A(j 4 H°. 9785. feze <Qov.ra.nt wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. I Leiden, 15 Januari. Zaterdag 16 Januari. A°. 1892. PRIJS DEZER COURANT: Thï Leidon por I mjnndea.f 1.11. Fr&nco por post1.40. Aüzoüderiöko Kommen.0.08. PRIJS DER AD VERTENT IÊN Ton 1—6 regelt ƒ1.05. Ieder# rogel meer ƒ0.1TJ. örootere lettere naar plaatsrnimt#. Yoor hel tnoooBooren buiten do etsd wordt ƒ0.16 borekeoü. Inzenders van Advertentiën I orden opmerkzaam gemaakt, dat bij I e Advertentiën steeds moet gevoegd I orden een verzoek tot plaat- in g", met duidelijke ondet-- eeliening. Ze worden anders on- eplaatst ter zijde gelegd. Heden is by den heer S. C. Van Doesburgh alhier in druk verschenen een geschrift, ge- Iield: „Patiënt en Geneesheer", behelzende de klinische les, den 13den Januari 11. gege- ven door dr. Hector Treub, hoogleeraar aan we Leidsche Universiteit. Deze brochure-wordt |1 (gegeven ten voordeele der „Vereeniging lit ondersteuning van behoeftige kraamvrou wen te Leiden." 1 De klinische les word gegeven naar aan- I iding van het optreden van den heer C. [Davenport, zich noemende Sequah. Ze is hoogst ielangryk, zoowel voor den medicus als voor [den leek. Na verschillende .voorbeelden te hebben ge- Heven van de zonderlinge begrippen, welke r omtrent ziekte en genezing heerschen, lelt de hoogleeraar in het licht wat de pri mitieve kwakzalver was. Toen het bleek dat de affaire goed ging, >erd zy breeder opgezet. De kwakzalver zelf [eef in de tent en de paljas, de marktschreeu- stond er vóór en debiteerde de aanbe velingen van het middel, dat binnen verkocht erd. Tegenwoordig is ook dit niet meer )!doende. Aan den eenen kant heeft het wakzalversgild reeds lang begrepen, dat het fbodig was voor de verschillende kwalen fzonderlyke middelen te hebben. Eéne mediqjn sipt voor alles. Maar aan den anderen kant loet de exploitatie van het middel groot- ilieeps gaan, want de concurrentie is scherp er moet veel aan verdiend worden, anders iont het de moeite niet zich niet meer als irlyk man te gedragen. De kwakzalver fin de siècle is gemetamorpho- erd in eene naamlooze vennootschap. De ïquah-Company, limited, geeft hare aan delen uit en verder merkt men er niets Doch zy zendt hare paljassen, hare markt- iheeuwers uit naar alle oorden van de wereld, jö trekt hun geen clownspak meer aan. zou te ouderwetsch z\jn. Neen, zy stelt ine equipage ter hunner beschikking en grijpt dat de reclamekosten in elk opzicht fëroot moeten zyn om der goè gemeente zand in de oogen te strooien. I?dO"L.XlliO COJA. Aan 't leven weergegeven. DOOR IITJOII CONWAY. Hy had er by dezen laatste steeds op aange legen zyn huwelijk met haar toe te staan, lfs zooals zy was. Hy had gedreigd haar zullen ontvoeren. ITy had gezworen dat de zijne zou wezen. Zy had geene herin- ring van iets. Waarom kon zij zyne vrouw fet worden? Hoe slecht Ceneri ook was, daarvoor had toch teruggedeinsd. Hy zou zelfs, zoo Qgeiyk, gaarne allen omgang met Macari bben afgebroken; maar de beide mannen ren te zeer ingewyd in elkanders gehei- n, om het oneens te zyn op het punt van ie misdaad, hoe afschuwelyk die ook mocht n. Daarom zond Ceneri Pauline naarEnge- d. Daar had zy van Macari niets te vree- Toen kwam my n aanzoek. Het aannemen rvan zou maken dat Ceneri geheel van haar was, en dat Macari buiten spel raakte, 'andaar ons zonderling huwelijk, hetwelk zelfs nu rechtvaardigde door te zeggen zoo het meisje eenigo genegenheid voor Bovendien heeft zy nog een ander middel bedacht, dat werkelyk een genialen greep van de kwakzalvery moet genoemd worden. Zy laat door hare marktschreeuwers patiënten behandelen ten aanschouwe van het publiek, en wat meer zegt, die patiënten ook schijn baar genezen. Welnu, zal men zeggen, daarop is niets aan te merken. Wanneer door de Sequah-olie de patiënten genezen worden, althans zoover, dat zy goen pijn moer gevoe len, dan is dat toch geen kwaad. Onmiddel lijk wordt dit door den hoogleeraar toegege ven; in dat feit op zichzelf steekt volstrekt geen kwaad. Het kwaad echter steekt, ver volgt prof. Treub, in wat anders. Hierin nl. dat aan het publiek de conclusie wordt opge drongen, dat het Sequah-olie is, die dit resul taat geeft. Dit gaat hy uitvoerig na. Het succes der Sequah-olie berust voor9/, 0 op hypnose, niet de kalme hypnose, zooals die door den medicus wordt toegepast, maar een kermishypnose, met muziok, mooie pakjes, vreemdklinkende namen, enz. Yoor een deel komt