M A*. 1892. *w <§626 Courant wordt dagelijks, met uitsondering van 'gpn- en feestdagen, uitgegeven Feuilleton. iia. 3833. Zaterdag IS Maart. PEUfl DEZER COURANT; Voor Loiden per 8 maanden1.10. Franco por poet.1.4A A&andoclgko Nommera.O.QA srzr ©it nommer bestaat utt TWEE Bladen. Eerste Blad. O iioiüelo lieniiisgrovlngreii. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Yan 1—6 regel© 1.05. Iedere regel meer 0.17 Grootere lettere neer pleetemlmte. Toer het ld- i bnlten de sted wordt 0.10 borekend. Earg"moester en Wethouders van Leiden Otóden nrt. 8, lsto aluioa, der Wet van don 2den jan! ]d?5 (Staatsblad No. 95), tot regeling van kot toezicht bij liet oprichten van inrichtingen, welke gevasr. eo'aade of binder kunnen veroorzaken; liresgen bij dezon ter algemcene kennis dat door ben beden vergacn n^; is verleend aan J. MEYER eo rcchtvcikrygeDdoti tot het oprichten van eeDO btripl&ats van verfwaren en asnveiwante artikelen n hel percoel Nieuw-teeg 37 A. Rurgornoeeit r en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester, lfl Kaart 1802. E. KIRT. Secretaris. Directe Sela»tangen. De Burgemeester vau Leiden breDgt tor algc- Biteoe kennis dat aan den ontvanger der Directe Mast ngon alhier zijn tor hand gesteld 3 suppletoire kohieren van do PcrnoGcele belasting en 1 suppletoir kohier van het patentrecht (3de kwartaal), alle van den dienst 1891'92 e'o executoir verklaard den 8sfon art 1892, en herinnert voorts de belanghebbenden zsn hiinno verplichting om don aanslag op den bij Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Bnrgomeester voornoemd, 11 Maart 1802. DE KANTER. Leiden, 1! Maart. Heden is aan tie universiteit alhier de heer W. Birnie, peb. to Djembor (Tava), be vorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met academisch proefschrift, get.„Terug vordering wegens ongeoorloofde oorzaak." Door de alhier zitting houdende genees kundige Staatscommissie werd heden tot arts bevorderd de heer H. W. A. M. Nay ene, en werden toegelaten tot het eerste gedeelte van het arts examen do heeren J. G. A. I. S.rla en J. H. De Jong. In do vergadering van de Stud.-Roei- rcreoniging „Njord" werd het voorstel om co heoren C. W. Broers en K. De Lint tot i var, verdienste der vereoniging te be noemen. met applaus begroet. Door den praeses werd een crediet aango- viaagd van ƒ300 tot den aankoop van eene lieuwe boot voor pleizierroeiers, wat werd /gestaan. Ook werd verlof gegeven de „Nautilus" te rerkoopen en te vervangen door eene gewone rierriemsgiek. Als tweede vertegenwoordiger in het bestuur va» den Nederlandschen Studenten-Roeibond :al zitting hobben de heer Joh. Dirkzwager. Do heeren Formyne en Henny zullen gaan ïaar de aanstaande vergadering in Amsterdam en daar eenige araendementen voor Iretroei- reglement voorstellon. De openingstocht zal, zoo spoedig het weer zulks toelaat, plaats hebben; dit jaar gaat hot naar Do Kaag. By voldoonde deelname gaat er een stoombootje mee voor niet-roeiers. Voor het examen in de nuttige hand werken is geslaagd mej. C. M. Yan der Heide, van Leiden. Per Fransche mail ontvingon we de Indische bladen \an 6 tot en met 12 Fobr. Men schrijft aan de „Amst. Crt." uit 's-Hage „In de hofkringen wordt gefluisterd dat or sprake van zou zyn, dat II. M. dcKoningin- Iiegentos het voornemen heeft opgevat om met eigen oogen den toestand in het geteis terde Beets te gaan zien. Het