N» 9786.
Maandag 1» JTaiiuai-i.
A°. 1892.
Tweede Blad.
Aan den Raad der gemeente
Leiden.
<§eze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Aan 'fc leven weergegeven.
PRIJB DEZER COURANT:
Voor Leidec per S maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
AL^onderlgk» Non»nier»,0.05.
Zooveel voldoening als ons de blyken Yan
instemming met ons plan, aan Uw college
toegezonden, hebben verschaft, met zooveel
leedwezen hebben wy kennis genomen van-
de protesten, welke andererzyds daartegen
zyn ingeleverd. In het belang der zaak, wier
slagen ons zeer' ter harte gaat, meen en wij
tegenover die protesten verplicht te zijn tot
een woord van opheldering en verweer. "YVy
onderwerpen daarom het volgende aan Uwe
ernstige aandacht.
Er is, in die protesten, dén teeken, dat
ons moed geeft. Het is het veelzeggend
vraagteeken, dat een der adressanten geplaatst
hoeft achter het door hem gebezigd woord
„arbeidersgebouw". Moedgevend noemen wy
dat teeken, omdat het do hoop wettigt, dat
de tegenstand, waarop ons pogen stuit, althans
ten deele zyn oorsprong kan vinden in
onkunde aangaande onze bedoelingen. Het zy
ons daarom vergund, in de eerste plaats over
die bedoelingen wat meer licht te verspreiden.
Sedert eenige jaren is allereerst in Enge
land de gegoede klasse meer en meer tot
hot inzicht ontwaakt, dat hot gevoel van
spanning, van lusteloosheid, waaronder de
I hedendaagsche maatschappij lüdt, en do ver-
I deeldheid der deskundigen zoowel over den
I aard der kwaal als over de beste middelen
I tot hare genezing, voor een goed deel moeten
I worden geweten aan de steeds^toenemende
I vervreemding tusschen de zoogenaamde
I „arbeiders"-klasse en hen, die zich daarboven
geplaatst voelen. Dat inzicht heeft onzeprac-
tische naburen al spoedig geleid tot daden
om het kwaad te verhelpen. De herbaalde
uitbreiding van het kiesrecht moest, trouwens,
ook velen, die aanvankelijk weifelden, de
oogen voor de noodzakelijkheid van stappen
in dien geest doen opengaan. En zoo zijn
b. v. in het hart dor armste kwartieren van
Londen clubgebouwen voor den werkman
verrezen, wier ruimten den welgeslelden de
gelegenheid bieden om op allerlei wijzen, in
nuttige leering en in gezellig verkeer, aan
raking, toenadering te zoeken tusschen hen
en de „arbeiders"-kringon.
Gelijke nooden hebben ook in ons land
doen uitzien naar gelyke middelen om hen
te verhelpen. Vooral sedert do wet op den
arbeid van vrouwen en kinderen aan onze
fabrieksjeugd vrije avonduren schonk, waar
mede, natuurlijk, velen der beweldadigden
vooreerst nog geen raad weten. Dat heeft,
b. v. in Amsterdam, den stoot gegeven tot het
stichten der voreeniging „Leeskunst" en tot
het optrekken van oen gebouw in do „Rozen
straat", dat onder den naam van „ons huis"
weldra zijne leeskamer en zijn gymnastiek
lokaal, zijne club-vertrekken en zijne feestzaal
voor meer- en min- en onvermogenden te
zamen zal openstellen. Te Haarlem, te
Dordrecht en to Utrecht zijn gelijke inrich
tingen verrezen op bescheidener schaal. Te
Arnhem en elders zijn er in wording. Ook
in onze gemeente is die taak reeds eer hand
genomen. Naast oudere werken in denzelf
den geest, maar wegens hun kerkelyken of
leerstelligen grondslag slechts voor de huis-
genooten des geloofs bestemd, zag het jongst
verloden hier eene school voor fabrieksmeisjes
ontstaan, een avondcursus openen voor rond
slenterende jongens beneden 16 jaar, en
ten slotte ook, door de zorg van eenige
studenten, eene volksleeskamer en bibliotheek
voor volwassenen gevestigd worden in een
bovenhuis aan de Haarlemmerstraat. In ver
band met dio laatste inrichting ontvangt sinds
kort een tiental studenten clubjes van werk
lieden geregeld by zich op do kamer, ten
einde met lion wat te lezen, of zich te onder
houden in voor beide zydon leerzaam gesprek.
