V) N°. 9804. Maaiida«£ 8 Februari feze fiourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 Februari. Feuilleton. iV/ordt «crv'filjiiii PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidea per 3 maanden1.10. Franco por poot1.40. Afzonderlijke Nommen0.01. P£JJ8 DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 rt.gels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere lettex* n»ar plaateruimte. Voor het in- oaaeeeren buiten de et&d wordt 0.10 berekend. Tweede Blad. Het Leidscb Studentencorps beeft in z\jne jongst gehouden vergadering besloten den heer Alexander Yer Huell ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag, 7 Maart a. s., een geluk- wensch toe te zenden. De praeses deelde te vens mede dat bij die gelegenheid den ju bilaris een geschenk zal worden overhandigd. Hij spoorde daarom de leden van het stu dentencorps aan, daartoe bij te dragen. De heer Ver Huell heeft echter gedaan wat van zijne bekende afkeerigheid van openbaar vertoon te wachten was: de kunstenaar en philanthroop heeft voor do ovatie, welke hem eene in don lande gevormde commissie dacht te bereiden, bedankt. De „Haagsche Crt." vertrouwt intusschen dat, wat de commissie voor het huldeblijk overigens moge besluiten, do Regeering zal begrijpen wat haar te doen staat. De alom bekende en beroemde verza meling inlandsche vogels, nagelaten doorrar. J. P. Yan "Wickevoort Crommelin, te Haarlem, i3 door do dochter van den overledene vol gens zijn verlangen ten geschenke aange boden aan het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. Bedoelde verzameling, be vattende meer dan 2000 prachtige opgezette exemplaren, waaronder een groot aantal zeld zame, zal, zoo spoedig in het Museum plaats te vinden is, daarin worden opgenomen en ia eene ware leemte voorzien. Immers, eene afzonderlijke inlandsche verzameling behoorde sedert jaren tot de wenschon van don direc teur van het Museum. Men schrijft onsDonderdag-avond gaf de rederijkerskamer „H. K. Poot" teBodegrave, hare 90ste openbare uitvoering. Een talrijk publiek had aan hare roepstem gehoor gegeven en was opgekomen naar den tempel van Thalia, hier vertegenwoordigd door het lokaal van den heer Benten. De op te voeren stukken waren„Eerloos", door Van Nouhuys, en „Gedeserteerd", door Peypers. Wanneer „H. K. Poot" stukken als „Eorloos" ten tooneele brengt, dan is dit feit alleen genoeg om van den bloei derVcreeni- ging en goeden wil der werkende leden te getuigen. 't Mocht in alle opzichten eene gelukkige keus van het bestuur genoemd worden om een op vaderlandschcn bodem geboren stuk te doen opvoeren. Wy zyn immers zoo arm aan goede Neder- landsche stukken, dat het eon verblijdend verschijnsel mag genoemd worden, wanneer rederijkerskamers het publiek in de gelegen heid stellen om hetgeen wfl bezitten, te leeren waardeeren. Alle leden gaven blijk van met zorg hunne rollen ingestudeerd te hebben. Een langdurig en herhaald applaus viel na afloop den leden ten deel. Een zeer geani meerd bal besloot dozen feostavond, welke zonder twijfel tot een der best geslaagde van „H. K. Poot" mag gerekend worden. Dat zij steeds in bloei moge toenemen! Ook bij de officieren van gezondheid der marine wordt weldra bevordering tegemoet gezien. De dirig. officier van gezondheid Matak Fontein zou, naar het „Hbl." verneemt, op verzoek worden gepensionneerd. In eene door de Amsterdamsche afdeeling der Maatschappij tot bevordering der Genees kunst gehouden vergadering, wetenschappe lijk gedoelte, heeft