bericht krijgt eenigen grond, omdat men tot dusver niet gehoord heeft van eene koninklyke gift tot leniging van den nood." In hoever liet bericht waarheid bevat, tee kent de ,.A. C." hierbij aan, kunnen we niet beoordeelen; we geven 't dan ook slechts voor wat het is: een „men zegt". Zeker is het. dat een dergclyk bezoek in den lande en vooral in Friesland met vreugde zou worden begroet en eene Oranje-waardige daad zou zyn. Geiyk reeds is medegedeeld, heeft de algemeene vergadering van afdeelingen der „Maatschappij van Weldadigheid" tot direc teur benoemd, in de plaats van don heor F. B. Lühnis, den heer H. A. Hanken. De benoemde is hier te lande niet bekend. De „Zw. Crt." kan nopens hom het volgende melden De heor Hanken iemand van 31 jaar is na afgelegd eindexamen afd. B. der Rijks- landbouwschool, een paar jaar als volontair werkzaam geweest op de plaats van A. P. Schroder te Bunnik. Daarna werd hy gedu rende vijf jaar pachter op eene boerdory van baron Yan Pallandt van Neerynen. In 1888 begaf hy zich naar IndiO, waar hy tot voor weinige maanden bleef. Hij was aldaar eerst als assistent, daarna als hoofd assistent werkzaam en tweemaal als waar nemend administrateur by de Rotterdam- Siak-Cultuuronderneming. Do nieuwbenoemde directeur heeft dus, hoewol nog betrekkelijk jong, eene veelzydige opleiding, zoowel theoretisch als practisch, achter zich. De minister van marine brengt ter ken nis van belanghebbenden, dat er eene plaats als adspirant-ingenieur der marine op eene jaarweddo van ƒ1000 wordt opengesteld. Candidaten, die op den lsten September a. s. hun 27ste jaar nog niet zyn ingetreden en in het bezit zijn van de diploma's van scheeps bouwkundig en van werktuigkundig ingenieur ingevolgo de wet van den 2den Mei 1863 (Stbl. 50), worden opgeroepen om vóór of op 25 Maart s. een verzoekschrift op gezegeld papier aan don minister in te dienen, om zoo noodig tot hot aan zijn departement te houden vergelykend examen te worden toegelaten. Men zie verder de Staatscourant van 10 dezer. Uit Arnhem wordt gemeld dat de heer Ofcto Van Rees aldaar is overleden. Do heer Van Rees heeft eene lange, ver- dienstelyko loopbaan achter zich, de laatste 20 jaar vooral op staatkundig gebied. Vóór twintig jaar nam hy voor het eerst zitting in de Tweede Kamer, maar wisselde achtereenvolgens dezen zetel voor do betrek king van vice-president van den Raad van Indiê (1873), minister van kolonit'n (1870) en werd in 1884, terwyl hy voorzitter der Tweede Kamer was, tot Gouverneur-Generaal van Neerlandsch-Indió benoemd, welke betrekking hy tot 1888 bekleedde Sedert woonde de heer Van Rees als ambteloos burger te Arnhem. By koninklijk besluit van 27 Febr. jl., opgenomen in de Staatscourant van 11 dezer, is bepaald dat de lichting der militie voor het jaar 1892 bedraagt 11,000 man, waarvan 600 man bestemd worden voor den dienst ter zee. De verdeeling is als volgt: Noord-Brabant 1259, Gelderland 1276, Zuid-Holland 2260, Noord-Holland 1962, Zeeland 510, Utrecht 506, Friesland 869, Overijsel 752, Groningen 666, Drento 324, Limburg 627. Het aantal lotelingen, die voor den dienst ter zee worden bestemd, wordt bepaald naar de verhouding, welke bestaat tusschen het getal dergenen, die zich in elko provincie voor dien dienst hebben aangemeld, en het gezamenlyk aantal lotelingen, die zich in het gelieele ryk daarvoor hebben opgegeven. Grouionjjfd