Hoezeer met dat alles wordt tegemoet ge
komen aan eene wezonlyke behoefte, blyke
uit oen paar cijfers. Ofschoon de geringheid
der beschikbare ruimte dwong om de toelating
eenigszins te bomoeilyken, is in weinige
weken het ledental der volksleeskamer ge
klommen tot 230, het gemiddeld cyfer dei-
boeken, die telken avond worden uitgeleend,
tot weinig minder dan 30.
Beperkte ruimte, zietdaar, wat het meest
deze aanvankelyke pogingen belemmert in
haren groei. Zoo oordeelden ook eenigen onzer
bekenden, die onlangs tot ons kwamen met
hot aanbod van een grooten, vierkanten lap
gronds en een belangrijk kapitaal, het een
en ander te bestemmen voor een gebouw,
gelijk hot Amsterdamsche volkshuis in de
„Rozenstraat". Verheugd over dat geschenk,
raadpleegden wy, zonder dat zy van elkander
wisten, achtereenvolgens met eenige toon
gevende mannen uit de arbeidersklasse aan
gaande de uitvoering van het plan. Do slotsom
was eene teleurstelling. Naar hun ténparig,
met feiten gestaafd, oordeel zou zulk een
volkshuis ten onzent niet wezenlyk „opne
men" in do eenigszins achteraf gelegen buurt,
waar het te schenken stuk gronds zich bevond.
Van kans op eigenlyk succes kon slechts sprake
zyn, zoo het kwam te staan althans in de
onmiddellyke r.abyhoid van een onzer twee
drukste verkeerswegen, en liefst van de Haar
lemmerstraat. Het gedane aanbod werd daarop
teruggenomen, maar tegelijk het uitzicht
geopend, dat aan de toezegging van het kapi
taal zou worden gestand gedaan, zoodra wy
terrein vonden, beantwoordend aan de voor
waarden voor eene goede uitkomst. Wy hebben
toen geone poging onbeproefd gelaten, om
aan zu:k oen terrein te komen. Eene advertentie
werd door ons geplaatst, onderhandelingen
werden geopend. Vergeefs: de slotsom was,
dat do luttele vrye terreinen, die beschikbaar
bleken, te klein waren, en te onregelmatig
van vorm, do bebouwde, daarentegen, te
kostbaar om als louter bouwgrond te worden
gekocht, en voor vertimmering tot ons doel
ten éénen male ongeschikt. Dus wendden wy
ons tot Uw collego, niet voetstoots, maar
ten einde raad.
Gelyk uit de voorloopige plannen, die U zyn
overlegd, blykt, is het onze wensch, op het
aangevraagde terrein een eenvoudig, maar
smaakvol gebouw te plaatsen, naar de behoef
ten onzer gemeente ruimte aanbiedend voor
al dezelfde inrichtingen, die ook het Amster
damsche volkshuis bevatten zal. Er moet eene
leeskamer zyn, groot genoeg om gelegenheid
tot lectuur en ook tot rustige spelen, als
dammen en schaken, te bieden niet enkel
aan volwassenen, maar tevens aan jongens
van 15 tot 18 jaar, die in zulk eene kalme
tydkorting behagen scheppen. In een gymnas
tieklokaal, daarnaast, zal de woeliger jeugd,
steeds onder toezicht en leiding natuurlyk,
hare gading vinden. De grootere zaal boven
kan dienst doen voor feestelijke samenkom
sten van werkliedenvereenigingeneen gewich
tig voordeel, daar, als vanzelf spreekt, sterke
drank in het volkshuis onder geen beding zal
worden geschonken; ook zyn wy niet zonder
hoop, dat meervermogenden, die af en toe
„het volk" wat kunst te zien, of wat muziek
te hooren willen geven, te dien einde gaarne
gebruik zullen maken van dezo onkostbare
gelegenheid. Voorts zullen zich boven en
beneden nog cursus-kamers bevinden voor
werkmans-clubs. Wy koesteren nl. de stellige
verwachting, dat de beweging, thans begon
nen, allerminst tot studenten beperkt zal
blyven, maar ook hoogleeraren, docenten,
doctoren, advocaten, onderwyzers en andere
willige werkers er aan deel zullen nemen. Dan
zal licht do behoefte zich doon gevoelen aan
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Y»n 16 regel» f 1.05. Iedere regel meer f0.17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het
iucassccrea buiten do stad nordt [Q. 10 berckscC.
