A*. 1892,
a
fiourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Leiden, 10 Maart.
lin liet Oosten van Europa.
U>. 9832.
"Vrijdag 11 Maart.
EIDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
r Leiden per 3 meendenl.li.
bmriiVi per pwil.AA
|b»a'feri9fcn: 5«am«n.tJt,
PRIJS DER ADVERTENTL&N:
Ten 16 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.174
Grootere letters near plaatsruimte. Yccr
bacaeeeeren b ai ten de »ud Koiiit ƒ0.10 b«i*aou-.
|lt nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
de gisteravond in de Stadszaal ge
ilden vergadering der Volksbileenkomsten
als spreker op mr. L. H. J. Lamberts
(relbrinck, di» een paar zijner Limburgscbe
ellen voordroeg, nl. „Thijs de Steenklopper"
.bet Zwaluwnestje". Beide verhalen wer-
i door de vele bezoekers met aandacht
|o!gd en aan het einde violen den spreker
toejuichingen, als bewijzen van waar-
king on dankbaarheid voor het genotene,
1 deel.
- De Chr. jongelingsvereenlging „Dient
Heer" bood gisteravond in het gebouw
I Chr. Wljkvereeniging aan het Levendaal
ier velen een genoeglijken avond aan. Het
(ellige bijeenzijn werd geopend en gesloten
t gebed en dankzegging door ds. S. H. J.
Wolff. Muzikale en andere voordrachten,
paar zeor goed ten gehoore gebrachte
b rangnummers voor sopraan, en oenige
door een mannenkoor gezongen,
(schaften den aanwezigen blijkbaar veel
joegen.
Voor het examen in de nuttige hand-
fken zijn geslaagd de dames M. Ritman
K. M. Middelkoop, van Leiden.
Het zeer groot e aantal leerlingen der
Idagsschool in de zaal Noordeinde alhier
r: gisteravond, tot hun groot genoegen
lin tegenwoordigheid, behalve van de onder-
pressen, van eenige genoodigden, onthaald
I vergast op versnaperingen en op schoone
Itbeelden, Bijbelsche tafereelen voorstel-
1de. Eon en ander had, zooals wjj vernamen,
Lts naar aanleiding van het 35-jarig be-
pi dier Zondagsschool.
- Volgens achterstaande advertentie zullen
ürma E. J. Brill alhior van 28 Maart
4 April goreild worden drie belangrijke
llietheken.
het inzien van do beide catalogussen
i wjj dat de catalogus der bibliotheek van
(f, J. J. ComelisBen eono kostbare verza-
iog Latynsche Taal- en Letterkunde bevat,
irb\J eone eenige verzameling werken van
lover Jnvenalls en Persius, bevattende 175
Bfrste beginnen met uitgaven van het jaar
B'* '°t heden.
i catalogus der bibliotheken van ds. S. Koe-
bakkor en W. P. Woltors bevat eene goedo
«meling wysgeerige werken van de voor
naamste wij6geeren en bovendien zeer veel
over wysgeerige vraagstukken, niet het minst
over ethika en godsdienst-wijsbegeerte.
De catalogus der boekery van prof. Corne-
lissen is afzonderlyk gedrukt en verkrijgbaar
Do nieuwbenoemde raadsheer in het ge
rechtshof te 's Gravenhage, mr. W. Yan der
Kaay, nam heden voor hot eerst als zoodanig
zitting.
De 1ste luit. J. A. De Brujjn, van het
corps pontonniers, is overgeplaatst bij het 2de
reg. veld-art. te 's-Hage, bjj welk corps hij
reeds gedetacheerd is. Voorts is by het corps
pontonniers bestemd tot officier van speciale
diensten de 1ste luit. F. G. A. Van der Hoff,
die met 1 April voor 6 maanden gedetacheerd
wordt by het 2de reg. veld-art. te Leiden.
Gedurende den zomer van het afgeloopen
jaar bezocht dr. M. Haberlandt, van het K.-K.