Nieuws. De Kegelclub „Uitspanning door inspanning", gevestigd op den Burcht alhier, zal in de maand April een concours houden, bestaande uit twee afdeelingénpereoneele wedstryd om medailles en wedstryd op vrye baan om Gouden Willems Voor het Haagse lie kantonge recht stonden gisteren tal van personen terecht wegens het zonder vergunning van den burgemeester verspreiden op de open bare straat van gedrukte biljetten voor do vergadering tegen „de bloedwet." Tegen allen werd geldboete gevorderd. Alle beklaagden beriepen zich op de grond wettige vrijheid om zonder verlof gedachten door drukpers te verspreiden, welk recht geen gemeenteverordening hun kan ontnemen. Het openbaar ministerie beriep zich op de vastge stelde verordening. Uitspraak over acht dagen. Gisternamiddag te twee uren is een felle brand uitgebroken ten huize van F. J. Winkelaar, woonachtig aan de Nieuwe Kruisstraat No. 5, te Haarlem, vermoedelijk ontstaan door het omvallen van een petro- leumtoestel. De woning is grootendeels uit gebrand. De schade is belangryk; o. a. zyn geldswaarden ten bedrage van eenige hon derden guldens, door de vrouw opgespaard, verbrand, benevens verschillende goederen van zekeren R., die niet verzekerd waren. Nu de verzekering ook in ons land meer en meer veld wint en daardoor do kans om bedrogen te worden grooter wordt, mag het een geluk worden genoemd wanneer nu en dan een bedrieger wordt ontmaskerd, waardoor het publiek vanzelf voorzichtiger zal worden en zich van de soliditeit der Ver zekering-Maatschappijen zal trachten te over tuigen alvorens eene verzekering aan te gaan. Een sprekend staaltje van geknoei werd gisteren weer voor de arrond.-rechtbank te 's-Gravenhage behandeld. Aldaar toch had zich te verantwoorden M. J. Den Hartigli, zich ook valschelijk genoemd hebbende M. J. Den Hartigh van Eek, zich noemende direc- tour van de Verzekering- en Landbouw-Maat- schappy de Eersteling, ter zake dat hy op 23 Maart 1891 te Amsterdam in eene ter vol doening aan art. 38 W. v. K., ten overstaan van den aldaar gevostigden notaris W. K. opgemaakto akte van oprichting dor Naaml. Venn. „Verzekering- en Landbouw-Maat- schappy de Eerstelingte Amsterdam heeft doen opnemen de valsche opgave, dat hij als mondeling gemachtigde optrad van verschil lende personen in de dagvaarding genoemd die oen zeker aandeel in het maatschappelyk kapitaal zouden hebben genomen en dat hij die valsche opgaven heeft doen opnemen met het oogmerk om die akte, als waren die op gaven met de waarheid in overeenstemming, te gebruiken voor inschryving en openbaar making ingevolge art. 38 W. v. K. en om als directeur dier vennootschap, in welke hoe danigheid hy volgens de akte van oprichting door In liet Oosten van Europa. Daar kwamen twee stippen uit een inham i de kale houvelry te voorschijn, waarin ten, loon zo naderbij kwamen, twee kamee- elk met een man op zijn rug, kon her tje neo. De rijders maakten halt. De een hief pD op in zjjn zadel, nam de vlakte in oogen- Jhouw en veranderde toen do richting, V'rfrin zy reden, een weinig, om bij den imboom uit to komen. De ander volgde hem. De beide kameelen ■rvoigden hun weg mot gebogen hoofden Dalzen en vermoeiden gang. De rijders "luren zóó geheel door hunne losse kleecing Bedekt, dat er bijna niets van hen te zien dan hunne oogen. bange geweren van Oostersch maaksel ■ngen over hunne schouders on een