onze vroegere stadgenoot, dr. W. Rutgers Van der Loeff het woord ge voerd ter inleiding van de vraag, of ergeene groote overeenkomst bestaat tusschen mazelen ende zoogenaamde influenza. Het was spr. tijdens de influenza-epidemie van 18S9 1S90 opgevallen, dat zoovele lijders symptomen vertoonden, die aan mazelen (welke ook in dien tyd heerschten) deden denkendat de meeste zieken hem deden terugdenken aan mazelen-opidemieën in zijne vroegere standplaats, waarin verscheidene gevallen van „Morbilli sine Exanthomate" voorkwamen. In gezinnen met mazelen-patiên- ten kwamen namelijk andere zieken voor, die, ofschoon vroeger mazelen gehad hebbende, onmiskenbaar wederom besmet waren met mazelengif, die niesden, hoestten, pijn in het hoofd en in de ledematen hadden, koorts hadden enz., enz., maar bij wie de uitslag wegbleef en bij wie het lang duurde vóór zfl geheel hersteld waren. Spr. ging ovor tot eene korte beschrijving van Morbilli en Influenza, om de punten van overeenkomst aan te toonen, niet om de identiteit te bewijzen. De ernstigste mazelen epidemieën kwamen voor bij mistig, regen achtig weder. Spr. is het opgevallen dat de influonza-epidemie< n in het laatst van 18S9 en van heden ook optraden gedurende en na een tijdperk van mist en vochtighoid. Het komt hem dus waarschijnlijk voor, datonbe- j kende, ziektemakende wezentjes, van waar dan ook afkomstig, in do atmosfeer opgenomen, met het hemelwater (mist, regen, sneeuw) op verschillende plaatsen gedeponeerd, door den mensch, óf bij inademing, óf door drink water, worden ingenomen. Hieruit zou te verklaren zijn, dat de influenza zich zoo snel verspreidt en bijna tegelijkertijd op verschil lende plaatsen optreedt, terwijl tusschenlig- gende streken geheel vrij blijven. Evenals bij mazelen wordt ook aangenomen, dat lijders aan influenza do ziekte op gezonden overbrengen. Prof. Nothnagel beweert dat men influenza niet voor den tweedon keer terugkrijgt, maar de ervaring heeft spr. het tegendeel geleerd. Bij beide ziekten is het verloop ern stiger bij volwassenen dan by kinderen en ge vaarlflk voor bejaarden, zwakken, longlijders en voor de onvoorzichtige n, die zich gedurende de ziekten niot voldoende ontzien en zich aan „jkouvatten" blootstellen. Bfl mazelen is algemeen aangenomen een incubatie-tfldperk, waarin wellicht de opge nomen organismen zich in het bloed ver meerderen. Bij influenza meent spr. ook een incubatie-tijdperk van eenige dagen te moeten aannemen, daar hem bij schijnbaar „plotseling" ongesteld worden toch, door navraag, bleek, dat de patiënten zich reeds vooraf lusteloes en gedrukt gevoeld hadden en oen weinig verkoudon waren. Successievelijk kunnen alle slijmvliezen worden aangedaan. Men neemt een groot aantal verschillende symptomen waar, welke door spr. worden opgenoemd. Soms ziet men (in sommige steden by'na by alle lyders) na korten tyd roode vlekken, over het geheele lichaam verspreid of beperkt tot enkele plaat sen, te voorschijn komen, waardoor men ook by influenza van een stadium exanthematicum zou kunnen spreken. Na drie tot negen dagen treedt by beide ziekten de reconvalescentie-periode in en bij beide ziekten treden als complicaties of als naziekten op: Bronchitis capillaris,catarrlialo of croupeuse pneumonie, diphtheritis, dyssen- terie, otitis media, pericarditis, gewrichtsaan doeningen, verschillende huiduitslagen, enz., enz. In verrewog de meeste gevallen kan de behandeling hoogst eenvoudig zyn en eindigen zy met volkomen genezing, zonder me