Hofmuseum to Weenen, op eene wetenschap
pelijke reis, de Nederlandsche ethnographische
Ryksmusea. H(j gaf van zyne reis een ver
slag in de Annalen van dat museum onder
den titel: „Museastudien in London und
Holland". Zjjn oordeel is, met uitzondering
van dat over den ellendigen toestand dor
ethnographische gebouwen te Leiden, over
hot algemeen zeer gunstig. Zoo beantwoordt
volgens hem o. a. het ethnographiscli museum
van bet Koninkiyk Zoölogisch Genootschap
„Natura Artis Magistra" te Amsterdam met
zyne rgke middelen en de gedeeltelijk voor
treffelijke verzamelingen, welke zeer gemak-
keiyk te overzien en leerryk gerangschikt
zgn, aan zyne roeping volkomen.
„Volstrekt niet hetzelfde kan, helaas! ge
zegd worden van het belangrykste museum
van Nederland, het Ethnographische Rjjks-
museum te Leiden, met zyne zoo hoogstbelang-
ryke, eenige verzamelingen van Nederlandsch-
Indiê (om van de gedeeltelyke uitgelezen ver
tegenwoordiging van andere streken, b. v.
Japan, voorloopig nog geheel te zwygeu).
Daargelaten de geheel en al ontoereikende,
niet brandvrije, nauwe en donkere vertrek-
ken, welke in drie verschillende, van elkaar
verafgelegen gebouwen tor beschikking staan,
bestaan in deze eerste Rijksinstelling toe
standen, welke de studie van de hier opgo-
hoopte, wetenschappelyke schatten èn voor
binnenlandsche èn voor vreemde goloerden
tot eene zaak maken, waartoe veel diplomatie
noodig is.
„Het aantal der wetenschappelyke krachten
van deze boven andere uitblinkende instel
ling," zegt de buitenlandsche geleerde verder,
„is veel te gering, dan dat ook slechts hot
kleinste gedeelte op eene behoorlyke wyze
ter tentoonstelling, verklaring en onderzoeking
kan geraken, zelfs wanneer het grootere
ruimte veroorloven zou, hetgeen echter geens
zins het geval is. De verslaggever, die toch
door het beminneiyk onthaal, dat hy by den
directeur, dr. L. Serrurier, vond, en niet min
der door de vriendelyke ondersteuning van
den algemeen bekenden en hoogst verdien
stelijken conservator J. D. E. Schmeltz, on
der betrekkelijk gunstige omstandigheden
verkeerde, om uit de verzamelingen leering
en nut te trekken, verklaart ronduit, dat
hem dit, ten gevolge der duisternis, welke in
de vortrekkon heerscht, wegons de overlading
van alle kasten en iederen hoek met het meest
verschillende materieel en door de altoos-
durende ongeduldige bewaking en van den
tegenover hem zeker niet mala fide getoonden
voortdurenden passieven tegenstand van den
kant der hem door de directie ter zjjde ge
plaatste opzichters, slechts in zeer geringe
mate gelukt is. Nog veel ergere ondervindin
gen heeft in dit opzicht vooV hem de voor
malige volontair van het Weener Hofmuseum,
dr. K. Plischke, thans in Praag, gedurende
zgn verblyf in Leiden opgedaan. Wy hopen
dat deze hot belang der wetenschap zoozeer
belemmerende toestanden met de stichting
van een waardig en doelmatig gebouw, waar
toe, zooals wy in Leiden hoorden, uitzicht
voorhanden is, een keer tot verbetering zullen
nemen
„In het Ryks Ethnographi6ch Museum te
Leiden wydde ik vier dagen aan de studie der
verzamelingen; ik had daarby te betreuren,
dat de groote Japansche verzameling, door dr.
Siebold byeengebracht, ten behoeve eener
nieuwe rangschikking in kisten opgeborgen
was. De overweldigende rykdom der reeksen
van de groote Soenda-eilanden verrykte (het
spreekt vanzelf) mpn weten met betrekking
daarop in buitengewone mate en bood my
tevens rijke stof voor het onderzoek van
eenige speciale quaesties, waarmede ik my
bezig hield, bv. van de over het geheele Oosten
verspreide techniek van het verven van weef
sels door middel van knoopen op bepaalde
plaatsen daarin te leggen en over drukma-
tryzen voor de versiering van weefsels, waarop
ik binnen eenigen tyd op deze plaats hoop
terug te komen.
