N°. 9799.
Dinsdag 2 Februari.
A®. 1892.
•Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 1 Februari.
Feuilleton.
VERLIEFD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidec p«r 8 maandenf 1.10.
Franoo per post1.40.
Alcondtrlgk* Nommera.0.05.
PEU8 DER ADYERTENTIÉN:
Ven 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /"0.17J.
Grootere letters neer plaatsruimte. Voor het
incaseeeron buiten de eud wordt ƒ0.10 be.-tfctnc.
Eerste Blad.
Ollïcicelo Kennisgevingen.
Do Burgemeester der gemeente Leiden,
Ontvangen hebbende den staat no. 75, aanwijzende
de uitkomsten der metiDg on schatting van gebouwde
en ongebouwde eigendommen, bedoeld bij do arit.
15 en 23 der wet van don 2Geten Hei 1870 (Staats
blad No. 82), betrekkelijk de grondbelasting;
Brengt ter kennis van belanghebbenden dat dio
opgave gedurende dertig dagen ter secretarie dezer
gemeente Is nedercelegd.
Leiden, De Voorzitter roornoemd,
J Febr. 1892- DE KANTER.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien do wet van 28 Juni 1881 (StsbL No. 102)
tot herziening van do artikelen 264, 265 en 266 der
Gemeontewet
Brengen ter kennis dat het 2de suppletoir kohier
der plaatsolgke directe belasting, dienst 1891, in af
schrift gedurende vyf maanden op de Secretarie der ge
meente (finantiëole afdeeling) voor oen ieder ter lezing is
nedergelegd, en dat elke aangeslagene binnen drie maan
den na de uitreiking van het aanslagbiljet tegen zijnen
aanslag bezwaren bij verzoekschrift, op ongezegeld
papier, aan den Gemeenteraad kan inbrengen, terwijl
de belanghebbende binnen dertig dagen na do mede-
deeling van 'aRaads beslissing, bij de Gedeputeeide
Staten dezer provincie in beroep kan komen, wordende
tevens do verplichting tot het betalen van den aan
slag door het indienen van bezwaren en het instellen
van beroep niet opgeschort.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
1 Febr. 1892. E. KIST, Secretaris.
Aan den gemeenteraad leggen B. en Ws.
over het verzoek van de hoogleeraren mrs.
H. B. Greven en W. Van der Vlugt, tor be
koming van een gedeelte grond van de Boom-
markt voor de oprichting van een gebouw
ten behoeve van den werkmansstand, verge
zeld van eene nadere toelichting, alsmede do
naar aanleiding van dit verzoek ingekomen
adressen, als van eigenaars en bewoners van
perceelen, gelegon aan de Boommarkt, en van
den heer D. Hartevelt, houdende bezwaren
tegen de inwilliging van het verzoek, en van
de afdeeling Leiden van liet Algemeen Neder-
landsch Werkliedenverbond en van een aan
zienlek aantal alhier wonende werklieden tot
ondersteuning van het verzoek.
Het nader adres van de hoeren Greven en
Van der Vlugt, waarbij het plan nader wordt
toegelicht en de daartegen aangevoerde be
zwaren worden behandeld, is bereids in druk
aan de leden toegezonden.
Blijkens het overgelegde plan zoude moeten
worden ingenomen een gedeelte van de Boom-
markt in het verlengde van de Meisjesschool
lsto klasse ter lengte van 28 meter en ter
breedte, in verband met de geering van het
terrein, van ongeveer 14.5 tot ongeveer 11
meter, terwijl eene breedte van 10 meters
na de bebouwing zal overblijven oor de open
bare straat tusschen de daarop uitkomende
woningen en het te stellen gebouw.
Door de commissie van fabricage wordt,
mot het oog op do reeds ingediende bezwaren
ten aanzien van den hinder voor licht, lucht
en uitzicht voor de rij woonhuizen, die aan
de Boommarkt uitkomen, als in verband met
de markt en de kermis, waarvoor de Boom
markt sedert jaren wordt gebruikt, geadvi
seerd, alvorens het verzoek in nadero over
weging te nemen en do voorwaarden te be
palen, waarop eeno gunstige beschikking zou
kunnen volgen, de beslissing van den Ge
meenteraad te vragen omtrent de plaatsing
van dat gebouw op de aangewezen plaats.