dicijnen. Men houdt de patiënten te bed of in matig verwarmde, goed geluchte kamers men regelt het dieet naar gelang van de koorts, zorgt voor ontlasting en laat hen lichte dia- phoretica gebruiken. Tegen de catarrhen der ademhalingsorganen doen veel nut: Hager's olfactorium, neusdouches, Priessnitz'sche om slagen en inhalaties. Tegen de neuralgische aandoeningen kan men met goed gevolg m a sage aanwenden. Spr. meent dat Antipy- retica (kinine, antipyrine, salipyrine), weinig of geen nut doen, en zeker bfl beide ziekten het beloop niet bekorten. Zelfs acht hy die middelen niet onschuldig. (Bekend is het feit, dat lyders, met het middel by zich, dat zy op eigen gezag en onvoorzichtig innamen, dood gevonden werden aan plotselinge hart verlamming), Zekor zou het een geluk zyn, „de vrees" voor de influenza zooveel mogelflk tegen te gaan en spr. opperde het denkbeeld of niet de vergelijking met mazelen (waarvoor het publiek geen angst heeft) een goed kalmeerend middel is. Bovendien zal hierdoor iedereen, die zich in een influenza-tfld „onlekker" gevoelt, uit eigen beweging dadelyk de algemeen be kende en eenvoudige maatregelen toepassen, welke hy bfl mazelen zou nemen. Dikwflls zullen die tot spoedig herstel van den influenza- lflder voldoende zfln en zeker zal die voorzichtigheid hem voorloopig ten goede komen. De Geneeskundige Raad van Noord-Hol land heeft den minister van justitie verzocht, het daarheen to willen leiden, dat een ge rechtelijk onderzoek en strafvervolging worden ingesteld tegen Charles Davenport (gonaamd Sequah) ter zake van onbevoegde geneeskunst uitoefening met zg. medewerking van een geneeskundige. Mocht dan blyken, dat het bedrijf op die wflze straffeloos uitgeoefend kan worden, dan zou, hetzfl tot verscherping, of tot geheele verlating van het aangenomen stelsel wetswijziging noodig zfln. Te Rotterdam wordt de oprichting voor bereid van eene naamlooze vennootschap, welke zich ten doel zal stellen in Engeland koolzuur- fabrieken te exploiteeren, gebouwd volgens het systeem der bereiding van koolzuur uit cokes, gelyk het toegepast is by de (eveneens aan eene te Rotterdam gevestigde naamlooze vennootschap toebo- hoorende) fabriek van vloeibaar koolzuur te Erkner, bfl Berlfln. De Maatschappij zal in de eerste plaats in het leven worden geroepen voor het exploiteeren eener reeds te Londen bestaande fabriek, welke thans een productie vermogen heeft van 240 a 250 cylinders per dag, elk inhoudende 12 kilo vloeibaar kool zuur, doch zóó gebouwd is, dat er slechts een gering kapitaal noodig zou zfln om het productie-vermogen te verdubbelen. Het aan- deelen-kapitaiil der Maatschappij zal worden gesteld op f 600,000 (uit te geven door een 1 syndicaat onder leiding van de „Disconto- „Goeden naclit, mijn lieveling!" 2.) Leopold Borger was een jyf,jager van den vorst en geleek dezen, wat figuur en Bonding betrof, opmerkelijk. Bit kwam vooral uit, wanneer Berger een van de afgelegdo pakken van zjjn heer droeg. Zyne doorluchtigheid had namelijk de gewoonte, den ljjfjagor zyno kloeren te schenken, welke de jonge man natuurlijk altijd mst hijzonderen trots aantrok. - Berger mocht zijne eenzame wandeling misschien tien minuten voortgezet hebben, toen plotsoling een handvol bladeren en bloe- 1 sems op hem neervielhjj keek naar boven en zag in do lachende oogen van een jong meisje, dat over het hek leunde. Met één sprong was de jager aan hare zijde. „Ach, juffrouw Helena, eindelijk mag iku weer begroeten, voor de eerste maal