daarbij nog de eveneens vanouds bekende invloed van de massage, van het wrijven op de gevoelighoid der zenuw uiteinden. Dat bij het bedoelde, op de séances verkregen succes, alleen hiervan sprake is en niet van het verminderen van een ont- stekingachtigen toestand blykt afdoende uit het feit, dat de agent der Sequah-Company voorschrijft (nog wel in strijd met do aanbe veling, welke bij de olie gegeven wordt), dat men tegen den aderlijken bloeds- en den watervaatsstroom in, naar de einden der extremiteiten moet wrijven. Of daarby in het groote glas drank, dat hy de patiënten ingeeft, nog een opwekkend, alcoholisch middel is, waardoor zij zoo dans- lustig worden? Wie zal het zeggen? Wy zouden op nog heel veel meer merk waardigs, dat in deze brochure voorkomt, kunnen wijzen, doch onze plaatsruimte laat dit niet toe, en bovendien is het beter dat men dit geschrift in zyn geheel leze, met de wenken welke het voor studenten en anderen behelst. De eene der 24 bladzijden is al belangrijker dan de andere. Zy bevatten onderwerpen, welke op geneeskundig gebied aan de orde van den dag zyn en daarom niemand onver schillig mogen laten. Ofschoon do hoogleeraar Treub er zeker van is, dat hy door de publicatio dezer les, welke ten bate van de bovenvermelde Ver eeniging geschiedt, de ergernis van velen zal opwekkon, zoo mocht dit echter voor hem geene reden zyn om datgene, wat hy voor waarheid houdt, niet te zeggen. Wy wenschen van harte dat het geschrift in veler handen zal komen. Door jhr. J. G. J. Van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, gepensionneerd generaal majoor der artillerie, te Leiden, zijn, ook namens zijne zuster, jonkvrouwe J. Van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, en de nagelaten betrekkingen van zyn broeder, nog nader aan het Ryk eenige stukken ten ge schenke aangeboden, welke verband houden met de geschriften, reeds vroeger door hem geschonken aan het Ryk en waarvan melding gemaakt is in de „Sts.-Crt." van 9/10 Augustus 1891, No. 185. Aan de schenkers is voor hun belangrijk geschenk de dank der Regeering betuigd. Er bestaat gelegenheid tot verzending dei- correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Werkendam", van Rotter dam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Zaterdag ochtend om 9.40 bezorgd zyn. De wjjze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Het bericht van den dood van den hertog van Clarence, oudsten zoon van den prins van Wales, heeft in de offici« ele kringen te's-IIage veel deelneming verwekt, welke zich gister middag uitte in het aanbieden van condolé ances aan den Britschen gezant aldaar, Sir Rumbold, door de hoofden dor vreemde mis siën, de ministers, burgerlijke en militaire autoriteiten, die zich daartoe naar de legatie begaven. H. M. de Koningin-Regentes heeft onmid dellijk na ontvangst van de treurige tyding oen Haror ordonnance-officieren naar de Engelsche legatie afgevaardigd tot het overbrengen van rouwbeklag in het verlies, dat het Engelsche Hof getroffen heeft. De minister van buitenlandscho zaken, de heer Van Tienhoven, heeft gistermiddag een condoléance-bezoek aan het gezantschap af gelegd. De heer Van Houten, lid van de Tweede Kamer, zal morgen naar Noord-Amerika scheepgaan. De ongesteldheid van het Kamerlid den heer Farncombe Sanders is zoo goed als geweken. Do toestand van het lid der Eerste Kamer mr. Van Akerlaken was heden iets verbeterd, hoewol de zieke uiterst zwak is. i - Op 1 Januari jl. waren er bij de Ned.- Herv. Kerk 377 predikantsplaatsen vacant. Er zijn 300 Doleerende gemeenten met 120 predikanten. De bevolking der gemeente Voorschoten bestond op 31 December 1S90 uit 1188 m. en 1302 vr., te zamen 2490 personen. In 1891 werden er geboren 94 kinderen, als 54 j. en 40 m. Er vestigden zich S7 m. en 137 vr., totaal 224 personen. Overleden zyn 26 mannelyke en 24 vrou welijke personen, totaal 50. Naar elders ver trokken 111 m. en 166 vr., totaal 277. De bevolking bedroeg dus op 31 December 1891: 1192 m. en 1289 vr., te zamen 2481 zielen. Er werden 19 huwelijken gesloten. Levenloos werden aangegeven 2 kinderen van het vrouwelijk geslacht. - Do raadsheer van het Amsterdamsen geiechtshof, mr. W. Van Nauta Lemke, is gisteren plotseling overleden. Bij de te Heemstede gehouden verkiezing voor een lid van den gemeenteraad werden uitgebracht 100 stemmen, waarbij 3 van on waarde. Gekozen is de heer Jacob Proyde. Volgens het „Berliner Tageblatt" is het thans zeker, dat onze Koninginnen een bezoek zullen brengen aan het Duitscho hof. De „Hamburger Correspondent" deelt nog mede dat dit bezoek binnenkort zal plaats hebben, wanneer de gezondheidstoestand van Koningin Wilhelmina het toelaat. - H. K. II. do groothertogin van Saksen, prinses Sophia der Nederlanden, heeft bydragen geschonken aan de Vereeniging van weosva,- dors, aan die tot verpleging van weezen in het huisgezin en aan de redactie van het tijd schrift „Erica". (D. v. Z.