Een lid dier commissie heeft zich intusschen
thans reeds tegen do inwilliging van het ver
zoek verklaard, op grond dat de aangevraagde
plaats z. i. ten eenenmale daarvoor ongeschikt
wordt geacht.
De minderheid van het College van B. en
Ws. is mede laatstbedoelde zienswijze toege
daan. Met het oog op de weinige open ruimte,
in onze gemeente aanwezig, acht h\j het niet
geraden wederom een gedeelte van eene
openbare straat of plein te bestemmen voor
bebouwing, waardoor tevens de belangen van
de nabjj wonenden op min of meer ernstige
w\jze worden geschaad.
De minderheid is alzoo tegen de inwilliging
van het thans ingediend verzoek, hoezeer ook
overigens overtuigd dat het alleszins op den
weg van het Gemeentebestuur ligt om adres
santen in de bereiking van het door hen be
oogde loffelijk doel zooveel mogelijk te steunen.
De meerderheid van het College van B. en
Ws., hoezeer erkennende dat de bebouwing
van het aangevraagd terrein eenige bezwaren
voor enkele bewoners zal ten gevolge hebben,
is echter van oordeel, dat die bezwaren niet
van genoegzaam gewicht zijn om daardoor
de totstandkoming van het plan, door niet-
inwilliging van het verzoek, onmogelijk to
maken.
Het is toch gebleken dat geen ander ge
schikt terre.n te vinden is, terwijl de verwe
zenlijking van het plan voorzeker van groot
belang voor do gemeente wordt geacht. Het
geldt hier eene ontegenzeglijk nuttige stich
ting, ten doel hebbende de ontwikkeling van
den werkmansstand. Wat door adressanten
ten deze wordt aangevoerd, beamen B. en Ws.
ten volle, en zij waardeeren ten zeerste de
vele bemoeiingen, met de, meeste belang
loosheid door de ontwerpers op zich genomen,
ter bereiking van het door hen beoogde doel.
Ware nu de Boommarkt niet reeds voor
een deel bebouwd door de plaatsing aldaar
van de Meisjesschool 1ste kl., dan zoude wel
licht, zeggen B. en Ws., de vraag rijzen of
het wel wensclielijk is met de bebouwing een
aanvang te maken.
Thans echtor, nu een groot gedeelte der
Boommarkt door die school is ingenomen, is
de toestand geheel veranderd. Nu is het pleintje
reeds verloren en gééft do hoek tegen de tuin
schutting van de school steeds aanleiding tot
verontreiniging. Er is alzoo thans geen sprake
van de verandering van een plein in een be
bouwd gedeelte, doch alleen van de vernau-'
wing van eene straat, welke altijd nog eene
breedte van 10 meters overhoudt.
Enkele perceelen aan do Boommarkt zullen
uitzicht verliezen, doch dit is eok niet zoo
belangrijk als het schijnt. Perceel no. 7 be
houdt voor de bovenkamers het uitzicht over
do speelplaats heen; no. 8 behoudt het uit
zicht in de schuinte langs het gebouw, wat
bij eene straat van 10 meter zeer belangrijk
blijft. Alleen do achterkant van het Hotel
Verhaaff wordt wezenlijk belangrijk in uitzicht
verminderd, doch daar do voornaamste locali-
teiten van dit hotel aan de voorzijde gelegen
zijn, is dit bezwaar, zeggen B. en Ws., niet
gewichtig genoeg om de stichting van een
dergeltfk gebouw van publiek belang tegen
te gaan.
Overigens achten zij dat de bezwaren van
do bewoners en eigenaars de.' aangelegen
panden door de ontwerpers in hun tweede
adres tot hare juiste beteekenis zijn terug
gebracht en meenen B. en Ws. zich aan die
beschouwingen te kunnen refereeren.
Ook zij zijn van oordeel, dat de buurt door
het tot stand komen van het gebouw belang
rijk zal worden verfraaid en dat de rioleering
voor de aangelegen huizen niet alleen zal be
nadeeld worden, maar dat deze uit den aard
der zaak moet worden verbeterd.