„Met genoegen en hartelyken dank herdenk
ik ten slotte de veelvuldige hulp en aansporing,
welke my in Leiden en Amsterdam gedu
rende mjjn verkeer met Nederlandsche vak
geleerden, zooals prof. Schlegel en prof. Kern
in Leiden, en den bekenden sinoloog di De
Groot in Amsterdam, ten deel viel. De vrien
delyke tegemoetkoming en de beminnelyke
gastvryheid, welke ik in Holland heb onder
vonden, zullen my altyd in dankbare her
innering blyven".
In verband met bovenstaand ongunstig oor
deel over den toestand der Leldsche verza
melingen is het zekerniet ondienstig nogmaals
de aandacht dor Regeering op deze zoo drin
gend voorziening vereischende quaestie te
vestigen.
De eerste zitting van den Militieraad
voor de gemeente Voorschoten zal plaats
hebben te 's-Gravenhage op Yrydag 18 Maart.
De hoeren Zocher Co., boomkweokory
on bloemistery „Rozenhagen" te Haarlem,
zonden ons hunne pryscourant voor 18P2 van
knolbegonia's, dahlia's, rozen, fuchsia's, gras-
en bloemzaden, enz. Eene groote verscheiden
heid wordt hier aangetroffen.
De welwillende gevoelens, welke wyien
koning 'Willem III steeds aan den dag legde
tegenover de Koninklyke Nationale Zang-'
school voor handwerkslieden te 's-Gravenhage,
zyn ook overgegaan op H. M. de Koningin-
Regentes, de tegenwoordige beschermvrouw
der school, en zullen ongetwijfeld in het hart
van de nog jeugdige Koningin gewekt worden
na de feesthulde, haar gisteravond in „Dlli-
gentia" door dit zanggezelschap uit de hand-
werksklasse aangeboden.
Honderden uit alle rangen en standen der
maatschappy vulden de zaal, welke was in
gericht tot eene eenvoudige, maar feestelrjke
ontvangst.
Opgemerkt werdende minister van marine
de oud-ministers Heemskerk, Mackay en
Bloem; de burgemeester en de wethouders;
het eerelid mr. Patynde voorzitters van de
beide Kamers der Staten Generaal, de Com
missaris der Koningin, de generaal Verapyck
en de secretaris-generaal van binnenlandecho
zaken.
Precies te zeven uren weerklonk het „Wien
NeerlandBch bloed" waarmede de hooge bezoek
sters door de zangers, met orkest en piano
begeleiding, in den kring dor handwerks
lieden werden ontvangen. Alle aanwezigen
stonden op, totdat Haro Majesteiten, aan den
ingang opgewacht door den voorzitter en het
bestuur der Zangschool, de voor haar bestemde
zetels hadden ingenomen. Beide Vorstinnen
namen by hare intrede bouquetten van rozen
uit de handen van dames der bestuursleden aan.
De Koningin-Regentes droeg nog rouw;
hare dochter maakte een alleraardigsten in-
[PeuilXeton.
zuchtte een zucht van verlichting.
,Je verwachtte het?"
Lik hoopte hetl"
•edurendo een paar oogenblikken heerschte
etilte.
En moet je werkelyk vertrekken,Leslie?"
iJa, bepaaldmaar gelooft u niet dat ik
terugenellen, nu zulk een geluk my
Ïcht?"
Jk weet het, myn jongen; ik weet het."
iEn u bent nu niet boos op my, omdat
wegga?"
Ik ben nooit boos op je! Als het moet,
'et het. "Wanneer denk je te gaan?"
iMorgenavond
LZóó gauw, Leslie, zóó gauw
^,Hoe eer ik ga, des te eer zal ik ook terug
antwoordde hy opgewekt.
fcDat ia waar, ja, des te eer ben je terug.'J
Het is laat; goeden nacht, vader!"