lokalen ,ad hoe". Welnu: voor dat geval stollen,
gaat onze wensch in vervulling, de genoemde
club-kamers eene toevlucht open. Kortom
geheel het gebouw zal uitsluitend, maar dan
ook in alle mogelijke vormen, worden dienst
baar gemaakt aan het werk van maatschap
pelijke verheffing en verbroedering.
Voor dat gebouw vragen w(j U den afstand
van een stuk gemeentegrond. W(j durven dat,
omdat wy allo pogingen hebben uitgeput,
ten einde langs anderen weg een geschikt
terrein te verkrijgen. Wjj durven dat boven
dien, omdat het hier geldt een algemeen belang
in den meest ominenten zin des woords. Wij
durven dat eindolyk, omdat geen enkel ander
publiek en nauwelijks één ernstig bijzonder
belang van de inwilliging onzer vraag wezen
lijk schade heeft to duchten.
Over het eerste motief behoeven wij wel
geen woord meer te verliezen. Do geschiedenis
onzer pogingen tot dusver rechtvaardigde onze
slotsom: „wy komen tot U, ton einde raad."
Maar ook van het tweedo, is hot wel noodig
daarvan voel to zeggen? W(j aarzelen geen
oogenblik het uit te spreken als onze zeer
ernstige overtuigingde zaak, waaraan ons
gebouw dienstbaar zal moeten zijn: hot her
stel en behoud van gemeenschapsgevoel tus
schen klasso en klasse, tusschen de kiezers
van heden en die van morgen, de verheffing
der laatstgenoemden tot zaakkundige, zelfstan
dige staatsburgers, zjj is, al wordt zjj dan
niet door de overheid ondernomen, een alge
meen belang van het hoogste gewicht, ja,
hét algemeen belang der naaste toekomst.
Stelle Uw college zich toch eens de werking
der zeer vrijzinnige kieswet, die wjj reden
hebben binnenkort te verwachten, in eer.e
gemeente als Leiden voor, en beantwoorde
het dan de vraag, of er een dringender eisch
des oogenbliks zich laat noemen, dan waaraan
ons plan beoogt te voldoen. Zeker: het be
lang, dat hier op het spel staat, is niet, als
b. v. do uitgifte van bouwgrond voor deftige
woonhuizen, terstond waardeerbaar in klin
kende munt, noch behoort het tot d6 zooda
nige, wier verzorging uitdrukkelijk aan het
gemeentebestuur is opgedragen. Maar in de
stad van Van der Werff leeft nog de traditie
der vaderen, die eene kweekplaats van ver
lichting verkozen boven geldelyk voordeel,
en, wat aangaat het andere punt, zal elk
kenner van do teekenen des tyds het beamen,
dat geen noodig gebouw voor eone openbare
school ooit noodiger kan zjjn dan het door
ons ontworpen volkshuis.
Welk ander publiek belang zou r.u door
JÏ?aö'0.2XJLö
ilA.
DOOR
HUGH CONWAY.
75.)
„Maar kan men iemand niet eenig geld
voor u in bewaring geven?"
„Aan den kapitein misschien! Als hy
menschlievend on eerlyk is, zal een gedeelte
er van wel tot mij komen. Maar dat is ook
nog niet zeker."
Ik beloofde hem, dat ik den kapitein geld
voor hem zou geven. Het mocht hem dan
bereiken of niet, ik zou de voldoening smaken
liet myne gedaan te hebben.
„Maar wat zal er nu verder met u ge
beuren? Waar brengen ze u heen en wat
moet gij daar doen?"
vWy worden regelrecht naar het uiteinde
van Siberië gebracht, naar Nertchinck. Daar
word ik afgevoerd om in de mynen te wer
ken. Wij moeten dien geheelen weg te voet
afleggen en in ketens."
„Welk een schrikkelyk lot!"