Op grond van een en ander geven B. en
Ws. den Gemeenteraad in overweging te be
sluiten dat de Gemeenteraad bereid is het
aangevraagd terrein van de Boommarkt kos
teloos in gebruik met het recht van opstal
I af te staan aan de door adressanten op te
richten vereeniging voor de stichting van een
gebouw ten behoeve van den werkmansstand
gedurende den tyd zoolang het gebouw voor
dit doel bestemd blijft, onder voorwaarde dat
de plannon voor der. bouw aan de goedkeu
ring van den Gemeenteraad worden onder
worpen, dat het gebouw het vrijo eigendom
wordt der gemeente Leiden, ln geval de
stichting of vereeniging ophoudt te bestaan
of aan een ander doel wordt dienstbaar ge
maakt dan in de oorspronkelijke akte is ver
meld en dat de gebruikers in geen geval het
gebouw mogen vervreemden of bezwaren.
Uit hunne toelichting tot.het verzoek der
heeren mrs. H. B. Greven en W. Van der
Vlugt, blijkt dat hun door eenige belangstel
lenden het kapitaal is verstrekt met het doel,
binnen Leiden het gebouw te stichten ten
behoeve van den werkmansstanddat zij zich
voorstellen, dat dit gebouw, hetwelk aan eene
op te richten stichting zal toebehooron, o. a.
zal moeten bevatten eene leeszaal, een gym
nastieklokaal, eene groote zaal, benevens eene
bibliotheek en verscheidene cursuskamers, en
dat zij in hunne pogingen, om van particu
lieren een goed gelegen terrein te bekomen,
hetwelk voldoende ruimte voor eene groote
zaal aanbiedt, niet zijn geslaagd.
Zij stellen zich voor, dat op het door hen
gevraagde terrein een gebouw zal verrijzen,
waarvan de kosten naar hunne schatting de
som van dertig duizend gulden zullen over
treffen.
Het gebouw zal het eigendom worden eener
stichting, welke volgens de stichtingsakte zal
worden beheerd door een Bestuur, waarvan
de groote meerderheid der leden door to Lei
den gevestigde corporation zal worden aan
gewezen.
Heden vierde de heer N. Gouwentak
alhier zijn 25-jarig feest als onderwijzer bij
het openbaar lager onderwijs. In den morgen
werd hij met een rijtuig van zijne woning
naar de 6chool in de Brandewijnsteeg gebracht,
waar hij in het spreekkamertje van het hoofd
der school geleid en toegeproken werd door
den heer P. Dirkshoom, die opgewekt en
vriendschappelijk dén heer Gouwentak geluk-
wenschte met dezen blijden dag. De minder
bedeelde kinderen vonden in hem de kracht
en den ijver, dien hij te bieden had. Als
vriend wenschte spr. zich te onthouden van
eene schatting van Gouwentak's verdiensten.
Ieder zijner collega's, die hem omringden,
kanden die.
Onder toepasselijke woorden bood spr., ook
namens de collega's, den jubilaris een ge
schenk aaneen inktstel met tijdmeter, waarop
een zilveren plaat is aangebracht. Op deze
plaat (ontworpen door den heer A. M. Biegman
en geleverd door den heer Oostveen op eene
3.)
"Wilhelm stapte trotsch weg en Jenny zeide
in zichzelve:
„Mgn Hemel! Een prins, en dat wist
ik niet eens? En by zou eeno andere be
minnen?"
Zy werd vervuld met diepen weemoed,
drukte beide handen tegen haar onstuimig
kloppend hart en zei zacht:
„Neen. liefde ziet niet naar rang, stand en
mooie kleeren; liefde leeft alleen door liefde!"
En vastberaden sprak zy daarna:
„Eenmaal wil ik hem nog zien; daarna
kan alles zgn gewonen loop nemen!"
Zy zuchtte diep en ging daarna voor! met
het rangschikken der frisscho bloemen.
Onderwyl sloeg de klok van den nabyzyn-
den toren elf uren, op welk uur ODgeveerde
prins altijd placht te komen.
Maar nu kwam hy niet.
"Weldra echter klonk door hot lage ge
boomte wapengekletter; haar hart klopte
hoorbaar. Kwam hy dan toch maar! Maar
neen, het was wachtmeester Hagenbusch, de
oude vertrouwde van den prins.
