DAGBLAD. N°. 9793. Dinsdag: 26 Januari. A0. 1892. feze i@ov.rant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Leiden, 25 Januari. 81 1 17 JPeuill© ton. LEIDSCÏÏ PRIJB DEZER COURANT: ▼•or Loiden per 9 m*«nden.f 1.19. ▼k-tnco per postl.fO. ACzonder)rjk« Kommer».0.06 PRIJS DER JLDVERTENTIÊN To* 16 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer Grootere lettere oeer plaatsruimte. Yoor het iuoeseeeree buiten de «ted wordt ƒ0.14 By koninklyk besluit van 23 dezer is: lo. dr. H. W. Kosters, predikant by de Nederlandsche Hervormde gemeente te Deven ter, benoemd tot lioogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de Ryks-Universiteit te Leiden, om onderwijs te geven in de ge schiedenis van den Israëlietischen godsdienst, in de Israëlietische letterkunde en in de uit legging van het Oude Testament; 2o. de hoogleeraar in de faculteit der god geleerdheid aan voorschreven Universiteit, dl'. J. H. Gunning Jr., nevens de hem bij de koninklijke besluiten van 17 Mei 1889 en 16 Februari 1891 opgedragen vakken, belast met het onderwijs in de zedenkunde. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Banana (Congostaat), door middel van het stoomschip „Afrikaan", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Dinsdag namiddag om 1.15 bezorgd zyn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Als aanvulling van een vorig bericht over de schriftelijke nalatenschap van mevrouw Bosboom Toussaint, door de erfgenamen aan de Bibliotheek van de Maatschappij der Ne derlandsche Letterkunde te Leiden aange boden, kunnen wij mededeelen, dat bet album, aan de gevierde schrijfster op haren zeven tigsten verjaardag geschonken, eene plaats zal vinden in de Koninklijke bibliotheek. Do erf genamen toch hebben deze belangryke ver zameling van pngevoor 800 autografen en teekeningen van geleerden, letterkundigen, schilders enz., enz. in bruikleen aan het Rijk afgestaan, om in genoemde boekerij bewaard te worden. {Ned. Sped.) Bij koninklijk besluit is, met ingang van 1 April a. saan J. Ph. Wesselink, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burge meester van Maassluis. Met ingang van 1 Mei 1892, opzijn verzoek, eervol ontslag vorloond aan J. G. Sennett, als leeraar aan do Rijks hoogere burgerschool te Alkmaar. Benoemd tot bode bij don pensioenraad voor burgerlijke ambtenaren H. C. Van Schor- penseel, vaste knecht by hot pensioenfonds voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren. Aan don geponsionneorden ritmeester der cavalerie G. L. M. baron Taets van Ameron- gen van Natewisch vergunning verleend tot het aannemen en dragen der voisierselen van groot-officier der Kroonorde, hem door den koning van Italië geschonken. Aan den heer L. J. Van Rhyn Jr., predikant bij de Protestantsche gemeente in Nederl.- Indië, thans met verlof in Nederland, opzijn verzoek, eervol ontslag uit 's lands dienst verleend. De heer C. D. Ouwehand, arts, benoemd en aangesteld tot officier van gezondheid 2de kl. by het personeel van den geneeskundigen dienst van hot leger in Nederlandsch-Indië. De voor den dienst in Nederl.-Indië bestemde officier van gezondheid 2de kl. P. Yff, thans gevoerd a la suite van het koloniaal werfdepot, op zyn verzoek; eervol uit den militairen dienst ontslagen. G enneugd N ieuws. G. R. F. A. d. L. P., wonende te Arnhem, is door het kantongerecht alhier, wegens niet voldoend zorgdragen voor het onschadelijk houden van een onder zijne hoede staand gevaarlijk dier, veroordeeld tot f 15 boete (niet f 1.50) of 2 dagen gevangenisstraf. Opgave van het aantal schepen, waarvoor in 1891 de Gouwebrug, binnen de gemeente Boskoop, gedraaid is: bij dng. bij nacht. Januari Februari 2084 420 Maart 3080 540 April 3393 604 Mei 3671 416 Juni 3325 362 Juli 3770 431 Augustus 3506 478 September 3399 559 October 3491 842 November 3021 931 December 2055 791 34795 6374 totaal 41169 In 1890: 34103 en 6660 samen 40763 1889: 34836 0453 41289 1888: 34530 5853 40383 1887: 33693 5881 39547 1886: 33274 6293 39567 Door B. e n Ws. van Haarlem is aan do hoofden der scholen voor openbaar en bijzonder onderwijs het volgende schrijven gericht: „De directie der gasfabriek deelt ons mede dat in do laatste 0 maanden van 1891 in de verschillende gaslantaarns 3100 vernielde ruiten door nieuwe zijn moeten vervangen