sedert acht dagen. Hoe kondt gij tjljj zoo pijnigen, gij moet gezien hebben, dat ik zoo dikwijl voorbij uw venster ging. Ik geloof niot. dat ik u beleedigd heb.'' Het meisje lachte, maar trok de hand, die hjj gevat had, niet terug. >,Nu, mijnheer Leopold, met uwe pijn is I liet zeker niet zoo erg gesteld, aan het vor- I stelijke hof weet men zich te troostenmaar voorzichtig was het niet van u, mg op zoq in het oog vallende wyze het hof te maken. Alsof er geen neef Koenraad in de wereld stond, die al mijne schreden volgt 1 Men heeft u gezien en mij des te streDger bespied; eerst vandaag, nadat mjjn neef vertrokken is, kon ik eenige oogenblikken wegsluipen. Weet gij ook, dat er intusschyi gewichtige dingen zijn voorgevallen? Mijn neef heeft mot mijn vader gesproken, en mot veertien dagen, wil hy terugkorp.en," Ovef "nét vroolyke gezicht van den jongen hi an gleed eene donkere schaduw. „Dan is het dus toch waar, juffrouw He- lena, wat ik in de laatste dagen gehoord iieb, dat uwe verbinding met den ryken neef eene uitgemaakte zaak is? Ik wilde het niet ge- looven, maar gijzelve schynt het te be vestigen 1" Hy richtte de bruine oogen vragend op het scboone meisje. „Zeg my de waarheid, juffrouw Helena, It hot zooe j,an js 00k tnijrt lot bezegeld, I verlaat den dienst by myn heer en i werven." I Helena legde verschrikt hare hand mg op zyn arm. „In 's Hemels naam, Leopold, I niet zoo. Soldaat! Weet gij, wat viet zeg„en wil, 7,yn leven lang een meer nog dan een slaaf te zyn? M vap g?. heel andere dingen <-esprokeni welko van de toekomst hor"pt? 6jJ waart 20£) moe(j.g en zeker van de overwinning en nu wilt gy plo'scling den stry'd opgeven? Ach, ik heb mij in n bedrogen!" -Helena", antwoordde hy treurig. „Ik was zeker van de overwinning en ik had goeden moed, zoolang ik dacht je te zullen verwer ven. Thans, nu ik je verliezen moet, we^t ik ook, dat met jeu mijne beste kracht b,0en- vliedt; wat ligt my er aan gelegen, lTat ge toekomst my zal brengen! Zy zag den geliefdo toeder a? p „Ach, Leopold, je weet, neef reeds als kinderen vr 1 mUn waren maar trouwen 6 aar bestemd niet. Inderdaad z00rer zlJn w'j nog maar ik w" oudws wdl™ h<*. bet niet! J «tampte toornig met den kleinen voet 'v 'lin grond. „En wanneer men my wil dwingen, loop ik weg, naar mijne tante ik laat mij niet ongelukkig maken!" Zy zag er belooverend schoon uit in haren trots, de blauwe oogen blonken en door de een weinig 'geopende lippen schemerden de witte tanden. „Helena!" riep de jonge man in verrukking, „als je zóó spreekt, dan is allo nood veri/?^ tenj als ik maar zeker van jou be". yau heem ik den stryd tegen do gan<"Jho wero]j op. Alleen de gedachte, je to veriiezen, heeft mij moedeloos gemaakt "Vetgeef my) je zult mij nooit weer ™><>;joloos zien i» Hy poog da arm op haren schouder te leggen en Ij ar ~h toe tetrekken,doch zy woerda hem -• „Neen, )»- jf- niet <- -at dat> Leopold 1 Ik wéófc, dat het Ooed van my is, tegen den wil mijnor ouders hier mot je te praten. Eo hoe Nélit zou ik in opspraak kunnen komen, als men ons hier beluisterde. De rnenschen zeggen dat je de mooie meisjes al tevriendelyk aan kijkt, en aan gelegenheid daartoe zal het je niet ontbreken." Meendo zy dat wel ernstig? Zeker niot. Maar den jager maakten deze woorden toornig. „Ik hen een vroolijko jongen, dat weet je, Helena! Met menig liej moisje heb ik ge schertst en gelachen, raaar ik zweer je. dat ik nooit tot één over Jtefde gesproken heb."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5