„Ik zou do bloemen halen, juffrouw Gold
schmidt!" luidde het kortaf uit den mond
van den echten soldaat.
Zy overhandigde hem zwijgend de gevraagde
collectie en nam, ook zwygend, het weinige
geld daarvoor in ontvangst. Reeds had de
oude rechtsomkeert gemaakt, toen zij al
haren moed byeenraapte en zei:
„Heer wachtmeester!"
„Wat blief, jongejuffrouw Goldschmidt?"
„Ik wilde u zoo graag wat vragen!"
„Zoo, nu, ga je gang dan maar!"
„Is de officier, die deze bloemen besteld
heeft, inderdaad.prins Louis Ferdinand?"
De oude snorbaard knikte toestemmend
en zeide toen:
„Hy heeft mg wel verboden het te ver
klappen, maar waar is het! En, onder ons
gezegd, juffie, als je het me niet kwalyk neemt,
het spyt me voor je, want je bent er te goed
en te netjes voor! Wantwaar moet het heen?
Oreral wordt er al over gepraat!"
„Myn Hemel, dus dan is het toch waar?"
„Ja, het is waar, en het is goed ook,
dat er nu een eind aan gekomen is!"
„Een eind aan gekomen is sprak ze hem
gedachteloos na. „Hoe dat?" voegde zy er
ontstemd aan toe. „Trouwt hij die gravin, die
zooveel van viooltjes houdt?"
De veteraan schudde het hoofd en zei:
„Wat zette dio Fransche gezant oogen op,
juffrouw! De eergierige prins dacht aan heel
iets anders dan aan liefde en bruiloftenaan
oorlog en zege! Heden is het bevel tot mobi-
l.-vering door Z. M. gegeven, de oorlog is
verklaard, de prins gaat reeds morgen met
het leger naar Thüringcn I"
„Morgen reeds?"
Morgen aan den dag, juffrouw Goldschmidt!"
Toon de snorbaard zich verwyderd had,
zonk Jenny met een diepen zucht in een stoei.
„Éénmaal moet ik hem nog zien", fluis
terde zg; „ik moet van my'ne jeugd afscheid
nemenDaaraan moet Wilhelm mg helpen
O, dat daarna een eeuwige nacht voor my
intrad
Op denzelfden avond werd Wilhelm Burger
reeds weder als door eene onzichtbare, ge
weldige kracht naar de bloemistery getrokken.
Hy vond Jenny dezen keer lieftalliger en
mededeelzamer dan ooit en waagde het haar
te spreken van zgn minnend hart, van
zyne helde.
Zy wees hem niet, evenals anders wel, barsch
af, maar verzocht vriendeiyk:
„Lieve Wilhelm, gun my een weinig tijd
om mgzelve van dat alles rekenschap te
kunnen geven! Ja, ik wil er niet om liegen:
onbewust, zonder schuld heb ik een droom
gehad, maar die is nu voorby! Nu moet ik
myzelve eerst geheel en al meester worden,
eerst beproeven, want ik acht u tc- lioogora
u voor den gek te houden
Hare stem beefde hoorbaar, bij het uit
spreken dezer woorden. Zy gaf hem daarop
eene roos, wat zy nog nooit had gedaan,
en zeide:
„Prik je niet, er zgn doornen aan
Toen kon hy het niet langer uithouden;
hy verloor zyne kalmte, viel voor haar op do
knieën en riep uit
„O Jenny, mijne Jenny!"
Zy deed hem opstaan, fluisterend:
„Morgen, Wilhelm, morgen!"
Den volgenden ochtend vroeg kwam wacht
meester Hagenbusch den tuin binnen. Hy trof
Jenny reeds bij de bloemen aan.
„Ha!" riep hy triomfantelyk uit: „daar is
de jongejuffrouw al! Ik moet je van hem
groeten, hoor! Hy heeft den mond al maar
vol van jou en van je vroolykheidDit aan
denken - hy legde eene sierlijke, getmall-
leerde broche op de tafel zendt hy je in
plaats van do fooi, welko hy je nooit voor
je dienstvaardigheid heeft mogen aanbiedenl
Leef gelukkig en huw een bravc-n burger
jongen!" Slot VjlyL)