worden. Zy roept onze tusschenkomst in, ten einde deze vernieling, veelal veroorzaakt door de baldadigheid of speelzucht der jeugd, worde beperkt of voorkomen. Gereedelijk is aan dit billijk verlangen voldaan. Een ver scherpt politie-toezicht is bevolen. Het is even- j wel duidelijk, dat dit niet alles vermag, zelfs niet al ware het aantal agenten van politie grooter dan het thans is. Het is uit dien hoofde, dat wy de eer hebben een beroep te doen op uwe hulp, om paal en perk te stellen j aan velerlei straatschenderij en baldadigheid, waaraan de schooljeugd zich schuldig maakt, j Uw invloed zal, naar onze moening, daarop veel vermogen". Op Feijenoord is het lyk van een j man, die vermoedelijk doodgevroren is, ge vonden. Te Wil nis brak een felle brand uit in de boerderij van W. Van der Meer. Huis en inboedel weiden eene prooi der vlam men, doch het vee is gered. De brand schijnt in den hooiberg ontstaan te zyn. De arbeider W. Breuers, die door den trein aan het station Venloo overreden werd, is aan do gevolgen overieaen. Hy was gevallen door de gladheid, toen hy voor den aankomenden trein van Nijmegen wilde uit wijken. Hy laat eene weduwe met 4 kleine kinderen achter. Naar men mededeelt, is de politie van Esschen en Nispen er in geslaagd de vermoedeiyke daders van den diefstal by den landbouwer J. Van Dorst te Rozendaal op te sporen. De gestolen efTocten zyn echter niet teruggevonden. Ruim f 22,000 wordt nog vermist. De toestand van J. v. D. is beter. De politie te Cadix heeft beslag gelegd op eene verzameling van 260 pistolen en 40 revolvers. Uit Guadeloupe wordt gemeld dat er te Pointe-iVPitre onlusten z(jn uitge broken ton gevolge van de invrijheidstelling van twee van doodslag boschuldigde personen. Eene vrouw werd gedood. Do gendarmerie was niet krachtig genoeg. Van Martinique zijn troepen gekomen, die do orde hersteld hebben. By don brand in oen ziekenhuis to Indianapolis zyn 14 personen in de vlam- 1 men omgekomen, terwyl 30 gewond werden. De Borlynscho politie heeft eenige valsche munters op heetordaad in hunne werkplaats betrapt en in verzekerde bewaring gebracht. Zy hielden zich uitslui tend bezig met het vervaardigen van valsche 1- en 2-Markstukken en waren juist aan het voltooien der gipsvormen, toen de politie hen verraste. De kapitein der „Egyptian Monarch", van Nieuw-York, ontmoette den 16den dezer op den Atlantischen Oceaan een Amerikaansch petroleumschip, dat van den voor- tot den achtersteven in vlammen stond. De masten waren reeds verdwenen, maar de boegspriet was nog gespaard gebleven. Twee mannen hadden zich op den boegspriet aan de vlammen onttrokken. Eene poging tot redding was echter vruchteloos. Er stond eene hooge zee; toen de boot der „Egyptian Monarch" het brandende wrak bereikte, was de boegspriet met. de beide ongolukkigen ver dwenen Men vond hen niet weder. Te Rome is Vrydag-avond 11.20 een schok van aardbeving gevoeld. Volgens het observatorium van „Rocco di Papa" had de zeer hevige schok de richting van noord naar zuid en duurde 7 seconden. De bevol king werd zeer verontrust, daar de huizen waggelden en de muren scheurden. In de volkswijken liep het volk naar buiten en bracht ondanks het koude weder, don nacht op straat door. Verschillende klokken bleven op het genoemde oogenblik stilstaan. Ook te Palermo is een schok van aard beving gevoeld. Onder de puinhoopen van den linkervleugel van het vorbrande paleis van den hertog van Arenberg aan de Place du Petit Sablon te Brussel, is de brandkast met de juweelen der prinses gevonden. Sommige 1 kostbaarheden waren gesmolten. De hertog van Arenberg, die persoonlijk de onderzoeking leidde, viel en kwetste don arm. Do justitie heeft een onderzoek ingesteld j naar de oorzaak van don brand. De toestand van den gewonden luitenant der brandweer is bevredigend. De koning liet door zijn adjudant zyne deelnoming betuigen en bijzonderheden vragen. In de Btcd. Werkinr. zijo ogiecuoiut-iQ D ATOM DAGEN. VcJw poi s. Elnde- Tot** 17 Jau. Zou.lag 80 1 21 1(14 18 Maandag. 91 25 119 19 r>iu*d»g 105 1 24 129 20 Wuoubdaff 108 139 21 DoudordüK 102 1 19 121 22 Vrijdag i; 8 17 12'» 23 uAterdatf 96 1)3 Kort geleefd roemvol gestorven. 31 Januari 1802 5 Februari 1831. 3.) 