Ceneri glimlachte.
„Na al wat ik doorgestaan heb, is het nog
een paradys. Wanneer iemand zich vergrijpt
tegen do Russische wet, dan is zyne eenige
hoop, om terstond naar Siberië gebracht to
worden. Dat is voor hem uit do hel in den
hemel te komen."
„Ik begrijp u niet!"
„Gy zoudt my begrypen, indien gy, even
als ik, maandenlang in de gevangenis op uw
vonnis hadt liggen wachten. Als gy gezeten
hadt in eene cel, zonder licht, zonder lucht,
zonder ruimte om u te bewegen. Indien gy
gevangenen naast u hadt hooren krijschenin
hunne krankzinnigheid krankzinnigheid,
als het gevolg van hunne eenzame opsluiting
en slechte behandeling. Indien gy ook eiken
morgen by uw ontwaken tot uzelven gezegd
hadt: „Vóór het avond wordt, zal ik ook
zoo krankzinnig zyn." Indien men u door
koude, honger en stokslagen had willen dwin
gen uwe vrienden te verraden. Indien men
u in zulk een toestand gebracht had, dat u
de dood welkom zou geweest zyn, dan, myn
heer Vaughan, zoudt gy met verlangen heb
ben uitgezien naar de lieflyke strengheden
van Siberië. „Ik zweer u, mynheer", ging hij
voort, met meer vuur en bezieling dan hy
tot nog toe had tentoongespreid, „dat, in
dien de beschaafde natiën van Europa maar
een tiende gedeelte wisten van de afgnjslyk-
heden eener Russische gevangenis, zy zouden
zeggen„Schuldig of niot, geen menschelijk
wezen mag op die wyze gekweld worden
En om den wil der gansche menschheid zou
den zij dat vloekwaardige gouvernement van
den aardbodem uitwisschen
„Docii twintig jaar in de mynen! Is er
geeno hoop om te ontsnappen?"
„Yvaar zou ik heen? Kyk eens op de kaart
war Nertchinck ligt. Zoo ik al ontsnapte,
moest ik rondzwerven in het gebergte, tot
ik van gebrek omkwam, of totdat de wilde
s.aromen mij doodsloegen. Neen, mijnheer
aughan, ontsnappingen uit Siberië komen
alleen voor in romans."
„Dus slavenwerk doen tot do dood u
verlost?"
„Dat hoop ik niet! Ik ben in de gelegen
heid geweest goed geïnformeerd te worden
omtrent de veroordeelden in Siberië, en, om
u de waarheid te zeggen, ergerde ik my toen
eenigszins over do verkeerde opinie, welke
daaromtrent algemeen heerscht. Ik heb nu
alle hoop, dat myne informaties my de waar
heid hebben leeren kennen."
„Dus is de behandeliug dan zoo slecht niet?"
„Zij is allesbehalve genoegiyk, dewyi men
altijd overgeleverd is aan de genade van den
een of anderen kleinen tiran. Zonder twijfel
zal ik een paar jaar in de mynen moeten
werken; maar als ik dien tyd doorkom, dat
ook zeer wel mogelyk is van niet. dan zal
ik misschien genade vinden in de oogen van
derr machthebbende en verder van dat werk
ontslagen worden. Misschien zelfs zal men
my toestaan my in eene stad te vestigen en
myn eigen brood te verdienen. Ik heb alle
hoop, dat myne kennis in myn vak my van
veel nut zal zyndokters zyn schaars in
Aziatisch Rusland."
Hoe weinig hy het ook verdiende, hielp
mijn hart het hem wenschen: maar als ik
hem aanzag, was ik zeker dat er weinig
kans bestond voor hom, om het werk in do
mynen ook maar één enkel jaar uit te
houden.
Do deur ging open en de kapitein stak het
hoofd naar binnen. Hy word ongeduldig. Ik
had geone reden om het gesprek nog te
willen rekkenik zeide hem dus dat ik zoo
aanstonds gereed was. Hy knikte rr.et het
hoofd en ging weg.
„Als er nu nog iets is, dat u ik voordoen
kan, dan zeg het my", zeide ik tot Ceneri.
„Niets meer ja toch, nog één ding:
Wordt ve t o lad.)