scimitar iT' Dunne zijde. De leider bracht z(jn kameel u|t staan op een afstand van ongeveer hon- ■nj ellen van den palmboom. H»Bjj Allah, geen water!" riep hij teleur- B I' onder voegde zich bij hem en keek •Teaecns naar de leogo bron, met haren bodom van harde, gebarsten, gele klei. „Laten we verder gaan, misschien zullen we water vinden in de volgende bron." Dezen keer had de andere man gesproken uit zjjn accent bleek duidelijk dat h(j geen inboorling was van deze streek. „Neon, Al Hadj", antwoordde de eerste spreker, „laten wo eerst hier ritsten. Er is juist schaduw genoeg voor ons beiden om er to zitten. Als het koeler wordt, kunnen wo verder gaan." „Wanneer gaat de zon onder?" „Niet vóór over drie uren! Het is verstan diger hier te rusten. Ik heb nog water in mijne flesch." Beide mannen spraken hun kameelen eenige woorden toe, welke dadelijk onder een kla gend gekreun gingen liggen. Zy stegen af en toon de kameelen waren opgestaan, maakten ze de lederen waterflesschen van de zadels los en schudden het zand van hunne kleederen. „Kom in de schaduw, Al Had.)!" Zjj kropen in het beetje schaduw, dat de palmboom gaf. Langzaam ontwond een der mannen het linnen, dat als een verband zjjn gezicht bijna geheel bedekte. Hy had eene donkere, byna bruine huid. zyn gezicht was door de pokken geschonden en hy was blind t aan één oog. Een ruwe baard en knevel be- dekten het benedengedeelte van zyn gezicht. Hy wischto zich het zweet van zyn voor hoofd en dronk nog eens uit zyne flesch. Langzaam volgde de andere man zyn voor beeld en bracht zyn gelaat te voorschyn. Iiy vormde eene groote tegenstelling met zyn gezel Het was duidelyk, dat hy uit do stad en du ander uit de vlakte afkomstig was. Hij zmi blank zyn geweest, als de zon hem niet lichtbruin gekleurd had. Een kleine bruine baard, zooals de stads-Arabieren dragen, om gaf zijne kin. Zyne oogon waren blauw, niet ongewoon onder stads-Arabieren. Zyn neus was smal en recht, zyne wenkbrauwen en oogharen waren donker. De andero Arabier beschouwde iiem lang en onderzoekend en zei ten laatste: „Groot zyn de zonen van den profeet, want vele natión volgen zyne leer, volken van alle kleuren en talen!" „God is groot!" antwoordde de ander op onverschilligen toon. „Ja, er is slechts één God en Mahomed is zyn profeet. Gezegend zy zyn naam! Waar is uw geboorteland, Al Hadj?" „Myn geboorteland is ver van bier. Ik kom van Cairo 1" „Zyn allo mannen daar blond?" „Neen, niet alle, maar vele. Myne moedor was oene Turksche." „O, van Stamboel?" „Ja, van Stamboel." Gedurendo ongeveer een uur zeiden ze geen woord tot elkaar. Eéns verplaatsten zc zich, toen de namiddagzon de schaduw van den boom had veranderd. De blonde, Al Hadj, lag met half gesloten oogen naar de kau wende kameelen te kyken. Eindelyk vroeg hy „Wanneer kunnen we Abdurrahmans kamp bereiken „Morgenochtend, als wy den gehoelen nacht doorreizen. Het is slechts veertig myten van hier." Nogmaals heersebte er stilte, totdat de zon als een gloeiende hal onderging. Toen stootte de donkere Arabier den anderen aan en sprak „Wy moeten optrekken." Lusteloos keerde Al Hadj zich om en stond op. „Hebt go nog veel water in uwe flesch?" vroeg de ander hem. „Neen, niet veel!" was het antwoord. „Allah lahf, we hebben een heel eind te iyden, voordat rjfg de andere bron bereiken." (Wordt verwed.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1