgen is overleden. In do Zevonwolden (Fr.) hoersch de galziekto nog steeds in ergo mate oude de schapen. Een veohouder verloor 70 scha pen aan deze ziekte. Vooral de Drentsch schapen schynen vatbaar voor deze ziekte t zyn. Do oorzaak er van wordt gezocht i: de natte weersgesteldheid van den jongste: zomer. Jeunosso doróe. Een merk waardig proces heeft verleden week voor lie Hof te Tarbes (Frankryk) plaats gehad. In den nacht van 15 op lö Septombr 1: is oeno zeer fraaie villa te Bagnóres-de Bigorro, tydens de afwezighoid van denoigc naar, in brand gestokon on by onderzot] bleek, dat zij vooraf was uitgeplunderd ei de daders er in den vollen zin des woord aan het brassen waren geweest. Groot opzien baarde spoedig daarop de in hechtenisneming van een jongmensch vai 26 jaar, Hemi Iluyssons, zoon van oen lijl ingezetene te Bagnéres. Eenige dagen late word een zeventienjarig meisje, Lucetto Sylvia in het bezit gevonden van een armband, vai do villa afkomstig, en ook gevangengezet Op een avond hoorde men den minnaar die schoone onder de vensters barer cel zingen No parlo pas, Sylvia! je t'on supplie, Car me trahir, etc. Ook vond men op het binnenplein eei aardappel, waarin zeer behendig een brielji verborgen was, den beiden gevangenen mede deelende, dat eeno zydon touwladder op eer aangewezen tyd over den muur zou worder geworpen om hen to helpen ontvluchten. - Vervolgens werdon nog twee personen ge vat: Louis Uzer, zoon van den presideai der rechtbank to Lourdes, 26 jaar, en zijr vriend Estingoy, zoon van een inspecteui by het boschwezen, 22 jaar oud, dio dt weduwo van een advocaat Piet, Alice Bonne maison, en de echtgenooto van oen professor mevr. F., tot medeplichtigen scheen gehad te hebben. Dit aanzienlijk gezelschap had in de villa zich vermaakt met het vanlieverlede leeg drinken van dos eigenaars wynkelder, zijne juweelen en kostbaarheden verpand, enz. Intusschen werd „bewezen" dat Uzer en Estingoy tydens don brand op geheel ancere plaatsen geweest waren en werdon zy van rechtsvervolging ontslagen. Ook de dames meende men verder ongemoeid to kunnen laton, zoodat ton slotte do jonge Huysscns alleen heeft terechtgestaan. Dezo jonge man, die in alle opzichten een slecht sujot schijnt to zijn, hield echter vol dat de anderen wel degelyk zyne medeplichtigen waren en zijn advocaat heeft dan ook pogen aan te toonen dat het zoogenaamd bewezen alibi van zeer twyfelachtigen aard wa3. Op do laatste vraag van den president aan Huyssens: „Hebt gij nog iets tot uwe verdediging in te brengen antwoordde de beschuldigde met vaste stem: „Ik zweer, zooals ik altyd gezworen heb, dat Uzer, Estingoy en mevr. Piet met mu in de villa geweest zyn." Na eene beraadslaging van anderhalf nur verklaarde do jury, blykbaar van de schuld der anderen overtuigd en hem niet alleen willende doen boeten, Iluyssens (die terstond alles bekend had) voor onschuldig, onder de daverende toejuichingen van hot publiek. De heer Robert Poel, dio te Mon te- Carlo 10,000 pd. st. aan de speelbank ge wonnen en reeds zyn spoortreinkaartje genomen had om met zyn buit naar Enge land terug te kecren, waar hij eerstdaags in hot huwelijk zal treden, heeft aan de ver leiding geen weerstand kunnen bieden, keerd* naar do speeltafel terug en verloor zyne geheele winst met eene aanmerkelijke som op den koop toe.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 10