^LGoeden nacht, myn zoonGod geve dat
binnenkort meor recht heb, je zoo te
noemen."
'Den Tolgenden morgen na het ontbyt deelde
Leslie Paulino zyn plan mee. Zy stond b'j de
piano muziek te doorbladeren.
„Pauline", zeide by zy noemden elkaar
nu by den naam „ik heb je iets nieuws
te vertellen."
„Goed of slecht nieuws, Leslie?"
„Slecht voor my. Wat het voor jou is,
weet ik niet."
„Kom, goed of slecht, vertel het mei"
„Pauline, ik ga weg!"
Zy verbleekte en hield zich aan de piano
vast; maar hare ontroering duurde slechts
een oogenblik; met eene krachtige poging
h rstelde ze zich en zeide glimlachend:
„Ga je eene kleine vacantio nemen?"
„Eene kleine vacantie! Lieve deugd, neen,
alleen belangrijke bezigheden kunnen my hier
wegdryven."
„Belangryke bezigheden", herhaalde zy op
spotteriden toon.
Dat ontging Leslio niet.
„Pauline", sprak hy, „maak het heengaan
voor my niet moeilykor dan het reeds i6.
De Hemel weet, hoeveel stryd het my kost,
maar het is beter voor ons ailen. Binnen een
paar maanden ben ik terug; het is maar
eene korte afwezigheid. De tyd zal voorby-
vliegen. Ik zal de dagen tellen tot ik terug
kom, want ik zal met verlangen uitzien
naar al het goede, dat my hier wacht."
„Spyt het je, dat je weggaat?"
„Ja, zeer! Het spyt my dat ik je vader
en do boekon en jou moet vaarwelzeggen,
Pauline."
„Eerst vader en dan de boeken en eindoiyk
Pauline", sprak ze pruilend, torwyi ze eene
buiging voor hom maakto.
Hy zeide niets, maar zag haar diep in
de oogen.
Zy bloosde en hernam:
„Het spyt mo, dat ik dat gezegd heb."
„Leslie
De graaf riep hem. Hy had hem in het
studeervertrek noodig, om met hem over zyn
boek te spreken.
„Zal je zorgen dat myn naam verborgen
blyft? Er zyn, zooals je weet, onthullingen
in dat boek, voor het auteurschap waarvan
ik niet kan uitkomen, zonder myzelven met
do regeering te St. Petersburg in moeiiyk-
heden te brengen
„Ik zal er voor zorgen. U weet, dat ik,
waar het uwe veiligheid betreft, niets ondoor
dachts zou doen."
„Ik vertrouw je, beste jongen! Ik zou
zonder vrees myn leven in je handen willen
geven 1"
Den gehoelen dag bleven deze twee zitten
praten. Een paar malen ging Leslie naar Pau
lines boudoir, maar vond haar daar niet. Hij-
zag haar niet weer vóór etenstyd. Om negen
uren zou hy vertrekken; er werd daarom
reeds om zes uren gedineerd. Het was midden
in den zomer, maar zy aten by kunstlicht
een rose licht van kaarsen met roode kappen.
Pauline droeg hetzelfde kostuum, waarin Leslie
haar voor het eerst had gezien. Er werd aan
tafel weinig gesproken en wat er nog gezegd-
werd scheen gedwongen. Pauline trachtto-
opgewekt te zyn, wat haar niet gelukte.
Over Leslie's vertrek werd geen woord ge
rept, maar ieder was er vol van. Na dec.
eten gingen ze naar buiten op het terras,
eene breede grindlaan.
De zon ging 01 ier achter eene zware
massa donkere wolken en wierp hare laatste
wegstervende stralen over het huis en den
heuvel daarachter. Elke glasruit glinsterde in
rooden gloed, de torentjes, gehuld in goud
glans, kwamen scherp uit tegen de donkere
b08schen daarachter.
Daar zaten ze de graaf en Leslie, te
praten en te rookon, Pauline koffie te
schenken.
(Wordt vervolgd.)