19 Januari had o. a. een lievig gevecht plaats, waarby de barkas vijftig patronen en zeven kardoezen mot schroot naar den vyand zond. Voortdurend hadden er schermutselin gen plaats tot 22 Februari, toen men eene groote overwinning op den vyand behaalde. Den 26sten Maart werd Van Speyk op den schoener „Jacob Aron" gedetacheerd en nam met dit vaartuig oen groot aandeel in de inbezitneming van Badjoa en van 31 Maart tot 6 April vinden wy hem met zyne barkas op de rivier Tjinrana, waar hy de palissaden- versperring vernielde, eenige kampongs, woningen en vaartuigen verbrandde en daar door oen broeinest geheel opgeruimd hadden llden April is hij weer op de Orestes" en belpt 26 Juni Soepa veroveren, waarmee de expeditie als geëindigd werd beschouwd. In het begin van 1826 werd Van Speyk commandant der kanonneerboot No. 16 en deed verscheidene tochten naar Muntok, Pancal Pinang en Soengy Leat. op de Z.-O.- kust van Banka. Daar waren voortdurend roovers, die hot. gemunt hadden op do rijke tinmijnen van dat eiland. Meermalen raakte men met deze roovers slaags en dan ontvingen z\j zulk eene geduchte tuchtiging, dat men ze weder voor eene poos in bedwang had. By oen dier tochten in Juli naar het eiland Billiton willende gaan, had Van Speyk do stellige verzokering van zfin inlandsehen stuurman gekregen, dat. hij den hoek van Poeloe Lepos zou kunnen te boven zeilen. Geheel daarop vurtrouvvendo, bemerkt men echter spoedig hot tegendeel. Dadelijk werd er gewond, maar do boot weigerde. Twee ankers gingen verloren, doordien de trossen langs de scherpe klipsteenen stuk vijlden, en nu geraakto het vaartuig op eene klip vast. Een noodschot wordt gelost. Daarop komt do luitenant Kluyskens, die met Van Speyk tot hiertoe was opgezeild, maar door betere be- zeildheid van z(jn vaartuig was vooruitge raakt, en vindt hem met de grootste kalmte en bezadigdheid al het mogelijke in het werk stellen om het schip vlot te inaken. Metver- eenigde krachten en het wassende water raakt de boot los, met verlies van roer, ankers en eenige bladen koper. TotToebaley gesleept, werd het schip gerepareerd, en Van Speyk, door gevoel van eer gedreven, be taalde uit zijn eigen zak de onkosten. 25 Januari 1827 ankert hy voor Batavia, om vervolgens naar Soerubaia te gaan, waar zijne boot afgekeurd en verkocht en hy op het wachtschip „Dageraad" geplaatst wordt. Daar kon Van Speyk niet lang blijven; zyne geaardheid was niet zoo, om op een wachtschip werkeloos rond te drentelen. Zyno eerzucht spoorde hem aan voorwaarts te streven; het voorgestelde doel wilde hy zoo spoedig mogelyk bereiken. Trouwens, Van Speyk was al te goed bekend, om zyno aan zoeken van de hand te wijzen, en wy vinden hem in Juli 1827 dan ook weer als com mandant van kanonneerboot No. 14. In de zelfde maand was Van Speyk bevorderd tot buitengewoon luitenant ter zee 2de klasse, maar kreeg daar eerst veel later bericht van. Van Soerabaia uit deed hy weder eenige tochten en werd hem het bevel over het station op de Z.-O.-kust van Banka, waar hy vroeger geweest was, opgedragen. Op de kust daarvan had op 30 December een onge luk plaats. Aan den avond van dien dag lag hy geankerd in de rivier Pancal Pinang en had bezoek van den luitenant Slyp. Deze, zich in zyne sloep van boord begeven hebbende, was nauweiyks eenige minuten de rivier op, toen zyn linkerarm, dien hy achteloos over boord liet hangen, gegropon word door een kaaiman. De schepelingen sprongen too, gre pen hun officier by rechterarm en boenen en trachtten op die wyze het monster zijn buit te ontnemen, doch tevergeefs. Op hun hulpgeroep ontdekt Van Speyk den toestand van zijn collega, laat oeno sloep vallen en bemannen en komt nog bytijda om het mon ster te verjagen en den officier te behouden. Slyp, die reeds het bovel had gegeven, zijn arm af to kappen, werd door de formiteit van Van Speyk bewaard. Gedurende do tweede helft van 1828 is Van Speyk op de noordkust van Java, om handel en scheepvaart te beschermen tegen, de roovers, waarvan hy alras de schrik is. Van dezen kruistocht kwam hy 26 December voor Soerabaia terug en verloor, doordien do inspecteur het onnoodig vond dat het schip ontruimd werd, om naar een lek onder water te zoeken, voor een groot gedeelte zyn „barrirg", daar het vaartuig by het kantelen omvielen vol water geraakte. pcr-yo7y oWtV-ijie^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5