-H) Te Harlingen was door B. en Ws. aan den raad voorgesteld, de raadszaal, die reeds prykt met de busten van do beide laatste Koningen, op kosten der gemeente te versie ren met hot portret van Koningin Wilhel mina, dat voor f 150 verkrijgbaar is. De heer W. Harmens Cz. kon zich met het denk beeld wel vereenigen, mits de kosten der versiering niet werden genomen van de op brengst der belastingschuldigen, maar betaald uit de presentiegelden der raadsleden. Met 6 tegen 2 stemmen werd daartoe besloten. - Door wijlen mejuffrouw C. Van der Tak, ten vorigen jare to 's-Gravenhage overleden, is aan de scholen der Ned.-Herv. gemeente aldaar ruim f 5000 vermaakt. - Te 's-Gravenhage overleed, in den ouder dom van 29 jaren, de heer C. M. baron Taets van Araerongen, 2de rentmeester by het kroondomein Kuilenburg. iemand kon opvatten in hare half uitgedoofde ziel, het die genegenheid was, welke haar langzamerhand weder in het bezit harer ver mogens zou stellen. Dat was hot verhaal van Ceneri, zoo ook al niet in zjjne eigen woorden. Ik wist nu alles wat ik wensckte te weten. Misschien had hy zichzelven beter afgeschilderd danhy was; maar hy had my do gehoele duistere geschiedenis vrijwillig ln alle bijzonderheden medegedeeld en by allen afschuw en de ver achting, welke hy my inboezemde, vq^Jde ik dat hy de waarheid had gesproken. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Herinnert zij zich Het was tijd om ons onderhoud ten einde te brengen. Het had zóó lang geduurd, dat de beleefde kapitein meer dan eens naar binnen had gekeken met eene veelbetecke- nende uitdrukking op zyn gelaat, alsof hij zeggen wilde dat zelfs eene uitgebreide auto risatie als de myne voor te buiten gaan vat baar was. Ik had dan ook geen lust, om het gesprek met den gevangene nog langer te rekken. Het doel mijner lange reis was be reikt. Ik had vernomen al wat ik wonschte to vernemen. Ik kende de geheele geschie denis van Pauline. De man, die tegenover my zat, verdiende myne achting niet. Al had ik lust gevoeld om hem te helpen, ik had er de middelen niet toe. Waartoe zou ik my langer ophouden Toch hield ik my nog eene poos op. De gcdacht9, dat myn opstaan, ten teckcn dat myne zaken afgedaan waren, den gevangene onmiddellyk zou terugvoeren naar «lat akelig hol, waar hy uitgekomen was, was mij onuitsprekelyk pijnlijk. Ieder oogenblik, dat hy nog by my kon blyven, moest hem kostbaar zyn. Nimmer zou hy weer het ge laat van een vriend of van een bekende a-an schouwen. Hy had opgehouden te spreken. Hy zat met zyn hoofd voorover; zyne oogen naar den grond; als een uitgeteerde, haveloozc, rampzalige man; zóó diep gezonken, dat men niet van zich zou kunnen verkrygen hem nog verwytingen te doen. Tk sloeg hem zwijgend gade. Daarop zeide hij „Ben ik in uw oog niet te verontschul digen, mynheer Vaughan?" „Neen", zeide ik; „het komt mij voor dat gy even schuldig zyt als de beide anderen." Hij stond met moeite op. „Zou Pauline geheel herstellen, denkt gy?" vroeg hy. „Ik denk ik hoop ten minste, dat ik haar nagenoeg hersteld zal tqjugzien." „Gy moet haar zeggen hoe gy mij bevon den hebt; hot zal haar rust geven, te weten dat Antony's dood indirect mij zoover ge bracht heeft." Door een hoofdknik beloofde ik hom dat. „Ik moet nu weg", zeido hy met eene soort van huivering, zyne vermoeide ledematen naar do deur sleepende. Ondanks al zyne slechtheden kon ik den rampzaligen man niet laten gaan zonder een woord. „Wacht eens even", zeide ik. „Zeg mij eens of ik iets doen kan, om uw leven eenigs- zins te verzachten." Hy glimlachte even. „Gy kunt my geld geven - een weinig. Ik zal dat kunnen bewaren, om te koopen wat voor een gevangen man dingen van weelde zyn." Ik gaf hem eenige banknoten, welke h# bij zich stak. „Wilt gy er nog meer?" vroeg ik. Hy schudde het hoofd. „Ik denk dat mij deze ook wel zullen ont stolen worden, vóór ik. ze uitgeven kan." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1